hoofdstuk 3 hoogtes
De rest van de week verliep rustig. Dinsdag was er
een klein opstootje in de hal. Op de een of andere manier was de
vloer ingezeept en moesten Fran en Will de grote zaal inglibberen
voor hun ontbijt.
Fran zag professor Anderling vloeken en tieren
terwijl ze pogingen deed om de zeep te laten verdwijnen.
Ze
stootte Will aan en hij grinnikte.
Arthur zat al aan tafel. Ze
gingen tegenover hem zitten en hij keek op van zijn
ochtendprofeet.
"Lekker glad vandaag nietwaar?"
glimlachte hij.
"Als je zo kijkt weet je meer" zei Will
achterdochtig "mam zal blij zijn als ze erachter komt".
"Ik
weet van niks" zei Arthur vrolijk. Hij keek nadrukkelijk even
naar James en zijn vrienden die een eindje verder zaten en richtte
zich dan weer op zijn krant.
Will en Fran keken allebei vol
respect naar het groepje. Net op dat moment kwam een meisje de grote
zaal binnenvallen.
Ze keken allebei op, net als de rest van de
groet zaal. Verschillende mensen lachten maar ze krabbelde waardig
overeind, schudde haar haar en liep kalm naar de tafel van
Griffoendor. Fran herkende haar aan het meisje dat James die avond
geplaagd had. Evers of zo.
"Klasse Potter klasse" zei ze
vrolijk "maar als Anderling erachter komt dan ben je nog niet
jarig. En o jee ik geloof dat ze er al aankomt."
De
Griffoendor tafel keek om en inderdaad, een furieuze proffessor
Anderling kwam aangebriest.
"Naar mijn kantoor. Allevier.
Onmiddelijk" blafte ze.
James en de rest stonden vrolijk op
en volgden haar.
"Veel geluk Potter" grijnsde het
meisje. Ze wierp hem een kushandje toe en schonk tevreden een glas
pompoensap uit.
"Wie is dat meisje?" vroeg Fran
nieuwsgierig.
"Lily Evers" antwoordde Arthur "speciaal
geval, maar ze is oké".
"Wat is er zo speciaal
aan haar?" vroeg Will nieuwsgierig.
"Dat vind je wel uit
als je ouder bent" grijnsde Arthur "Gooi es een
broodje?".
"Ik ben maar een jaar jonger"
protesteerde Will.
"Broodje".
"Pak het
zelf".
Arthur gromde en stak zijn arm uit naar de
broodjesmand maar Will gritste ze vlug weg.
"Och wat
volwassen"
"Je kunt een broodje krijgen als je me
verteld wat er zo speciaal is aan haar".
Arthur haalde zijn
schouders op "Hey Lindy" riep hij naar een meisje dat een
eindje verder zat.
"Wat?"riep ze terug
"Gooi
eens een broodje".
Hij ving het keurig met zijn ene hand en
stopte het demonstratief in zijn mond.
"Nah"
Het
laatste uurtje na de middag hadden ze voor de eerste keer
vliegles.
Fran ratelde maar door en ze merkte niet hoe Will steeds
maar stiller en stiller werd naarmate ze dichter bij de zwerkbalpiste
kwamen.
Hun vlieginstructeur was een zekere meneer Collins. Hij
had kort zwart haar dat op sommige plaatsen al lichterlijk grijs
begon te worden.
"Goeiemiddag allemaal". Hij wandelde
met stevige pas voorbij het groepje nerveuse eerstejaars en ging een
eindje verder met zijn handen in zijn zij staan.
"Iedereen
gaat naast een bezem staan. Heeft iedereen een bezem? Oké dan
hou je nu je hand boven je bezem en je zegt 'omhoog'."
"Omhoog"
commandeerde Fran. De bezem vloog netjes in haar uitgestrokken
hand.
"Hoe doe je dat" zuchtte Will "die van mij
wil niet. OMHOOG". De bezem steeg een klein stukje en vlie dan
moe weer neer.
"Tja je hebt het of je hebt het niet"
glimlachte Fran zelfvoldaan.
"Wrijf het er maar dik in"
mopperde Will "OMHOOG stom stuk hout!". Maar de bezem
bewoog niet eens meer. Hij keek vlug even of meneer Collins in de
buurt was en pakte dan vlug de bezem.
"Dat is vals spelen"
siste Frances.
Will stak zijn tong uit "jouw bezem is
beter".
"Iedereen heeft zijn bezem vast ?" vroeg
Collins "mooi zo dan mogen jullie nu een eindje
vliegen".
"Eindelijk" mompelde Fran.
"Wat
je zegt" zuchtte Will bleekjes.
"Sla allemaal jullie
been over jullie bezem. Gedaan? Goed zo. Nu duwen jullie je af met
jullie voeten op de grond. NU NOG NIET juffrouw Windsor, op mijn
teken pas. Jullie stijgen een klein eindje, een KLEIN eindje! Ik heb
geen behoefte om iemand vanaf het dak van de uilenvleugel te gaan
vissen. Na een paar meter hou je je ezem horizontaal en dan blijven
jullie even hangen.Oké, op mijn teken."
Will kreunde,
sloot zijn ogen en prevelde vlug een gebedje.
"NU".
Hij
zuchtte kneep zijn ogen stijf dicht en zette zich af van de grond. Na
een paar seconden duwde hij zijn bezem vlug horizontaal en opende
langzaam zijn ogen. Dat had hij niet moeten doen.
"Oh nee oh
nee oh nee" mompelde hij.
"Hey Will dit is leuk"
hoorde hij Fran roepen. Ze zweefde een paar meter boven hem.
Hij
haalde diep adem en keek nog eens naar de grond.
"Oh jee oh
jee".
"En
nu gaan we over naar dalen" hoorde hij meneer Collins
roepen.
'Dalen' dacht Will opgelucht 'Dalen, naar de heerlijke
grond'. Hij klemde zijn bezem nog iets steviger vast en deed zijn
best om zo horizontaal mogelijk voor zich uit te kijken.
"Buig
jullie bezems lichtjes naar onder en dan dalen jullie zachtjes.
ZACHTJES niet vergeten. Ik heb geen zin in putten in de
zwerkbalpiste." hij lachte om zijn eigen grapje maar Will vond
het allesbehalve grappig.
"Oké kalm" mompelde hij
zachtjes tegen zichzelf "Will jongen, kalm blijven, het is
hartstikke veilig. Leun nu zachtjes naar voor."
Maar dan
moest hij ook naar beneden kijken.
"Diep ademhalen Will,
komaan je kunt het."
Hij ademde diep in, pakte de bezem nog
iets steviger vast en keek langzaam naar beneden.
Hij duizelde
heel even, maar ging dan bliksemsnel weer netjes horizontaal zitten.
Dan maar niet naar beneden.
"Hey jij daar"
Will
kreunde.
"Blijf je daar nog lang hangen of hoe zit het?"
riep meneer Collins.
Will probeerde 'ik kom' te roepen maar er
kwam alleen maar een zwak piepend geluid uit dat onmogelijk beneden
gehoord kon worden.
"Komop Will gewoon naar voor leunen, het
gaat vanzelf". Dat was Fran.
Will kreunde nog eens, ze zou
hem nu wel een zwakkeling vinden.
De andere eerstejaars begonnen
nu ook te roepen. Maar zij waren niet zo aanmoedigend als Fran.
Hij
kon zich hier toch niet compleet belachelijk laten zitten? Als hij nu
naar beneden kwam kon hij nog doen alsof hij het niet gehoord had of
zijn bezem nog raar deed of zo. Hij moest in ieder geval nu naar
beneden, anders mocht hij het de rest van zijn leven op Zweinstein
aanhoren.
Hij gluurde voorzichtig even naar beneden. Zou hij het
doen of niet?
Het was veel te hoog.
"Help" piepte
hij.
Hij sloot gewoon zijn ogen pakte de bezem nòg iets
steviger vast en bleef koppig zitten.
"Kom geef me je
hand".
Will deed verbaasd zijn ogen open. Meneer Collins
zweefde vlak naast hem.
"Komop geef me je hand".
Geen
haar op zijn hoofd dat eraan dacht de veilige bezem los te
laten.
"Komaan jongen, ik zal je niet laten vallen."
'Nee
natuurlijk niet' dacht Will sarcastisch.
Meneer Collins stak zijn
hand uit en greep zijn pols vast.
"Nee" protesteerde
Will verschrikt.
"Komop laat los" drong meneer Collins
aan.
"Laat me los" riep Will in paniek "laat me los
ik ga vallen. LAAT LOS".
Hij liet hem los.
Will zuchtte
even opgelucht. Maar daarmee was hij nog niet beneden.
"Help
me" piepte hij.
"Geef me dan je hand" herhaalde
meneer Collins "ik laat je heus niet vallen, ik heb dit al vaker
gedaan".
Will schudde kort zijn hoofd en keek strak zich uit
om niet naar beneden te moeten kijken.
Meneer Collins gaf het
op.
"Ik kom zodadelijk terug" verzekerde hij Will. En
met een korte windvlaag was hij verdwenen.
Will rilde, hij durfde
zich niet te bewegen. Beneden hoorde hij mensen lachen en praten maar
hij schonk er geen aandacht aan. Het enige wat telde was hij en de
bezem.
Hij wist niet hoe lang hij daar zo bleef hangen.
Langzaamaan begon hij kramp te voelen in zijn benen, en dan begon
zijn neus nog te kriebelen ook. Hij moest enorm scheel kijken om het
topje van zijn neus te kunnen zijn.
het was een vlieg.
Hij
probeerde ze eraf te blazen, ze zoemde even maar bleef rustig
zitten.
"Ga weg kssjt ksssjt"
"Heb je het tegen
mij?".
Will maakte haast een sprongetje van schrik.
Het
was James.
"Ooh ik zie het al" grinnikte hij. Hij
zwaaide even voor Will's neus en de vlieg vloog zoemend weg.
"Klein
probleempje niet waar" zei James luchtig. Hij zat zeer
comfortabel op zijn bezem alsof ze gemakkelijk in de leerlingenkamer
zaten. En hij scheen de situatie heel amusant te vinden.
"Professor
Anderling dacht dat ik je wel kon helpen" ging James verder "Ik
ben nu eenmaal verschrikkelijk goed in Zwerkbal" voegde hij er
zelfvoldaan aan toe.
"Wat leuk om te horen" mompelde
Will.
James grinnikte.
"Wacht eens even" besefte Will
dan plots "Proffessor Anderling? is de hele school op de hoogte
of zo?".
"Bijna" grijnsde James "Maar je broer
komt ook zo, dus we wachten wel even. Het is hier best gezellig
niet?".
"Komt Arthur ook" schrok Will.
"Val
niet van je bezem" pesste James "En natuurlijk komt hij
ook, je verkeerd in schocktoestand" voegde hij er verbaasd aan
toe "ik dacht dat je blij zou zijn".
"Hij gaat er
heel blij mee zijn dat kan ik je-"
"Hallo
broertje".
Will kreunde onhoorbaar.
"Oké"
zei James vrolijk "en nu begint operatie 'RWVB'".
"Red
William van de bezem?" lachte Arthur.
"Precies" zei
James "zelf uitgevonden".
Arthur proestte het uit.
Will
negeerde hen maar en concentreerde zich verder op zijn bezem.
"Oké
we zijn niet zo'n hulp nietwaar" constateerde Arthur "James
jij bent de specialist...".
"Even denken" zei James
langzaam "nou er zijn twee mogelijkheden".
"Interessant"
vond Arthur.
"Wel ofwel spring jij op mijn
bezem".
"Uitgesloten" zei Arthur kalm "James
dat red hij nooit, hij is helemaal verkrampt".
"Oké
tweede mogelijkheid dan, je houdt gewoon je ogen dicht en je stevig
vast en ik stuur wel voor je wat denk je?".
Will schudde zijn
hoofd.
James zuchtte. En wierp een veelbetekenende blik op
Arthur.
"Oké Will" zei die "je moet ooit
naar beneden, je kunt hier niet eeuwig blijven zitten. James is een
uitstekend vlieger, en als iemand je veilig benenden kan krijgen dan
is hij het wel. Hou je gewoon kalm, en laat hem even sturen. Ik
beloof je dat er niks gaat gebeuren, oké?".
"Nee,
ik ga vallen"
"Oké" zei Arthur luchtig "ik
kom je iedere zondag wel bezoeken, goed? En wow, je hebt de best
plaatsen tijdens de wedstrijden. Vergeet wel je hoofd niet op tijd in
te trekken de beukers weet je,..."
Hij maakte aanstalten om
weg te vliegen en James volgde zijn voorbeeld.
"Wacht"
piepte Will.
Arthur glimlachte "het is de enige manier
Will".
Will aarzelde.
"Hey ik ben bij je." zei
Arthur vlug "Ik ben je broer Will, ik zou je nooit laten
vallen". Hij grinnikte even "Nou eigenlijk, nu ik erover
nadenk. Weet je nog die keer dat je die emmer water over me had
gehoord en ik gezworen had om wraak te nemen?".
Hij knipoogde
naar James maar werd dan meteen weer serieus.
"Nee, ik maakte
maar een grapje. Ik zou James je nooit naar beneden laten sturen als
ik niet honderd procent zeker was dat je veilig was. Niet toch? Mam
zou me vermoorden"
Will aarzelde nog heel even maar gaf dan
toe "Maar je bent voorzichtig" smeekte hij James.
"Altijd"
zei James, blij dat hij eindelijk iets kon doen "hou gewoon je
ogen dicht en je goed vast en alles komt in orde".
Het ging
heel heel langzaam. Veel te langzaam voor James. Een paar centimeter
voor Will's voeten de grond zouden raken kon hij het toch niet laten
hem nog even te plagen: "Oké, en nu maken we nog een
dubbele salto en dan is hij zo van zijn hoogtevrees af" zei hij
luid.
Will deed geschrokken zijn ogen open en zuchtte dan
opgelucht toen hij zijn mede-leerlingen rond hem opgedrumd zag
staan.
"Grond" grijnsde Arthur. Hij hielp Will afstappen
en legde vlug zijn arm over zijn schouder om hem bij de eerstjaars
weg te leiden"Alles oké?".
"Ja" zuchtte
Will een beetje trillerig "ik denk het wel".
"Mag
ik je dan nu beginnen pesten?"
Vrijdag was een rotdag.
Het nieuwtje van Will zijn hoogtevrees ging als een lopend vuurtje de
school rond.
Op de gang stootten mensen elkaar aan en lachten dan
als Fran en Will langskwamen.
"Wat verschrikkelijk
kinderachtig" zei Frances geiriteerd na het zoveelste gegiechel
"jij kunt er toch ook niks aan doen? Hebben ze echt niks beters
om zich mee bezig te houden?".
"Blijkbaar niet"
zuchtte Will. Hij was verschrikkelijk teneergeslagen sinds gisteren.
Nadat James en Arthur hem beneden gekregen hadden moest hij eerst
naar de ziekenzaal voor een kalmeringsdrankje. En dan had hij zich de
rest van de avond op zijn slaapzaal verstopt. Zelfs Arthur had hem
niet beneden gekregen.
Fran had ontzettend veel medelijden met
hem. "Het is toch niet zo erg" troostte ze "er zijn
duizenden mensen met hoogtevrees. En die" ze keek vol verachting
naar een groepje vierdejaars van Huffelpuf die zo te zien erg veel
plezier hadden "zijn het na het weekend alweer vergeten".
Will
haalde zijn schouders op "Misschien".
Een deel van
het groepje liep door maar Bertha en Jeanine bleven staan.
"Weet
je" mompelde Jeanine "dat meisje dat naast onze
bezemkampioen loopt".
"Wat is er van?" vroeg Bertha
nieuwsgierig. Ze was helemaal verslaafd aan roddels.
"Ik ken
haar van ergens" zei Jeanine langzaam.
"Ze zit hier op
school. Van waar zou je haar kunnen kennen ?" vroeg Bertha
sarcastischK"Komop we gaan naar de anderen." Ze wou
doorlopen maar Jeanine hield haar tegen en liep naar een eerstjaar
van Ravenclauw die net langskwam.
"Hey hallo" zei ze
vriendelijk "weet je toevallig hoe dat meisje dat daar loopt
heet? Ze zit toch in je jaar nietwaar?".
Hij knikte en dacht
even na "Ik heb kruidenkunde met haar, ik geloof dat ze Fran
heet".
"Fran"knikte Jeanine "en hoe
nog?".
"Weet ik niet, iets met wind of zo.
Waarom?"
"Nergens om"zei Jeanine tevreden
"bedankt".
Ze ging weer bij Bertha staan die ongeduldig
stond te wachten.
"En ben je nu tevreden?"
"Fran
en iets met Wind" zei Jeanine geheimzinnig "kun je daar
niks uit maken?".
"Nee" antwoorde Bertha
geirriteerd "kunnen we nou verder".
Maar Jeanine
luisterde niet "Frances Windsor" zei ze met een grote
glimlach op haar gezicht "zegt zelfs dat je niets ?".
"Nee.
Maar wacht eens even." Haar ogen werden zo groot als schoteltjes
"Ooooooooo".
Jeanine knikte "komop dat moeten we
aan de andere meiden gaan vertellen".
De hele dag bleven
mensen fluisteren. Fran had er geen idee van dat mensen zo zielig
konden doen.
"Is dat nu echt nog allemaal voor dat
hoogtevrees van je" zei ze boos terwijl zij en Will door het
portretgat klommen. "Ik bedoel ze lopen nu al de hele dag achter
onze rug te fluisteren".
Will was blij dat ze 'ons' zei. Hij
was meteen weer een stuk vrolijker: hij had tenminste nog één
iemand die iets met hem te maken wou hebben.
Ze gingen voor een
tafeltje aan het raam zitten.
"Nou het is prachtig weer"
zuchtte Frances "ik zou zeggen we kunnen naar buiten gaan. Maar
daar stikt het van de mensen".
Will's vrolijke gevoel
verdween meteen. "Nou ga maar als je wilt".
"Ben je
helemaal?" vroeg Fran verbaasd "Bij Camilla zeker? Dat
wicht haat me".
Will grinnikte "Je moet me nog altijd
vertellen waarom".
Ze deed haar mond open om hem het verhaal
van de wekker te vertellen maar op dat moment kwam Arthur
binnen.
Will kreunde "niet weer" maar Arthur keek zelfs
niet naar hem.
"Er gaan leuke roddels het kasteel rond Fran"
zei hij ernstig en hij ging zitten.
"Over mijn hoogtevrees
zeker?" zuchtte Will "ik ben het zat weet je. Zo grappig
was dat nou ook weer niet".
"Hoogtevrees" viel
Arthur uit de lucht "oh dat, ja dat was wel grappig. Maar"
hij richtte zich weer op Fran."Ik denk dat jij een klein detail
bent vergeten te vertellen".
"Wat dan" vroeg Fran
onschuldig, ze kreeg een bang vermoeden. Kon er iets uitgelekt
zijn?.
"Niks speciaal hoor prinses ".
Fran
werd bleek.
"Dus het is waar" zei Arthur onder te
indruk"wow, een prinses" Hij zakte onderuit in zijn
stoel.
"Wil je het aan niemand vertellen?" smeekte Fran
"het is zo leuk om normaal te zijn".
"Aan niemand
vertellen?" vroeg Arthur ongelovig "Franchipanne de hele
school praat erover".
"De hele school" piepte
ze.
"De hele school" zuchtte Arthur.
"Tof "
mompelde Will duister "Nu zijn ze vast mijn hoogtevrees al
vergeten".
Dat
waren ze inderdaad. Will's hoogtevrees was totaal niet belangrijk
meer. Het enige onderwerp die weel op Zweinstein was 'de prinses'.
Iedereen praatte erover. De meisjes giechelden en roddelden erop los
hoe het moest zijn om in een paleis te wonen, met een hele hoop
bedienden en een knappe prins. En de jongens, nou ja ... Van de ene
dag op de andere was Frangewoonweg hèt meisje van Zweinstein
geworden. Iedereen wou haar vriendin zijn. Zelfs Camilla wenste haar
goedemorgen.
Alleen Elektra was nog geen steek veranderd sinds
zondagavond. Ze kwamen elkaar tegen in de hal na Frances
joggingrondje.
Ze liet haar blik minachtend van haar short naar
haar T-shirt glijden.
"Waar is je baljurk gebleven prinses?
Vergeten in je paleis?".
"Nee" zei Fran nonchalant
"hij zit in mijn hutkoffer boven. Waarom? Wil je hem lenen
misschien?".
Een paar tweedejaars jongens een eindje verder
begonnen te lachen. En Fran wandelde trots door. Dat was zo
on-Frances geweest. En helemaal niet netjes of beleefd Maar wel heel
leuk.
De rest van de dag bleven Fran en Will zo ver
mogelijk weg van de rest van de schoolbevolking. Ze speelden de hele
voormiddag toverschaak. Haar eerste keer verloor Fran nog. De tweede
keer won ze nipt. En de derde keer werd Will helemaal afgemaakt.
"Dit
is oneerlijk" zuchtte Will na de zesde keer "We hebben nog
geen tien minuten gespeeld en je hebt me al schaakmat gezet".
"Tja"
glimlachte Fran "je bent goed of je bent het niet,
nietwaar?".
"HaHaHa" zei Will sarcastisch.
"Mag
ik meelachen?"
"Nee Arthur" zei Will kortaf en hij
stopte zijn schaakstukken terug in hun doos.
"Verloren
misschien? " grinnikte Arthur "Hij kan niet tegen zijn
verlies" vertrouwde hij in Fran zachtjes toe, maar luid genoeg
dat Will het kon horen.
Frances giechelde maar Will vond het niet
grappig.
"Ga je mee huiswerk doen?"vroeg hij, Arthur
negerend.
Fran knikte "Ja dat werkstuk van toverdranken ziet
er best wel moeilijk uit."
"Hey, jullie hebben me nog
niet gevraagd hoe het gisteren op de try-outs was." onderbrak
Arthur hen een beetje nukkig.
"Als je niet in het team zat
had je het ons net niet gevraagd" grijnsde Will.
Hij stond op
"tenminste één van ons kan vliegen" mompelde
hij.
Arthur zuchtte "Will".
"Ik ga mijn
toverdranken halen" zei hij, en hij liep weg.
Toen hij
terugkwam was hij, tot Fran's opluchting al in een veel beter
humeur.
Ze spendeerden de volgende twee uur aan huiswerk maken.
Arthur kwam amper aan zijn eigen werk toe omdat Fran en Will hem de
hele tijd dingen lieten uitleggen en verbeteren. Uiteindelijk ging
hij naar de bibliotheek om iemand te zoeken die hèm kon helpen
met zijn huiswerk.
"Mag ik erbij komen zitten?" vroeg
iemand net toen Fran de laatste hand legde aan een brief voor haar
ouders. Wil was nog bezig met zijn transfiguratiewerk. Hij gebruikte
Fran's opstel als 'inspiratie'. En besteedde meer tijd aan het
veranderen van de zinsbouw van Fran's opstel dan aan
opzoeken.
"Natuurlijk" glimlachte ze.
Tommy ging
zitten en pakte Will's toverdrankenopstel.
"Zo lang"
kreunde hij terwijl hij het vluchtig even overlas "het mijne is
misschien net de helft".
"Getver" vloekte Will "ik
wist dat die uitbreiding over Bezoars overdreven was".
"Je
kunt beter teveel hebben dan te weinig" zei Fran wijs "en
daarbij ik heb nòg meer dan jou Will".
Tommy haalde
zijn schouders op "Wat dan ook. Ik heb geen zin om er nog een
uur aan te zitten."
"Maar het is belangrijk"
protesteerde Fran "dit is je toekomst".
"Ik word
toch zowieso muzikant" zei Tommy nonchalant "ik heb al
toekomst. Daar heb ik heus geen bezoars voor nodig".
"Muzikant?"
vroeg Fran nieuwsgierig.
"Trompet" antwoordde Tommy
trots "maar nu we het er toch over hebben. Ga je nu in de band
of niet?".
Fran aarzelde "ik weet het niet. Wat bedoel
je precies met band?"
"Gewoon, een soort schoolbandje.
Dat is er nog niet, heb ik nagevraagd En ik dacht... Je hoeft niet te
zingen of zo. Gewoon een beetje piano spelen.".
"Ik dans
ook niet" zei Fran vlug "maar ik wil wel."
"Oké"
zei Tommy vrolijk "en jij Will?".
"Ik kan niet
zingen" zei Will "en ik speel ook geen instrument".
"Jij
kunt de sambaballen doen" grijnsde Fran.
Tommy grinnikte "Nee
ik kan proberen je drum te leren of zo. Dat kan ik ook nog
redelijk."
"Drum?" vroeg Will. Hij dacht even na en
knikte dan vrolijk"Ik wil het wel proberen".
"Nou
dat zijn dan al drie leden" zei Tommy tevreden "eerste
vergadering geopend". Hij bonkte met zijn vuist op tafel en
stootte daarbij de inktpot om.
"Oeps. Sorry Fran".
"Geeft
niks". Ze redde vlug haar stapeltje huiswerk en legde een hoop
beklad perkament op de vlek om de boel een beetje te deppen.
"Nou
ik denk dat we best eerst een naam zoeken" stelde Will voor "en
dan kunnen we briefjes ophangen want met drie leden komen we niet
ver".
"Een naam" mompelde Frances en ze keek naar
buiten "wat dacht je van school-band?".
"Met of
zonder streepje?" vroeg Will
geinteresseerd.
"Met"
"Stijlvol".
"Nee"
zei Tommy nadenkend "het is dat niet. Het moet iets zijn met
school, maar zonder 'school' snap je?".
"De Band ?"
suggereerde Frances "maar dan is het streepje wel weg".
"Ja
dat is wel jammer" grijnsde Will "de Zweinstein-band
dan?".
"Te lang" vond Frances.
"De Z.B.
?"
"Te kort" grinnikte Tommy.
"Will and the
band?"
"Vergeet het".
"Will en
co?"
"Nee"
"Jammer" mompelde Will "Het
had iets".
Fran lachte en schudde haar hoofd "geen
stijl".
"De Zwein-band?" vroeg Tommy "dat is
iets langer".
"Nee" vond Fran "Dat heeft
niks."
"Zwein en band" momelde Will "Zwein en
de band?".
"Nooit" kreunde Tommy.
"De band
van Zwein. De zingende zweintjes".
"De zingende
zweintjes" grinnikte Fran "Hoe kom je erop?".
"De
zingende zweintjes" herhaalde Tommy.
"Je bent toch niet
serieus?" vroeg Will ongelovig "de zingende zweintjes? we
kunnen net zo goed Will and the band nemen".
"Maar het
klinkt wel leuk" zei Tommy langzaam "De zingende
zweintjes".
"Ik zie het al voor me" mompelde Will
"En dan nu de zingende zweintjes met als speciale gast Zanzi het
zingend varken. Grandioos. Daar gaat volk op afkomen.".
"Heerlijk"
grinnikte Tommy "Nee je hebt gelijk, die naam trekt op
niks".
"Maar het klonk inderdaad wel leuk" gaf Fran
toe "Missschien kunnen we er de Zwein-band van maken".
"Of
de Zwein-hein-tjes. Mèt streepjes"lachte Will.
"De
Zweintjes" zei Tommy plots.
"Neen, de Zwein-hein-tjes"
verbeterde Will "kom nou Tommy dat is een belachelijke
naam".
"Niet de Zwein-hein-tjes" zei Tommy "dat
is inderdaad belachelijk. Nee ik bedoel de Zweintjes. Gewoon de
Zweintjes".
"De Zweintjes hè" herhaalde Will
"met of zonder hoofdletter?"
"Met natuurlijk"
zei Fran "je bent compleet ongeloofwaardig als je 'de zweintjes'
met kleine letter heet".
"En met hoofdletter ben je niet
ongeloofwaardig meer?"grinnikte Will "Maar voor mij is het
goed hoor".
"Voor mij ook" zei Fran "alles is
beter dan de Zwein-hein-tjes of Will and the gang".
"Will
and the band" verbeterde Will "alhoewel Will and the gang
klinkt ook wel leuk".
"Niks van" zei Tommy vlug
"dus iedereen is akkoord met de naam? Mooi. Dan moeten we eerst
nog even naar professor Anderling om toestemming te vragen."
"De
Zweintjes?" vroeg proffessor Anderling met half opgetrokken
wenkbrouw.
Het drietal voor haar knikte hoopvol.
"Een
schoolband"zei ze langzaam en ze liep rond haar bureau heen en
stopte hun opstellen in haar tas "dat hebben we inderdaad nog
niet".
Ze klikte de tas dicht en bleef even nadenkend voor
zich uitstaren.
"Goed" besloot ze dan kortaf "jullie
krijgen mijn toestemming voor 'de Zweintjes'-".
Tommy juichte
in stilte en kneep even in Fran's hand van opwinding.
"Maar".
Zijn
greep verslapte.
"Ik wil volgende week een lijst van alle
instrumenten en benodigdheden die aangekocht moeten worden. Dan kan
het schoolhoofd daarover beslissn".
Tommy knikte "beloofd
proffessor. Maar, uhm, als oefenruimte, om samen te komen en
zo-".
"In afwachting van iets beters staat het
transfiguratielokaal voor jullie open."onderbrak ze hem "Maar
alles blijft staan zoals het staat en er wordt nergens in
gesnuffeld".
Ze keek hen streng aan over haar vierkante bril
zodat ze gewoon niets anders durfden doen dan braaf knikken.
"Goed"
belsoot ze dan "ik neem aan dat dat alles is ?".
Tommy
knikte.
"Dan zie ik jullie in mijn volgende les". Ze
pakte haar tas op en trok haar mantel aan.
Frances keek even naar
de twee jongens naast haar. Mochten ze weg gaan?
"Bedankt
proffessor" ze ze zo beleefd mogelijk en ze glipte naar buiten.
Will en Tommy mompelden ook nog een vlug "dag proffessor"
en volgden haar.
"God dat was me wat" zuchtte Will
opgelucht zodra ze een paar meter van het kantoortje verwijderd waren
"hadden jullie ook het gevoel dat ze je zou opeten als je iets
verkeerd zei ?".
"Zo'n beetje" mompelde
Tommy.
"Niet zo luid" siste Fran. Ze keek even acherom,
proffessor Anderling sloot de deur af en verdween in de andere
richting.
"Woeps" zei Will zacht "zou ze me gehoord
hebben?".
"Volgens mij niet" stelde Tommy hem
gerust.
"Praat gewoon nooit achter mensen hun rug" zei
Fran streng "dan krijg je dat soort dingen ook niet. En jij vond
het toch ook niet leuk dat mensen altijd achter je rug fluisterden
vrijdag?".
"Nee" zei Will een beetje
verbouwereerd.
"Wel dan?"
Will zocht steun bij Tommy
maar die keek geamuseerd van de een naar de ander.
"Nou ja,
misschien heb je wel gelijk" gaf hij dan toe. Maar het wàs
wel eng, dat moet je toegeven."
"Het is een vrouw met
karakter" zei Fran wijs.
"Maar 'de Zweintjes' zijn in
ieder geval goedgekeurd" zei Tommy vrolijk.
"Nu alleen
nog leden" grinnikte Will "Doen we die briefjes
vanavond?".
"Goed voor mij" zei Tommy " Maar
Will is dat je broer niet daar?".
Het was Arthur inderdaad.
Hij zat van top tot teen onder een soort groen gelig slijm en werd
gevolgd door een meisje uit zijn jaar die de situatie zo te zien erg
grappig vond.
"Wat is er met jou gebeurd?" vroeg Will
verbaasd "en jakkes je stingt een uur in de wind". Hij
sprong vlug een paar stappen achteruit en Fran volgde zijn
voorbeeld.
Arthur keek hem even boos aan "geen stomme
opmerkingen nu, dank je".
"Wat heb je gedaan" vroeg
Fran met dichtgekenpen neus "ben je in een mislukte toverdrank
gevallen of zo?".
Arthur gaf haar alleen maar een heel erg
dodelijke blik en beende dan haastig door.
Het meisje was wel tot
uitleg bereid, nu ze dichter stond zag Fran dat haar gewaad ook onder
de groene spetters zat.
"Hij wou een slijmbom installeren
aan de leerlingenkamer van zwadderich"giechelde ze "maar
hij ging per ongeluk af. Arthur wacht nou even !". Ze liep hem
vlug achterna, nog steeds lachend.
"Wat erg nou toch"
grijnsde Will vol leedvermaak "Mijn hele dag is gemaakt".
"Ik
hoop maar dat hij geen problemen krijgt" zei Fran bezorgd.
Will
haalde zijn schouders op "als je met een slijmbom gaat zeulen
dan vrààg je volgens mij om problemen.".
"Mee
eens" zei Tommy "gaat er iemand mee naar de
bibliotheek?".
"Nee" zei Will "ik denk dat ik
dat maar eens ga volgen" hij wees op het slijmspoor door de hele
gang dat Arthur had achtergelaten. "Als Arthur al zo vies was
wil ik de ingang van de Zwadderich-leerlingenkamer wel eens zien. Ga
je mee Fran?".
Ze knikte "tot straks Tommy".
"Tot
straks".
Het slijmspoor volgen was niet erg moeilijk, en ze
waren niet de enigen. Tegen de tijd dat ze aan de leerlingenkamer van
Zwadderich aankwamen was de halve school daar samengedrumpt, ondanks
de verschrikkelijke stank.
Fran kneep haar neus dicht "Wat
een geur. Gaan we weer door? We zien hier toch niks".
Will
knikte.
Boven in de hal stuitten ze op James en Lily.
"Hallo
Franchipanne" zei James vrolijk "En Will" voegde hij
er met een glimlach aan toe "Naar je broer zijn kunstwerk gaan
kijken?".
Lily snoof "wat je kunst noemt".
"Dat
heet moderne kunst Evans" zei James ernstig "er zit een
heel concept achter dat jij niet kunt begrijpen
namelijk-"
"Zwadderichje-pest?" vroeg Lily
sarcastisch "ja Potter, nu heb je gelijk, ik zal het inderdaad
nooit begrijpen".
"Het is niet echt Zwadderichje-pest"
zuchtte James "Arthur moet leren mikken, de leerlingenkamer
licht honderd meter verder. Een hele slijmbom verpest".
"Tenminste
nog iets goed aan die ontploffing" zei Lily tevreden "Dat
is-"
"POTTER" ze maakte alledrie een sprongetje van
schrik. Proffessor Anderling kwam het klederdeurtje uit en beende
woest op hen af.
"Hoe is ze daar nou zo snel gekomen?"
vroeg Will verbaasd.
"Maakt niks uit" zei Lily vrolijk
"amusé-vous James". En met een voldande glimlach
keek ze na hoe hij achter proffessor Anderling de trap op sjokte,
richting kantoortje.
"Moeten we het haar niet vertellen dat
het Arthur was?" vroeg Will een beetje schuldbewust terwijl hij
hen nakeek.
"Natuurlijk niet" glimlachte Lily "Gaan
jullie mee naar de leerlingenkamer?".
Fran knikte en ze
volgden haar.
"Ze komt er heus wel achter dat de marauders er
voor niks tussen zitten hoor" zei ze toen Will niet echt
overtuigd leek "Na een halfuurtje schreeuwen heeft ze wel door
dat hij er niks mee te maken heeft".
"Hoe bedoel je?"
vroeg Fran.
"Ze geven het altijd dadelijk toe" legde
Lily uit "in het begin hingen ze de grote onschuld uit. Maar
Anderling vond altijd wel bewijs, en dan kregen ze nog meer straf.
Dus nu geven ze het gewoon toe, ze schreeuwt een beetje, ze krijgen
straf, en op een kwartier zijn ze buiten."
"Ah"
begreep Will "slim".
"Ervaring" minimaliseerde
Lily "pompoensap".
Het portretgat zwaaide open en ze
klommen naar binnen.
"Over een halfuurtje staat Anderling
hier" waarschuwde Lily hen "Op zoek naar de drie andere
Marauders. Zeg dus tegen je broer dat hij zorgt dat hij ergens boven
zit. Dan komt hij er wel mee weg- En Jakkes".
Ze was
perongeluk in het groene slijmspoor gaan staan dat Arthur had
achtergelaten. Fran zag het helemaal naar de jongensslaapzalen
lopen.
"Hartstikke slim" mompelde Lily " Een
duidelijker spoor voor Anderling bestaat er niet. SANITATO" het
groene slijm verdween onmiddelijk.
"Wow" zei Will
"knap".
"Dankje" ze Lily met een glimlach "En
kijk eens aan daar hebben we ons slijmmonster" voegde ze er
afkeurend aan toe.
Arthur kwam inderdaad de trap van de
jongensslaapzal af. Zijn haar was nat en hing een beetje voor zijn
ogen, en hij zag er slechtgehumeurd uit.
Lily zwaaide even en hij
kwam naar hen toegelopen.
"Ongelukje gehad?" vroeg ze
vriendelijk.
"Beetje" mompelde Arthur.
"Ik heb
je slijmspoor opgeruimd" zei Lily kalm "nu valt de
verdenking misschien op iemand anders dan een Griffoendor".
"Bedankt"
zei Arthur opgelucht "dat wou ik net gaan doen".
Lily
knikte "Dat wou je net gaan doen. Wel ik zal je eens een keer
iets zeggen meneer de slijmbom. Voor één keertje is het
leuk dat Anderling de verkeerde op zijn dak geeft, omdat het Potter
is, en ik wééét dat James je niet gaat
verklikken want daar is hij weel te koppig en te trots voor. Maar de
volgende keer dat je zo'n geintje uithaalt en er iemand ander voor
moet opdraaien verklik ik je. Heb je me verstaan?".
"Ja"
zei Arhtur, een beetje overdonderd.
"Mooi zo" zei Lily
tevreden "ik zie jullie nog wel". Ze zwaaide even naar Will
en Fran en verdween in haar slaapzaal.
"Nou je had gelijk"
zei Will dan "ze is speciaal".
"Je
kunt beter je haar gaan drogen" zei Will "als Anderling
hier zodadelijk komt binnenstormen dan heeft ze je meteen".
"Hij
kan toch ook gewoon gedouchd hebben?" zei Fran verbaasd "daar
is toch niks mis mee?".
"Om vijf uur s'avonds al
douchen?" zei Will ongelovig "dat doe je alleen als-"
hij keek even naar Arthur en grinnikte dan "als je een ongelukje
gehad hebt met een slijmbom".
"HaHaHa" zei Arthur
toonloos "Will wat ben je grappig".
"Ik weet het"
grijnsde Will bescheiden "Ga nu maar vlug je haar
drogen".
Arthur stak zijn tong uit en huppelde dan haastig de
trap op. Nog geen minuut later klom Proffessor Anderling een beetje
onhandig het portretgat door.
James kwam achter haar en knipoogde
naar Fran en Arthur terwijl proffessor Anderling haar hoed weer
netjes recht op haar knotje zette.
"Waar zijn ze?" vroeg
ze kortaf aan James.
"Ik weet het niet" zei die
onschuldig "Misschien zijn ze naar bui-".
Net op dat
moment denderde Sirius, gevolgd door een iets kalmere Remus en Peter,
de trap af.
"-ten" zuchtte James.
Sirius maakte
aanstalten om in een zetel in de hoek neer te ploffen, tot hij
Proffessor Anderling aan de trap in de gaten kreeg.
Hij keek
vragend naar Remus, maar die haalde zijn schouders op en liep naar
hen toe.
Fran zag op dat moment Arthur ook naar beneden komen,
maar zodra hij het groepje aan de trap in de gaten kreeg in de gaten
kreeg glipte hij vlug de trap weer op.
Proffessor Anderling
dirigeerde de drie jongens het portretgat door en wierp nog een
laatste strenge blik op de rest van de leerlingenkamer voor ook zij
erdoor verdween.
"Ohjee ze is vies" grijnsde James zodra
het portretgat dichtviel.
"Je zou voor minder" zei een
stem achter hen.
"Hallo Evans" zei James.
"En
James genoten van je eerste keer onschuldig ondervraagd
worden?".
"Heel erg Evans"
"Spijtig dat ze
je niet wat langer vastgehouden heeft, het was net rustig".
"Nu
heb je me pijn gedaan Evans".
"Komop" zei Will en
hij pakte Fran's hand "die twee blijven vast nog uren zo
doorgaan".
Hij wou de trap naar de jongensslaapzaal opgaan
maar Fran bleef staan.
"Ik zie je straks wel" zei ze, en
ze maakte aanstalten om weg te lopen.
"Waarom ga je niet
mee?" vroeg Will verbaasd.
"Jongensslaapzaal" wees
Fran "ik ben een meisje, als je dat al opgemerkt hebt" ze
glimlachte even en draaide zich om.
"Je mag er niet slapen"
drong Will aan "maar we gaan toch gewoon even naar Arthur? Kom
nou maar mee. Tenzij je andere plannen hebt?" hij knipoogde en
Fran begon lichtjes te blozen.
"Kom je nu?"
Ze
aarzelde, maar Will sprong gewoon weer van de trap af, pakte haar
arm, en sleurde haar de trak op.
Arthurs kamer was de derde. Will
wou de deur gewoon open gooien maar Fran hield hem tegen "kloppen"
zei ze streng.
Will zuchtte en klopte drie keer.
De deur
zwaaide open. En een zo braaf mogelijk kijkende Arthur stond in de
deuropening.
"Oh ik dacht dat het Anderling was" zuchtte
hij opgelucht.
"Slecht geweten" grijnsde Will. Hij kwam
binnen en plofte op het bed bij het raam.
"Er mogen hier
eigenlijk geen meisjes komen" zei Arthur plichtsbewust terwijl
hij naar Will liep die een bezemkampioen had gepakt en rustig lag te
lezen.
"Will verplichtte me" verondschuldigde Fran zich
"Ik wou heus niet-"
"Het was een grapje"
grijnsde Arthur.
"Ah"
"Arthur heb je niks te
eten?" onderbrak Will hen "chocokikker of zo?".
"In
mijn nachtkastje".
"Ik kan er niet bij" zeurde
Will.
"Dan eet je maar niks".
Will gromde wat legde
zijn bezemkampioen opzij en rommelde wat in het kastje.
Arthur
ging ook zitten en klopte naast zich op het bed.
Fran aarzelde
maar ging dan toch nerveus zitten
"Relax schat" grijnsde
Arthur "hé ik wed dat de rpinses nog nooit in een
jongensslaapkamer is geweest".
"Natuurlijk wel" zei
Fran verontwaardigd "ik heb twee broers weet je nog".
"En
een zus" voegde Arthur eraantoe "weet ik, maar ik heb het
over èchte jongens".
"Mijn broers zijn niet
echt?" grinnikte Fran.
"Nee dat zijn ze niet" zei
Arthur vrolijk "de mijne is dat namelijk ook niet". Hij
knikte naar Will die met een mond vol chocolade half op bed,
omgekeerd de bezemkampioen lag te lezen.
"Wat?" vroeg
hij verontwaardigd toen ze allebei begonnen te lachen "mag een
mens nog niet eens lezen".
Arthur schudde zijn hoofd en
knipoogde naar Fran.
"Zin in een partijtje schaak prinses?"
"Hé
hallo Frances".
Fran keek verbaasd op. Alle meisjes van haar
slaapzal zaten samen op Camilla's bed en keken haar vriendelijk
aan.
Ze zette bijna een stap achteruit. Sinds wanneer werd zij
,het kind van half zeven en haar irritante wekker, aardig
gevonden?
"Kom je erbij zitten" vroeg Camilla, ze keek
verwachtingsvol en klopte naast haar op het bed.
"Nou"
zei Fran, aan de ene kant wou ze wel, erbij horen en zo, maar aan de
andere kant...
"Nee, het spijt me maar Will wacht beneden op
me".
Ze pakte vlug het boek, waarvoor ze gekomen was,
zwaaide nog even, en ging terug naar beneden.
Will en Arthur
zaten aan een tafeltje voor een van de ramen.
"Hallo"
zei Fran en ze ging naast Will zitten "wat doen jullie?".
"Brief
naar ouders schrijven" antwoordde Will "heb je het?".
"Nee
toch ben jij aan het schrijven ?" vroeg Arthur sarcastisch "je
dicteert gewoon, en ik moet maar zien dat het erop staat".
"Precies"
zei Will lui "schrijf daar nog onder: de groeten aan oma en opa
en een dikke knuffel".
Arthur stak zijn tong uit, maar
schreef het toch op en schoof dan het perkament door naar Will zodat
hij er zijn naam kon onder zetten.
"Waar moest je nu om naar
boven?" vroeg hij aan Fran.
"Dit" zei ze trots, en
ze gaf een boekje met een zachte, blauwe kaft.
"En wat is
'dit' ?" vroeg Arthur nieuwsgierig.
"Wel het was
oorspronkelijk een dagboek, gekregen van mijn moeder, ooit. Maar ik
gebruikte het nooit en nu denk ik dat we het wel kunnen gebruiken
voor de Zweintjes".
Arthur grinnikte weer.
"Stop met
met die naam te lachen" zuchtte Will verveeld "één
keer is grappig, twee keer ook maar-"
"-'De Zweintjes'
blijft eeuwig grappig" grijnsde Arthur.
"Eigenlijk is
het 'de derde keer niet meer' maar als jij je eigen versie
hebt…"
"Oké, stop daarmee"zei Fran kalm
"De namen van de leden staan eral in, de oprichtingsdatum, de
naam, en nu kunnen we er ook nog de tekst van ons briefje in
opschrijven".
"Welke leden?" vroeg Arthur
geinteresseerd "ik zie hier drie namen".
"Dat zijn
wij" zei Will half trots "en Tommy ook natuurlijk, maar die
is ergens trompet gaan oefenen".
"Aha" zei Arthur
met een vrolijke glimlach "ik wist dat met zo'n geniale naam als
'de Zweintjes' de groep gewoon niet kon mislukken".
Will gaf
hem boos een duw "het wordt heus wel een succes, we moeten nog
leden zoeken en zo".
"En dat gaan we nu doen" zei
Fran vlug voor Arthur weer iets kon zeggen "Heb je al enig idee
voor een teksje Will?".
"Niet echt" zei Will
langzaam "maar wat moet er precies op".
"Niet de
naam van het groepje in ieder geval" mompelde Arhtur "anders
blijf je met drie leden".
"Heel grappig" zei Fran
kalm "dus we hebben de naam, het soort mensen we zoeken, plaats
datum en uur van de eerste vergadering, ook vooral dat het om een
muziekgroepje gaat en nog iets ?"
"Nee dat is alles denk
ik" knikte Will "dus dan wordt dat zoiets". Hij pakte
een stukje perkament, krabbelde er iets op en las het dan hardop
voor.
"Ben jij een jonge muzikant(e) of zanger(es) en wil je
lid worden van de nieuwe schoolband 'de Zweintjes'? Kom dan op
'datum' om 'uur' naar 'de plaats'" hij liet het briefje weer
zakken "was dat een beetje redelijk?".
"De plaats
is het transfiguratielokaal" merke Fran op "dat mochten we
gebruiken van Proffessor Anderling weet je nog? Maar verder best wel
goed denk ik."
"Wat denk jij Arthur?" vroeg
Will.
Arthur deed met een grote grijns zijn mond open-
"Laat
ook maar" zei Will vlug "Nou en nu nog 'datum' en 'uur'.
Een idee Fran?".
"Wat dacht je van vrijdag?" stelde
Fran voor "tegen vijf uur?".
"Ja dat lijkt me wel
wat" zei Will bedachtzaam "dan is het net weekend, en
hoeven mensen zich niet zo druk te maken over het feit dat ze nog
huiswerk hebben, want dan hebben ze nog een heel weekend".
"Nonsens"
zei Arthur "vrijdagavond is de hele school zo lui als wat.
Niemand die dan nog dat hele eind naar het Transfiguratielokaal
willen lopen, laat staan dat ze er willen zijn. En het uur is ook
verkeerd. Om vijf uur ben je nog aan het bekomen van een hele zware
dag les, en hebben de meesten ook honger".
"Daar zit wel
iets in" gaf Fran toe "wat stel jij dan voor".
"Als
je het persé deze week nog wil doen , donderdag, anders begin
volgende week".
"Donderdag dus" zei Will overtuigd
" We moeten binnen de week al een lijst hebben voor Proffessor
Anderling".
"Donderdag dus, tien september"
besliste Fran.
"Zijn we al tien september?" vroeg Will
verbaasd "zijn we hier al tien dagen? Ik dacht dat het veel
minder was".
"Het is ook veel minder" merkte Arhtur
op "als we donderdag de tiende zijn, dan zijn we vandaag,
MAANDAG, de-. Even denken-"
"Zevende" glimlachte
Fran.
"Voila" grijnsde Arthur "en dat is dus
precies een week hier".
"Niet echt hè"
protesteerde Will "we zijn hier al sinds zondagavond, dus dat is
zeven en een half".
"Oftewel zeven volledige
dagen".
"Zeven en een half"
"het is nog
geen twaalf uur s'nachts dus zeven"
"Wat is dat nu voor
een argument. Net alsof we hier om twaalf uur zijn aangekomen. Dat
houd geen steek".
"Dat houd precies wel steek" zei
Arrhur overtuigd "tel maar na op je vingers. Een halve dag, een
dag".
Hij mompelde nog even door, stopte dan en zuchtte
"zeven en en half dan".
"Ha" grijnsde
Will.
"Maar een normale mens zegt zeven".
"Of
zeven en een half".
"Uhm" begon Frances "kunnen
we het ook nog even over het uur hebben?".
"Ja je hebt
gelijk" zei Will "zes uur dan?".
"Dat valt
midden in het avondeten" zei Arthur "nee dat kan niet, er
komt niemand af. Doe maar zeven uur. Dan hebben ze ruim de tijd om te
eten".
"Of zeven en een half uur" zei Will
onschuldig.
