Hoofdstuk 12
Een paar maanden later vroeg James Lily weer uit. Ze liepen
hand in hand door Zweinsveld en bespraken de afgelopen jaren met
elkaar. Onderweg hingen er overal posters van vermiste mensen op de
etalageruiten. Je kon zo wel raden dat die door Voldemort waren
ontvoerd en vermoord. De hele tovenaarsgemeenschap was doodsbang om
's avonds als ze thuiskwamen van hun werk het duistere teken boven
hun huis te zien. Mensen lieten hun kinderen niet meer buiten spelen
en niemand vertrouwde elkaar nog. Behalve op Zweinstein. Daar was het
veilig. De vergaderingen van de Orde waren wel saai, maar toch hadden
ze er wel wat aan. Het was examentijd op Zweinstein. James wilde
schouwer worden en Lily lerares. Ze studeerden hard en de weinige
keren dat ze niet leerden, waren Lily en James samen in Zweinsveld of
op het schoolterrein te vinden.
'Waar zullen we naar binnen
gaan?', vroeg James.
'Uh… de Vier Bezemstelen', zei
Lily.
Ze gingen naar binnen en zochten een tafeltje. Verderop zat
een kleine man schichtig om zich heen te kijken. Hij had een zwarte
mantel aan. Hij haalde rochelend en jachtig adem.
'James, ik
vertrouw die vent daar niet', zei Lily.
'Je kan niemand meer
vertrouwen, dus dat ik logisch…', zei James.
'Ik vertrouw
die vent echt niet…'
'Er zijn vast veel mensen die zo'n
mantel hebben', zei James.
'Kijk om je heen. Volgens mij is
hij de enigste… ik vertrouw hem echt niet', zei Lily.
'Nou,
weten we het wel, schat. Laat hem lekker zitten daar', zei James
lachend.
Lily kon er echter niet om lachen.
'Ik vertrouw hem
echt niet - wat doet hij?', zei Lily en ze keek angstig naar de
man.
'Wat –' James keek om. De man zocht iets in zijn
mantel. Hij haalde er iets uit en legde het onder zijn stoel. Toen
liep hij weer naar buiten.
'Wat is dat?', vroeg Lily.
'Geen
idee. Weet je, Lily. Ik vertrouw dit niet. Laten we Perkamentus
halen', zei James.
'Stel dat het een bom is, dan hebben we
geen tijd meer om Perkamentus te halen!', zei Lily
hysterisch.
'Kalm liefje. Wij tovenaars gebruiken alleen
mestbommen…', grinnikte James.
'Jij wel ja', snoof Lily.
'We moeten toch iets doen?'
'Ja, maar wat?'
'Ik ga
kijken wat het is', zei Lily.
'Nee, jij blijft zitten, ik ga
kijken', zei James.
'Waarom?'
'Ik wil niet dat jou iets
overkomt', zei James.
'Ja, maar ik wil niet dat jou iets
overkomt', zei Lily.
'Oké, we gaan samen', zei
James.
Ze liepen naar het tafeltje toe.
'Ik denk dat je
gelijk hebt Lily. Het is een tijdbom', zei James.
'O mijn god.
Hoeveel tijd hebben we nog?', vroeg Lily.
'Uh… aaah 56
seconden!', riep James.
Iedereen keek op.
'Oké
mensen, geen paniek… hier ligt een tijdbom, die over nu nog 47
seconden ontploft. Zouden jullie zo vriendelijk willen zijn om de
zaak te verlaten?', zei James kalm.
Iedereen stond snel op en
rende naar buiten. James en Lily bleven staan.
'Oké, jij
hebt verstand van bommen. Hoe maak je zo'n ding onschadelijk?',
vroeg Lily snel.
'Ik heb verstand van mestbommen. Ik hoop dat ze
hetzelfde werken…'
Hij draaide de bom om en bekeek hem.
'Was
het nou de rode of de groene?', mompelde James.
'De rode',
zei Lily.
'Hoe weet jij dat?', vroeg James.
'Uit een
film. Het was altijd het rode draadje. Nou moet je hem doorknippen',
zei Lily.
'Ik heb geen schaar!', gilde James die compleet
flipte. De teller stond al op 12 seconden.
'Je hebt wel een
toverstok volgens mij', zei Lily kalm.
'Oja', zei James. Hij
sprak de Diffindo-spreuk uit over de rode draad en de teller stopte.
James wreef over zijn bezwete voorhoofd.
'Dat scheelde niks!',
zei hij.
'Laten we nu Perkamentus maar halen', zei Lily.
Ze
liepen weer naar Zweinstein en klopten even later aan op de deur van
Perkamentus' kantoor.
'Goedemiddag professor', zei
Lily.
'Wij waren net in Zweinsveld en toen legde een of andere
vent een bom neer', zei James onbeholpen.
'Aha. En? Hebben
jullie de bom gestopt?', vroeg Perkamentus.
'Ja Professor',
zei Lily.
'Ik zal even iemand erop af sturen. Weten jullie nog
hoe de man eruit zag?', vroeg Perkamentus kalm.
'Nou, hij had
een mantel aan dus we konden zijn gezicht niet zien, professor',
zei Lily.
'Waren er nog andere dingen die je opvielen, juffrouw
Evers?', vroeg Perkamentus.
'Hij was nogal klein en hij haalde
heel vreemd rochelden adem', zei Lily.
'Goed dan. Vanavond om
negen uur heeft de Orde weer een vergadering. Ik hoop dat jullie
kunnen', zei Perkamentus glimlachend.
'Ja, natuurlijk
professor. Tot vanavond!', zei Lily. Ze stonden op en liepen naar
de leerlingenkamer om het hele verhaal aan Remus, Peter en Sirius te
vertellen. Alleen Peter was er niet, al hadden ze niet veel tijd om
daarbij stil te staan. Ze waren weer druk aan het leren voor de
examens…
