7. Macht
'Lily? Hoe ver is het nog?', vroeg Roos.
'Ik hoop dat het niet ver weg meer is. Het wordt al lichter', zei Lily. Toen opeens stonden ze voor een grote bruine deur. In de deur zat een raam en Lily besefte waar het licht vandaan kwam. Er was een licht schijnsel zichtbaar achter de deur. Lily zocht een deurklink, maar die vond ze niet.
'Alohomora', zei ze zacht. De deur zwaaide open. Wat ze toen zagen was verschrikkelijk. Aan een ronde tafel zaten vier mannen in lange zwarte mantels. Om hen heen zaten in allemaal cellen de ontvoerde leerlingen en leraren. Ze keken op om te kijken wie er binnen was gekomen. Een van de mannen keek op en zag Roos en Lily staan.
'Eindelijk, daar zijn jullie'. De man had een hele ijzige, kille stem.
'We dachten dat jullie niet meer kwamen om jullie zielige vriendjes te redden' Lily begreep niet wie die mannen waren, maar Roos blijkbaar wel, want ze zei zacht: 'Oneeh! Voldemort…'
'Goed geraden', zei de man. 'Sluit ze op mannen'. Lily werd van achteren ruw beetgepakt en werd in een lege cel gesmeten. Roos werd bovenop haar gegooid. Lily krabbelde overeind.
'Wie zijn jullie?', vroeg ze door de tralies heen.
'Heeft niemand je dat ooit verteld? Nou, dan zal ik het je uitleggen. Ik ben heer Voldemort, de meest machtige tovenaar ter wereld'.
'Wat zijn jullie van plan?', vroeg Roos. 'En waarom moest je ons zo nodig hier heen lokken?'
'Omdat jullie deel uitmaken van mijn plan kan ik het jullie toch wel vertellen. Het enige wat ik wil is macht. En hoe wil je de macht over de wereld krijgen? Precies. Door een belangrijke school te ontvoeren. Ik heb toevallig een methode uitgevonden die in een klap duizend mensen kan ontvoeren. Maar natuurlijk, kon niet alles goed gaan. Maar ik had een ding over het hoofd gezien. Het schoolterrein, het huisje van Hagrid. Toevallig waren daar twee leerlingen aanwezig. Jullie zouden alles verpest hebben, als jullie niet snel hierheen kwamen. Jullie zouden alles vertellen aan het ministerie en dan zou mijn plan voorgoed verloren zijn. Ik besloot jullie hierheen te lokken met een raadsel en een onzinverhaal dat ik jullie vriendjes ging uitmoorden. Jullie geloofden dat (Roos kuchte) en kwamen ons snel opzoeken. Helaas heb ik geen tijd om mensen te vermoorden, want mijn ding om de macht over de wereld te krijgen is klaar. Als ik straks klaar met jullie ben zullen jullie mij gehoorzamen, zodat jullie iedereen beheksen die jullie tegenkomen, zodat over een tijdje de hele wereld mij gehoorzaamd.'
'Ga het halen, mannen!', zei Voldemort tegen twee van de overige mannen.
'Wat is dat voor ding? Wat ga je met ons doen?', zei Lily angstig.
'Gaat je niks aan', snauwde Voldemort. De twee mannen kwamen aanlopen met een ding onder een doek.
'Oké, neem eerst deze twee', zei Voldemort en hij wees op Roos en Lily. De celdeur werd opengemaakt en Lily en Roos werden naar buiten gesleurd. 'Zo, jij mag als eerst', zei Voldemort tegen Lily. 'Zeg maar dag, tegen je vrijheid!'
'Een momentje Marten', zei een stem. In de deuropening stond Albus Perkamentus, het schoolhoofd. 'Ik sta het namelijk niet toe dat je mijn leerlingen geestelijk mishandeld', zei hij.
'Perkamentus! Wat doe jij hier!', zei Voldemort.
'Ik dacht dat we het daar over eens waren', zei Perkamentus kalm. 'Ik kom mijn leerlingen en collega's redden'.
'Probeer het maar!', snauwde Voldemort.
'Ik zou als ik jou was juffrouw Evers loslaten, Marten. Anders zal ik je pijn moeten doen, helaas', zei Perkamentus.
'Kom haar maar halen', riep Voldemort.
'Oh, dat zal ik zeker doen', zei Perkamentus.
'Expelliarmus', riep Perkamentus. Voldemorts toverstok vloog door de lucht. Hij liet Lily los en probeerde hem te vangen, maar Perkamentus ving hem behendig op. Lily schuifelde langs de muur naar Roos. De mannen grepen naar hun toverstokken.
'Impedimenta', schreeuwde een van de mannen tegen Perkamentus, maar Perkamentus was hem voor en schreeuwde weer: 'Expelliarmus!'. Drie toverstokken vlogen door de lucht en vielen voor de voeten van Perkamentus neer. Voldemort en zijn mannen stond onbewapend voor Perkamentus.
'Geef me mijn toverstok Perkamentus', zei hij langzaam.
'Alleen als jij en je volgelingen zich over geven', zei Perkamentus.
'Oké dan, mij best', snauwde Voldemort. Perkamentus keek hem aan.
'Jij geeft je niet zomaar over, dus hier klopt iets niet', zei hij.
'Nou, dan geloof je me niet', zei Voldemort terug. 'Ik laat iedereen hier ongedeerd als jij me mijn toverstok terug geeft en me rustig laat verdwijnen, Perkamentus', zei hij.
'En dat moet ik geloven? Ik dacht het niet. Ten eerste kan je niet verdwijnselen op Zweinstein', zei Perkamentus. Toen opeens graaide Voldemort zijn toverstok uit Perkamentus' handen en zette een stap naar achteren.
'Ik heb je gewaarschuwd, Perkamentus', zei hij en hij richtte zijn stok op Perkamentus. Een van de mannen fluisterde iets in Voldemorts oor.
'Ja, dat is ook waar', zei Voldemort. 'Wij gaan maar eens. Jij hoort nog van ons Perkamentus! Hij en de mannen verschijnselden.
'Wat moest dat voorstellen?', vroeg Lily.
'Hoe weten we zeker dat hij weg is, professor? Hoe kunnen ze verdwijnselen hier?', vroeg Roos.
'Hij is weg, juffrouw Valanda. Waarschijnlijk kun je in dit deel van het kasteel wel verdwijnselen. Ik zal het nog eens onderzoeken', zei Perkamentus. 'Helpen jullie mee? We bevrijden de rest.'
'Hoe?', vroeg Roos.
'Met de sleutel natuurlijk', zei Lily en hield een oude sleutel omhoog.
'Hoe kom je daar nou weer aan?', vroeg Roos.
'Die lag gewoon op die tafel daar. Die sukkels weten ook niet hoe je een sleutel moet verstoppen', antwoordde Lily.
Roos lachte en Lily gaf de sleutel aan Perkamentus, die alvast de dichtstbijzijnde cel openmaakte. De bevrijdde leraren stuurden de kinderen terug naar school via de tunnel. Toen ze iedereen bevrijd hadden, liepen ze achter de stroom leerlingen aan. In de Grote Zaal verzamelde ze iedereen. Perkamentus ging op zijn stoel zitten en hield nog een toespraak.
'Welkom terug allemaal!', riep hij. 'Vanwege de gebeurtenissen van vandaag, geef ik jullie morgen en overmorgen vrij', zei hij en er barstte een gejuich los in de Grote Zaal.
'Zo, het is al laat, ik verzoek jullie om naar jullie slaapzalen te gaan en rustig van jullie lange weekend te genieten'.
'Dat dacht ik niet', zei een kille stem. In de deuropening stond Voldemort.
'Ik weet niet wat je van plan bent, Marten, maar ik heb hier geen zin meer in. Laat de leerlingen gaan, meer vraag ik niet', zei Perkamentus.
'Nou, vooruit dan maar', zei Voldemort. 'Maar, als ik merk dat ook maar een klein leerlingetje het Ministerie erbij haalt, dan blaas ik de hele school op'.
'Hoezo, Marten. Ben je bang voor het Ministerie van Toverkunst?,' vroeg Perkamentus.
'Ach, laat ook maar. Stuur die leerlingen weg, dan handelen wij dit samen wel af, Perkamentus!', snauwde Voldemort.
Perkamentus knikte. 'Klassenoudste, zorg dat jullie afdelingen op de slaapzalen komen. Verdere instructies horen jullie van de afdelingshoofden', zei Perkamentus. Roos en Lily liepen achter de klassenoudste aan naar de toren van Griffoendor. Er heerste een grafstemming in de leerlingenkamer. Er werd op Lily's schouder getikt.
