Hoofdstuk 17

Ze hoorden niks Voldemort. Dat was een goed teken. Of juist niet... Op 31 juli beviel Lily van een jongen. Ze noemde hem Harry. Lies en Frank kregen ook een zoon. Hij heette Marcel. Toen Lily na een paar maanden na de bevallig thuis zat, Harry lag op bed, dacht ze weer aan Voldemort. Ze vroeg zich af waar hij nu zou zitten. James was hard bezig met zijn Schouwers-studie. Hij was veel aan het leren en was vaak op het Ministerie van Toverkunst. Lily stond op om te kijken of Harry nog sliep en besloot maar naar bed te gaan. James zou 's avonds laat pas thuiskomen. Ze ging in bed liggen en viel al gauw in slaap…

Het was koud. Had James de dekens weer van haar afgetrokken? Lily deed haar ogen open. Ze keek niet naar het plafond van de slaapkamer. Ze schrok en ging overeind zitten. Ze was in een soort gevangenis, want er zat tralies voor de ramen.
'James', zei Lily en ze duwde in tegen zijn rug aan. 'James wordt wakker!'
James deed zijn blauwe ogen open en draaide zich om.
'Au! Ik lig op iets hards', zei hij. Hij ging zitten en haalde een steentje onder zich vandaan.
'Waar zijn we?', vroeg James en hij keek om zich heen.
'Dat wilde ik net aan jou gaan vragen', zei Lily. 'Harry! Waar is Harry!', gilde Lily plots.
'Kalm Lily', zei James al klonk hij niet al te kalm.
'Maar straks heeft hij hem! Harry!', riep Lily hysterisch.
'Lily, kalm, liefje. Ik help ons hier wel uit. Zal ik kijken of ik door die deur heen kan rammen?', vroeg James aan Lily.
'Hoe wil je dat doen?', vroeg Lily grinnikend.
'Duh! Als hert natuurlijk', zei James.
Hij veranderde in een hert en ramde met zijn gewei tegen de deur aan. Na een paar keer duwen boog braken de planken van de deur door, er verscheen een gat en omdat Lily en James nogal mager waren, konden ze er makkelijk doorheen.
Ze konden geen hand voor ogen zien. Lily dacht dat ze in een soort gang stonden. James pakte Lily's hand en samen liepen ze verder. Na ongeveer een half uurtje lopen zagen ze een lichtpuntje. Ze zagen nu al wat meer en James en Lily begonnen te rennen. Ze liepen door een soort van boog heen en toen…
'Jezus', zei James. 'Wat een licht'.
Ze stonden in een felverlichte grote kamer met allemaal deuren erin.
'Welke deur moeten we nou nemen?', vroeg Lily.
'Al sla je me dood', zei James en hij wreef over zijn hoofd.
'Ik ga jou toch niet doodslaan!', zei Lily geschokt.
James haalde zijn schouders op. 'Het zou kunnen… Maar ach. Nou weten we nog steeds niet waar we heen moeten'.
'Vraag dat maar aan mij', zei een ijzige stem. James en Lily draaide zich om. Achter hen stond niemand minder dan Voldemort.
'Wat doe jij hier?', zei James.
'Ik woon hier zo'n beetje. Jullie ook als jullie je bij mij aansluiten', zei Voldemort.
'Ik dacht het niet', zei Lily.
'Ik dacht het wel', zei Voldemort. 'Ik heb hier namelijk twee vriendjes van jullie en mijn trouwste volgeling Bellatrix is heel goed in martelen. Bella! Kom hier!'
'Natuurlijk, heer!', zei Bellatrix, die uit een van de deuren kwam rennen. Achter haar liepen twee dooddoeners, die meneer en mevrouw Lubbermans achter zich aan sleepten.
'Jullie hebben nu de keuze, of sluit je bij mij aan, of wij martelen meneer en mevrouw Lubbermans', zei Voldemort.
'Sorry, daar kunnen we geen keuze tussen maken', zei James.
'Waar is Harry?', vroeg Lily.
'Oja, die zijn we vergeten. Nou ja, zijn tijd komt nog wel een keer', zei Voldemort rustig.
'Ik geloof je niet! Wat heb je met hem gedaan?', snauwde Lily.
'Het is meer wat we met hem gaan doen, juffrouw Evers', zei Voldemort.
'Potter', zei Lily.
'Wat?'
'Ik ben getrouwd ja?', zei Lily.
'Vergeef me', zei Voldemort.
Lily lachte schamper. 'Ik zal jou nooit vergeven wat je gedaan hebt!'
'Wat heb ik gedaan dan?', plaagde Voldemort.
'Weet je wat? Zak toch lekker door de stront!', zei James.
'Goed idee', zei Voldemort spelend met zijn toverstok. 'En? Hebben jullie al een keuze gemaakt?'
'Sluit je niet bij hun aan!', riep Lies.
'Crucio!', riep Bellatrix. Lies en Frank schreeuwde het uit.
'Nee!', gilden Lily en James.
'Sluit je bij ons aan, dan hou ik op!', zei Bellatrix grijnzend.
'Niet doen, alsjeblieft! Sluit je niet bij hen aan, alsjeblieft!', smeekte Frank hijgend.
Bellatrix hief haar toverstok weer en… 'NEE! Stop, oké, ik doe het!', zei James.
'Ik ook', zei Lily angstig.
Voldemort grijnsde.
'Zie je wel. Ik krijg ook alles voor elkaar…'
'Ik zou nog even wachten met juichen', zei een mannenstem. Alle deuren vlogen open en de overige leden (behalve Sneep, want hij was spion van Voldemort en de broer van Perkamentus, die hadden ze maar een keer gezien) van de Orde kwamen binnenstormen. Hun toverstokken waren op Voldemort en zijn dooddoeners gericht. De dooddoeners achter Bellatrix, wachtten geen moment, pakten Frank en Lies beet en verschijnselden.
Voldemort en Bellatrix keken elkaar aan.
'Goed Perkamentus, jullie hebben geluk. We gaan Bellatrix', zei Voldemort en ze verschijnselden.
'Lies!', riep Lily op hetzelfde moment dat James 'Frank' riep.
'Kalm, James, Lily. We vinden ze wel', zei Perkamentus.
'Hoe wisten jullie dat we hier waren?', vroeg James.
'Het ziet er bij jullie thuis niet al te best uit namelijk. De buren hoorden een knal en waarschuwde ons', zei Sirius met een geveinsde glimlach.
'Harry! Wat is er met Harry!', gilde Lily uit.
'Goed, Lily, kalm. We vonden hem tussen de puinhoop. Minerva past op hem', zei Perkamentus. 'Jullie hebben echt geluk gehad. Voldemort had hem wel kunnen vermoorden!'
'Hoe is het met Marcel?', vroeg Lily.
Perkamentus staarde Lily aan.
'Remus, Hagrid, ga kijken bij de het huis van Frank en Lies', zei hij ernstig.
'Wat? Wilt u zeggen dat jullie niet weten of Marcel nog leeft?', vroeg Lily.
'We wisten niet eens dat ze weg waren', zei Perkamentus.
Lily keek alsof ze elk moment flauw kon vallen.
'Waar zijn we eigelijk?', vroeg James.
'Dit is waarschijnlijk het kasteel van Voldemort. Als we hier weer weg zijn, kunnen we het niet meer vinden, dat was de vorige keer ook zo', zei Dolleman.
'Laten we maar snel weg gaan', zei Lily zwakjes.
Ze verschijnselde naar Zweinsveld en in huis trof Lily de grootste puinhoop aan die ze ooit gezien had, terwijl Lily altijd heel slordig was geweest. Later in de middag kwam Anderling Harry brengen.
'Bedankt dat je op hem gepast hebt, Minerva. Hoe is het nou afgelopen met Marcel?', vroeg Lily.
'Alles is goed met hem', glimlachte Minerva.
Lily glimlachte terug en ze namen afscheid.
'En zeg tegen Perkamentus dat ik maandag weer op school kom!', riep Lily haar nog na. Minerva keek geschokt om, maar zei verder niks.
Lily grinnikte nog even en legde Harry in zijn wiegje.
Weer een paar maanden later vroeg Perkamentus Lily en James weer bij zich.
'Lily, James, ik denk dat we nu niet langer meer moeten wachten. Ik denk dat het verstandig is om de Fideliusbezwering over jullie uit te spreken. Jullie kunnen niet in jullie eigen huis blijven, ik heb voor jullie een huisje in een Dreuzelbuurt gekocht en nu wil ik jullie vragen wie jullie als geheimhouder willen', zei hij.
'Sirius', zei James meteen.
'Remus', zei Lily.
'Als jullie er niet uit kunnen komen, ik wil graag jullie geheimhouder zijn', zei Perkamentus.
'Remus heeft al genoeg aan zijn hoofd, Lily, dat wil je hem echt niet aandoen!', zei James.
'Ja, maar… maar… laat maar, je hebt gelijk. Dan wordt het Sirius', zei Lily.
'Weten jullie het zeker?', vroeg Perkamentus.
'Ja!', zeiden Lily en James tegelijk.
'Goed dan. James, had jij niet zo'n spiegel waarmee je met Sirius kan praten?', vroeg Perkamentus.
'Hoe weet u dat?', vroeg James.
'Dat doet er niet toe. Heb je die spiegel bij je?'
'Ja, altijd. Ik zal hem oproepen', zei James en hij haalde een kleine spiegel uit een van zijn zakken. Lily keek hem vreemd aan.
'Dat had je ook wel mogen vertellen!', zei ze.
'Sorry, Lily. Mijn fout. Sirius!', zei James in de spiegel.
Sirius' hoofd verscheen in spiegel.
'Hey, James. Wat is er?', vroeg hij.
'Ik zit hier bij Perkamentus, het is heel belangrijk, kan je komen?', zei James.
'Natuurlijk, maatje. Ik kom er zo aan', zei Sirius.
Even later klopte Sirius aan op het kantoor van Perkamentus.
'Fijn dat je wilde komen, Sirius. Het gaat over de Fideliusbezwering die we over James en Lily uit gaan spreken. Ze vroegen zich af of jij hun geheimhouder zou willen zijn', zei Perkamentus.
'Natuurlijk. Maar is dat niet een beetje… nou ja, begrijp met niet verkeerd, ik wil echt dolgraag jullie geheimhouden zijn, maar Voldemort weet dat ik de beste vriend van James ben en –'
'Daar hadden we nog niet aan gedacht', onderbrak James Sirius. 'Dan wordt het Peter. Mee eens Lily?'
'Ja, goed plan', zei Lily.
'Felix!', riep Perkamentus. 'Haal Peter'.
Felix verdween in een vurige flits en kwam even later terug met Peter aan zijn staart.
'Wat – wat is er?', vroeg hij.
'Zou jij onze geheimhouder willen worden, Peter?', vroeg James.
'Nat – natuurlijk', zei Peter zenuwachtig. 'Wat moet ik doen?'
'Ken je de Fideliusbezwering, Peter?', vroeg Perkamentus.
'Eh… ja, volgens mij wel', zei Peter. James en Sirius keken elkaar aan. Peter die zo'n ingewikkelde bezwering kende?
'Mooi zo. James, Lily, jullie gaan naar jullie nieuwe huis en dan spreek ik de bezwering uit.
Perkamentus gaf James en Lily het adres, ze pakten hun belangrijkste spullen en Harry en gingen op weg.
'Jeeh, wat klein', was James' eerste reactie.
'Zeurpiet. Wees blij, nu kunnen we tenminste rustig slapen', lachte Lily.
'Jaja, kalm', zei James.
Zes dagen na het uitspreken van de bezwering, zat er Lily iets niet lekker…
'Maar stel nou dat hij die verrader was?', zei ze tegen James.
'Perkamentus had dat dan geweten, Lily, kalm', zei James.
'Ik vertrouw het niet, James', zei Lily zeurend.
'Hey, Lily, vertrouw hem. Hij zou zijn vrienden nooit verraden', zei James gladjes en hij legde zijn hand om haar middel.
'O James, ik ben zo bang!', zei Lily.
'Kom op! Harry red zich wel. Weet je nog dat ik op hem paste en er pas na drie dagen achterkwam dat ie verkouden was?'
Lily grinnikte.
'Dat weet ik nog maar al te goed!', zei ze lachend. 'Toen ik terugkwam, was hij al weer bijna beter', zei Lily lachend.
De volgende dag voelde Lily zich alweer wat beter. Die avond zaten ze naast elkaar op de bank, Harry lag in bed.
'Waar zou Peter nu zitten denk je?', vroeg Lily.
'Waar hij hoort te zitten, in zijn schuilplaats hopelijk', James.
'En als hij daar nou niet zit?'
'Begin je nou weer? Hij gaat ons niet verraden, Lily. Snap je dat?', vroeg James.
Lily keek hem aan. 'Ik vertrouw het eigelijk nog steeds niet', zei Lily zacht.
'Kom op, hij' – boem!
James en Lily sprongen op.
'Lily, ik geloof dat je gelijk hebt', zei James.
Lily staarde hem geschokt aan.
'Wat?' Ze hoorde nog een klap.
'Het is hem, Lily, pak Harry en maak dat je wegkomt! Het is hem! Weg! Snel! Ik probeer hem tegen te houden!
Lily had hem nog nooit zo paniekerig gezien, maar ze deed wat hij zij. Ze sprintte door de kamer, naar boven, pakte Harry en rende naar de achterdeur. Ze zag een groen flits in haar ooghoek en ze hoorde James nog gillen… Maar het was al te laat. Voldemort verschijnselde in Harry's kamer. Lily voelde een vreemde soort paniek opborrelen.
'Niet Harry! Niet Harry! Alsjeblieft! Ik doe alles –'
'Opzij, ga opzij, meisje!'
'Nee, niet Harry, niet Harry, alsjeblieft, niet Harry!'
'Opzij, dom wicht… vooruit, opzij!
'Nee, niet Harry, alsjeblieft! Neem mij, dood mij! Niet Harry alsjeblieft! Genade… genade…
'Avada Kedavra!', schreeuwde Voldemort.
Het laatste wat Lily zag was een groene flits…

Einde!!!