Hoofdstuk 14
Een paar dagen later zat Lily voor de laatste keer op haar
eigen bed en keek naar haar kamer of ze nog iets vergeten was. Haar
hutkoffer stond voor haar en ze had hem moeten beheksen om ervoor te
zorgen dat alles erin paste. Ze wierp nog een laatste blik op haar
kamer en liet haar hutkoffer voor zich uit naar beneden zweven. Ze
omhelsde haar moeder en verschijnselde naar het huis dat zij en James
hadden uitgezocht. Het was een heel groot huis, met een mooie tuin.
Het lag in Zweinsveld, wat erg handig was, want Lily wilde graag op
Zweinstein werken. Professor Guilotin was met pensioen gegaan en hun
leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, professor Maris, had ontslag
genomen. De rede wisten ze niet, maar Lily vond het niet erg, want
ten eerste had ze die man niet als collega gewild en ten tweede had
ze nu dubbel zoveel kans om aangenomen te worden. Het maakte haar
niet uit welk vak ze moest doceren, want ze had voor alle twee goede
cijfers en ze vond ze alle twee leuk. De volgende ochtend stond Lily
vroeg op voor haar sollicitatiegesprek bij professor Perkamentus.
'Goedemiddag juffrouw Evers', zei professor Perkamentus toen
Lily tegenover hem zat. Lily was heel zenuwachtig, ze hoopte zo dat
ze aangenomen zou worden.
'Ik heb momenteel twee vacatures zoals
u ongetwijfeld weet en samen met meneer Sneep bent u de enige die
solliciteert dit jaar. Maakt het u uit welke baan u krijgt, juffrouw
Evers?', vroeg professor Perkamentus.
'Nee, professor', zei
Lily nerveus.
'Goed. Meneer Sneep wilde de graag de baan Verweer
Tegen de Zwarte Kunsten op zich nemen, maar ik denk toch dat ik u wat
geschikter vind voor die baan, omdat meneer Sneep hogere cijfers
haalde voor Toverdranken. Ik zou graag willen dat u Verweer Tegen de
Zwarte Kunsten gaat geven, juffrouw Evers'.
'Is goed
Professor', zei Lily. Ze kon haar blijdschap nauwelijks
verbergen.
'Nou, dan zie ik u over een week hier in mijn
kantoor. Dan bespreken we de gang van zaken', zei
Perkamentus.
'Dank u, professor', zei Lily en ze stond op. Ze
rende bijna naar huis, zo blij was ze. 'James!', gilde ze toen ze
thuis was. 'James! Waar zit je? Ik heb de baan! Aaaaaah! Ik ben
lerares Verweer Tegen de Zwarte Kunsten!' Ze rende naar boven om
James te zoeken.
'James?', zei Lily nu zachter. 'Waar zit
je? Kom tevoorschijn!'
'James?',
zei Lily nu zachter. 'Waar zit je? Kom tevoorschijn!'
Lily
rende de tuin in en ze vond James op een bankje achter de schuur.
'Hé
schat. Wat doe je hier?', vroeg Lily.
James staarde haar wazig
aan.
'James, is er iets?'
'Huh? Wat?', zei James
vaag.
'Er is iets met je. Kom op, je kan het mij toch wel
vertellen?', zei Lily.
'Jaja. Oké. Ga even zitten
Lily.
Hij ging op zijn knieën voor Lily zitten. Lily
vermoedde al iets…
'Eh, Lily, we zijn al zo lang samen en ik
vroeg me af… zou je met me willen trouwen?'
Lily staarde
James stomverbaasd aan.
'Ja, natuurlijk!', zei ze
uiteindelijk. 'Dolgraag!
