Hoofdstuk 7
De date van Roos verliep precies zoals Roos gehoopt had. Ze
had een gezellige avond gehad en Remus had al een afspraakje voor
volgende week zaterdag geregeld, als ze naar Zweinsveld mochten. Lily
kon aan Roos merken dat ze vreselijk verliefd was op Remus. Lily vond
het allemaal wel grappig. James had niks meer van zich laten horen en
aan de ene kant was Lily daar blij om. Maar aan de andere kant, wist
ze dat ze hem gekwetst had terwijl hij had geprobeerd het goed te
maken. Ze vond hem eigelijk ook best aardig, alleen als zijn vrienden
er niet bij waren. Hij had zich wel aan zijn belofte gehouden en had
al twee dagen Sneep genegeerd. Dat was zijn record tot nu toen en
Lily vond het heel erg aardig van hem. Zondagavond tijdens het eten
kwam James naast haar zitten.
'Hoi Lily', zei hij.
'Hey
James', zei Lily terug en ze grijnsde. Dit was de eerste keer sinds
haar tweede jaar op Zweinstein dat hij haar geen 'Evers'
noemde.
'Uh', begon James. 'Heb je toevallig wat te doen
zaterdag?'
'Nee, hoezo?', vroeg Lily terwijl ze eigelijk het
antwoord al wist.
'Heb je zin om samen met mij naar Zweinsveld
te gaan?', vroeg James.
'Oké leuk', zei Lily. 'Hoe
laat?'
'Zullen we om 1 uur afspreken in de hal?', vroeg
James.
'Ja, goed', zei Lily en ze bloosde.
Roos kwam erbij
zitten. Ze zag er erg geschrokken uit.
'Wat is er Roos?',
vroeg Lily.
'Ik was net bij Remus. We zouden vannacht naar de
Astronomietoren gaan om naar de sterren te kijken en nu heeft hij het
afgezegd', zei Roos die op het punt stond om in huilen uit te
barsten.
'Dat ligt niet aan jou, Roos', zei James
plotseling.
'Wat is er dan met hem?', vroeg Roos aan
James.
'Ik denk dat hij liever niet wil dat iemand het weet',
antwoordde James.
'Hij kan het mij toch wel vertellen? We hebben
nota bene verkering!', riep Roos uit zodat veel leerlingen in de
Grote Zaal omkeken naar Roos. Lily had net een slok genomen van haar
water, maar dat lag nu over de halve tafel verspreid.
'Je hebt
verkering?', vroeg ze ongelovig.
'Oja, dat moest ik nog
vertellen', zei Roos beschamend. 'Is dat zo erg dan?'
'Nee,
ik had het alleen niet verwacht', zei Lily die zich
verontschuldigde aan de leerlingen tegenover haar.
'Kom op
James! Ik wil weten wat er met hem aan de hand is!', zeurde
Roos.
'Als hij het wil vertellen, dan denk ik dat hij dat zelf
wil doen, dus ga het hem maar vragen. Oh, en je hebt het niet van
mij, oké?', zei James.
'Jaja, al goed', zei Roos en
ze rende de Grote Zaal uit.
'Ik zou ook wel eens willen weten
wat er met hem aan de hand is, James. Hij ziet er soms zo moe uit en
dan is hij ook de hele nacht weg', zei Lily.
'Ik zeg niks',
zei James.
'Volgens mij hebben jij, Sirius en Peter er ook iets
mee te maken. Jullie zijn sinds ons vijfde jaar dezelfde tijd als
Remus weg', probeerde Lily.
'Ik zeg niks', hield James
vol.
'Oh nee? Kan je tegen kietelen?', vroeg Lily
grijnzend.
'Ja', zei James vastberaden.
'Echt waar?',
zei Lily.
'Eh… nee, maar ik zeg toch niks. Ik wordt liever
dood gekieteld dan dat ik mijn beste vrienden verraad', zei
James.
'Je spreekt als een ware Griffoendor jongen! Nou, ik ga
naar de bieb. Kijken of ik daar iets kan vinden', zei Lily en ze
stond op. 'Tenzij je me die moeite bespaard natuurlijk', voegde
ze er aan toe.
'Ik zeg niks', zei James weer.
'Oké
dan. Tot zo James!', zei Lily.
'Doei', zei James.
Ze liep
de Grote Zaal uit.
'Wat zou er toch aan de hand kunnen zijn?',
dacht ze. 'Wanneer zijn ze weg? Misschien kan ik daar een patroon
in vinden. Hoe kom ik daar achter?'
Opeens wist ze het. Haar
dagboek! Daarin schreef ze alles op. Misschien stond daar in wanneer
James, Remus, Sirius en Peter zich raar gedroegen. Ze liep naar haar
slaapzaal en pakte haar dagboek. Ze plofte op het bed neer en begon
vanaf het vijfde jaar op Zweinstein te lezen. Elke datum waarbij ze
schreef dat de jongens zich vreemd gedroegen schreef ze op. Toen ze
een paar uur later haar halve dagboek had doorgelezen, keek ze naar
de data. Het viel haar op dat er overal een maand tussenzat. Ze pakte
haar agenda en zocht de data op. Onderaan elke bladzijde stond dit:
'Volle Maan'. Ze wist het! Alleen, nee. Ze kon zich absoluut niet
voorstellen dat Remus dat was. Ze had een plan. Als ze het nou gewoon
ging vragen aan James en hij werd rood, dan wist ze of het goed was.
Ze stond op en ging James zoeken. Ze vond hem in de jongensslaapzaal.
Hij zocht iets in zijn hutkoffer.
'James', zei Lily
voorzichtig.
James schrok en deed snel zijn hutkoffer dicht.
'Hé
Lily', zei hij.
'Ik weet wat er aan de hand is met Remus',
zei Lily. 'Hij is een weerwolf'.
Je kon wel zeggen dat het
plan geslaagd was. Vrijwel meteen werd James rood.
'Ik… eh,
hoe kom je daar nou weer bij? En hoe wil je dan verklaren dat Sirius,
Peter en ik ook weg zijn als Remus weg is?', zei James.
'Nou,
eigelijk kwam ik dat net aan jou vragen. Het is eigelijk zo klaar als
een klontje dat Remus een weerwolf is en –' Verder kwam ze niet,
want Remus kwam binnen.
'Hey Lily!', zei hij vrolijk. 'Kom
je Gaffel?'
'Ja. Nou je hebt het gehoord hoop ik. Ik moet
gaan. Trusten Lily!', zei James opgewekt. Hij was duidelijk blij
dat hij dat gesprek niet af hoefde te maken. Nu was hij degene die
een verbaasde Lily achter liet.
