Hoofdstuk 7

Lily was heel erg veranderd dit jaar. En niet alleen qua uiterlijk. Ze was veel zelfverzekerder, ze plaagde Petunia niet meer en ze zat vaak op haar kamer, brieven te schrijven naar haar 'zogenaamde' vrienden. Haar ouders vonden Lily helemaal geweldig. Petunia was het al een beetje zat aan het worden. Ze dacht blijkbaar dat ze alles was met die toverstok.

Op een dag in de vakantie zat Lily huiswerk te maken op de bank. Petunia keek angstig toe.

'Waar is Herman?', vroeg Lily vanachter haar boek vandaan. 'Ik dacht dat jullie nu onderhand wel getrouwd zouden zijn…'

'Ik eh… weet niet', zei Petunia angstig.

'Zeg, je hoeft niet zo bang te doen, ik doe echt niks hoor', zei Lily.

Petunia zei niks. Ze stond op en liep naar boven.

'Ja, ga maar weer weg', zei Lily verveeld. 'Ik zou het ook eng vinden, hoor! Samen met een heks in één kamer zitten'.

Petunia bleef staan. Dat kreng ging nu te ver.

'Weet je wat Lily? Misschien was het wel beter geweest als Herman en ik getrouwd waren, dan woonde ik niet meer hier!', zei Petunia met opeengeklemde kaken.

'Ja, inderdaad', zei Lily.

'Je bent gewoon jaloers dat jij geen vriendje hebt!'

'Oja? Is dat zo? Ik heb er totaal geen behoefte aan in tegenstelling tot jou!'

'Ik wil wedden dat jij nooit een vriendje krijgt!'

'Is goed. Dan wedden we meteen wie er gaat winnen'

'Ik!'

'Ja, vast', zei Lily rustig.

'Ik', gilde Petunia. 'Jij zal nooit van je hele leven een vriendje krijgen, omdat niemand je aardig vind! Volgens mij heb je helemaal geen vrienden!'

'Petunia, alsjeblieft, schreeuw niet zo tegen je zus!', zei haar moeder vanuit de keuken.

'Ja, natuurlijk! Neem het maar weer voor Lily op, zoals altijd!', riep Petunia boos en ze stampte naar boven. Lily vond het wel weer eens tijd worden om achter Petunia aan te lopen. Petunia sloeg haar slaapkamerdeur hard dicht en Lily deed hem weer open.

'WAT MOET JE?', snauwde Petunia.

'Kalmeer een beetje Petun', zei Lily kalm. 'Je hebt gelijk, mam neem het veel te vaak voor mij op'

'Huh?', vroeg Petunia verward. Lily gaf haar nooit gelijk.

'Ik doe en deed niet al te aardig tegen je. Sorry daarvoor', zei Lily. 'Ik word het soms een beetje zat dat je ze net doet alsof ik gevaarlijk ben of zo'.

'O'.

'Maar dat is nog geen rede om te zeggen dat ik geen vrienden heb of zal krijgen, want ik weet zeker dat ik meer vrienden heb dan jou!', zei Lily die ook kwaad begon te worden. Ze stond op en liep naar haar eigen kamer en sloeg de deur nog harder dicht dan Petunia had gedaan.