4. In de Zweinsteinexpres
Het was de mooiste dag van Lily's leven tot nu toe geweest en ze verheugde zich erop om die kop van Petunia te zien als zij haar toverstok zou trekken. Lily was nu niet meer bang voor Petunia. Petunia was eerder bang voor Lily geworden. De laatste paar weken vermaakte Lily zich met het lezen van haar nieuwe schoolboeken en Petunia plagen. Haar ouders vonden Lily helemaal geweldig en wilde steeds dat ze iets zou toveren. Op 1 september stond Lily vroeg op en liet zich door haar moeder naar het station brengen. Hagrid had haar verteld hoe ze op het perron moest komen. Ze moest door de muur van perron 9 en perron 10 heen lopen. Ze nam afscheid van haar moeder en ging met haar karretje recht voor de muur staan. Ze deed haar ogen dicht en rende naar de muur toe. Even dacht Lily dat ze tegen de muur aan was geknald, maar ze hoorde geen klap. Ze deed haar ogen open en zag een vuurrode stoomtrein, met allemaal leerlingen, hangend uit ramen om nog even te praten met hun familieleden. Ze liep de trein in en ging in de laatste coupé zitten, die was nog helemaal leeg. Een jongen met bruin haar stak zijn hoofd om de hoek.
'Oh, hoi', zei hij. 'Is hier nog ruimte voor vier jongens?'
'Ja, natuurlijk', zei Lily.
Er kwamen vier jongens binnen. De jongen met het bruine haar, een kleine jongen met blond haar en… James en Sirius. Een halve minuut later pas besefte Lily dat haar mond openhing. James stootte Sirius aan en ze grijnsde allebei toen ze Lily zagen.
'Ken ik jou ergens van?', zei James onschuldig terwijl hij zijn lachen probeerde in te houden.
'Hallo schatje!', zei Sirius en hij ging tegen Lily aan zitten en sloeg zijn arm om Lily heen.
Lily schoof zo ver mogelijk bij Sirius uit de buurt.
'Doe even normaal alsjeblieft', zei Lily geïrriteerd.
'Wow… kennen jullie elkaar of zo?', zei de jongen met het bruine haar.
'Nee, helemaal niet!', zei James. 'Ik vergeet zo dat ik me nog voor moet stellen'.
Hij grinnikte.
'James Potter, aangenaam', zei hij plechtig.
'Sirius Zwarts, ook aangenaam', zei Sirius met hetzelfde stemmetje als James.
'O uh… Ik ben Remus Lupos en dat is Peter Pippeling', zei de jongen met het bruine haar.
'O oke', zei Lily.
'Ga jij je ook nog voorstellen, Lily?', vroeg James.
'Aha! Ik wist het! Wat is er gebeurt, vertel op!', zei Remus grijnzend.
'Wat doe je nou? Zit je ons weer te verraden James!', zei Sirius lachend.
'Weet je… jullie zijn echt gek', zei Lily met een blik op James en Sirius.
'Ja, maar Remus weet je achternaam nog steeds niet', zei Sirius.
'Goed goed… Lily Evers', zei Lily en ze wierp een boze blik op James en Sirius.
'Fijne vakantie gehad schat?', vroeg James.
'Het was een fijne vakantie, tot dat iemand een dennenappel tegen mijn hoofd aan gooide', zei Lily.
'Hè, wat jammer nou. Wie doet er nou zo iets? Het is gewoon schandalig!', zei James onschuldig terwijl hij en Sirius hun uiterste best deden om niet in lachen uit te barsten.
Remus zuchtte en schudde zijn hoofd.
'Volgens mij heeft Lily gelijk. Jullie zijn gek', zei hij glimlachend.
'Gek ja. Op Lily. Kijk dan Remus wat een stuk!', zei James.
Lily snoof en rolde haar ogen. Peter lachte zenuwachtig.
'Ben jij blind of zo? Ik ben helemaal geen stuk…'
'Hebben jullie dreuzels thuis geen spiegels?', vroeg Sirius.
'Wat zijn dreuzels?', vroeg Lily ongeduldig.
'Mensen die geen toverkracht hebben', zei Remus.
'Ik heb wel toverkracht anders zou ik hier niet zitten', zei Lily.
'Duh! Maar heb jij een spiegel thuis?', vroeg James.
'Ja natuurlijk', zei Lily.
'En kijk je daar wel eens in?', zei Sirius.
'Ja natuurlijk', zei Lily.
'Hmm…'
'Jongens, alsjeblieft. Kunnen we het over een ander onderwerp hebben dan een spiegel? Of moet ik een andere coupé zoeken? ', zei Lily.
'Neee!!', riepen James en Sirius tegelijk. Lily zuchtte en richtte zich tot Remus. Hij leek haar wel aardig.
De rest van de tijd praten Lily en Remus over Zweinstein. De ouders van Remus waren tovenaars en die hadden Remus al van alles verteld over Zweinstein. James en Sirius zaten steeds flauwe grappen tussendoor te maken. Nu wist Lily het zeker. Ze mocht die twee niet.
Toen ze uitstapten, hoorde Lily de stem van Hagrid.
'Eerstejaars, hierheen. Eerstejaars!' Lily groette Hagrid en ze liepen naar de rand van een groot meer, waar allemaal bootjes lagen. Aan de overkant van het meer stond Zweinstein. Het was heel mooi en groot. Ze gingen in de bootjes zitten en voeren naar de overkant van het meer, naar een ondergronds haventje... Ze liepen een trap op en kwamen uit in een grote hal en daar stond een strenguitziende vrouw.
'Welkom op Zweinstein. Ik ben professor Anderling. Zo dadelijk begin het banket om het begin van het nieuwe schooljaar te vieren, maar voordat jullie plaatsnemen in de Grote Zaal, worden jullie verdeeld over vier verschillende afdelingen. De afdelingen zijn Griffoendor, Ravenklauw, Zwadderich en Huffelpuf. Tijdens jullie verblijf fungeert je afdeling min of meer als je familie. Bij eventuele triomfen krijg je afdelingspunten en bij overtredingen worden punten afgetrokken. De afdeling met de meeste punten, krijgt aan het eind van het jaar de afdelingsbeker. De indelingsceremonie begint zo, in aanwezigheid van de overige leraren en leerlingen. Ik kom jullie zo halen.'
'Eh… Remus', vroeg Lily zenuwachtig. 'Hoe verdelen ze ons over de afdelingen?'
'Met een hoed, zegt mijn moeder', zei Remus.
'Hoe bedoel je?', vroeg Lily.
'Nou, gewoon. Je zet die hoed op en zegt bij welke afdeling je het best past', legde Remus uit. Lily knikte flauwtjes. Ze was heel erg zenuwachtig. Professor Anderling kwam binnen.
'Ga in een rij staan en volg me', zei ze. De deuren van de Grote zaal gingen open en ze liepen naar binnen. Het was een prachtige grote zaal, waar je door het dak de buitenlucht kon zien. Overal zweefde brandende kaarsen boven vier lange tafels, waaraan allemaal leerlingen zaten. Op een krukje lag de sorteerhoed en professor Anderling riep een voor een de leerlingen naar voren. Nadat een paar leerlingen geweest waren riep Anderling: 'Evers, Lily'. Lily liep naar voren en ging op het krukje zitten. Professor Anderling zette de hoed op haar hoofd en die riep meteen: 'GRIFFOENDOR!'. Aan de tafel van Griffoendor werd geklapt en Lily ging aan de tafel zitten. Ze keek toe hoe de anderen werden ingedeeld. Sirius, Remus, Peter en James werden ook ingedeeld bij Griffoendor en kwamen naast Lily zitten. Na de sorteerceremonie en het feestmaal hield Professor Perkamentus nog een toespraak. Lily luisterde maar half. Ze was moe en wilde naar bed. Toen Perkamentus klaar was liep ze achter de rest van de Griffoendors aan, naar de leerlingenkamer van Griffoendor. De klassenoudste wees op een deur die naar de meisjesslaapzaal leidde. Lily liep naar binnen en viel direct in slaap.
