Hoofdstuk 6.


Langzaam zakt Iris weg, tot ze nog maar tien centimeter boven de grond bungelt met haar billen. Voorzichtig trekt Tuomas haar wat meer omhoog, zodat hij haar beter kan vast houden.

'Kalm Ima!' Zegt Kim bezorgt.

'Ik denk dat we het best kunnen maken dat we in een stad komen of zo!' Merkt Jukka goed op.

Tuomas fronst terwijl hij worstelt om zichzelf en Iris overeind te houden.

'Iris, ik moet je dragen.' Vertelt hij tegen het lichaam, in de hoop dat ze het hoort.

Zwakjes schud ze haar hoofd, terwijl Kim haar uiterste best doet om de richting van de stad te herinneren. Peinzend kijkt ze rond.

'Is die eigenwijs of zo?' Vraagt Jukka voorzichtig aan Kim.

Kim grijns, ze weet waar de stad is.

'Zekers. Ik ben benieuwt hoe Tuomas zich hier uit weet te lullen.' Grapt ze.

'En als ik je ondersteun? Kun je dan lopen?' Stelt Tuomas voor, 'we kunnen hier echt niet blijven!'

'P… pro…beren.' Komt het moeilijk over haar lippen.

Tuomas trekt Iris arm om zijn rug en slaat zijn arm ook om haar rug. Emppu kraakt zijn hersens.

'Volgens mij, kennen we elkaar nog niet allemaal.' Zegt hij als hij eruit is.

'Onderweg Emppu.' Is het armzalige commentaar.

Voorzichtig helpt Tuomas Iris voort, gevolgd door Jani en Kim.

'Ik ben Kim,' zegt Kim als Emppu volgt, 'en mevr. De-Eigenwijste-Thuis heet Iris…'

Jukka haalt zijn schouders een keer op en volgt op een paar meter afstand van de rest.

'Ik heet Emppu,' vertelt Emppu, 'maar op mijn papieren staat Erno.'

'Heb je je medicijnen bij je?' Schiet Tuomas te binnen.

Iris schud haar hoofd. Kim schenkt Emppu een vriendelijke glimlach, loopt naar voren en wijst de weg.

'Ver… geten.' Zegt Iris zacht.

Emppu die de situatie niet helmaal begrijpt, loopt naar Kim toe en vraagt: 'Hoe weet je hier de weg? Ben je van hier of iets dergelijks?'

'Min of meer…'

'Hoezo "min of meer"' Emppu moet heel hard nadenken.

Kim haalt haar schouders twijfelachtig op.

'Daar ben ik nog niet helemaal over uit … Het schijnt dat dit de wereld is die ik heb verzonnen.'

'Ik hoop dat je ge… gelijk hebt.' Bemoedigt Emppu haar.

Ondertussen maakt Tuomas zich grote zorgen om Iris.

'Aiai… Klinkt lomp misschien, maar komt 't nog goed met jou?' In zijn stem klinkt een tikkeltje verdriet, maar voornamelijk bezorgdheid.

Iris antwoordt niet, maar gaat even zwaar tegen hem aan hangen.

'Ben … zo … moe!' Brengt ze uit.

'Moet ik je niet toch dragen?'

Iris knikt. Tuomas wordt sprakeloos.

Het moest wel steeds slechter gaan met het meisje als ze eerst zo stand vast is om nee te zeggen en nu ineens het wel wil.

'Ik weet niet hoor, maar ik hoor iets, wat nog niet in de buurt is, maar wel komt.' Schreeuwt Jukka ineens het groepje toe.

Tuomas knikt naar Jukka en tilt voorzichtig Iris op. Jani loopt bezorgt naar Jukka.

'R… ruiters?' Vraagt ze.

Kim kijkt rond.

'We zouden het moeten zien. Dit is potverdorie een open vlakte!' Zegt Kim kwaad.

'Welke ruiters?' wil Emppu weten.

In de verte worden bewegende pollen gras zichtbaar. Je kon alleen zien dat ze bewogen omdat ze net iets hoger waren dan het gras zelf en ze steeds iets scherper zichtbaar werden.

'Die ruiters vormen geen bedreiging meer … Aangezien ze om de een of andere rede naar me luisteren.' Legt Kim uit. 'Wat dat daar is, weet ik echter niet!'

Allemaal tegelijk deinzen ze en stukje achteruit.

De pollen gras worden steeds duidelijker zichtbaar. Ze waren nu ook hoorbaar, ze maakte duidelijk 'iep, iep' geluidjes, net als hout dat over hout schuurt.

In eens niezen Kim, Iris en Emppu tegelijk.

'Oh nee, niet ook dat nog …' Roept Tuomas uit en hij zet het op het lopen. 'Wegwezen!'

Jani die het gelijk door heeft begint ook te rennen, tegelijk met Kim en Emppu.

Jukka blijft staan.

De pollen, ze zaten vast aan een schot, waren nu binnen een straal van 50 meter.

Dan bedenkt Jukka zich en rent hard om de rest in te halen.