Hoofdstuk 5.


'Wat? Ery wat? …' Stamelt Iris.

Jukka duwt zijn mond dicht met een nog verbaasdere uitdrukking in zijn ogen.

'Waar ken je die knuppels van?' Vraagt Tuomas stomverbaasd.

'Ik heb ze verzonnen …' Is Kim's armzalige commentaar.

Tuomas staart Kim ongelovig aan.

'Hey, ik weet ook niet hoe en waarom. Ik weet alleen dat we hier echt zijn …' Stamelt Kim ongemakkelijk.

Tuomas vermaant zich.

'Verklaard niet dat ze naar je luisteren!' Zegt hij.

Kim staart verlegen naar har voeten.

'Je ne comprends pas … Arg!' Mompelt Iris in zichzelf.

Tuomas' wenkbrauw wipt omhoog.

'Ik denk …' Kim haalt eens diep adem, 'Ik gebruikte het uiterlijk van mijn vrienden en de Nightwishers om bepaalde personages te beschrijven…'

'Maar hoe kan een verhaal in godsnaam echt worden?' Vraagt Jukka zich overbodig af.

'Goede vraag …'

'Wacht eens even … Wie denken ze dan dat we zijn?' Merkt Tuomas op.

'Ehm …' begint Kim ongemakkelijk, 'Jukka een rover … Tuomas Silvan, een elf … Jani een slavin … enne Iris een barvrouw … Maar het gaat niet zo goed met deze wereld.'

Op Kim's wangen verschrijnt een mooie roze blos. De blos past erg mooi bij haar kastanje bruine haar. Er verschrijnt een woeste uitdrukking op Iris gezicht en ze loopt wild maaiend met haar armen op Kim af.

'Hoe kon je het ons aan doen!' Bromt ze boos.

Jukka's bewust zijn heeft eindelijk de informatie verwerkt.

'Wilde ze daarom mijn kop eraf maaien?' Vraagt hij zonder op de voorbij trekkende Iris te letten.

Kim knikt.

'Iris! Ik kan hier niets aan doen! 't Was maar een verhaal!' Geschrokken schermt Kim haar gezicht af.

Tuomas pakt de beide armen van Iris vast.

'Hey!' Brengt hij uit.

Iris gromt als een wild zwijn.

'Why?' Gromt ze terwijl ze zich los probeert te worstelen.

Als dat niet lukt laat ze zich op de grond vallen en begint tegen de grond verder te grommen.

'Hallo? Ik heb ook vragen hoor!' Brengt Jukka uit.

'Iris!' Probeert Tuomas Iris tot rust te brengen.

'Iris, klam aan! Ze denken dat we die lui zijn, maar dat zijn we niet! Tuomas is geen elf, ziet hij er uit als een elf? In tegenstelling tot Grissom, geloven ze hier wel een dubbelgangers!' Schreeuwt Kim verwoed.

Iris kalmeert en zucht diep … bij het inademen krijgt ze een hele hoop zand in haar mond en haar longen. Benauwd begint ze te hoesten. Kim zucht en hijst Iris voorzichtig overeind.

Aan de voeten van Tuomas wordt Jani langzaam wakker.

'Hey Jani. Je bent veilig nu …' Troost Tuomas haar.
Iris hoest en proest en spuugt het zand uit. Voorzichtig klopt Kim op de schouderbladen van Iris, maar het wil niks helpen. Het gekleurde gezicht van Iris trekt bleek weg en haar ogen draaien alle kanten uit.

Na dat bijna vijf minuten zijn verstreken krijgt Iris eindelijk weer meer lucht en gaat ze moe op de grond zitten. Blij, dat haar vriendin het niet meer benauwd heeft, gaat Kim naast haar zitten.

'Ze zijn bijna zoals ik me voorstelde.' Fluistert Kim in Iris' oor.

Heel zachtjes weet Jani uit te brengen: 'Hey Jussa!'

Iris schiet in de lach van die bijnaam voor Jukka. Jukka gaat met zijn hand door het haar van Jani.

'Gekke meid!' Zegt hij zacht.

Jani doet een poging om Jukka een knuffel te geven, maar Jukka neemt haar gelijk in zijn armen en tilt haar op.

In eens staat er een kleine blonde man achter Jukka.

'Jani?' Vraagt hij verward.

Iedereen kijkt de man aan.

'Emppu!' Roept Tuomas opgelucht.

Kim kijkt op.

'Aha, nog ene … 't is bijna compleet …' Mompelt ze.

'Broertje!' Zegt Jani blij.

Iris komt niet meer bij van het lachen. Emppu kan alleen maar verbaast kijken naar Jukka en zijn zusje.

'Jani, wat doe jij hier? En wat doe je in Juk's armen?' Vraagt hij.

Iris rolt op de grond van het lachen. Jani glimlacht.

'Ik wil ook wel in jou armen hoor!' Zegt ze.

Kim kijkt vertederd naar het kleine meisje. Voorzichtig helpt Tuomas Iris weer overeind, maar Iris hangt als een vod aan Tuomas armen.

'Nee, dan liggen we straks lang uit op de grond.' Grinnikt Emppu, 'maar wat doe jij hier. Je hoort thuis te zijn.'

Merkbaar wordt Iris' ademhaling zwaarder en piepender. Tuomas, die aan Emppu's astma moet denken als hij haar ademhaling hoort, schrikt.

'Uh-oh…' Mompelt hij.

Voorzichtig tilt hij haar op en zet haar vervolgens recht, met zijn armen onder haar oksels.

'Alles in orde?' Vraagt hij bezorgt.

Iris hoofd wordt knal rood, uit schaamte maar ook omdat haar hersens te weinig zuurstof krijgen.

Bezorgt kijkt Kim toe hoe Tuomas Iris helpt.

Na lange tijd nagedacht te hebben kan Jani haar antwoord aan Emppu geven.

'Kweetnie, Erno …' Zegt ze een beetje onvast.

Iris schiet in paniek als ze beseft dat ze de warmte van Tuomas huid voelt en maar heel langzaam aan krijgt ze toch wel wat meer lucht.

'Sssjt, kalm maar.' Fluistert Tuomas zacht tegen haar. 'Ik wil alleen maar helpen … Probeer te ontspannen!'

Kim glimlacht als ze ziet dat het steeds beter met haar vriendin gaat.

'Zet me maar weer neer, Juk.' Zegt Jani als ze stijve benen krijgt.

Jukka zet haar zachtjes op de grond. Iris hangt onvast tegen de buik van Tuomas, maar ze bloost en is zich akelig bewust van de warmte, die het lichaam van Tuomas uitstraalt. Jani stapt een beetje wankel in de richting van Emppu. Als Emppu haar vast wil grijpen, glimlacht ze heel lief.

'Niet boos worden, Erno…' fluistert ze zacht tegen haar broer.

Gelijk smelt het hart van Emppu. Jani zucht en probeert te verbergen dat ze stijf is.

'Wat heeft dat meisje?' Vraagt ze aan haar grote broer, terwijl ze naar Iris wijst.

'Ze heeft astma.' Zucht Emppu.

'Arm meisje.' Zegt Jani met een klein stemmetje.

Als Iris in een zakt kan Tuomas haar nog net op tijd opvangen.

'Wow!'