Hoofdstuk 5
'Lily? Hoe ver is het nog?', vroeg Roos. 'Ik hoop dat het niet ver weg meer is. Het wordt al lichter', zei Lily. Toen opeens stonden ze voor een grote bruine deur. In de deur zat een raam en Lily besefte waar het licht vandaan kwam. Er was een licht schijnsel zichtbaar achter de deur. Lily zocht een deurklink, maar die vond ze niet. 'Alohomora', zei ze zacht. De deur zwaaide open. Wat ze toen zagen was verschrikkelijk. Aan een ronde tafel zaten vier mannen in lange zwarte mantels. Om hen heen zaten in allemaal cellen de ontvoerde leerlingen en leraren. Ze keken op om te kijken wie er binnen was gekomen. Een van de mannen keek op en zag Roos en Lily staan.
'Eindelijk,
daar zijn jullie'. De man had een hele ijzige, kille stem. 'We
dachten dat jullie niet meer kwamen om jullie zielige vriendjes te
redden' Lily begreep niet wie die mannen waren, maar Roos blijkbaar
wel, want ze zei zacht:'Voldemort' 'Goed geraden', zei de
man. 'Sluit ze op mannen'. Lily werd van achteren ruw beetgepakt
en werd in een lege cel gesmeten. Roos werd bovenop haar gegooid.
Lily krabbelde overeind. 'Wie zijn jullie?', vroeg ze door de
tralies heen. 'Heeft niemand je dat ooit verteld? Je verbaast me
Hagrid'. Hij keek om naar een cel naast tegenover hen, waar
overduidelijk het silhouet van Hagrid zichtbaar was. 'Nou, dan zal
ik het je uitleggen. Ik ben heer Voldemort, de meest machtige
tovenaar ter wereld'. 'Wat zijn jullie van plan?', vroeg Roos.
'En waarom moest je ons zo nodig hier heen lokken?' 'Omdat
jullie deel uitmaken van mijn plan kan ik het jullie toch wel
vertellen. Het enige wat ik wil is macht. En hoe wil je de macht over
de wereld krijgen? Precies. Door een school te ontvoeren. Ik heb
toevallig een methode uitgevonden die in een klap duizend mensen kan
ontvoeren. Maar natuurlijk, kon niet alles goed gaan. Maar ik had een
ding over het hoofd gezien. Het huisje van Hagrid. Toevallig waren
daar twee leerlingen aanwezig. Jullie zouden alles verpest hebben,
als jullie niet snel hierheen kwamen. Jullie zouden alles vertellen
aan het ministerie en dan zou mijn plan voorgoed verloren zijn. Ik
besloot jullie hierheen te lokken met een raadsel en een onzinverhaal
dat ik jullie vriendjes ging uitmoorden. Jullie geloofden dat (Roos
kuchte) en kwamen ons snel opzoeken. Helaas heb ik geen tijd om
mensen te vermoorden, want mijn macht-over-de-wereld-ding is klaar.
Als ik straks klaar met jullie ben zullen jullie mij gehoorzamen,
zodat jullie iedereen beheksen die jullie tegenkomen, zodat over een
tijdje de hele wereld mij gehoorzaamd.' 'Haal het
macht-over-de-wereld-ding, mannen!', zei Voldemort tegen twee van
de overige mannen. 'Eh… macht-over-de-wereld-ding? Dat is nou
niet bepaald een schokkende naam voor een wapen of wat het dan ook
mag zijn', zei Lily. 'Hou je erbuiten, stomme troela', snauwde
Voldemort. De twee mannen kwamen aanlopen met een ding onder een
doek. 'Oké, neem eerst deze twee', zei Voldemort en hij
wees op Roos en Lily. De celdeur werd opengemaakt en Lily en Roos
werden naar buiten gesleurd. 'Zo,
mevrouwtje-ik-ben-beter-dan-de-rest, jij mag als eerst', zei
Voldemort tegen Lily. 'Een momentje Marten', zei een stem.
In
de deuropening stond Albus Perkamentus, het schoolhoofd. 'Ik sta
het namelijk niet toe dat je mijn leerlingen geestelijk mishandeld',
zei hij. 'Perkamentus! Wat doe jij hier!', zei Voldemort. 'Ik
dacht dat we het daar over eens waren', zei Perkamentus kalm. 'Ik
kom mijn leerlingen en collega's redden'. 'Probeer het maar!',
snauwde Voldemort. 'Ik zou als ik jou was juffrouw Evers loslaten,
Marten. Anders zal ik je pijn moeten doen, helaas', zei
Perkamentus. 'Kom haar maar halen', riep Voldemort. 'Oh, dat
zal ik zeker doen', zei Perkamentus. 'Expelliarmus', riep
Perkamentus. Voldemorts toverstok vloog door de lucht. Hij liet Lily
los en probeerde hem te vangen, maar Perkamentus ving hem behendig
op. Lily schuifelde langs de muur naar Roos. De mannen grepen naar
hun toverstokken. 'Expelliarmus', schreeuwde een van de mannen
tegen Perkamentus, maar Perkamentus was hem voor en schreeuwde ook
'Expelliarmus'. Drie toverstokken vlogen door de lucht en vielen
voor de voeten van Perkamentus neer. Voldemort stond onbewapend voor
Perkamentus. 'Geef me mijn toverstok Perkamentus', zei hij
langzaam. 'Alleen als jij en je volgelingen zich over geven', zei
Perkamentus. 'Oké dan, mij best', snauwde Voldemort.
Perkamentus keek hem aan. 'Jij geeft je niet zomaar over, dus hier
klopt iets niet', zei hij. 'Nou, dan geloof je me niet', zei
Voldemort terug. 'Ik laat iedereen hier ongedeerd als jij me mijn
toverstok terug geeft en me rustig laat verdwijnen, Perkamentus',
zei hij. 'En dat moet ik geloven? Ik dacht het niet', zei
Perkamentus. Toen opeens graaide Voldemort zijn toverstok uit
Perkamentus' handen en zette een stap naar achteren. 'Ik heb je
gewaarschuwd, Perkamentus', zei hij. Een van de mannen fluisterde
iets in Voldemorts oor. 'Ja, dat is ook waar', zei Voldemort.
'Wij gaan maar eens. Jij hoort nog van ons Perkamentus! Hij en de
mannen verschijnselden. 'Wat moest dat voorstellen?', vroeg Lily.
'Blijf staan Lily, ik vertrouw dit niet', zei Perkamentus en hij
keek om zich heen.
Ze bleven nog een tijdje staan, Perkamentus met zijn toverstok in de aanslag. 'Eh… Professor, we staan hier nu al tien minuten', zei Roos. 'Als Voldemort echt zonodig terug moest komen, dan was hij toch al lang hier?' 'Misschien heb je wel gelijk, Juffrouw Valanda, maar we moeten het zekere voor het onzekere nemen'. Ze wachten nog vijf minuten. 'We gaan', zei Professor Perkamentus plots. 'Hij komt niet meer'. 'Hoe weet u dat Professor?', vroeg Lily. 'Nee, hij is weg. Dat voel ik', zei Perkamentus. 'Helpen jullie mee? We bevrijden de rest.' 'Hoe?', vroeg Roos. 'Met de sleutel natuurlijk', zei Lily en hield een oude sleutel omhoog. 'Hoe kom je daar nou weer aan?', vroeg Roos. 'Die lag gewoon op die tafel daar', antwoordde Lily. Roos lachte en Lily gaf de sleutel aan Perkamentus, die alvast de dichtstbijzijnde cel openmaakte. De bevrijdde leraren stuurden de kinderen terug naar school via de tunnel. Toen ze iedereen bevrijd hadden, liepen ze achter de stroom leerlingen aan. In de Grote Zaal verzamelde ze iedereen. Perkamentus ging op zijn stoel zitten en hield nog een toespraak. 'Welkom terug allemaal!!!', riep hij. 'Vanwege de gebeurtenissen van vandaag, geef ik jullie morgen en overmorgen vrij', zei hij en er barstte een gejuich los in de Grote Zaal. 'Zo, het is al laat, ik verzoek jullie om naar jullie slaapzalen te gaan en rustig van jullie lange weekend te genieten'. 'Dat dacht ik niet', zei een kille stem. In de deuropening stond Voldemort.
'Ik weet niet wat je van plan bent, Marten, maar ik heb hier geen zin meer in. Laat de leerlingen gaan, meer vraag ik niet', zei Perkamentus. 'Nou, vooruit dan maar', zei Voldemort. 'Maar, als ik merk dat ook maar een klein leerlingetje het Ministerie erbij haalt, dan blaas ik de hele school op'. 'Hoezo, Marten. Ben je bang voor het Ministerie van Toverkunst?,' vroeg Perkamentus. 'Ach, laat ook maar. Stuur die leerlingen weg, dan handelen wij dit samen wel af, Perkamentus!', snauwde Voldemort. 'Ja, al goed. Klassenoudste, zorg dat jullie afdelingen op de slaapzalen komen. Verdere instructies horen jullie van de afdelingshoofden', zei Perkamentus. Roos en Lily liepen achter de klassenoudste aan naar de toren van Griffoendor. Er heerste een grafstemming in de leerlingenkamer. Er werd op Lily's schouder getikt. Het was Sirius. 'Hey, Lily', zei hij. 'Kan ik je heel even spreken?' 'Natuurlijk', zei Lily en ze liepen naar een hoek van de kamer waar niemand stond. 'Wat is er, Sirius?', vroeg Lily. 'Nou… er is een klein probleempje. James die eh… hij… nou, er is in ieder geval iets vreemds met hem aan de hand. Ik heb hem nog nooit zo gezien en ik dacht, misschien weet jij wel wat er met hem aan de hand is', zei Sirius. 'Waarom vraag je dat aan mij, Sirius?', vroeg Lily. 'Het zit namelijk zo… hij is verliefd op je', zei Sirius aarzelend.
Lily wist niet of ze moest lachen of serieus moest kijken. Ze besloot gewoon normaal te doen. 'Op mij? Dat is onmogelijk Sirius!', zei ze. 'Nee, het is echt waar. Hij zit altijd naar je te staren en sinds dat gedoe met Voldemort, vind hij je een of andere held', zei Sirius. 'Eh… held? Ik heb niks gedaan, hoor', zei Lily. 'Je hebt ons gevonden, weet je nog?', zei Sirius. 'Iedereen had jullie wel kunnen vinden. Sowieso, Perkamentus had jullie wel gevonden', zei Lily. 'Ja maar... laat maar', zei Sirius. 'Ik ga maar eens naar bed. Fijn het gezeik over jou aanhoren. Welterusten, Lily. 'Wacht even Sirius!', riep Lily hem na, maar hij had de deur van de jongensslaapzaal al dichtgesmeten.'Wat heeft hij?', vroeg Roos, die bij Lily kwam staan. 'Ik heb werkelijk geen idee', antwoordde Lily. Na een paar uur kwam professor Anderling iedereen vertellen, dat het Perkamentus gelukt was om Voldemort weg te jagen en dat het kasteel weer veilig was. Een paar dagen later was Sirius nog steeds boos op Lily. Lily wist nog steeds niet waarom. Toen Lily en Roos tijdens het ontbijt net haar eieren met spek naar binnen werkte, kwam James naast haar zitten. Lily werd rood, ook al wist ze dat ze niet op hem was. 'Lily', vroeg James aarzelend. 'Sirius is boos op mij, en toen ik vroeg wat er was, zei hij dat ik dat aan jou moest vragen'. Lily dacht na. Ze wist echt niet wat ze fout gedaan had. Remus en Peter kwamen erbij zitten. 'Hebben jullie het al gemerkt? Sirius is verliefd', grinnikte Remus. 'Huh?', zeiden James en Lily tegelijk. 'Op wie?', vroeg Lily. 'Nog niet gemerkt? Op jou natuurlijk!', zei Remus. 'Oh, vandaar dat hij zo boos was. Hij vind het natuurlijk niet leuk dat zijn beste vriend op dezelfde persoon als hem is', zei Lily. 'Hoe weet jij dat nou?', vroeg James, die knalrood werd. 'Hij wilde gisteravond even met me spreken. Blijkbaar had hij al gemerkt dat jij op mij was', zei Lily. 'Oh', zei James. 'Kom op zeg! Al dat gedoe. Wie wil er nou verkering hebben?', vroeg Remus. 'Let jij maar eens op, Remus', zei Peter. 'Jij wordt vast nog wel een keer verliefd'. 'Ja, heel fijn al die gesprekken hier, maar we moeten over vijf minuten bij Anderling zijn', zei Roos. Ze stonden op en liepen naar het lokaal van Anderling.
Een
paar weken later, Lily was al helemaal gewend aan Zweinstein, zaten
James, Sirius, Remus en Peter huiswerk te maken in de
leerlingenkamer. Ze hadden het over Lily. '
Ik vind dat je haar
uit moet vragen', zei Peter tegen James.
'Ja, als je haar
echt zo leuk vind dan moet je dat gewoon doen', zei Remus.
'Doe
maar zo. Jullie weten best dat ik haar ook leuk vind', zei Sirius
nors.
'Nou, dan ga ik nu aan Lily vragen wie ze leuker vind',
zei Remus. Hij liep naar Lily toe en tikte op haar schouder.
'Hey,
Remus', zei ze toen ze zich had omgedraaid. 'Wat is er?'
'Sirius en James willen weten wie je leuker vind', zei Remus.
'Oh, god. Beginnen we daar weer over!', zuchtte Lily. Ze
stond op en liep naar het tafeltje waar Sirius, James en Peter aan
zaten en ging zitten.
'James, Sirius', zei ze. 'Ik wilde wat
vragen.'
'Vraag maar raak', zei James.
'Nou... eh, dit hele
gedoe begint een beetje uit de hand te lopen. Ik ben pas 11 en heb
niet zo'n behoefte aan een relatie. Dus alsjeblieft, als je me zo
verschrikkelijk leuk vind, vraag je me maar uit als ik 15 ben, oké?'
James en Sirius keken beteuterd.
'Dus je mag ons niet?', vroeg
Sirius.
'Dat heb ik niet gezegd', zei Lily.
'Ik zei alleen
dat ik mezelf nog te jong vind voor een relatie.'
'Nou, oké
dan. Maar dan moet je niet zeuren als je 15 bent, want wat er ook
gebeurt, ik vraag je uit!', zei Sirius.
'Ja, ja. Het zal allemaal
wel. Nou, ik ga weer fijn verder met mijn huiswerk. Doei!', zei Lily
en ze liep weg.
'Doei', zeiden James en Sirius in koor.
'Zie
je wel? Zo simpel is het', zei Remus.
'Vergeleken met wat?', zei
Sirius.
'Wat zitten meisjes toch vreemd in elkaar zeg', zuchtte
James.
De maanden gingen voorbij en voor Lily het wist zat ze al
met de uitslagen van het examen in haar handen. Ze had het best wel
goed gemaakt vond ze zelf. Ook Roos was over en een week later stond
Lily alweer op perron negen driekwart afscheid te nemen van Sirius,
James, Remus, Peter en Roos.
'Ik zal je missen Lil!', zei Sirius
en hij omhelsde haar.
'Oh, stel je niet aan, Sirius!', zei Peter.
Lily wurmde zich uit Sirius' armen en pakte een veer en een stuk
perkament uit haar tas. Op het perkament schreef ze haar
telefoonnummer en dat gaf ze aan Roos.
'We bellen elkaar nog,
oké?', zei Lily glimlachend.
'Ja, natuurlijk', zei Roos en
ook zij omhelsde Lily. Lily nam afscheid van de rest en liep terug
door de muur. Haar moeder en Petunia stonden al te wachten. Petunia
verschool zich snel achter haar moeder toen ze Lily zag.
'Zij
gaat deze vakantie heel wat beleven', dacht Lily en ze grijnsde. Arme
Petunia!
'Lily!', schreeuwde iemand in haar oor. 'Lily
wakker worden!'
Het was Roos.
'Huh? Wat isser?', vroeg
Lily slaapdronken.
'Wat er is? James en Sirius zijn weer bezig!
Dat je dat nog niet gehoord hebt!', zei Roos.
'Owja. Nou je
het zegt. Wel veel lawaai beneden', zei Lily en ze stapte uit bed
om zich aan te kleden.
Het was nu vijf jaar geleden dat Lily
vertrok van perron negen driekwart. Het waren vijf fijne jaren
geweest en ze had nooit meer bang hoeven zijn voor Petunia. Ze had
Sirius en James ondertussen veel beter leren kennen. Het waren niet
meer die lieve eerstejaartjes van vijf jaar geleden. Integendeel
zelfs. James en Sirius waren alle twee arrogant, egoïstisch en
irritant geworden. Lily had nog meer leerlingen leren kennen. Een
daar van was Severus Sneep. Hij zat nu ook in het vijfde jaar en werd
gepest door James en Sirius. Lily vond dit niet echt leuk, ook al
wist ze dat Sneep zelf begonnen was. James en Sirius wisten echter
niet waarom Lily het zo'n probleem vond dat ze Sneep pestte. Lily
wist niet of ze het hun moest vertellen. Ze wilde er liever niet aan
terug denken.
Lily liep samen met Roos de slaapzaal uit. In de
leerlingenkamer was het al gauw duidelijk dat James en Sirius weer
een grap uit hadden gehaald. Ze hadden weer eens een mestbom laten
ontploffen.
'James, Sirius! Laat dat', riep Lily boven het
geschreeuw uit naar James en Sirius, die stonden te lachen aan de
rand van de vuurlinie. Ze was klassenoudste en werd geacht om orde te
houden in de leerlingenkamer.
'Wow! Nu zijn we bang, hè
Sirius!', zei James.
'Ja, zeker! Mammie help ons!', zei
Sirius sarcastisch.
'Kom op Evers, wat wilde je gaan doen?',
vroeg James.
'Dan haal ik professor Anderling', zei Lily.
'Je
gaat je gang maar', zei James.
'Ons hou je niet tegen',
grinnikte Sirius.
'Let maar eens op!', zei Lily en beende met
grote passen de leerlingenkamer uit. Roos dribbelde achter haar aan.
'
'Wat ga je doen Lily?, vroeg ze.
'Naar professor
Anderling. Dat kinderachtige gedoe van hun begint een beetje uit de
hand te lopen', antwoordde Lily.
'Ja, zeg dat wel. Maar denk
je dat professor Anderling er iets tegen kan doen? Die jongens gaan
gewoon door', zei Roos.
'Nee, daar zijn ze te vervelend voor,
maar als klassenoudste heb ik de plicht om het te melden', zei
Lily.
Ze klopten op de deur van Anderlings kantoor.
'Binnen',
zei de stem van Anderling. Lily deed voorzichtig de deur open.
Professor Anderling zat aan haar bureau en keek op om te kijken wie
daar was binnengekomen.
'Goedemorgen dames. Ga zitten', zei
ze. Lily een Roos gingen zitten.
'Zo vertel maar eens, wat er
aan de hand is', zei professor Anderling.
'James Potter en
Sirius Zwarts hebben weer eens een mestbom laten ontploffen,
professor', zei Lily.
'Aja. Dat verbaasd me niks. Ze hebben er
zo ongeveer de gewoonte van gemaakt. Jullie hebben zo transfiguratie
van mij hè? Dan roep ik ze na de les wel even bij me. Fijn dat
jullie het gemeld hebben', zei professor Anderling.
'Bedankt
professor', zei Lily en zij en Roos stonden op. Ze liepen naar de
Grote Zaal om te ontbijten.
'Zo Evers, is het gelukt bij
professor Anderling? Hebben we nu straf?', vroeg James die samen
met Sirius en Remus naast hen kwam zitten.
'Zo zou je het kunnen
zeggen, ja', zei Lily koeltjes.
'Oh lieve hemel', zei Sirius
met een kakkerig stemmetje. 'Nu moeten we op onze tellen passen
beste vriend!'
Lily had geen zin om hun gezeik nog langer aan te
horen en schoof een paar meter op.
