Hoofdstuk 4
Ze liepen terug naar de school. Er was niemand te bekennen. De hele school was leeg. Zelfs Professor Perkamentus was weg. 'Kom we gaan effe naar Zweinsveld', zei Hagrid. Lily en Roos liepen voorop. 'Hey, Hagrid. Waarom lopen we hier eigelijk? Moeten we geen brief naar het Ministerie…waar is hij nou weer gebleven?', zei Lily. Hagrid had net nog achter hen gelopen, maar nu was hij weg. 'Ik vind het eng Lily, laten we iemand waarschuwen of zo', zei Roos. Nog geen seconde later kwam er een uil aanvliegen, die een brief op het hoofd van Roos liet vallen. 'Auw!', gilde ze. Lily pakte de brief en las hem door. 'Oh…mijn…god', zei ze langzaam. 'Wat staat er?', vroeg Roos. Het was geschreven met uitgeknipte krantenletters:
WIj hebbEn de hele schOol gegijzeld. Als
jULlie ze nog levEnd terug wILlen zien, viNd ons dAN maar. LuKt
jullie niet. OM het jullie niet al tE moeilijk te maken hier een
Hint. Het bEGint Met een K. Als Jullie het ministerie inschaKelen,
kan het nOG wel eens hEel slecht af loPEn met julliE
vriendjes.
PrEttige daG nog veRDer.
'Maar dit is verschrikkelijk!', zei Roos. 'Hoe kom je er bij?', zei Lily sarcastisch. 'Wat begint er met een K?', vroeg ze aan Roos. 'We kijken wel even in het woordenboek', zei Roos. 'Echt niet! Ik ga niet terug naar school. Stel je voor, dat er ineens twee mafkezen uit de kerkers komen rennen en ons ook nog gijzelen!', zei Lily. 'Ja daar zit wat in', zei Roos. 'Ze hebben vast wel ergens een boekenwinkel in Zweinsveld' 'Ja, tovenaars verkopen vast woordenboeken', zei Lily. 'Oh, wat moeten we nou doen?' 'We kunnen…eh…naar de Vier Bezemstelen gaan. Ik heb dorst', zei Roos. Toen ze Lily's gezicht zag zei ze snel: 'Geintje'
'Verdorie Roos, doe even serieus, oké?', zei Lily. 'Laten we…eh. We kunnen misschien eerst Hagrid gaan zoeken', zei Roos. 'Ja laten we dat maar doen dan', zei Lily. Ze liepen door de straten van Zweinsveld, maar omdat ze er nog nooit eerder waren geweest, durfden ze niet te ver weg te gaan, omdat ze anders zouden verdwalen. 'Laten we maar terug naar het schoolterrein gaan. Misschien is Hagrid gewoon thuis', stelde Roos voor. 'Ja, goed idee', zei Lily. Ze liepen terug naar het schoolterrein. Bij Hagrids huisje was niemand. 'Kunnen we er niemand bijhalen. Ik vind dit doodeng', zei Roos. 'Nee, je weet wat er in de brief stond! Stel je voor dat het waar is wat ze schreven', zei Lily. Ze gingen voor de deur van Hagrids huisje zitten en dachten na over de hint. Roos noemde allemaal woorden op die met een k begonnen. 'Hou maar op', zei Lily. 'Al zouden we het goede woord raden en ze vinden kunnen we ze vast niet aan. Ik bedoel, als ze de hele school ontvoerd hebben, dan zijn ze vast heel goed.' 'Ik heb het!!! Ze zijn ontvoerd door kabouters, worden met kettingen vastgehouden en ze zijn in een kamer!', zei Roos. 'Eh…kabouters?', vroeg Lily ongelovig. 'Hoe kunnen kabouters de hele school gijzelen?' 'Ja, niet aan gedacht', zei Roos. 'Nou ik ben het zat hier te zitten. Ik ga naar binnen', zei Lily. Ze wilde net naar school toe lopen, toen Roos haar tegen hield. 'Je kan niet zomaar naar binnen gaan!' 'Natuurlijk wel. Als ze ons ook pakken, dan weten we in ieder geval wie het zijn, waar ze zitten en wat ze van plan zijn', zei Lily en ze liep door. Roos liep hoofdschuddend achter haar aan. Lily duwde voorzichtig de deuren van Zweinstein open, keek om de hoek en liep naar binnen, met haar toverstok in de aanslag. 'Wat begint er hier op school met een k?', mompelde ze. 'Hoe weet je zo zeker dat ze op school zitten?', vroeg Roos aan Lily. 'Ik heb geen idee, maar we moeten toch ergens beginnen', zei Lily. Nog steeds zagen ze niemand, nergens een aanwijzing. Tot dat… 'He Roos, kom eens kijken!', riep Lily snel. Op de deur van de grote zaal hing een briefje geplakt, weer met uitgeknipte krantenletters.
JulliE zijn al in de bUurt. HelaAs, het duURde wEl wat lANg. Er zIjn al Doden gEvallen. OH en mAak je geen zorgEn om die dikke. Die Hebben we ook. SoRry, we konDEn geen nieUwe hint verzinnEn, dus krIjgen julliE die Ook niet. Hahaha. Met onvrIendelijke gRoeten…
'Wat een grapjassen, zeg. We zijn al in de buurt, maar hoe dichtbij en waar dichtbij?', vroeg Lily zich af. 'Eh…Lily, kan je je niet even druk maken om iets anders? Er zijn doden gevallen! Snap je? Doden!', zei Roos. 'Ik ga die onzin niet geloven. Dat doen ze gewoon om ons bang te maken, joh', zei Lily, ook al klonk er een vleugje paniek in haar stem. 'Misschien is het gewoon een grap', zei Lily. 'Dat hoop je, maar ik vind het doodeng echt', zei Roos. 'Nee, ik bedoel misschien ben ik wel helemaal geen heks, dan is droom ik dit gewoon en moet het schooljaar nog beginnen', zei Lily.
'Vast niet. Dan zal ik ook wel dromen', zei Roos en ze zuchtte. 'Wat moeten we nou doen?', vroeg ze zich af. 'We gaan naar de toren van Griffoendor. Dan pak ik mijn woordenboek en dan zoeken we de oplossing voor de hint', zei Lily. Ze liepen naar de toren van Griffoendor. Lily pakte haar woordenboek uit haar hutkoffer, ging op bed zitten bladerde door naar de k. Roos ging naast Lily zitten. Ze keken naar de woorden op de bladzijdes en schreven woorden op die een plaats aangaven waar een hele school in zou passen: Kamer, 'Nee, dat kan van alles zijn', zei Roos. Kampeerterrein, 'We zaten in de buurt. Een kampeerterrein ligt misschien wel heel ver weg', zei Lily. Kasteel, 'Nee, daar zitten we al', zei Roos. Kathedraal, 'Nee, dat lijkt me niet', zei Lily. Kazerne, 'Nee, ook te ver weg, zei Roos. Kelder, 'Nee, die is vast niet groot genoeg', zei Lily. Kerker, 'Eh…Lily, kijk eens wat er achter kerker staat', zei Roos. 'Kerker m –s (his) (ondergrondse) gevangenis', las Lily voor. 'Ja, Roos dat is het!', riep Lily uit. Ze smeet het boek neer, pakte haar toverstok en rende de kamer uit. Roos volgde haar. Ze renden naar de kerkers, waar ze normaal gesproken les kregen van Guilotin. Daar aangekomen zagen ze niemand. 'Dit lokaal zou ook veel te klein zijn voor de hele school', zei Lily. 'Zweinstein heeft vast nog meer kerkers'. Op dat moment kwam er een uil naar binnen vliegen. Hij liet een brief op het hoofd van Roos vallen. 'Auw', riep ze weer. Ze pakte de brief van de grond en las voor:
ProFiciat! JullIe heBbEn de HInt opgeLost. Nu moET je onS nog vInden.
'Bah, wat zijn dat voor idioten!', zei Lily. 'Ik ben het zat. Kom te voorschijn!', riep ze boos. 'Dat heeft geen zin Lily, denk ik', zei Roos. 'Ja, je hebt gelijk. Laten we gaan luisteren of we iets verdachts horen', zei Lily. Ze ging op een stoel zitten en Roos volgde haar voorbeeld. Heel stil luisterden ze. Er gingen vijf minuten voorbij…tien minuten…twintig minuten-BOEM!!! Lily en Roos sprongen verschrikt op. 'Het kwam onder ons vandaan!', zei Lily. 'Nou, volgens mij kwam het daar vandaan', zei Roos en ze wees op een punt naast het bureau van Guilotin. 'Nee, het kwam daarvan-BOEM!!! De tweede knal werd gevolgd door een grote ontploffing aan de andere kant van de kerker. Een groot gat werd zichtbaar onder een grote wolk stof. Lily en Roos renden naar het gat toe. Ze keken naar beneden. Het was heel diep, want je kon de bodem niet zien. 'Nou, springen dan maar hè', zei Lily. Roos twijfelde maar toen zei ze: 'Oké dan'. Lily sprong eerst. Roos volgde haar. Ze kwamen neer op iets zachts. Ze konden niet zien wat het was, want ze zagen geen hand voor ogen. Lily probeerde om zich heen te kijken. Ze stond op en zag in de verte een klein lichtpuntje. Ze zocht Roos' arm en trok haar mee.
