21. Het duel
Een paar dagen later zat Lily voor de laatste keer op haar eigen bed en keek naar haar kamer of ze nog iets vergeten was. Haar hutkoffer stond voor haar en ze had hem moeten beheksen om ervoor te zorgen dat alles erin paste. Ze wierp nog een laatste blik op haar kamer en liet haar hutkoffer voor zich uit naar beneden zweven. Ze omhelsde haar moeder en verschijnselde naar het huis van James. James had het geërfd van zijn ouders.
Professor Guilotin was met pensioen gegaan en hun leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, professor Maris, had ontslag genomen. De rede wisten ze niet, maar Lily vond het niet erg, want ten eerste had ze die man niet als collega gewild en ten tweede had ze nu dubbel zoveel kans om aangenomen te worden. Het maakte haar niet uit welk vak ze moest doceren, want ze had voor alle twee goede cijfers en ze vond ze alle twee leuk. De volgende ochtend stond Lily vroeg op voor haar sollicitatiegesprek bij professor Perkamentus.
'Goedemiddag juffrouw Evers', zei professor Perkamentus toen Lily tegenover hem zat. Lily was heel zenuwachtig, ze hoopte zo dat ze aangenomen zou worden.
'Ik heb momenteel twee vacatures zoals u ongetwijfeld weet en samen met meneer Sneep bent u de enige die solliciteert dit jaar. Maakt het u uit welke baan u krijgt, juffrouw Evers?', vroeg professor Perkamentus.
'Nee, professor', zei Lily nerveus.
'Goed. Meneer Sneep wilde de graag de baan Verweer Tegen de Zwarte Kunsten op zich nemen, maar ik denk toch dat ik u wat geschikter vind voor die baan, omdat meneer Sneep hogere cijfers haalde voor Toverdranken. Ik zou graag willen dat u Verweer Tegen de Zwarte Kunsten gaat geven, juffrouw Evers'.
'Is goed Professor', zei Lily. Ze kon haar blijdschap nauwelijks verbergen.
'Nou, dan zie ik u over een week hier in mijn kantoor. Dan bespreken we de gang van zaken', zei Perkamentus.
'Dank u, professor', zei Lily en ze stond op. Ze had niet gedacht dat het zo kort zou duren. Ze rende bijna naar huis, zo blij was ze. 'James!', gilde ze toen ze thuis was. 'James! Waar zit je? Ik heb de baan! Aaaaaah! Ik ben lerares Verweer Tegen de Zwarte Kunsten!' Ze rende naar boven om James te zoeken.
'James?', zei Lily nu zachter. 'Waar zit je? Kom tevoorschijn!'
Lily rende de tuin in en ze vond James op een bankje achter de schuur.
'Lieverd... Wat doe je hier?', vroeg Lily.
James staarde haar wazig aan.
'James, is er iets?'
'Huh? Wat?', zei James vaag.
'Er is iets met je. Kom op, je kan het mij toch wel vertellen?', zei Lily.
'Jaja. Oké. Ga even zitten Lily.
Hij ging op zijn knieën voor Lily zitten. Lily vermoedde al iets…
'Eh, Lily, we zijn al zo lang samen en ik vroeg me af… zou je met me willen trouwen?' James haalde een klein hartvormig doosje uit zijn zak en maakt het open. Er zat een hele mooie ring in. James wilde de ring eruit halen en om Lily's vinger schuiven maar… hij liet hem vallen. Lily grinnikte en raapte hem op.
'James hij is prachtig…', zei Lily zuchtend. 'Ik hou van je…'
'Dus je wilt eh – ', stotterde James.
'Ja, natuurlijk wil ik met je trouwen gekkerd!', zei ze. 'Dolgraag!
Lily moest het haar moeder nog vertellen dat ze ging trouwen met James. Ze wist dat haar moeder het er totaal niet mee eens zou zijn, maar het was beter dan niets zeggen. Die zondag ging ze op bezoek bij haar moeder. Tijdens het avondeten vond ze een geschikt moment om het te vertellen.
'Mam', begon Lily voorzichtig.
'Ja Lily', zei mevrouw Evers.
'Eh, James en ik… we hebben besloten om te gaan trouwen…', zei Lily zachtjes.
Mevrouw Evers liet haar bestek vallen. 'Met die jongen? Geen sprake van Lily. Je weet hoe ik over hem denk!'
'Ja, dat weet ik inderdaad, maar we houden van elkaar! James is echt een hele lieve jongen en bovendien… hebben we alles al gepland!'
'Ik zal er hoogst persoonlijk voor zorgen dat jij nooit met die jongen zal trouwen Lily, wat het ook kost. Ik weet zeker dat hij niet de goede man voor jou zal zijn', zei mevrouw Evers boos.
'Pap, zeg jij eens wat!', zei Lily boos.
'Ik blijf onpartijdig… ', zei meneer Evers.
Lily zuchtte en stond op.
'Weetje wat mam? Als jij het niet kan aanzien dat ik met James trouw, dan kom je toch lekker niet op onze bruiloft? Is dat was je wilt?', zei Lily.
'Nee, natuurlijk niet! Lily wat denk je wel niet! Ik heb alleen maar het beste met je voor!', zei mevrouw Evers.
'Geef hem dan een kans alsjeblieft!', riep Lily en ze liep boos weg. James was heus niet perfect, maar dat was niemand. Ze hield van hem en daar kon niemand iets aan veranderen…
Een paar dagen later was de bruiloft al, omdat Lily gelijk de volgende week al op Zweinstein les moest geven. Sirius was hun getuige en het was de mooiste dag van Lily's leven tot nu toe. Haar moeder was toch gekomen, maar had de hele bruiloft niks gezegd.
Lily had het erg naar haar zin op Zweinstein, behalve dan dat Sneep haar collega was. Ze waren nooit samen in de lerarenkamer te vinden, als Sneep binnen kwam lopen, ging Lily weer weg. Voor de rest kon Lily goed opschieten met haar collega's en de leerlingen deden ook heel aardig tegen haar.
Een jaar later riep Perkamentus de hele Orde bij zich in zijn kantoor.
'Ik heb slecht nieuws. Voldemort weet van de Orde, er is een verader in ons midden. Maar dat doet er even niet toe. Wij zijn uitgedaagd, voor een duel om middernacht in Havermouth', zei Perkamentus.
Even was het stil. Een verader in ons midden? Niemand maakte zich druk om het duel.
'Ik moet jullie allen vragen of jullie dat wel willen. Hij wil dat we met de hele Orde komen', vervolgde Perkamentus.
'Natuurlijk, we geven ons niet zomaar over, Albus', zei iemand.
'Ik wil dat iedereen dat zegt, anders gaan we niet', zei Perkamentus.
'Ik ga mee', zei James.
'Ik ook', zeiden Sirius, Remus en Lily tegelijk.
Al gauw volgde iedereen.
'Mooi zo. Ik verwacht jullie morgen om een uur in mijn kantoor, dan bespreken we onze tactieken. En eh… Lily, ik geef je morgen vrij denk ik', zei Perkamentus.
'Dank u professor', zei Lily.
De volgende ochtend werd Lily al vroeg wakker. Ze kon niet meer slapen. Ze stootte James aan, die naast haar lag.
'James!', zei ze.
'Wat is er, Lily?', vroeg James slaperig.
'Wie zou die verader zijn?', zei Lily.
'Ik heb geen idee, schat. Ga nou maar weer slapen, het wordt vast laat vanavond', zei James en hij draaide zichzelf weer om.
Maar Lily kon niet meer slapen. Ze stond op en ging op de bank zitten. Ze dacht na. Wie zou nou de Orde willen verraden? Zou Perkamentus weten wie? Hij was goed in Leglimentie. Hij zou het vast wel weten. Lily gaapte. Misschien was het toch wel handig als ze nog even ging slapen. Ze kroop tegen James aan en viel meteen in slaap…
'Lily wordt wakker! We moeten over een half uur bij Perkamentus zijn!', riep James hard.
'Huh. Wat? Ik kom al', zei Lily. Ze sprong overeind, kleedde zich aan en samen liepen ze naar Zweinstein. In Perkamentus kantoor bespraken ze hoe ze Voldemort en zijn dooddoeners zouden kunnen verslaan.
'Als we alle dooddoeners die we kennen bij elkaar optellen, komen we op een aantal dat we wel aankunnen denk ik', zei Perkamentus.
'Neemt u me niet kwalijk, professor. Maar hoe weet u dat het er niet meer zijn?', vroeg Lily.
'Dat kunnen we alleen maar gissen. We verslaan ze vast wel', zei Perkamentus.
'Maar als het er nou teveel zijn…', zei Sirius.
'Ik denk niet dat dat het geval is. We weten wie we kunnen vertrouwen en wie niet. Goed, als er verder geen vragen zijn, denk ik dat we maar gaan', zei Perkamentus. Het was al tien uur 's avonds. De hele middag en avond hadden ze zitten luisteren naar de plannen om het duel te winnen. De Orde verschijnselde naar Havermouth en wachtte af. Twee uur later verschijnselden de eerste dooddoeners tussen de graven.
Lily voelde zich misselijk. Het waren er al meer dan het dubbele van de hele Orde en er bleven maar dooddoeners verschijnselen. Op een gegeven moment verschijnselde ook Voldemort achter een dennenboom. De twee groepen stonden tegenover elkaar. De groep dooddoeners was 20 keer zo groot.
'Zo, Perkamentus. Wat leuk dat je even langs wilde komen. Wat jammer dat je alleen niet meer weg zal gaan', zei Voldemort spottend. De dooddoeners lachten. Lily voelde geen angst meer. Die man had miljoenen dreuzels en tovenaars vermoord en nou ging hij eraan. Ze voelde een hevige woede in haar opkomen en nadat Perkamentus de eerst spreuk afvuurde, dacht ze maar aan een ding: hij gaat eraan…
Lily duelleerden met een dooddoener die ze niet kende, ze verlamde hem maar toen werd Lily van achteren aangevallen door drie dooddoeners. Ze kon zich niet meer verweren en werd ook verlamd.
