6. Het gat

'Nou ik ben het zat hier te zitten. Ik ga naar binnen', zei Lily na een tijdje. Ze wilde net naar school toe lopen, toen Roos haar tegen hield. 'Je kan niet zomaar naar binnen gaan!'

'Natuurlijk wel. Als ze ons ook pakken, dan weten we in ieder geval wie het zijn, waar ze zitten en wat ze van plan zijn', zei Lily en ze liep door. Roos liep hoofdschuddend achter haar aan. Lily duwde voorzichtig de deuren van Zweinstein open, keek om de hoek en liep naar binnen, met haar toverstok in de aanslag.

'Wat begint er hier op school met een k?', mompelde ze. 'Hoe weet je zo zeker dat ze op school zitten?', vroeg Roos aan Lily. 'Ik heb geen idee, maar we moeten toch ergens beginnen', zei Lily. Nog steeds zagen ze niemand, nergens een aanwijzing. Tot dat…

'He Roos, kom eens kijken!', riep Lily snel. Op de deur van de grote zaal hing een briefje geplakt, weer met uitgeknipte krantenletters.

JulliE zijn al in de bUurt. HelaAs, het duURde wEl wat lANg. Er zIjn al Doden gEvallen. OH en mAak je geen zorgEn om die dikke. Die Hebben we ook. SoRry, we konDEn geen nieUwe hint verzinnEn, dus krIjgen julliE die Ook niet. Hahaha. Met onvrIendelijke gRoeten…

'Hahaha, wat lollig', zei Roos boos.

We zijn al in de buurt, maar hoe dichtbij en waar dichtbij?', vroeg Lily zich af.

'We moeten opschieten, Lily. Er zijn doden gevallen', zei Roos.

'Ik ga die onzin niet geloven. Dat doen ze gewoon om ons bang te maken, joh', zei Lily, ook al klonk er een vleugje paniek in haar stem. 'Misschien is het gewoon een grap', zei Lily.

'Dat hoop je, maar ik vind het doodeng echt', zei Roos.

'Nee, ik bedoel misschien ben ik wel helemaal geen heks, dan is droom ik dit gewoon en moet het schooljaar nog beginnen', zei Lily.

'Vast niet. Dan zal ik ook wel dromen', zei Roos en ze zuchtte. 'Wat moeten we nou doen?', vroeg ze zich af.

'We gaan naar de toren van Griffoendor. Dan pak ik mijn woordenboek en dan zoeken we de oplossing voor de hint', zei Lily. Ze liepen naar de toren van Griffoendor. Lily pakte haar woordenboek uit haar hutkoffer, ging op bed zitten bladerde door naar de k. Roos ging naast Lily zitten. Ze keken naar de woorden op de bladzijdes en schreven woorden op die een plaats aangaven waar een hele school in zou passen: Kamer,

'Nee, dat kan van alles zijn', zei Roos. Kampeerterrein,

'We zaten in de buurt. Een kampeerterrein ligt misschien wel heel ver weg', zei Lily. Kasteel,

'Nee, daar zitten we al', zei Roos. Kathedraal,

'Nee, dat lijkt me niet', zei Lily. Kazerne,

'Nee, ook te ver weg, zei Roos. Kelder, 'Nee, die is vast niet groot genoeg', zei Lily. Kerker,

'Eh…Lily, kijk eens wat er achter kerker staat', zei Roos.

'Kerker (ondergrondse) gevangenis', las Lily voor.

'Super, Roos dat is het!', riep Lily uit. Ze smeet het boek neer, pakte haar toverstok en rende de kamer uit. Roos volgde haar. Ze renden naar de kerkers, waar ze normaal gesproken les kregen van Guilotin. Daar aangekomen zagen ze niemand.

'Dit lokaal zou ook veel te klein zijn voor de hele school', zei Lily. 'Zweinstein heeft vast nog meer kerkers'. Op dat moment kwam er een uil naar binnen vliegen. Hij liet een brief op het hoofd van Roos vallen.

'Auw', riep ze weer. Ze pakte de brief van de grond en las voor:

ProFiciat! JullIe heBbEn de HInt opgeLost. Nu moET je onS nog vInden.

'Bah, wat zijn dat voor idioten!', zei Lily. 'Ik ben het zat. Kom te voorschijn!', riep ze boos.

'Dat heeft geen zin Lily, denk ik', zei Roos.

'Ja, je hebt gelijk. -BOEM!!! Lily en Roos sprongen verschrikt op.

'Het kwam onder ons vandaan!', zei Lily.

'Nou, volgens mij kwam het daar vandaan', zei Roos en ze wees op een punt naast het bureau van Guilotin.

'Nee, het kwam daarvan-BOEM!!! De tweede knal werd gevolgd door een grote ontploffing aan de andere kant van de kerker. Een groot gat werd zichtbaar onder een grote wolk stof. Lily en Roos renden naar het gat toe. Ze keken naar beneden. Het was heel diep, want je kon de bodem niet zien.

'Nou, springen dan maar hè', zei Lily. Roos twijfelde maar toen zei ze: 'Oké dan'. Lily sprong eerst. Roos volgde haar. Ze kwamen neer op iets zachts. Ze konden niet zien wat het was, want ze zagen geen hand voor ogen. Lily probeerde om zich heen te kijken. Ze stond op en zag in de verte een klein lichtpuntje. Ze zocht Roos' arm en trok haar mee.