17. De Orde van de Feniks

'Wat was dat allemaal?', vroeg James even later toen Lily zijn kamer weer binnen kwam lopen.

'Oh niks. Dat mens is zo gek als een deur. Ik ben blij dat ik hier kan logeren. Ze gaf jou de schuld dat ik was weggelopen', zei Lily.

'Weggelopen?', zei Sirius grinnikend. 'Die vind ik goed. Waarom zou zo'n braaf meisje als jij weglopen?'

'Tja. Mensen doen soms rare dingen', zei Lily.

'Raar? Je had alle reden om weg te lopen, hoor!', zei James.

'Oja? Ja, je hebt eigelijk wel gelijk', zei Lily. 'Wat heeft je vader?', vroeg Lily om van onderwerp te veranderen.

'Dat weten we niet echt', zei James alsof het zovaak gebeurde dat zijn vader ziek was. 'Pa kwam gisteren thuis en viel flauw op de deurmat. Hij heeft de hele dag nog niks gezegd. Er zal wel weer iets fout zijn gegaan op zijn werk'.

'O. Wat doet je vader dan voor werk?', vroeg Lily.

'Hij zit de hele dag in een soort lab. Daar vind hij allemaal dingen en drankjes uit. Ik weet er niet al teveel van, want hij doet er nogal mysterieus over', zei James.

'Cool!', zei Lily.

'Zullen we naar buiten gaan? Hier is het ook zo saai', stelde Sirius voor.

'Moesten jullie geen huiswerk maken?', vroeg Lily.

'Neh, dat kan wel wachten', zei James.

'Jullie zijn echt maf', zei Lily hoofdschuddend.

'Tja, mensen doen som rare dingen!', zei Sirius. 'Kom, we gaan'.

De rest van de vakantie logeerde Lily bij James. Het was een van de leukste vakanties tot nu toe geweest. Ze miste haar familie helemaal niet, want de familie van James was hartstikke aardig. De vader van James stond na een paar weken gewoon weer op en ging gewoon door met het normale leven. Hij kon zich niks meer herinneren van het voorval. Wat niet zo leuk was aan de vakantie, was dat Lily goed op de hoogte bleef van alles wat er gebeurde in de tovenaarswereld. Elke dag waren er wel meldingen van dode Dreuzels of tovenaars. Heer Voldemort kreeg steeds meer aanhang en zijn leger werd steeds groter…

'Schiet op man!', riep Lily door de deur van de jongensslaapzaal heen. 'We moeten naar Perkamentus! Nu!'

'Ja, ja. Relax. Ben al bijna klaar!' schreeuwde James terug.

James kwam naar buiten.

'Wat moet Perkamentus van ons eigelijk?', vroeg James die naar buiten kwam lopen.

'Als je had opgelet had je dat geweten!', zei Lily. 'Kom op! We gaan.

Ze liepen door de gangen van Zweinstein. Bij het kantoor van Perkamentus stonden ze stil.

'Eh, wat is het wachtwoord?', vroeg Lily.

'Karameltoffees', zei een stem achter hen. Perkamentus stapte glimlachend de bewegende trap op en gebaarde naar hen dat ze hem moesten volgen.

In zijn kantoor gingen Perkamentus aan zijn bureau zitten en Lily en James tegenover hem.

'Waarom wilde u ons spreken, professor?', vroeg James beleefd.

'Zoals jullie nu ongetwijfeld wel zullen weten, wordt het leger van Voldemort steeds sterker. Ik heb samen met andere tovenaars een groep gesticht, de Orde van de Feniks, die ervoor zorgt dat Voldemort geen aanhang meer krijgt. Ik hoorde van juffrouw Evers dat jullie wel interesse hadden om mee te doen. Als jullie dat niet willen, begrijp ik dat uiteraard, want er zijn veel risico's aan verbonden', zei Perkamentus.

'Ik wil dolgraag meedoen professor', zei Lily meteen.

'Ik ook', zei James.

'Goed dan. We hebben nog geen hoofdkwartier voor de Orde van de Feniks gevonden, dus jullie eerste vergadering is hier, in mijn kantoor. De datum en tijd horen jullie nog. Hou het wel geheim alsjeblieft. Het zou niet zo handig zijn als iedereen weet dat we bestaan', zei Perkamentus glimlachend.

'Oké, professor', zei James.

'Mooi zo. Nou, dan kunnen jullie nu naar jullie lessen. Tot ziens, juffrouw Evers en meneer Potter', zei Perkamentus.

'Dag professor', zei Lily.

'Cool!', zei James, toen ze weer buiten waren. 'Zoiets heb ik altijd al gewild'

Lily grinnikte. 'Wat hebben we nu?', vroeg ze.

'Bezweringen', antwoordde James.

James en Lily zaten nu in hun zevende jaar en hadden nu al twee weken verkering. Al waren er niet veel mensen die dat geloofde. Lily en James pasten totaal niet bij elkaar. De jaren ervoor hadden ze ook vaak ruzie. Ze werden dan ook vreemd aangekeken als ze samen hand in hand door de gangen liepen. Zelfs Sirius snapte het niet helemaal.

Lily en James gingen naast elkaar aan een tafel zitten.

'Hey, Gaffel. Kom hier zitten!', riep Sirius vanuit de ander kant van het lokaal.

'Nee, sorry, Sluipvoet! Ik heb al afgesproken met Lily', zei James om Sirius te plagen.

'Jullie hebben dus echt verkering?', vroeg Sirius toen hij bij hun tafel kwam staan.

'Jaha!', zei James ongeduldig. 'Dat had ik je toch al twintig keer verteld!'

'Ja, weet ik. Maar ik geloofde het niet helemaal. Hé, heb jij trouwens al een gesprek met Perkamentus gehad, over dat geheime gedoe?', vroeg Sirius.

'Ja, wij doen mee. Jij zeker ook?', zei James.

'Yep. Lijkt me wel cool', zei Sirius.

'Wilt u gaan zitten, meneer Zwarts? Ik zou graag willen beginnen', zei professor Banning, die het lokaal binnen kwam.