Lara:

Het was zwaar om Casper daar alleen achter te laten, maar ik had nog veel te doen. Ik moest Eduson overhalen, de hele bond van de vampierjagers. Zij geloofden Eduson vast allemaal en dachten dat het vampiersbloed mijn hersens aan had getast.

Ik verschijnselde op het ministerie. Ik werd door veel mensen aangestaard. Ik vroeg me af waarom. Ik liep mijn kantoortje in en wierp een blik over mijn bureau. Het was een puinhoop, terwijl ik het nog zo netjes had achter gelaten. Mijn in-postvakje puilde uit. Wie wilde mij nou schrijven? Ik had geen familie… geen vrienden…

Ik ging op mijn bureaustoel zitten en maakte de bovenste brief open. Het was afkomstig van de Ochtendprofeet. Ik was uitgenodigd voor een interview over mijn missie. Hadden Eduson en ik niet afgesproken dat dit geheim zou blijven? Ik maakte de rest van de brieven open en trof allemaal uitnodigingen aan voor de radio, weekbladen en kranten. Ik zuchtte diep en vervloekte Eduson. Hij begon met de dag irritanter te worden. Ik stond op en besloot hem te gaan zoeken. Ik klopte op de deur van zijn kantoortje. Ik kreeg geen antwoord en opende de deur. Het was donker… hij was er zo te zien niet. Ik deed nog twee stappen. Twee stappen waarvan ik wilde dat ik ze niet had gedaan.

Twee handen doemde op uit de duisternis en pakte me ruw beet. Ik struikelde en viel pijnlijk hard op de grond.

'Rustig met haar!', riep een man, Eduson.

'Wat doe je, idioot?', riep ik tegen Eduson.

'Daar kom je wel achter', grijnsde hij.

Hij pakte mijn toverstok af en bond me vast met touwen. Hij pakte me bij mijn arm en verdwijnselde.

We waren in een ruimte. Het was een vierkante kamer. Met een klein raam… met tralies. De man duwde me ruw tegen de muur en verdween weer. Eduson kwam op me af gelopen.

'Fijn dat je er weer bent, Lara. Ik heb je gemist', zei Eduson. Hij streelde mijn wang.

'Donder op, Eduson!', riep en ik sloeg zijn hand weg.

'Arme… arme Lara…', mompelde hij. 'We zullen je waarschijnlijk moeten hersenspoelen willen we dat vampiersbloed eruit krijgen'.

Ik moest bewijzen dat ik nog de Lara was van vroeger… hoe kon ik dat doen? Er waren twee mogelijkheden… of ik deed gewoon zoals mezelf zoals ik nu was… of… ik moest net doen alsof ik Eduson leuk vond. Hij vond mij leuk en hij zou er zeker intrappen. Nee. Ik zou gewoon aardiger doen… of in ieder geval net alsof.

'Dat hoeft niet, Eduson', zei ik zachter.

'O nee?', zei hij grijnzend. 'En waarom niet, lieverd?'

'Omdat ik nog gewoon mezelf ben… net zoals vroeger…', zei ik.

'Bewijs dat, Lara. Dan laat ik je vrij', zei hij. Hij draaide zich om en opende de deur van de cel. 'Denk er nog een nachtje over na'. Hij knipoogde. Toen hij de deur dicht deed schopte ik uit frustratie tegen de muur. Ik miste Casper nu al… was ik maar nooit terug gegaan…

Lara:

De uren gingen voorbij en ik zat maar te bedenken hoe ik Eduson kon overhalen om mij vrij te laten. Ik zou dit melden bij de minister van toverkunst en dan zou Eduson een behoorlijk probleem hebben…

Waar was ik eigelijk? Ik stond op en trok me omhoog aan de tralies. Niets kwam me bekend voor. Het enige wat ik zag waren bomen. Ik sprong weer op de grond en zuchtte diep.

Kende ik maar iemand met wie ik in contact kon komen. Casper zat waarschijnlijk te ver weg. Hij viel af. Ik keek op mijn horloge en hoopte dat er iemand zou zijn die mij wilde redden… Twee uur later kwam Eduson weer binnen. Ik had hem nog nooit zo vrolijk gezien. Die gedachte maakte me niet echt blij…

'En… weet je het al?', vroeg hij glimlachend.

Ik zuchtte en probeerde aardig te kijken.

'Ik uhm… nee', zei ik.

'Gaat het wel Lara? Je ziet er vreselijk uit…', zei Eduson bezorgt.

Hoe zou dat nou komen? Ik moest echt moeite doen om niet te gaan schreeuwen.

'Ja, het gaat… het is alleen niet zo fijn als niemand je gelooft', zei ik.

'Ik geloof je wel, Lara…', zei hij. Het klonk niet echt overtuigend.

'Jij gelooft dat vampiers onschuldig zijn?', vroeg ik.

'Ja, als jij dat zegt', zei hij. Hier zat wat achter.

Hij kwam dichterbij staan. Ik voelde me erg ongemakkelijk.

'Je bent erg mooi, Lara', zei hij zacht. Zijn gezicht kwam dichterbij.

'Nee, Eduson!', riep ik. 'Laat me met rust!'

'Waarom? Ik geloof je toch? Wat is je probleem?'

'Je gelooft me niet! Je doet dit alleen maar om me te verleiden!', zei ik boos.

'Natuurlijk niet! Ik weet dat je niet kan liegen Lara, ik geloof je!', zei hij. Ik had hem duidelijk gekwetst, maar hij probeerde dat niet te laten zien.

'Ik hou van je, Lara', zei hij er zacht achteraan. 'Doe me dit niet aan'.

'Als jij echt van me houd dan laat je me nu gaan!', schreeuwde ik. Ik was het zat, ik kon er niet meer tegen.

Hij was geschokt door mijn uitbarsting.

'Sorry, Lara. Ik kan je niet laten gaan. Het is voor je eigen bestwil. Morgen modificeren we je geheugen en dan kunnen we de hele missie vergeten', zei hij.

'Dus alles is voor niets geweest?', riep ik.

'Ja, we weten nu dat vampiers gevaarlijk zijn, dat als je hun bloed binnen krijgt vreemd gaat denken. We moeten ze uitroeien', zei hij.

'NEE!', riep ik. 'Dat kan je maken! Je hebt de verkeerd Eduson! Je moet de vampanezen uitroeien!'

'Nonsens! Vampiers zijn gevaarlijk. Punt uit!', riep hij. Hij was boos, maar dat kon me niets schelen.

'Jij bent een gevaarlijke gek, Eduson! Je bent zo geobsedeerd door de slechtheid van vampiers dat er geen andere mogelijkheden meer doordringen in je minuscule brein', zei ik hatelijk.

'Jij bent onmogelijk, Lara. Het is dat je jezelf niet bent, maar anders…'

'Het is dat ik mezelf wel ben, Eduson. Wanneer geloof je me nou eens?', zei ik.

'Ik kan zo'n met vampiersbloed doordrenkte heks niet vertrouwen, Lara. Je bent net zo gevaarlijk als die Mcfadden op dit moment', zei Eduson.

'Mcfadden was tenminste aardig. Hij zou mij nooit op hebben gesloten, omdat hij zo nodig zijn eigen zin door wou drijven. Je bent gewoon jaloers Eduson!', riep ik.

'Genoeg. Ik zie je morgen, Lara', zei hij. Hij draaide zich om en beende chagrijnig de deur uit.

Fijn. Daar zat ik dan. Alleen… en morgen zonder ook maar één herinnering aan Casper…

Casper:

De uren die volgde vertelde Regus me alles wat er was gebeurt in het ministerie. Hij sprak er luchtig over, hij was altijd zo kalm.

'Ik wil Lara opzoeken', zei ik toen hij klaar was.

'Laat haar. Ze moet de bond van de vampierjagers nog overtuigen van onze onschuld. Geef haar de tijd', zei Regus.

'Maar wat als het niet lukt?', vroeg ik.

'Het lukt haar wel. Ze was de juiste persoon hiervoor', zei Regus.

'En wat als die Eduson haar iets aandoet?', vroeg ik.

'Eduson is verliefd op Lara', grinnikte Regus. 'Zijn huwelijk is kapot, omdat zijn vrouw erachter kwam'.

'Hij verdient het…', zei ik zuur. Regus knikte.

'Zei hij nog wat hij met Lara ging doen?', vroeg ik.

Het was even stil. Toen stond Regus ineens op.

'Helemaal vergeten…', zei hij. Hij was niet kalm meer. Ik keek hem ongelovig aan. Dit was niet de Regus die ik kende.

'We moeten nú naar het ministerie!', zei hij.

'Wat is er aan de hand, Regus?', vroeg ik.

'Hij heeft Lara. Hij vertelde dat nog… dat als Lara terug zou komen hij haar mee zou nemen…', zei Regus.

'Waar… waarheen?', vroeg ik.

'Hij zei het… hij zei het nog… Sorry, Casper, ik ben het helemaal vergeten… Het komt door die stomme Cruatiusvloek…', zei Regus peinzend.

Ik slikte. Ik was bang… wat zou Eduson met Lara van plan zijn?

Regus en ik flitten zo snel mogelijk naar het ministerie van Toverkunst.

In het ministerie:

De maandelijkse vergadering van de bond der vampierjagers was ondertussen al begonnen. Alle leden van de bond zaten samen in een vierkante kamer. De bond bestond uit ongeveer 30 leden. Eduson was het hoofd en zat ook aan het hoofd van de tafel.

'Stilte iedereen. Ik zou graag willen beginnen', zei hij. 'Na wat onderzoek en ondervraging zijn we dingen te weten gekomen over vampiers die we nog niet wisten. Vampiers blijken nog veel gevaarlijker te zijn dan we dachten. We gaan over tot actie'. Eduson stopte even en zuchtte. 'Ik stel groepjes samen van drie personen. Die groepen gaan op zoek naar vampiers. En doden ze! We kunnen deze gevaarlijke wezens niet blootstellen aan onze wereld en die van de Dreuzels. Iedereen akkoord?'

Er werd opgewonden gemompeld en vrijwel iedereen knikte. Eduson negeerde de overige en begon alle leugens over vampiers op te noemen… Hij deelde de groepjes in en zocht in zijn aktetas.

'Verdorie', mompelde hij. 'Fransisco? Zou je zo vriendelijk willen zijn om die kaart te halen, zodat we de routes kunnen uitstippelen?'

'Komt in orde meneer', zei Fransisco en hij ging op weg naar het kantoortje van Eduson.