Casper:
Regus en ik zochten een ingang en liepen zo onschuldig mogelijk door de gangen van het ministerie. We zochten de afdeling vampierjagers en zochten naar Edsuon's kantoortje. We vonden het uiteindelijk en zochten tussen de stapels papieren op zijn bureau. Uiteindelijk vonden we iets wat van nut kon zijn… Regus en ik deden moeite om niet te lachen… een dagboek.
'Normaal zou je je schuldig moeten voelen als je iemands dagboek zou lezen…', grinnikte Regus.
'Naar alle verhalen die ik over Eduson heb gehoord, vind ik een dagboek niet zo bij hem passen…', zei ik.
'Ik lees het hardop voor… even een leuk stukje zoeken', zei Regus grijnzend.
'We zijn hier wel om Lara te redden, weet je nog?', zei ik.
'Goed… wat jij wilt. Maar we nemen hem wel mee als aandenken aan Eduson', zei Regus.
Hij bladerde door het dagboek naar de laatste bladzijdes die Eduson had beschreven.
'O nee. Hij is gestopt met schrijven… twee weken geleden…', zei Regus toen hij de bladzijdes had doorgelezen.
'Staat daar niets bij waar we wat aan hebben?', vroeg ik hoopvol.
'Nee. Er staat zelfs niks over de missie van Lara', zei Regus.
'Verdorie. Wat moeten we nu?', zei ik.
Opeens ging het licht aan.
'Fransisco, lang niet gezien', zei Regus.
'Alarm alarm! Vampiers!', riep Fransisco.
Regus en doken allebei op hem af en snoerde hem de mond. Ik keek naar de gang, maar niemand had Fransisco gehoord. Ik deed de deur dicht en keek hoe Regus Fransisco's toverstok verpulverde met zijn vingers.
'Jullie krijgen hier problemen mee!', snauwde Fransisco tegen Regus. 'Eduson komt me zo zoeken en als hij jullie ziet dan-'
'Kop dicht. Vertel me waar Lara zit!', zei Regus.
'Dat is geheim. Dat mag ik niet zeggen!', zei Fransisco.
'Martel hem!', zei ik tegen Regus. 'We hebben geen tijd de verliezen!'
'Wat jij wilt…'
Tien minuten later had Fransisco nog geen woord gezegd.
'Ik begin mijn geduld te verliezen!', zei Regus dreigend. 'Waar is Lara? Of moet ik je vinger eraf hakken?'
'Dat doe je toch niet!', verweerde Fransisco zich.
'O nee? O nee?', zei Regus.
Fransisco twijfelde en keek met angst in zijn ogen naar Regus.
Regus haalde een mes uit zijn zak en dreigde echt de vinger van Fransisco eraf te hakken.
'Stop! Goed… ik vertel het…', zei Fransisco.
'Eindelijk…', mompelde ik.
'Ze zit in Roemenië, in d-de oude tovenaarsgevangenis in de bossen van Oradea', zei Fransisco.
'ROEMENIË?', riep ik.
'Vuile schoften… hoe hebben jullie haar zo snel daar gekregen?', vroeg Regus.
'Verschijnselen', zei Fransisco.
'Fijn…', zei ik en plofte op de bureaustoel van Eduson neer. 'Hoe gaan we daar komen?'
'Ik zou maar opschieten…', zei Fransisco duister. 'Morgen om precies 12 uur wist Eduson alle herinneringen aan haar missie uit het geheugen van Lara.…'
Regus haalde uit naar Fransisco zodat hij bewusteloos was.
'Hoe gaan we dat ooit redden?', vroeg ik me hardop af.
'Ik heb geen idee', antwoordde Regus. 'Er moet een manier zijn dat het zelfs voor ons mogelijk is'.
'Dat verschijnselen hè, waar die tovenaars het over hebben… hoe zou dat precies werken?', vroeg ik.
'Ik had hem niet bewusteloos moeten slagen… nou moeten we er weer een vangen…', zei Regus glimlachend.
'Hij zou toch niks gezegd hebben. We moeten iemand zien te vinden die ons zou vertrouwen...', zei ik.
'Goed idee. Wie?'
'Weet ik veel… Lara had vast wel vrienden denk ik… als we hun alles vertellen, dan helpen ze ons vast wel', zei ik hoopvol.
Ik stond op en volgde Regus weer door de deur naar buiten.
'Waarom was Eduson trouwens niet in zijn kantoortje?', vroeg ik aan Regus.
'Zoek dekking', fluisterde Regus plots. Hij trok me achter een groot beeld.
'Dat is nou Eduson, Casper…', zei Regus. Eduson kwam uit twee grote houten deuren lopen en liep regelrecht naar zijn kantoortje.
'Wacht eens even... ik ken hem... maar... Ojee… als hij Fransisco ontdekt…', fluisterde ik.
'Niks aan de hand… hij zou nooit raden dat wij het waren…', zei Regus kalm.
'Het waren… die vampiers!', riep een stem. Die van Fransisco…
'Hoe… hoe krijgt die Eduson hem zo snel bij bewustzijn?', vroeg ik.
'Waar zijn ze?', riep Eduson. Zijn hoofd was rood van opwinding.
'Weet ik niet!', schreeuwde Fransisco hysterisch. 'Ze kunnen overal zitten!'
'Waarschuw de bond… we moeten het hele ministerie uitkammen!', riep Eduson.
'Oeps…', zei Regus. 'Tijd om weg te gaan…'
We wilden net weglopen toen er een vrouw op Eduson kwam afgelopen.
'Mathilde! Wat doe jij hier?', vroeg Eduson.
Regus grijnsde breed. 'Zij houd hem wel even bezig…'
'Wie is dat?', vroeg ik.
'Zijn vrouw… ze is erachter gekomen dat Eduson Lara leuk vind…' We grijnsden even naar elkaar en keken toen weer naar het kibbelende stel.
'Ik haat je!', riep Mathilde uiteindelijk en ze draaide zich woest om.
Eduson draaide zich ook om. Hij was furieus. Hij verdween in een kantoortje en Mathilde liep richting de grote deuren van de hal.
'Ik heb een idee…', zei ik. 'Zou Mathilde Eduson genoeg haten om ons te helpen?'
Regus knikte grijnzend toen hij mijn plan snapte. We volgden Mathilde.
'Pardon, mevrouw', zei ik tegen Mathilde.
'Hallo, meneer', zei ze tegen mij. Ze keek naar Regus en gilde. 'Jij! Jij bent die vampier!'
'Ssst!', siste ik tegen Mathilde. 'Je wilt toch niet dat Eduson zijn zin krijgt en ons pakt?'
Mathilde dacht even na . 'Ja, dat is waar. Maar wat moeten jullie van me?
'We vroegen ons wat af, Mathilde. Weet je nog die Lara waar we het over hadden?', zei Regus.
'Dat kreng ken ik nog ja', zei ze pissig.
'Het is niet de schuld van Lara dat Eduson haar leuk vind, dat deed Eduson zelf', zei ik.
'Goed goed. Wat willen jullie dan van me?', zei Mathilde ongeduldig.
'Eduson heeft Lara ontvoerd en meegenomen naar Roemenië. Morgen modificeert hij haar geheugen en wij moeten haar redden voordat Eduson daar aankomt', zei Regus.
'En ik moet jullie daarbij helpen… eigelijk zou ik die Lara moeten haten omdat ze zo veel leuker is dan mij…', zei Mathilde terwijl ze haar rood gelakte nagels bestudeerde.
'Alsjeblieft, Mathilde. Eduson gaat het niet leuk vinden als Lara weg is', zei ik.
'Dat is waar…', zei Mathilde. Ik zag dat ze twijfelde. Ik hoopte en bad dat ze ons zou helpen. We hadden al zoveel tijd verloren.
'Goed. Ik krijg jullie voor morgen wel in Roemenië', zei ze. 'Wat krijg ik ervoor?'
'Dat bespreken we later wel', zei Regus.
'Goed goed', zei ze ongeduldig. 'Waar is het precies?'
'De oude tovenaarsgevangenis in de bossen van Oradea, in Roemenië', vertelde Regus Mathilde.
'Ik moet heel even wat nakijken, ik ben zo terug', zei Mathilde.
'Wat ga je doen?', riep ik haar nog na, maar ze was al verdwenen in de mensenmassa.
'Goed plan', zei Regus. 'Wat doen we als Eduson ons hier vind?'
'We vallen vast niet op. Denk ik…', zei ik nerveus. Wat als Mathilde Eduson ging halen?
'Voor de rest was het wel een goed plan', zei Regus. Hij legde zijn hand op mijn schouder en ging zachter praten. 'We komen er wel… Mathilde is niet de enigste tovenaar die ons zou willen helpen'.
'Denk je?', zei ik.
'Natuurlijk!', antwoordde Regus. 'En daar is ze trouwens weer'.
Ik zuchtte diep. Ik kreeg al iets meer moed.
'Zo. We kunnen gaan', zei Mathilde tegen ons.
Ze liep voor ons uit naar een lift. De lift ging ratelend naar beneden. Toen de deur open ging, ging Mathilde ons voor naar een aantal haarden die in de muur van een lange gang waren gebouwd. In de ene kant verschenen er tovenaars in de haarden en aan de andere kant stonden tovenaars te wachten tot ze ook in een haard mochten gaan staan. Ze pakten wat poeder uit een bakje en gooide dat in het vuur, zeiden een plaats en stapten in de vlammen. We sloten achteraan bij een rij.
'Waar gaan al die mensen precies naar toe, Mathilde?', vroeg Regus.
'O, naar overal en nergens', zei ze verveeld. 'Ik heb net even een haard opgezocht die vlakbij die gevangenis ligt, hotel de Kleine Wezel, dat moeten jullie zo zeggen als jullie in de haard stappen. Willen jullie ook terug, of gaan jullie dan op een andere manier?'
'Lara helpt ons wel', zei ik. 'Gaat dit wel snel genoeg?'
Mathilde lachte even. 'In onze wereld kan het nog sneller. Tss…'
'En wat als het mislukt?', vroeg Regus.
'Dat is jullie eigen risico', zei ze terwijl ze een spiegeltje uit haar zak haalde en haar lippen bij stiftte.
'Wil je Eduson nou dwars zitten of niet?', zei ik schamper.
Ze keek geërgerd op.
'Jullie zijn erg irritant. Goed, ik ga wel mee om te controleren of jullie daadwerkelijk in hotel de Kleine Wezel aankomen. Nou tevreden?' Ze zuchtte weer. We waren nu vooraan in de rij en ongeduldig duwde Mathilde ons een voor een in de haard en vertelde wat we precies moesten doen. Ik deed wat ze zei en ik voelde een ruk achter mijn navel. Het was eens iets anders dan Flitten, maar hoogstpersoonlijk koos ik daar toch liever voor. Na een paar seconden was het voorbij en ik werd de hard uitgeslingerd. Regus verscheen net na mij in de haard, nog net zo kalm als anders en hij werd gevolgd door Mathilde.
'Goed, kan ik weer gaan?', vroeg ze ongeduldig.
'Weet je zeker dat we wel goed zitten?', vroeg ik.
'Ja. Nou, dag dan maar', zei Mathilde.
'Bedankt', riep Regus haar nog achterna, maar ze was alweer verdwenen in de haard.
We staarde elkaar een paar seconde aan en besefte toen weer waarvoor we waren gekomen.
'Zullen we dan maar?', zei ik.
We liepen de Kleine Wezel uit en keken om ons heen. We waren in een bos, dat was wel duidelijk. Het was al lang licht, dus we moesten oppassen dat we niet zouden verbranden. Waar zat de oude tovenaarsgevangenis?
Vampiers hebben een erg sterke reuk. Ik snoof de lucht diep op maar rook geen spoor van Lara.
'Ik ruik niks. Wat doen we nu?', vroeg ik aan Regus.
'Lopen. Misschien komen we dan wel in de buurt', stelde Regus voor.
'Dan verbranden we', zei ik.
'Dat risico moeten we dan maar nemen. We kunnen heus wel een paar uur in de schaduw van de bomen lopen', zei Regus.
'Ik hoop dat je gelijk hebt…'
Na een half uur lopen begon ik al sporen te ruiken van Lara. Regus' nek en gezicht waren al lichtjes verbrand en mijn huid voelde ook al branderig aan. Ik hoopte dat we Lara snel zouden vinden en dat we snel uit de zon konden komen. Nog geen tien minuten later doemde er een klein gebouw voor ons op. Het zag er vervallen uit, maar je kon zien dat het vroeger een strak en netjes gebouw moest zijn geweest. Ik begon te rennen en Regus volgde mij.
We vonden de ingang en liepen zo naar binnen. Er was niemand te bekennen.
'Wow, wat doen we nu?', vroeg ik aan Regus toen we in een gang stonden met wel dertig deuren aan iedere kant.
'Het is groter dan dat het eruit ziet', zei Regus. 'Jij hebt Lara langer gekend… volg je neus'.
Ik snoof de lucht diep op maar rook niks.
'Ze zit hier niet', zei ik. We liepen de gang door, gingen een trap op en kwamen weer zo'n gang tegen.
'Alles lijkt hier op elkaar. We moeten oppassen dat we niet verdwalen', zei Regus. We liepen wel zestien gelijke gangen door maar het leek wel of de muren geurdicht waren.
'Waarom konden we haar vanaf de buitenkant wel ruiken en van binnen niet?', vroeg ik me hardop af.
'Laten we om het gebouw heenlopen en proberen haar locatie te bepalen', zei Regus.
We deden wat Regus voorstelde en op de plek waar ik haar geur het meeste rook, probeerde we door de muur heen te breken.
'Te dik. Magisch versterkt. Dat hadden ze met mijn cel ook gedaan', zei Regus. 'Even zien… we moeten in noordelijke richting lopen, dan komen we er vanzelf'.
'Hoe laat is het?', vroeg ik aan Regus.
Hij keek op zijn horloge en vloekte. 'Half twaalf! We hebben nog een half uur om Lara te vinden en weg te komen', zei hij zuchtend.
'Wat als Eduson wat eerder komt?', vroeg ik.
'We gaan ons uiterste best doen om bij Lara te komen', zei Regus. We renden weer naar binnen en liepen in noordelijke richting. Gang in gang uit. Trap op trap af. Ik had geen idee waar we waren, maar ik voelde dat we in de buurt kwamen.
'Lara!', riep ik. 'Lara, waar zit je?'
Ik kreeg geen antwoord.
'Blijf roepen, als we in de buurt komen hoort ze ons vast wel', zei Regus.
