1. Het Kamp (Inleiding)
Op een mooie maandagochtend in juni stapte een meisje dat Lily Evers heette uit haar bed. Ze was heel knap en had dik, lang rood haar en felgroene ogen. Lily was een doodgewoon meisje… ging naar een doodgewone school en… had een doodgewone zus. Een zus die het leuk vond om Lily te pesten. Lily was in heel veel dingen veel beter dan Petunia, ze was knapper en slimmer. Petunia was uit jaloezie Lily gaan plagen. Het plagen ging over op pesten. Lily had het altijd al gewoon gevonden. Ze dacht tenminste dat ze heel normaal was en dat in elk gezin wel eens 'ruzies' voorkwamen.
Lily zuchtte en dacht aan wat ze vandaag ging doen. Ze ging op kamp met haar klas. Haar klas, die volgend jaar uit elkaar zou gaan, omdat bijna iedereen een ander niveau ging doen. Lily vond dit erg jammer, want het was een gezellige klas geweest. Ze hoopte dat ze volgend jaar op de middelbare ook een leuke klas zou krijgen.
Twee uur later had mevrouw Evers Lily naar school gebracht en stond ze samen met haar klas voor de bus.
'Zo kinderen. Kom even bij mij staan, alsjeblieft', zei Lily's leraar, meneer van Zoelen. 'Ook jij Rogier…', voegde hij eraan toe toen Rogier, de bullebak uit de klas gewoon bleef staan en zich niks van meneer van Zoelen aantrok. 'Oké, vandaag is het zover!', zei meneer van Zoelen opgewonden. 'Ik heb samen met juffrouw Kersten een toplocatie geregeld en zij was zo aardig om voor te stellen mij te helpen met het begeleiden van jullie.' Meneer van Zoelen zweeg even en keek dromerig naar juffrouw Kersten. Zij was de lerares van groep 6 en een hele aardige, knappe, aardige vrouw. Ze glimlachte vriendelijk naar meneer van Zoelen. Hij was een niet al te knappe man van 53 en was alleen aardig als mevrouw Kersten erbij was. Hij was duidelijk smoorverliefd op haar. Meneer van Zoelen gebaarde de kinderen dat ze in de bus moesten gaan zitten en even later waren de kinderen vrolijk zingend op weg naar de 'Toplocatie'…
'Cool!', was Lily's eerste reactie toen ze er waren. Het was al aan het schemeren. Ze stonden voor een groot, eng kasteel, dat in een donker bos stond. Een uil verbrak de stilte. Julie, een heel bang en verlegen meisje kromp ineen toen het begon te onweren. Juffrouw Kersten sloeg een arm om haar heen en een halve minuut zei niemand iets. 'Nou, vinden jullie het niet prachtig?', zei meneer van Zoelen niet al te overtuigend. Niemand antwoordde. 'Naar binnen dan maar hè…'
De kinderen haalden hun bagage uit de bus en sleepte die zo langzaam mogelijk over de vochtige bosgrond. Meneer van Zoelen klopte op twee grote eikenhouten deuren. Even later deed een krom oud vrouwtje de deur open. Ze wisselde een paar woorden met meneer van Zoelen en met haar krakerige stem begeleidde ze de kinderen naar hun kamers. Lily sliep samen me Vera, haar beste vriendin en met Julie op een kamer. Niemand zei iets omdat ze het kampgebouw niet echt aantrekkelijk vonden voor een gezellig kamp, maar Lily moest toegeven dat ze het helemaal geweldig vond. Die griezelsfeer vond ze superleuk, er kon toch niks engs gebeuren, dat gebeurde alleen in griezelfilms…
Ze pakten hun spullen uit en gingen slapen.
Die nacht, om precies twaalf uur, luidde de klok in de hoogste toren. Lily en haar vriendinnen zaten rechtop in bed. In de kamer naast hun hoorde ze drie andere meisjes gillen.
'W-wat was dat?', piepte Julie.
'Gewoon de klok in de toren', probeerde Lily haar gerust te stellen.
'Maar… maar waarom gilde ze hiernaast dan?', vroeg Vera bang aan Lily.
'Ja, misschien is er wel iets met ze gebeurt! We gaan kijken!', zei Julie opeens zelfverzekerd. Haar beste vriendin sliep in de kamer naast hun. Ze sprongen uit bed en liepen op hun tenen de overloop op. stilletjes deed Lily de deur open… voor zover dat kon, want de scharnieren waren verroest… de deur ging luid krakend open…
'Stefanie? Femke, Lisa?', vroeg Julie zachtjes. Vera deed het licht aan en…
'AAAAH!', gilde Julie. De drie bedden waren leeg. Er kwamen andere de kamer binnen lopen, terwijl Julie snikkend op de grond zakte. Juffrouw Kersten troostte Julie en meneer van Zoelen onderzocht de hele kamer, om te zien of de drie meisjes zich misschien ergens hadden verstopt. Femke en Lisa waren de twee grapjassen uit de klas en het zou niet de eerste keer zijn dat ze iets uithaalden.
Het oude vrouwtje kwam samen met haar vriendinnen aanwaggelen.
'Wat is er aan de hand kindertjes?', vroeg ze.
'Er zijn drie kinderen verdwenen, mevrouw', zei juffrouw Kersten.
'Het spijt mij ontzettend, maar daar zijn wij niet verantwoordelijk voor', zei het oude vrouwtje.
'Wat is dat voor onzin!', zei Julie hysterisch. Lily had haar in alle jaren dat ze haar kende nog nooit zo gezien. Het oude vrouwtje negeerde de brutaliteit van Julie en wende zich tot meneer van Zoelen.
'Het spijt me echt vreselijk meneer, dit is nog nooit eerder gebeurt', zei ze.
'Ja… nou… eh… ik denk dat de meisjes gewoon een grap hebben uitgehaald. We vinden ze wel weer terug', zei meneer van Zoelen joviaal. 'Ga maar weer slapen iedereen'.
Julie rende snikkend naar haar kamer en beweerde snikkend dat Femke en Lisa nooit zoiets zouden doen en Stefanie al helemaal niet. Na een half uur snikkend tegen de kussen aangeslagen te hebben, viel Julie dan toch in slaap.
De volgende ochtend wekte mevrouw Kersten en meneer van Zoelen de kinderen voor een ochtendwandeling in het bos. Het bos was een stuk minder eng als het gewoon licht was. Na het ontbijt deelde meneer van Zoelen de klas en in twee groepen om Levend Stratego te spelen. Om klokslag twaalf uur hoorde ze weer gegil. Iedereen liep angstig terug naar meneer van Zoelen. De kinderen hadden er geen goed gevoel over. Hij blies op zijn fluitje om het spel te beëindigen en iedereen zich bij hem te laten verzamelen. Juffrouw Kersten stond erop dat hij de leerlingen ging tellen voor de zekerheid en omdat meneer van Zoelen altijd luisterde naar juffrouw Kersten deed hij dat maar. Toen hij klaar was zei hij:
'Kinderen… er zijn drie jongens verdwenen. Die grap van Lisa en Femke loopt een beetje uit de hand geloof ik…'
Julie viel verstijfd van angst flauw.
'Maar… maar meneer… Misschien is het toeval dat er steeds om twaalf uur kinderen verdwijnen, en hebben de twee verdwijningen niks met elkaar te maken', zei Lily.
'Ja!', haakte Vera in. 'Misschien zijn de jongens wel ontvoerd!'
Iedereen begon na die woorden angstig met elkaar te praten, tot meneer van Zoelen ze met een blik het zwijgen oplegde.
'Jullie hebben te veel fantasie. Het is gewoon allemaal een grap!', zei hij boos.
'Maar meneer, vind u niet ergens dat de kinderen een beetje gelijk hebben? Ik voel me niet veilig meer zo', zei juffrouw Kersten.
'Ik wil je wel beschermen mijn juffrouw', zei meneer van Zoelen dromerig.
Juffrouw Kersten wierp hem nog een boze blik toen en liep samen met de kinderen terug naar het kasteel. De rest van de middag speelde de kinderen spelletjes op hun kamer en 's avonds ging iedereen vroeg slapen.
Rond tien uur 's avonds moest Lily plassen. Ze stapte uit bed om naar de wc te gaan, toen ze opeens de oude vrouwtjes met elkaar hoorde praten. Ze ging dichter bij de deur staan met haar oor bij het sleutelgat.
'Ik vind dat we ermee moeten stoppen, Trees…'
'Waarom Truus? Het is toch leuk… beetje dreuzeltje pesten… anders vervelen we ons toch de hele tijd maar…', zei Trees.
'Ja, dat is waar. Ik vind het leuk, en het is toch niet schadelijk? Wat kan er gebeuren?', zei een ander vrouwtje.
'Het ministerie kan er achter komen Bep!', zei Truus.
'Dat komen ze toch niet… ze zijn niet meer zo slim als vroeger', zei Bep.
'En bovendien… weet niemand iets meer zodra ze de poort uit gaan…', zei Trees.
'Ik snap het nut er niet van!', verdedigde Truus zich.
'Je deed anders wel elke keer mee. Ik zweer dat jij je te pletter gaat vervelen als je ermee stopt', zei Bep.
'Dat weet je niet… we zijn nog nooit gestopt ermee… maar ik ga stoppen', zei Truus.
'Dat zou ik maar niet doen… als jij stopt, dan geven wij je aan', zei Trees.
'We doen dit al jaren… het is toch leuk?', zei Bep.
Truus zuchtte. Het bleef een tijdje stil… Lily dacht na over wat ze gezegd hadden. Betekende dit wat ze dacht dat het betekende? Dan moest ze dit zo snel mogelijk vertellen aan meneer van Zoelen. Maar hadden ze het wel over de verdwijningen? Misschien zaten zij er helemaal niet achter…
'Ik ga even naar het toillet…', zei de stem van Trees.
Lily's maag draaide om. Snel liep ze op haar tenen terug naar boven en ging in bed liggen. Ze bleef nog een tijdje piekeren over wat ze gehoord had. Maar met de geruststellende gedachte, dat de vrouwtjes niets met de verdwijning te maken hadden, viel Lily uiteindelijk toch in slaap…
'AAAAH!'
Een gil van Julie liet iedereen in de kamer rechtop in bed zitten.
'Wat was dat?', vroeg Vera slaapdronken.
'Ik weet het niet', zei Lily zacht. 'Waarom gilde Julie?'
Precies op dat moment luidde de klok. Precies twaalf keer.
Lily werd van achteren beetgepakt en uit bed gesleurd. Ze wilde gillen, maar een er werd een hand op haar mond gedrukt… een oude, rimpelige hand… Lily besefte te laat dat ze aan meneer van Zoelen had moet vertellen dat de vrouwtjes achter de verdwijningen zaten. Maar daar was het nu te laat voor…
Lily voelde een onbekende woede in haar opborrelen… ze wist niet waarom, maar ze werd boos… boos op de vrouwtjes, omdat ze kinderen ontvoerde, al jaren lang… en dat ze nog steeds niet opgepakt werden. Dat deed je toch niet? Kinderen voor de lol ontvoeren? Lily zag nog net dat een van de vrouwtjes samen met Julie verdween, want een felle witte flits zorgde ervoor dat Lily en Vera niks meer zagen. Bij de flits kwam een grote kracht vrij… Lily voelde dat die kracht het vrouwtje van haar af trok. Ze wist niet waarom en ze wist niet hoe, maar ze wist wel dat de vrouwtjes die niet gepland hadden. Ze keken elkaar geschrokken aan en wierpen bange blikken op Lily. Even later waren ze verdwenen. Vera sprintte naar het lichtknopje en begon keihard te gillen toen ze zag dat Julie was verdwenen. Al snel kwamen de leraren en leerlingen de kamer binnenstormen. Hysterisch begon Vera te vertellen wat er was gebeurt. Meneer van Zoelen was even stil en bescheen toen pas te beseffen dat de kinderen in gevaar waren…
'Iedereen gaat NU zijn spullen pakken. We blijven hier geen minuut langer.'
Dat lieten de leerlingen zich geen twee keer zeggen iedereen rende naar zijn of haar kamer.
'Wij gaan de ontvoerde leerlingen zoeken', zei meneer van Zoelen tegen Lily en Vera.
'Gaan jullie ook maar alvast jullie spullen inpakken', zei juffrouw Kersten.
Lily en Vera deden wat hen gezegd werd. Tien minuten later, kwam Julie binnenstormen en vertelde het hele verhaal aan Lily en Vera. Dat ze was meegenomen door een vrouwtje naar de kerkers en dat ze daar was vastgebonden naast Lisa en Femke. Stefanie en de drie jongens zaten in een andere kerker en die waren ook veilig terug gekomen. Van de vrouwtjes was geen spoor meer te bekennen…
Nog geen half uur later zat de klas alweer in de bus. Meneer van Zoelen had zich voorgenomen om gelijk de politie te bellen zodra ze een telefooncel zagen… maar toen ze de poort van het terrein uit waren kon niemand zich nog iets herinneren van het drama. Iedereen dacht dat ze een superleuk kamp hadden gehad in een sprookjes kasteel… Niemand van hen heeft ooit de vrouwtjes nog gezien, zij werden nooit gestraft voor hen daden… ze waren gevlucht… gevlucht voor de kracht van Lily… Lily die niet eens wist dat ze een verborgen kracht had… ooit… ooit zal ze die ontdekken…
