HOOFDSTUK 2

De brief

Hermelien liep naar buiten en haalde de post uit de brievenbus. Ze bladerde de brieven door en er zat 1 brief bij en die was voor haar. 'Mam! Ik heb een brief! Maar ik krijg nooit een brief. Mam? Mamma waar ben je, mam?!' Hermelien liep naar de keuken, maar daar was haar moeder niet. Ze liep naar de woonkamer, en daar lag ze, dood, maar niet alleen er stond een man naast haar te grijnzen. Hermelien kende de man ergens van. De man had een lange mantel om en een stok in zijn hand, hij keek naar Hermelien en stapte op haar af, hief zijn stok op en zei: 'Avada Kedavra.'

Hermelien schrok wakkeren ging rechtop in haar bed zitten, haar gezicht was helemaal nat van het zweet en haar deken lag naast haar bed. Ze ging gauw weer liggen, want haar hoofd deed nu zo'n pijn dat ze er tranen van kreeg. Ze greep met haar hand naar haar litteken, dat brandde heel erg. Hermelien liep naar de badkamer en pakt een washandje en maakte dat nat met koud water. Ze keek in de spiegel, maar zag niets aan het litteken. Het was maar een droom, dacht Hermelien, ik kan misschien vliegen, maar Zweinstein bestaat niet echt. Dat is maar een verzinsel. Oh, ik moet die Harry Potter boeken echt aan de kant leggen, anders ga ik nog denken dat alles en iedereen uit dat boek echt bestaat. Hermelien legde de zeven delen van Harry Potter in een kast. Het was al licht dus ging ze maar naar beneden om te ontbijten. Haar moeder was al naar het werk en Fleur was met haar mee, dus was Hermelien helemaal alleen thuis. Hermelien wilde wat leuks gaan doen, maar wist niet wat. Ze liep weer naar de kast om de boeken te pakken, maar ze had gezegd dat ze de boeken uit haar hoofd zou zetten. Hermelien haalde de boeken toch uit de kast, liep naar haar bed, ging zitten en sloeg het 1e deel open. Ze las dat Harry een brief kreeg en dat hij naar Zweinstein mocht. Toen bedacht Hermelien dat ze nog de post uit de brievenbus moest halen en ze sloeg het boek weer dicht. Toen ze de brievenbus open deed zaten er heel veel brieven in, ze keek de brieven door en ze zag rekeningen voor mamma, een brief voor mamma, nog meer rekeningen voor mamma, de krant en een voor. 'MIJ!!' Riep Hermelien. 'Een brief voor mij, maar dat kan niet. Nou ja kennelijk wel, want ik heb er een.'

Hermelien liep naar binnen, legde de brieven op tafel. Ze nam haar eigen brief mee en ging op de bank in de woonkamer zitten. Ze las op de voorkant:

Mevr. H. Potter
Een grote kamer op de 1e verdieping
Porilaan 7
Klein Zanikem

En toen scheurde ze de brief open en las daar:

ZWEINSTEINS HOGESCHOOL VOOR
HEKSERIJ &HOCUS-POCUS
Hoofd: Albus Perkamentus

(Commandeur in de Orde van Merlijn, Int. Tovergrootmeester,
heksenleider 1e Klas, Opperste Hotemetoot van de Wereldbond
van Toverlieden)

Geachte mevr. Potter,
Het doet me genoegen u te kunnen mededelen dat u in
aanmerking komt voor een plaats aan Zweinsteins Hogeschool
voor Hekserij en Hocus-pocus. Bijgaand treft u een lijst aan
van schoolboeken en andere benodigdheden.
Het schooljaar begint op 1 september.
Hoogachtend,
Minerva Anderling,
Assistent-schoolhoofd

'Oh ja, dit is een grap dat kun je zo zien. En dit is nog een heel flauwe grap ook, de gene die dit gedaan heeft moet mij wel heel erg gek willen krijgen om dit te kunnen geloven.'Zei Hermelien toen ze uit gelezen was. Hermelien legde de brief weg en liep naar boven. Ze wou het Harry Potter boek pakken, maar liep uiteindelijk naar de computer om iets op de computer te gaan doen. Maar bij ieder spelletje dat ze speelde was ze heel snel game over. Ik moet niet aan die brief denken, dacht Hermelien, maar ze dacht er wel aan. Ze sloot de computer maar af en pakte de brief weer. Hermelien las de brief nog een paar keer door en hoe meer ze de brief las, hoe meer ze ontdekte. Ze zag dat de naam H. Potter was en dat die naam best Harry Potter kon zijn, maar er staat voor de naam mevr. Het adres klopte, maar de naam niet.

Toen haar moeder eindelijk thuis kwam en de post had bekeken ging ze naar boven om te kijken hoe het met Hermelien ging. Hermelien zat op haar bed, nog steeds de brief te lezen. Haar moeder kwam binnen en vroeg: 'Hermelien, wat is dat voor een brief? Van wie is het?' 'Oh. ehm. niks.' Zei Hermelien snel om de brief niet te hoeven laten zien. Maar daar liet haar moeder het niet bij. 'Jawel, het is wel iets, anders zou je niet zo geheimzinnig doen. Laat eens zien? Of is het een liefdesbrief?' 'Nee, het is geen liefdesbrief, iemand probeert mij voor de gek te houden door mij zo'n brief te sturen. En de naam H. Potter erop te zetten. Maar daar trap ik niet in.' 'Laat die brief eens zien dan. Dan kunnen we er misschien samen uit komen.'Zei haar moeder rustig. 'Nou oké, maar. laat maar.' En Hermelien gaf haar moeder de brief. Haar moeder las de brief een paar keer door en zei toen: 'wacht even, ik loop even naar beneden om iets te pakken.' En ze liep naar beneden, een paar minuten later kwam ze weer boven. 'Kijk het zit zo. hoe moet ik dit zeggen. Ehm, oké het komt misschien hard aan maar vroeger toen jij ongeveer 1 was, deed ik de voordeur open om de post te halen. En toen lag jij bij ons op de deurmat. Deze brief lag bij jou in je mandje. Ik zal het voorlezen.' En haar moeder las:

Beste mevr Griffel,

Heb medelijden met dit kind, haar moeder en vader zijn allebei omgekomen, waardoor krijgt ze zelf nog wel te horen, maar ze heeft nog ergens een tweeling broer. Die broer gaat een tante en een oom lastig vallen, maar wij willen u zo vriendelijk vragen om dit kind te verzorgen. Ze heet Hermelien Potter. Ze krijgt later als ze ongeveer 11 is een brief van ons thuis gestuurd. En u krijgt later deze week nog een brief, met informatie over dit kind en de gebeurtenissen.

Alvast bedankt. Met vriendelijke groet, Albus Perkamentus (schoolhoofd van Zweinsteins Hogeschool. voor Hekserij en Hocus-pocus.)

'Dus die brief is geen grap. Die mensen die mij hebben gevraagd jou te verzorgen zouden nog een brief sturen en dit zal die brief dan wel zijn.' Zei haar moeder. 'Maar wat ik hiermee wil zeggen is dat jij niet mijn echte dochter bent en dus ook geen Griffel van achter naam heet, maar Potter.' 'Maar wie zijn mijn echte ouders dan, ik bedoel.wie waren mijn echte ouders en wie is mijn broer?'Vroeg Hermelien verwart. 'Ik weet niet wie jou ouders waren en jou broertje zal je wel op die school zien. Maar. oh ik vind het zo erg om te zeggen, maar ik vind het heel erg jammer om je te verlaten.' En haar moeder kreeg tranen in haar ogen. 'Maar we zien elkaar toch nog wel in de zomervakantie? Hermelien haar hoofd begon heel erg te tollen, en zei: 'sorry, maar dit gaat mijn pet te boven.'

'ik laat je wel even alleen.' Zei haar moeder. Hermelien pakte de brief nog eens en bekeek alles, de brief, de envelop. Er viel nog een briefje uit de envelop.

Hermelien ,

Het is misschien een grote schok voor je geweest, maar ik,
Hagrid, wil je vragen om naar Londen te komen. Ik zal jou
daar wel tegenkomen, ik moet dan nog iemand helpen, maar
twee kan ik wel aan. Op 31 augustus twaalf uur moet je daar bij
het station in Londen staan. Dan gaan we samen winkelen
op de Wegisweg. Tot dan. Groetjes Hagrid.

Hermelien legde de brief aan de kant, deed haar pyjama aan en ging in bed liggen. Ze dacht aan alles wat er gebeurd was, ze werd er gewoon gek van. In bed ging ze nog maar even lezen, maar was te moe en viel met het boek in haar handen in slaap. De volgende morgen liep Hermelien naar beneden om te ontbijten, haar moeder had al gegeten en zat de krant te lezen. 'Mam, wil je mij op 31 augustus naar Londen brengen, want ik heb daar met iemand om twaalf uur afgesproken.' Vroeg Hermelien en ze ging ook aan tafel zitten. 'Dat is wel op je verjaardag, hè? En waarom wil je nou opeens naar Londen? Wat heb je daar nou te zoeken? Haar moeder legde de krant op tafel en schonk thee in. Hermelien werd een beetje nerveus, maar ze moest vertellen waarom. 'Nou, ik ga naar Zweinstein, maar ik moet eerst mijn school spullen halen. Ik ga samen met Hagrid die spullen halen. En ik wou jou vragen of jij mij naar het station in Londen wilt brengen.' 'Ik wil het wel hoor daar niet van, maar weet je wel hoe die Hagrid eruit ziet? En wil je wel met een vreemde uit winkelen, anders wil ik wel mee.'Zei haar moeder bezorgd. 'Jij kunt niet op de Wegisweg komen en ik weet hoe Hagrid eruit ziet van het boek en ik reken erop dat hij er nu hetzelfde uit ziet.' Zei Hermelien. Fleur had op de gang het gesprek mee geluisterd en kwam nu ook de kamer binnen. 'Mam, Hermelien mocht niet meer over Zweinstein zeuren. En nu vind je het gewoon goed. Ik mag er ook nooit over beginnen.' Zei ze en ze ging aan tafel zitten. 'Ja, maar zij is echt een van hen en jij niet. Zij gaat nu wel naar die school, ze weet nu zeker dat het bestaat. En jij bent net zoals ik en heel veel anderen.'Legde haar moeder uit. 'Maar Hermelien, ehm hoe laat moest je daar zijn?' 'Oh om twaalf uur. Dus dan moeten we al om acht uur op. Maar als we daar zijn, wil je dan nog wel even wachten totdat ik Hagrid heb gevonden.' Zei Hermelien. Fleur keek Hermelien heel raar aan en zei: 'maar Hagrid bestaat toch niet echt, die bestaat toch alleen in die Harry Potter boeken. Of bestaat iedereen uit dat boek echt.' 'Nou, onder die uitnodiging stond Minerva Anderling, maar ik denk niet dat Harry Potter bestaat' Zei Hermelien tegen haar zusje. 'Maar toch vind ik het gemeen, jij gaat wel naar een leuke school en ik ga dan naar een stomme school.' Zei Fleur eigenwijs. 'Nee dat is niet gemeen, ik kan het niet helpen dat ik zo ben. En misschien ga jij over één jaar wel naar een heel leuke school, en misschien is Zweinstein wel helemaal niet leuk. En ik vertel in de zomervakantie wel hoe het er was.' Zei Hermelien terwijl ze een broodje smeerde. 'Maar dan zie ik het beeld nog niet voor me, kun je me niet een keer mee nemen. Dan kan ik ook een beeld voor me zien.' Zei Fleur slijmerig. 'Nee Fleur, dat kan niet, jij kunt daar niet komen en als je daar bent dan herinner je jezelf opeens iets belangrijks. En jij ziet het trouwens als een ruïne aan.' 'Nou, ga nou geen ruzie maken om zo'n school. En ik geef Hermelien wel een fototoestel mee en dan kan ze van alles een foto maken. En dan zie jij als nog een beeld voor je, vind je dat geen goed idee?' Vroeg Hermelien's moeder aan Fleur. 'Nee!! Ik wil zelf naar die school!'Schreeuwde Fleur en ze rende de trap op naar boven. 'Oh, wat kan zij zich aanstellen zeg, ik zou al blij zijn met een paar foto's. Maar nee, zij moet per se ook naar die school.' Zei Hermelien en ze liep naar de trap: 'oh mam, zullen we vanmiddag iets leuks gaan doen om Fleur een beetje op te vrolijken, zij moet ook even afleiding hebben, ik trouwens ook, opeen of andere manier wist ik eigelijk al dat ik een heks was. Maar ik snap niet hoe mijn ouders dood kunnen zijn gegaan. Oh het wordt me gewoon allemaal te veel, ik kan er niet meer tegen.' Zei Hermelien en ze begon te huilen. 'Rustig maar, kom eerst maar even bij en dan vertel je maar wat er allemaal is gebeurd.' Zei haar moeder.