Lara:
Ik keek op mijn horloge… Nog twintig minuten. Ik was verloren… niemand zou me nog kunnen redden… Ik stond op van de grond en staarde naar buiten. Een vogel bouwde zijn nestje in een boom. Was ik die vogel maar… dan kon ik zo door het raam naar buiten vliegen… Zonder zorgen, zonder een lastige Eduson achter me aan…
Ik zakte weer op de grond van ellende, tot ik plots iemand hoorde roepen. Het was Casper!
'Casper!', riep ik terug. 'Ik zit hier!'
'Godzijdank Lara!', riep hij terug. Hij bonkte op de deur. 'Achteruit!', riep hij.
Ik stapte weg bij de deur en even later kwam Casper naar binnen vallen. Hij stond op en rende naar me toe, vloog me in mijn armen. Regus liep over de resten van de deur heen en keek op zijn horloge.
'Geen tijd voor dat geknuffel. We moeten gaan!', zei hij.
Casper rolde zijn ogen en knipoogde. Ik glimlachte en volgde de vampiers.
'Hoe hebben jullie me gevonden?', vroeg ik toen we op weg waren naar de uitgang.
'Dat is een lang verhaal. Vertel ik je later wel…', zei Casper. 'Het belangrijkste is dat we hier wegkomen.'
We begonnen te rennen en ik keek weer op mijn horloge. Over vijf minuten zou Eduson mijn geheugen wissen. Hij had er al lang moeten zijn hem kennende…
Maar hij was niet. We kwamen hem niet tegen. Casper zei me dat ik op zijn rug moest gaan zitten omdat we dan konden flitten.
Ik deed wat hij zei en in nog geen tien minuten waren we uit de bossen, en keken we uit over een stad.
'Wat doen we nu?', vroeg ik. 'Jullie kunnen echt niet langer in de zon blijven!'
'We zoeken een hotel', zei Regus.
'Een hotel? Kan Eduson ons dan niet makkelijker vinden?', vroeg ik.
'Eduson is dom. Het zou me verbazen…', zei Regus.
'Eduson is slim genoeg om ons te vinden. Wij tovenaars hebben zo onze manieren om iemand op te sporen…', zei ik.
'Jullie tovenaars maken het elkaar wel erg moeilijk hè?', zei Casper. 'We zoeken gewoon een hotel en hopen er maar het best van'.
In het ministerie:
'We hebben alle verdiepingen afgezocht, maar geen spoor van de vampiers, meneer', zei Fransisco die ochtend tegen Eduson.
'Ze moeten toch ergens zijn?', riep Eduson woedend.
'Ja, vast wel. Maar komt u niet te laat voor uw afspraak met Lara? Het is al tien over twaalf', zei Fransisco.
'Jij stomkop. Ik ben al te laat! Haal mijn mantel', snauwde Eduson.
Fransisco haalde de mantel van Eduson en hij verschijnselde direct naar Roemenië.
'Ben ik even blij dat ik hier niet woon… wat een kou!', mompelde hij in zichzelf terwijl hij zijn mantel optrok.
Hij liep de voormalige tovenaarsgevangenis in en liep regelrecht naar de cel waar hij Lara had opgesloten.
'Welverdorie!', riep hij toen hij de resten van de deur op de grond zag liggen. 'Muller! Waar zit je? Ik krijg je wel! Let op mijn woorden!', riep Eduson kwaad. Maar Lara hoorde hem niet… ze lag vredig te slapen in een hotel… ver van Eduson vandaan…
Lara:
Toen ik die avond wakker werd, wist niet waarom ik me zo ongelukkig voelde. Even kwam het beeld van Eduson weer terug, maar ik wist dat het daar niet aan lag. Casper lag nog te slapen, maar hij zou zo wel wakker worden. Het was nacht en vampiers hadden minder slaap nodig dan tovenaars. Zijn huid was bijna hersteld en ik vroeg me af of dat bij mij ook het geval was geweest… zo snel. Ik keek naar hem en ik voelde een leegte… hij was er, maar ik wist dat we ooit weer uit elkaar moesten gaan…
Ik plofte op de bang neer die in de slaapkamer stond en dacht na… Rond tien uur 's avonds deed Regus zijn ogen open.
'Hoe laat is het?', vroeg hij aan mij.
'Tien over tien', zei ik mat.
'Ik denk dat het verstandig is om Casper wakker te maken. We kunnen beter 's nachts reizen dan overdag', zei hij. Ik knikte en liep naar het bed van Casper toe. Zachtjes schudde ik hem wakker en glimlachte. Het duurde even voordat hij echt wakker was. We vertrokken rond half elf en hoopten dat Eduson niet zo slim zou zijn om te bedenken dat we juist 's nachts zouden reizen.
'Waar lopen we eigelijk heen?', vroeg ik toen we al twee uur onderweg waren. Mijn benen waren moe en ik had honger.
'Geen idee… Maakt ook niet uit, als we maar zorgen dat we Eduson ontlopen', zei Regus.
'Ik kan niet meer', zeurde ik.
'Lara toch. Stel je niet zo aan', zei Casper grijnzend.
Ik stak mijn tong uit naar Casper en we lachten samen.
'Wacht eens even…', zei ik peinzend. 'Is het geen beter idee om juist naar Eduson toe te gaan?'
'Ja, goed idee', zei Casper sarcastisch.
'Ik bedoel… Eduson is nu vast op zoek naar ons. We kunnen de bond misschien overtuigen van jullie onschuld. En als ze niet willen luisteren… Ken ik nog een paar leuke vervloekingen…', zei ik grijnzend.
'Ik weet het niet Lara… ten eerste… heb je geen toverstok-'
'Die kopen we dan wel even', onderbrak ik Casper.
'Ten tweede… weten we niet zeker dat Eduson naar ons op zoek is-'
'Daar komen we maar op een manier achter'.
'En ten derde… die vampierjagertjes van jullie staan vast net zo tegenover ons als Eduson', eindigde Casper.
'Goed punt. Maar we moeten toch wat proberen? We kunnen toch niet voor eeuwig Eduson ontlopen?', zei ik.
'Volgens mij heeft Lara wel gelijk in een aantal punten, Casper. Als het niet lukt, pech gehad. Als het wel lukt, is het mooi meegenomen', zei Regus.
Ik keek zelfvoldaan naar Casper en knipoogde. Ik zocht in mijn zakken naar geld en vond net genoeg voor een toverstok. 'Ik verschijnsel even naar de Wegisweg, koop een toverstok en kom hier terug, over een kwartiertje denk ik'.
'Succes. En als je die mafkees tegenkomt voordat je een toverstok kon kopen… het was leuk je gekend te hebben', zei Casper.
'Bedankt voor je vertrouwen', zei ik terug. 'Tot zo'.
Ik verschijnselde tussen de mensen. Al zou Eduson hier lopen, zou hij mij nooit kunnen vinden. Ik liep naar Oliviander. Gelukkig vond hij snel een toverstok voor me en ik ging snel weer terug naar Roemenië.
'Dat deed je snel', zei Casper toen ik tussen de bomen verschijnselde. 'Hoe gaan we nou bij het ministerie komen?'
'Simpel. Ik stel een Viavia op', zei ik.
'Een wat?', vroeg Regus.
'Een Viavia. Dat is een voorwerp dat ons naar de gewenste plek kan brengen op elk moment. Het is illegaal, maar vreemde tijden vragen om vreemde oplossingen'.
Ik pakte een tak van de grond en richtte mijn toverstok erop.
'Portus!'
De tak straalde een blauw licht uit en viel toen uit mijn handen.
'Goed. Bij drie pakken we allemaal die tak. We komen als het goed is in de hal van het Ministerie van Toverkunst uit. Als we ergens anders uitkomen… heb ik geen goede toverstok', zei ik. 'Een… twee… drie!'
Regus, Casper en ik pakte de tak en we verdwenen uit het bos waar we liepen. Na een paar seconden vielen we op de harde vloer van het ministerie neer.
