Hoofdstuk 10

'Schiet op man!', riep Lily door de deur van de jongensslaapzaal heen. 'We moeten naar Perkamentus! Nu!'
'Ja, ja. Relax. Ben al bijna klaar!' schreeuwde James terug.
James kwam naar buiten.
'Wat moet Perkamentus van ons eigelijk?', vroeg James die naar buiten kwam lopen.
'Als je had opgelet had je dat geweten!', zei Lily. 'Kom op! We gaan.
Ze liepen door de gangen van Zweinstein. Bij het kantoor van Perkamentus stonden ze stil.
'Eh, wat is het wachtwoord?', vroeg Lily.
'Karameltoffees', zei een stem achter hen. Perkamentus stapte glimlachend de bewegende trap op en gebaarde naar hen dat ze hem moesten volgen.
In zijn kantoor gingen Perkamentus aan zijn bureau zitten en Lily en James tegenover hem.
'Waarom wilde u ons spreken, professor?', vroeg James beleefd.
'Zoals jullie nu ongetwijfeld wel zullen weten, wordt het leger van Voldemort steeds sterker. Ik heb samen met andere tovenaars een groep gesticht, de Orde van de Feniks, die ervoor zorgt dat Voldemort geen aanhang meer krijgt. Ik hoorde van juffrouw Evers dat jullie wel interesse hadden om mee te doen. Als jullie dat niet willen, begrijp ik dat uiteraard, want er zijn veel risico's aan verbonden', zei Perkamentus.
'Ik wil dolgraag meedoen professor', zei Lily meteen.
'Ik ook', zei James.
'Goed dan. We hebben nog geen hoofdkwartier voor de Orde van de Feniks gevonden, dus jullie eerste vergadering is hier, in mijn kantoor. De datum en tijd horen jullie nog. Hou het wel geheim alsjeblieft. Het zou niet zo handig zijn als iedereen weet dat we bestaan', zei Perkamentus glimlachend.
'Oké, professor', zei James.
'Mooi zo. Nou, dan kunnen jullie nu naar jullie lessen. Tot ziens, juffrouw Evers en meneer Potter', zei Perkamentus.
'Dag professor', zei Lily.
'Cool!', zei James, toen ze weer buiten waren. 'Zoiets heb ik altijd al gewild'
Lily grinnikte. 'Wat hebben we nu?', vroeg ze.
'Bezweringen', antwoordde James.
James en Lily zaten nu in hun zevende jaar en hadden nu al twee weken verkering. Al waren er niet veel mensen die dat geloofde. Lily en James pasten totaal niet bij elkaar. De jaren ervoor hadden ze ook vaak ruzie. Ze werden dan ook vreemd aangekeken als ze samen hand in hand door de gangen liepen. Zelfs Sirius snapte het niet helemaal.
Lily en James gingen naast elkaar aan een tafel zitten.
'Hey, Gaffel. Kom hier zitten!', riep Sirius vanuit de ander kant van het lokaal.
'Nee, sorry, Sluipvoet! Ik heb al afgesproken met Lily', zei James.
'Jullie hebben dus echt verkering?', vroeg Sirius toen hij bij hun tafel kwam staan.
'Jaha!', zei James ongeduldig. 'Dat had ik je toch al twintig keer verteld!'
'Ja, weet ik. Maar ik geloofde het niet helemaal. Hé, heb jij trouwens al een gesprek met Perkamentus gehad, over dat geheime gedoe?', vroeg Sirius.
'Ja, wij doen mee. Jij zeker ook?', zei James.
'Yep. Lijkt me wel cool', zei Sirius.
'Wilt u gaan zitten, meneer Zwarts? Ik zou graag willen beginnen', zei professor Banning, die het lokaal binnen kwam.