Hoofdstuk 15
Een paar dagen later was de bruiloft al, omdat Lily gelijk
de volgende week al op Zweinstein les moest geven. Sirius was hun
getuige en het was de mooiste dag van Lily's leven tot nu toe.
Lily had het erg naar haar zin op Zweinstein, behalve dan dat
Sneep haar collega was. Ze waren nooit samen in de lerarenkamer te
vinden, als Sneep binnen kwam lopen, ging Lily weer weg. Voor de rest
kon Lily goed opschieten met haar collega's en de leerlingen deden
ook heel aardig tegen haar.
Een jaar later riep Perkamentus de
hele Orde bij zich in zijn kantoor.
'Ik heb slecht nieuws.
Voldemort weet van de Orde, er is een verader in ons midden. Maar dat
doet er even niet toe. Wij zijn uitgedaagd, voor een duel om
middernacht in Havermouth', zei Perkamentus.
Even was het stil.
Een verader in ons midden? Niemand maakte zich druk om het duel.
'Ik
moet jullie allen vragen of jullie dat wel willen. Hij wil dat we met
de hele Orde komen', vervolgde Perkamentus.
'Natuurlijk, we
geven ons niet zomaar over, Albus', zei iemand.
'Ik wil dat
iedereen dat zegt, anders gaan we niet', zei Perkamentus.
'Ik
ga mee', zei James.
'Ik ook', zeiden Sirius, Remus en Lily
tegelijk.
Al gauw volgde iedereen.
'Mooi zo. Ik verwacht
jullie morgen om een uur in mijn kantoor, dan bespreken we onze
tactieken. En eh… Lily, ik geef je morgen vrij denk ik', zei
Perkamentus.
'Dank u professor', zei Lily.
De volgende
ochtend werd Lily al vroeg wakker. Ze kon niet meer slapen. Ze
stootte James aan, die naast haar lag.
'James!', zei ze.
'Wat
is er, Lily?', vroeg James slaperig.
'Wie zou die verader
zijn?', zei Lily.
'Ik heb geen idee, schat. Ga nou maar weer
slapen, het wordt vast laat vanavond', zei James en hij draaide
zichzelf weer om.
Maar Lily kon niet meer slapen. Ze stond op en
ging op de bank zitten. Ze dacht na. Wie zou nou de Orde willen
verraden? Zou Perkamentus weten wie? Hij was goed in Leglimentie. Hij
zou het vast wel weten. Lily gaapte. Misschien was het toch wel
handig als ze nog even ging slapen. Ze kroop tegen James aan en viel
meteen in slaap…
'Lily wordt wakker! We moeten over een half
uur bij Perkamentus zijn!', riep James hard.
'Huh. Wat? Ik kom
al', zei Lily. Ze sprong overeind, kleedde zich aan en samen liepen
ze naar Zweinstein. In Perkamentus kantoor bespraken ze hoe ze
Voldemort en zijn dooddoeners zouden kunnen verslaan.
'Als we
alle dooddoeners die we kennen bij elkaar optellen, komen we op een
aantal dat we wel aankunnen denk ik', zei Perkamentus.
'Neemt
u me niet kwalijk, professor. Maar hoe weet u dat het er niet meer
zijn?', vroeg Lily.
'Dat kunnen we alleen maar gissen. We
verslaan ze vast wel', zei Perkamentus.
'Maar als het er nou
teveel zijn…', zei Sirius.
'Ik denk niet dat dat het geval
is. We weten wie we kunnen vertrouwen en wie niet. Goed, als er
verder geen vragen zijn, denk ik dat we maar gaan', zei
Perkamentus. Het was al tien uur 's avonds. De hele middag en avond
hadden ze zitten luisteren naar de plannen om het duel te winnen. De
Orde verschijnselde naar Havermouth en wachtte af. Twee uur later
verschijnselden de eerste dooddoeners tussen de graven.
Lily
voelde zich misselijk. Het waren er al meer dan het dubbele van de
hele Orde en er bleven maar dooddoeners verschijnselen. Op een
gegeven moment verschijnselde ook Voldemort achter een dennenboom. De
twee groepen stonden tegenover elkaar. De groep dooddoeners was 20
keer zo groot.
'Zo, Perkamentus. Wat leuk dat je even langs
wilde komen. Wat jammer dat je alleen niet meer weg zal gaan', zei
Voldemort spottend. De dooddoeners lachten. Lily voelde geen angst
meer. Die man had miljoenen dreuzels en tovenaars vermoord en nou
ging hij eraan. Ze voelde een hevige woede in haar opkomen en nadat
Perkamentus de eerst spreuk afvuurde, dacht ze maar aan een ding: hij
gaat eraan…
Lily duelleerden met een dooddoener die ze niet
kende, ze verlamde hem maar toen werd Lily van achteren aangevallen
door drie dooddoeners. Ze kon zich niet meer verweren en werd ook
verlamd.
'Denk je dat ze nog leeft, Albus?'
'Ik heb
er alle vertrouwen in. De helers zeggen ook dat het goed komt'.
'Ze
ligt hier al drie dagen. Moet ze niet onderhand wakker worden
dan?'
Lily had haar ogen dicht en luisterde naar de stemmen.
Heel vaag herkende ze de stemmen. Ze deed voorzichtig haar ogen open.
James, Perkamentus en Dolleman keken haar aan.
'Lily! Je leeft
nog!', zei James blij.
'Ik zei het toch, James', zei
Perkamentus kalm.
'Hoe voel je je?', vroeg James aan
Lily.
'Vreemd. Wat is er gebeurt?', vroeg Lily.
Het was
stil. Niemand keek Lily meer aan.
'Oké, hoe erg is het?',
vroeg ze.
'Nou, de Orde is niet meer zo groot als vroeger',
besloot Dolleman voorzichtig.
'Maar ik denk dat de meer dan de
helft het overleefd heeft', zei James.
'WAT?', vroeg Lily
geschokt. 'De meer dan de helft? Wat is er gebeurt in
godsnaam?'
'Nou, we hadden een meerderheid van 20 tegen 1,
dus…', zei James.
'Het is nog een wonder dat zoveel het
overleefd heeft', maakte Perkamentus James' zin af.
'Wie
zijn er dood dan?', vroeg Lily met een klein stemmetje.
'Laten
we maar opnoemen wie er nog leven', zei Dolleman.
'Is goed',
zei Lily.
'Remus, Sirius, Peter, Lies, Frank, Dedalus, Emmeline,
Severijn, Diederik, Hagrid, Engelbert en wij', somde James op.
Er
sprongen tranen in de ogen van Lily. Haar beste vrienden waren er
nog, maar toch…
'Dus Clara, Edgar,Bennie, Gideon, Fabian en
Marléne zijn dood?', vroeg ze angstig.
'Eh… ja',
besloot Dolleman voorzichtig.
Lily wist even niet wat ze moest
zeggen. Ze voelde een vreemde emotie. Half verdriet, half woede.
Waarom was zij niet doodgegaan? Waarom nou net de mensen die het niet
verdienden? James sloeg een arm om haar heen en Lily ging rechtop
zitten. Ze keek om zich heen en zag dat ze in Sint Holisto lag.
Perkamentus en Dolleman stonden op en gingen bij Sirius, die in een
ander bed lag zitten.
'Waar is de rest?', vroeg Lily.
'De
rest gaat gewoon door met het leven, Lily. We weten nog steeds niet
wat de plannen van Voldemort zijn', zei James.
'Jezus. Ik haat
die vent!', zei Lily boos.
'Wie? Jezus?'
'Nee,
Voldemort!'
'Oké, ik dacht al…'
