Lara:

Het waren bittere tijden geweest. Mensen werden vermoord, gemarteld, gedwongen dingen te doen. Hij, de man die mijn familie had vermoord en nog vele andere mensen, was eindelijk verslagen. Verslagen door een baby, Harry Potter. Heel de tovenaarsgemeenschap vierde feest, maar ik kon nergens blij om zijn. Een medeschouwer en vriendin, Karlijn, was door onverklaarbare reden gestorven, misschien wel vermoord. Ik zat op mijn kantoor verveeld voor me uit te staren. Ik wachtte op nieuws, iets waar we wat aan hadden. Karlijn werd onderzocht, maar ze hadden nog niks kunnen vinden.

Kenneth kwam mijn kamer binnen stormen. 'Geweldig', dacht ik. 'De laatste persoon die ik wil spreken'.

'Hey, Lara', zei hij flirterig. Ik walgde van hem. Maar ik liet hem zijn gang maar gaan, ik had geen zin om iets te zeggen.

'Weetje. Ik weet dat we een verkeerde start hebben gemaakt, maar-'

'Het spijt me dat ik je moet onderbreken, maar het was eerder het einde dat verkeerd was', zei ik.

'Ja maar toch. Ik wil het goed met je maken. Ik weet namelijk dat we voor elkaar geschapen zijn en-'

'Wat denk jij nou?', onderbrak ik hem weer. 'Jij denkt dat wij bij elkaar passen of zo?'

'We hebben veel gemeen', zei Kenneth volhoudend.

'O alsjeblieft! Laat me alleen!', riep ik.

'Maar-'

'Aaargh! Ik heb genoeg van alles en iedereen en zeker van jou! Alsjeblieft, Kenneth', zei ik boos. Ik was nogal snel aangebrand, ik kon niet veel hebben als mijn leven leek in te storten.

Hij staarde me met een opgetrokken wenkbrauw aan en stond op.

'Vrouwen…', hoorde ik hem nog net mompelen toen hij mijn kantoor uitliep.

Ik had zin om met iets te smijten, maar ik kon me nog net beheersen. Frits kwam binnenlopen.

'Kenneth zag er behoorlijk verslagen uit. Enig idee wat-'

'Nee!', zei ik kortaf.

'Oke oke', zei Frits. 'Rustig maar'.

Ik keek hem boos aan. Hij kon er niks aan doen, maar toch had ik even de pest aan alles. Hij ging tegenover me aan mijn bureau zitten.

'Ik heb er nog even over nagedacht, Lara. De vampiers weten nog niet dat Voldemort verslagen is. Ik wil er wel een andere schouwer op af sturen, maar jij hebt toch de meeste ervaring met vampiers en jou vertrouwen ze het snelst'.

'Dus ik moet die vampiers op gaan zoeken en vertellen dat Voldemort verslagen is? Jemig, daar komen ze ook zelf wel een keer achter', zei ik.

'Misschien doen ze nu wel heel veel moeite om Voldemort te ontlopen en het zou zonde van die moeite zijn'.

'Vampiers hebben een goed uithoudingsvermogen', zei ik.

Frits zuchtte.

'Ik zou toch wat meer respect van je verwachten, Lara. Ik begrijp dat je je vreselijk voelt, maar ik kan er ook niks aan doen. Ik stuur wel iemand anders'.

Het kon me niet schelen, hij deed maar. Niks kon me meer schelen.

Hij stond op en wilde weglopen, terwijl ik erover nadacht. Aan de ene kant had ik totaal geen zin om die vampiers weer tegen het lijf te lopen, maar aan de andere kant zou ik Casper weer kunnen zien, misschien dat ik daarvan op zou vrolijken.

'Frits, wacht. Ik ga wel', zei ik. Ik pakte mijn mantel en toverstok en stond ook op.

'Nu?', vroeg hij.

'Nee over twee jaar!', zei ik geïrriteerd en ik beende langs hem weg.Terwijl hij hoofdschuddend stond te grinniken, verdween ik in de lift, op weg naar het bos waar mijn vriendin om het leven was gekomen.

Casper:

'Heerlijke nacht', zei Vancha terwijl hij languit tegen een steen was gaan liggen.

'Vreselijke nacht', zei ik zuchtend.

Vancha gniffelde. 'Bekijk het leven eens van de positieve kant. Die Voldemort kan ons alleen maar vermoorden'.

'Wat een vooruitzicht', zei ik.

'Bang voor de dood?', vroeg Vancha terwijl hij mij hard tegen mijn schouder porde.

Ik streek mijn haar uit mijn gezicht en probeerde niet aan hem te laten zien dat ik rood werd.

'Het lijkt me gewoon niet zo fijn om vermoord te worden, heer', zei ik.

'Hmm', mompelde Vancha grijnzend. Ik keek hem aan. 'Hmm', zei hij weer.

'Wat is er nou?', vroeg ik geïrriteerd. Ik wist ook wel dat ik respect moest hebben voor deze Vampiersprins, maar ik wist dat hij daar toch niet om gaf. Bovendien was hij wel de laatste persoon van wie je zou verwachten dat het een prins zou zijn.

'Niks hoor', antwoordde hij schijnheilig.

Ik wende mijn blik af van de prins en staarde naar de andere vampiers die rond het kampvuur zaten. De meeste staarde wazig voor zich uit.

Voldemort zou ons hier moeilijk kunnen vinden. De plek waar we zaten zat tussen twee grote rotsen in en was bijna volledig afgedekt door bomen en planten. Het enige licht kwam van de maan, die tussen de bomen doorscheen.

Ik hoorde een geluid.

'Wat was dat?', vroeg ik aan Vancha.

'Het klonk als… iets levends', zei hij.

'Zal ik gaan kijken?', vroeg ik.

'Ik ga mee', zei Vancha terwijl hij opstond.

Ik klom een stukje de rots op en Vancha volgde me. Ik keek richting de plaats waar het geluid vandaan leek te komen. Ik zag duidelijk iets bewegen, maar zelfs mijn vampiersogen waren niet in staat om het te zien.

'Wie is daar?', vroeg ik voorzichtig, terwijl ik nog een stukje hoger klom en me vastklampte aan een tak.

'Drie keer raden', klonk een bekende stem.

'Lara?', riep ik.

'Slim hoor', zei ze en ze sprong van de rots af naar beneden. Vancha en ik lieten ons ook los en we kwamen tegelijk neer op de drassige bosgrond.

Ik omhelsde Lara en vroeg haar wat ze kwam doen.

'Ik kom jullie groot nieuws vertellen', zei ze verveeld. Het was niet de Lara die ik kende, ze leek ergens verdrietig om.

'Zo te zien is het geen goed nieuws', merkte Vancha op.

'Jawel', zei Lara. 'Voldemort is verslagen'.

'Dat meen je niet?', riepen Vancha en ik tegelijk.

'Dat was ook Frits' eerste reactie. Maar het is wel zo', zei Lara. Ze ging zitten op de steen waar Vancha tegenaan lag.

'Mooi, ik ga het even tegen de rest vertellen, dan kunnen we hier weg', zei Vancha opgewekt.

Ik ging naast Lara zitten en sloeg een arm om haar heen.

'Is er iets?', vroeg ik.

'Nee hoor. Afgezien het feit dat mijn vriendin dood is neergevallen en iedereen mij lastig valt met dingen die me niks kunnen schelen, gaat het prima'. Het laatste woord zei ze zo sarcastisch dat ik eigelijk wilde lachen, maar ik wist me in te houden.

'Jeetje. Wat rot voor je…', zei ik nogal onhandig.

'Hmm', zei Lara.

'Begin jij nu ook al?', vroeg ik.

Ze keek me vragend aan en hief een wenkbrauw op.

'Ehm. Sorry', zei ik.

Een glimlach verspreide zich op haar gezicht en toen opeens barste ze in lachen uit. Ik begreep niet waarom ze lachte, maar ik moest onwillekeurig grijnzen.

'Zo. Dat doet een mens goed. Hoe gaat het verder met jou?', vroeg ze terwijl ze de tranen uit haar ooghoeken wreef.

'Eh.. Goed', zei ik. 'Wat viel er te lachen?'

'Niks hoor. Je onhandigheid begint grappig te worden', zei ze grinnikend.

'Jahoor', zei ik.

'En bovendien… had ik gewoon zin om te lachen… deze vreselijke tijden vragen gewoon om wat lol'. Ze glimlachte naar me. 'Ik heb je gemist, Casper'.

'Ik jou ook hoor', zei ik.