HET LEVEN VAN LILY EVERS
Hoofdstuk 1
Het was ochtend. Lily stapte net uit bed. 'Verdorie', dacht ze. 'Het is zaterdag'. Zaterdag was nou niet bepaald de leukste dag van de week. Dan was ze de hele dag thuis en verveelde zich dood. Er was nooit iets leuks te doen bij haar in huis. Dan kwam er nog bij dat haar bloedeigen zus, Petunia, de gewoonte had om Lily te pesten. Het waren geen gemakkelijke jaren geweest voor Lily. Petunia en haar vriendinnen pesten haar voortdurend en daar had ze helemaal geen zin in. Gelukkig mocht ze na de zomervakantie naar de middelbare school. Dan had ze geen last meer van Petunia en haar vriendinnen. Nog maar een week naar school dacht Lily. Lily kleedde zich aan en liep naar de keuken. Petunia zat al aan de tafel en was al aan het eten. Lily's moeder stond in de keuken beslag te maken voor een taart. 'Goedemorgen Lily', zei ze hartelijk. 'Lekker geslapen?' 'Ja, natuurlijk', zei Lily terug. Uiteraard had ze helemaal niet goed geslapen. Ze had nachtmerries gehad over Petunia. Lily's ouders waren de enige in dit gezin die haar aardig vonden. Misschien was dat wel de reden dat Petunia haar pestte. Haar ouders trokken Lily altijd voor. Lily had ze alleen nog niet verteld dat ze gepest werd door haar eigen zus. Lily ging aan tafel zitten en pakte een boterham. De telefoon ging. Petunia nam op. 'Hallo, met Petunia', zei ze. 'Oh hallo, Sophie!' Lily schrok. Sophie was het meest kakkerige en rijke figuur dat op de wereld rondliep. Zij was een van de vriendinnen van Petunia. 'Ja, het gaat goed hoor. Eh, of ik vanmiddag wat te doen heb? Ik zal het even vragen.' Mam, heb ik vanmiddag wat te doen?',vroeg Petunia aan haar moeder. 'Nee. Hoezo? Ga je weg?',vroeg ze smekend. Petunia gaf geen antwoord en wende zich weer tot de telefoon. 'Ja, ik kan vanmiddag. Bij mij? Want Lily is thuis. Ja, dan hebben we in ieder geval wat te doen. Ja, goed. Tot straks dan!', zei Petunia. Petunia hing op en keek Lily schamper aan. Lily ging van tafel. Als deze dag nog erger dan normaal zou worden, dan kon ze maar beter snel wegwezen. Ze deed haar jas aan en liep naar buiten. Ze rende naar de hoek van de straat. Ze stak de straat over en liep naar richting de bibliotheek. Lily hield heel erg van lezen. Ze liep de bieb in en zocht een boek uit. Ze ging zitten op een stoel en begon te lezen. Petunia zou haar hier niet vinden. De bibliotheek was veel te ordinair voor zo'n kakkerig persoon. Maar zoals bij de meeste mensen wordt het saai als je te lang hetzelfde doet. Ze legde het boek terug en liep de bieb uit. Verderop zag ze Sophie's limousine langsrijden richting Lily's huis. Misschien kon ze beter naar huis gaan. Toen ze weer thuis was zag ze dat Petunia en Sophie achter de tv zaten. Petunia zag Lily en stootte Sophie aan. Lily had geen zin gepest te worden, dus liep ze zo snel mogelijk naar boven. Petunia was haar echter voor. Ze ging voor Lily staan. 'Wat wilde jij gaan doen?', vroeg ze dreigend. Lily zette een stap naar achteren en stotterde: 'ik wilde…naar…eh boven gaan.' Petunia grijnsde. 'Ik dacht het niet. We hebben nog een verrassing voor je in petto.' Petunia wenkte Sophie. Ze liepen naar de keuken en gooide de hele inhoud van de kom met taartbeslag over Lily heen. Lily gilde, het was al te laat. Petunia hoorde hun moeder de trap afkomen en duwde snel de lege kom in Lily's handen. Toen de moeder van Lily haar zag, van top tot teen onder het beslag, kon ze haar ogen niet geloven. Ze duwde Lily de badkamer in en riep: 'hoe kon je! Ik heb twee uur aan dat beslag gewerkt!' nadat Lily gedoucht had, moest ze meteen naar boven en kreeg een week lang huisarrest. Petunia en Sophie gierde het uit van het lachen. Ze gingen naar Petunia's kamer en gingen nog meer grappen bedenken om Lily mee te pesten. Lily zat op haar kamer een boek te lezen. Dit zou een vreselijke week worden, nu ze zich niet meer kon verstoppen in de bibliotheek. En inderdaad, het werd een rotweek. Petunia en haar vriendinnen hadden van alles uitgehaald bij Lily. Ze hadden haar tas vol met water gegoten, lily's hoofd in de wc gepropt, haar kleren tijdens gym aan een boom gehangen, haar schriften verscheurd, haar fietsbanden lek geprikt, plukken uit haar lange haar geknipt, een scheetzak op haar stoel gelegd, peper in haar drinken gedaan en een overlijdensbericht in de krant geplaatst. Maar ja, aan alles komt een eind, dus ook aan een week huisarrest. Het was eindelijk vakantie! Nu hoefde ze zich alleen maar zorgen te maken als er een vriendin van Petunia op bezoek kwam. Er was wel een nadeel aan de vakantie. Namelijk dat er niks te doen viel in huis. Lily verveelde zich enorm. Ze liep liever niet op straat, omdat iedereen dacht dat ze dood was, schrokken ze allemaal als ze haar zagen. De weken gingen voorbij. In juli gebeurde er iets wat haar hele leven voorgoed zou veranderen. Toen ze op een ochtend de post ging halen, zat er ook een brief voor Lily bij. Het was een zware envelop en Lily maakte hem snel open. Er stond:
ZWEINSTEINS HOGESCHOOL VOOR HEKSERIJ EN &
HOCUS-POCUS
Hoofd: Albus Perkamentus
(Commandeur in de Orde van
Merlijn, Int. Tovergrootmeester, Heksenleider 1e Klas, Opperste
hotemetoot van de Wereldbond van Toverlieden)
Geachte mevrouw
Evers,
Het doet me een genoegen u te kunnen mededelen dat u in
aanmerking komt voor een plaats aan Zweinsteins Hogeschool voor
Hekserij en Hocus-Pocus. Bijgaand treft u een lijst aan van
schoolboeken en andere benodigdheden.
Het schooljaar begint op 1
september.
Gelieve voor 31 juli per uil te
reageren.
Hoogachtend,
Minerva
Anderling,
Assistent-schoolhoofd
Lily gooide de brief op de
grond. Dit zal vast wel weer zo'n leuke grap van Petunia zijn. Ze
pakte haar boek weer en begon te lezen.
Een paar weken later dacht
Lily niet meer aan de brief. Tot dat er op de deur geklopt werd.
Petunia deed open en gilde. Daarna viel ze flauw. Lily hoorde haar
gillen en liep naar de deur. Ook Lily schrok, want er stond een man
ongeveer twee keer zo groot als Lily voor de deur. Hij zag er woest
uit. Tot Lily's verbazing glimlachte hij. Hij zei: 'Hallo, jij
mot Lily zijn'. Lily knikte flauwtjes. De reus stapte over Petunia
heen en liep naar de woonkamer. Lily liep voorzichtig achter hem aan.
De moeder van Lily gilde toen ze zag wie haar woonkamer binnenliep.
De vader van Lily schrok ook. De reus ging zitten op de bank. Petunia
was bijgekomen en schuifelde langs de muur naar haar ouders. 'Eh…',
zei Liy. 'Wie bent u?' 'Fijn dat je het vraagt. Ik ben Rubeus
Hagrid, sleutelbewaarder en terreinknecht van Zweinstein'.
'Zweinstein? Was dat niet die ene school uit die brief?', vroeg
Lily. 'Ja precies. Ik wist dat je hem gelezen had, maar omdat
natuurlijk niemand anders in je familie kan toveren, most ik van
Perkamentus je effe helpen met schoolspullen kopen en zo.
'Eh…toveren?, vroeg Lily. 'Ja toveren, ja. Je bent een heks,
Lily!', zei Hagrid. Lily geloofde er helemaal niks van. Zij een
heks? Dat kon gewoon niet. Blijkbaar dacht Hagrid dat ook want hij
zei:'Nooit iets vreemd laten gebeuren of zo?' Nu Lily er over
nadacht, er was inderdaad wel eens iets vreemds gebeurt. Petunia had
Lily met schoolzwemmen zo lang onder water gehouden dat ze naar het
ziekenhuis had gemoeten. Toen ze bijna beter was had Petunia haar uit
het raam van de eerste verdieping gegooid. De meeste mensen hadden
dat niet overleeft, maar Lily wel ook al lag ze dan nog twee weken
extra in het ziekenhuis. Dat had ze nooit begrepen. Maar nu leek het
heel erg logisch. Ze keek Hagrid aan. Hagrid grijnsde. 'Nou ga je
mee? Volgens mij motten we nog wat schoolspullen kopen.' Lily
voelde zich al een beetje zekerder. Ze stond op en trok haar jas aan.
Even later liepen ze door het dorp naar het station. Ze gingen met de
trein naar Londen. In de trein vroeg Lily aan Hagrid waar tovenaars
hun spullen kochten. 'In de Wegisweg', zei Hagrid. 'Ik zal het
je zo laten zien.' Ze liepen door Londen en gingen een klein
cafeetje binnen, dat Hagrid de Lekke Ketel noemde. Binnen zag Lily
allemaal tovenaars en heksen zitten. Ze gingen achter de bar langs,
naar een klein binnenplaatsje. Daar tikte Hagrid met zijn roze
paraplu op de bakstenen muur. De steen wurmde zich naar buiten en er
werd een gat zichtbaar. Dat gat werd steeds groter en uiteindelijk
verscheen er een grote poort. Ze liepen er doorheen en Lily zag
allemaal winkels waar de meest vreemde dingen in de etalages stonden.
Eerst liepen ze naar een groot wit gebouw, Goudgrijp, waar ze Lily's
geld wisselden voor echt tovenaarsgeld. Daarna kochten ze alles wat
Lily nodig had. Ze liepen weer terug naar de Lekke Ketel en daar
namen ze afscheid. Lily ging alleen naar huis met de trein. Hagrid
zei dat er nog andere kinderen waren die hij moest helpen met hun
schoolspullen.
