Hoofdstuk 7.
'Ik… k… kan …niet meer!' Puft Tuomas, na bijna twee minuten hard te hebben gelopen.
Uitgeput, lijkbleek en steenkoud zakt hij door zijn knieën. Jani stopt met rennen als ze hem bereikt heeft. Achter haar gaat Kim tegen de vlakte en iets terug lag Emppu al op de grond.
Voorzichtig laat Tuomas Iris uit zijn armen zakken en gaat dan op de grond liggen.
'Leven we nog?' Vraagt Jukka erg overbodig als hij langs Jani staat.
'Nee,' valt Iris uit.
Ze had erg ongemakkelijk in Tuomas armen gelegen, maar ze was blij geweest dat ze het zelf niet had hoeven te rennen.
'We moeten ze suiker voeren!' schreeuwt ze boos.
Snel pakt ze uit haar tas een zak met dropkrijtjes en gooit deze naar Jukka. Zelf gaat ze staan. Jani draait zich om en slaat een gilletje als ze Emppu ziet liggen.Ze knielt bij hem neer en schud aan zijn schuders.
'Erno?'
Naar Iris begint Tuomas in eens te rillen. Voorzichtig stopt Jukka wat krijtjes bij Kim in haar mond (voor zover het lukt).
'Erno, wordt wakker! Alsjeblief?' vraagt Jani verdrietig, dan begint ze te huilen.
Door de hoeveelheid krijtjes in haar mond verslikt Kim zich.
'Juk … ka … Ik … Oef!'
In eens slaat Iris een gil als het graspollen schot op nog geen drie meter afstand verschijnt. Tuomas schrikt, maar kan niet stoppen met rillen.
Naast het schot verschijnt een man met leren laarzen, een cape en een katoenen broek en shirt.
'Kan ik helpen?' Vraagt hij.
Emppu's been maakt een trek beweging. Kim komt overeind en niest.
'Die muur weg halen zou prettig zijn!' zegt ze.
Dan ziet ze Emppu, rent ze naar hem toe en draait hem op zijn rug. Ook voelt ze of hij nog een ademhaalt.
'Emppu, kun je me horen?' Vraagt ze benauwd.
Weer maakt Emppu's been een onverwachte beweging.
Kim schrikt als haar hand die van Emppu aan raakt.
'Let op je ademhaling.' Stamelt ze tegen zichzelf en Emppu.
Ondertussen Tuomas kreunt zacht.
'Weg met die muur! Zie je niet wat je ons hebt aan gedaan?' Schreeuwt Jukka de man woedend toe als de man geen vin verroert.
Dan loopt hij naar Tuomas en stopt ook bij zijn vriend krijtjes in de mond. De man blijft gewoon naast zijn schot staan.
Emppu's hand baalt zich en gaat naar zijn borst.
'He, kleren vent!' Iris trekt haar grote scheldwoordenboek open tegen de man, 'wat doe je überhaupt met een schot van gras en hout in dit pokken weiland?'
Ineens bedenkt Jukka zich en begint alle krijtjes, die hij net in zijn vriend's mond heeft liggen stoppen, er weer uit te halen. Tuomas hijgt als ze er weer uit zijn en voelt ijskoud aan. Zijn zwakke hand wuift die van Jukka weg.
'Broekzak … insuline …' brengt hij moeizaam uit.
Daarna krijgt Tuomas stuiptrekkingen. Jukka schrikt ervan.
De man rent naar Tuomas toe.
'Deze man heeft dat spul wat hij zei nodig!' Zegt hij kwaad als Jukka geen stappen onderneemt.
Voorzichtig probeert hij in Tuomas' zakken te voelen. Jani raakt nu ook in paniek om Tuomas. Kim legt haar hand tegen Emppu's wang.
'Emppu, wakker worden … Kijk me aan, kom op!' zegt ze dringend.
Iris loopt met een zuur gezicht naar Jani en slaat een arm om haar heen.
Plotseling valt er een lange vrouw uit de lucht, boven op het schot van de man, zonder problemen staat ze op.
