Bedankt voor de reviews! Dankzij jullie schrijf ik nu weer verder! Zie je nu wat een review kan doen? ;-)


Hoofdstuk 5

Twee Orcs kwamen de kamer in en keken rond. Aragorn greep zijn zwaard opnieuw en in één simpele beweging vielen de Orcs op de grond, dood.

"Enneth, blijf bij Legolas, probeer hem hier weg te krijgen en enigszins te genezen. Quennile, kom mee." Aragorn liep de gang in en zag inderdaad Saruman omringd door Orcs. Hij keek opzij en zag Quennile, zijn zwaard in de aanslag klaar staan.

"We hebben hulp nodig," zei hij ineens, "iemand van ons moet de andere gaan halen."

"Je hebt gelijk," antwoordde Aragorn, "Ga ze halen!"

"Maar de Orcs?"

"Nu!" commandeerde Aragorn, er was geen tijd te verliezen, en Quennile rende sneller dan hij deed. De Orcs kwamen dichterbij. En Saruman zijn witte mantel stak af tegen de donkere huiden van de Orcs.

Ouennile rende de lange gang uit, zo hard als hij kon. Hij moest opschieten, of Aragorn werd vermoord. Hij stond even stil bij de grote deuren en keek voor de zekerheid om de hoek, toen hij niemand zag. Rende hij verder naar de plek waar de andere zaten. 5 Elven kwamen zijn richting op.

"Wat is er gebeurd? Waar is Aragorn?" Vroeg één van hen.

"Jullie moeten mee komen, Orcs komen en Aragorn heeft hulp nodig." Riep hij en begon al terug te rennen.

Ze liepen gezamenlijk de gang weer door en zagen Aragorn een aantal Orcs slachten.

"Waar is Legolas?" Vroeg één van de Elven ineens.

"Hij is veilig, voor nu." Antwoordde Quennile en voegde zich in het gevecht.


Enneth hielp Legolas overeind, de Elf had zijn ogen nog half gesloten en was lijk bleek.

"Probeer op te staan, we moeten hier weg." Zei Enneth waarop Legolas antwoordde:

"Kan niet, ze zullen ons zien." Het was duidelijk moeilijk voor de Elf om nog te praten.

"Aragorn houd ze tegen. Nu is onze kans." Legolas kon opstaan met de hulp die Enneth hem bood. Maar na nog geen twee stappen, liep hij zich vallen op de grond en greep naar zijn zij, een uitdrukkin van pijn op zijn gezicht. Enneth kon hem nog net tegen houden van een pijnlijke landing op de grond en hurkte naast Legolas neer. "Probeer het nog even vol te houden, je moet mee komen."

"Ga maar… gewoon…"

"Nee, wij zijn hier gekomen om jou te redden en dat is precies wat we gaan doen." Legolas kon geen goed antwoord terug te zeggen en stond opnieuw moeizaam op. Het lukte hem tot de deur te komen, waar hij een paar keer diep in ademde.

"Wat gaan… we… n-nu doen?" Vroeg hij aan Enneth. Op dat moment werd Legolas naar achteren geduwd en de deur werd dichtgegooid. Waardoor de kamer donker werd.

"W-Wat…" Begon Legolas, die op de grond was gevallen.

"Shhh…" Onderbrak Enneth hem, "hoor je dat?" Legolas luisterde, inderdaad. Hij hoorde een ademhaling, iemand anders was in de kamer. Hopelijk kon, wie het ook was, ook niets zien in de donkere kamer.

"Hallo, mijn dierbare vrienden." De stem deed de nekharen van Legolas overeind staan en een rilling liep over zijn rug. Hij herkende de stem, de angstaanjagend stem van Saruman. Legolas begon weg te kruipen van de man, tot hij in een hoek zat. Hij trok zijn knieën op en zat daar, zo klein en stil als hij kon.


Enneth had zijn zwaard al getrokken, de stem had ook hem schik aan gejaagd. Maar hij bleef staan waar hij stond en hield zien zwaard in de aanslag. Het was waar dat hij bang was, maar dat mocht hij niet laten blijken. Zijn tegenstander, wie het ook was, mocht niet weten dat hij bang was. Hij hoorde voetstappen, de man liep ergens heen, waar was Legolas? Hij durfde niets te zeggen, bang om zelf gepakt te worden. Hij schraapte zijn moed bijeen en verluisterde:

"Legolas, waar ben je?" Er kwam geen antwoord, geen geluid. Hij begon nog banger te worden. De voetstappen van de man waren gestopt en Enneth probeerde te luisteren, hij moest weten waar Legolas was. Hij kon niet falen, hij had het Aragorn belooft.

"Legolas?" Vroeg hij opnieuw, harder dit keer. Weer geen antwoord, hij begon zich nu echt zorgen te maken en liep naar achter tot hij de muur voelde. Hij hoorde gemompel, dat was die man. Waar was hij? En Legolas? Hij begon op de stem af te lopen en greep mijn zijn bezwete handen het zwaard goed vast. Zijn aandacht werd getrokken door een geluid, het klonk als een gedempte gil. Enneth's ogen begonnen steeds meer te wennen aan het donker en hij zag een gedaante, heel vaag, maar toch te onderschreiden. Hij liep er heen, zo stil als hij kon. De gedaantes werden duidelijk en hij zag dat Legolas tegen de muur aan was gedrukt, de man stond voor hem. Enneth haalde uit met zijn zwaard, maar voordat hij de man kon raken, werd hij door een vreemde kracht naar achteren gegooid. Het zwaard viel uit zijn handen en kletterde op de grond. Zijn handen tasten de grond af en hij was opgelucht toen zijn vingers het handvat van zijn zwaar voelden, maar voordat hij het kon pakken, vloog het zwaard de andere kant op. Hij keek op en zag de de man Legolas los liet en naar hem toe liep. Legolas gleed langs de muur naar beneden en Enneth stond snel op. Laat niet zien dat je bang bent, laat het niet zien! De woorden herhaalden zich in zijn hoofd.

De man stond nu vlak voor hem, en hij wist nu wie het was. Saruman.

De tovenaar keek hem aan en zei toen met die zelfde angstaanjagende stem:

"Nog een Elf." En mompelde toen iets onverstaanbaars. "Jij bent zeker met Aragorn mee gekomen?" Enneth antwoordde niet, en bleef gewoon terug kijken. Hij kon niets doen, alleen hopen dat Saruman zijn angst niet zag. Hij wilde dat hij zijn zwaard bij zich had.

Saruman liep van hem weg en Enneth voelde zich opgelucht, de tovenaar liep de duisternis in en Enneth zag hem niet meer. Hij hoorde iets rinkelen en de deur opende, hij zag Saruman er door heen lopen en de kamer werd opnieuw donker. Enneth liep naar de hoek waar hij Legolas had gezien en vond hem snel. De Elf lag met zijn hoofd tegen de muur en zijn armen hingen slap langs zijn lichaam. Enneth nam aan dat hij bewusteloos was, maar kon niet zien wat er gebeurd was. Hij moest Aragorn halen, hij liep naar de deur en probeerde hem te openen. Op slot. Enneth liep weer naar Legolas toe en haalde iets uit zijn zak, het was zijn laatste water. Hij hurkte naast de bewusteloze Elf neer en schudde hem een beetje door elkaar.

"Legolas." Zei hij zachtjes. Legolas opende zijn ogen een beetje. "Hier, drink wat." Enneth hielp Legolas het water op te drinken.

"Dank je." Zei Legolas en hij ging recht op zitten. Hij keek rond en vroeg toen: "Waar is Saruman?"

"Die is weg, ik weet niet voor hoelang hij weg blijft."

"En Aragorn? Waar is Aragorn?" Vroeg Legolas, een bezorgde blik in zijn ogen.

"Ik weet het niet, de deur zit op slot, ik vrees dat we alleen maar kunnen hopen dat het met hem beter gaat dan met ons." Enneth voelde zich nutteloos, hij had Aragorn gefaald.


Hoe vonden jullie het dat het voor het merendeel in Enneth's pov was? Please review! Vinden jullie dat ik elk hoofdstuk ook een naam moet geven?