Hoofdstuk 8.
De man houdt een insuline spuit omhoog.
´Is dit het?´ vraagt hij.
Naast hem begint de ademhaling van Tuomas te haperen.
Langzaam gaan Emppu´s wenkbrauwen even om hoog en knippert hij met zijn ogen. Kim laat haar vingertoppen even over zijn wang strijken en zegt: ´Kom op, Emppu. Je kunt het …´
Haar stem stokt wanneer ze beseft dat ze ´iets vreemds´ voelt in haar buik.
Oh jeeh, denkt ze.
Als de hand van Emppu weer tegen haar eigen hand komt, wordt haar gezicht knal roze en haar lippen knal rood.
Naast haar zit Jani zachtjes te snikken. Voorzichtig staat Jani op en loopt naar Iris toe.
Een beetje mistroostig slaat Iris haar armen om het meisje heen.
'Sjjjjjj…' fluistert ze in het oortje.
In eens wordt de spuit insuline uit de man zijn handen getrokken en zo zacht mogelijk in het trillende lijf van Tuomas gedrukt, door de onbekende vrouw.
Langzaam aan trekken de stuipen weg en blijft Tuomas moe, langzaam ademhalend en steenkoud liggen.
De man staart wezenloos naar Tuomas, maar draait zich dan om en ziet zijn kapotte wagen.
'Jullie hebben mijn enige bescherming kapot gemaakt, kijk dan wat jullie gedaan hebben.'
De vrouw haalt haar schouders op als ze naar de wagen kijkt. Boos loopt de man weg en neemt zijn wrak mee.
Als alle schokken gedaald zijn voelt Jukka getik op zijn rug. Snel draait hij zich om en ziet hij de vrouw, die nog steeds over Tuomas stond gebogen.
'Tar …' schreeuwt hij, maar dan ziet hij het onderkruipsel uit de bergen aan zijn voeten staan.
'AAAH! It's that dangerous man, precious! It hurts us!' schreeuwt het geniepige monster gelijk uit.
Niet smelten, Iris, niet smelten, denkt Iris haastig als Jani verdrietig om hoog kijkt.
Arg ze is te lief, gaat het door Iris heen als ze helemaal warm wordt van binnen.
Jani schreeuwt het uit als ze het wezen ziet.
'Gollem!' roept ze.
Het wezen, Gollem genaamd, springt verschrikt bij Jukka weg.
Voorzichtig haalt Kim haar hand van Emppu's gezicht af, maar de man laat het niet toe en trekt de hand terug.
Compleet van haar stuk gebracht staart ze Emppu aan. Vanbinnen bezig met een tweestrijd probeert ze waar te nemen wat ze nou echt voelt. Afwezig aait ze Emppu over zijn wang.
Even gaan zijn ogen dicht, maar ook weer open.
'Gaat het nu weer?' vraagt ze bezorgd. En ze glimlacht vriendelijk.
'Ja' zegt hij en zijn mondhoeken krullen omhoog.
Hij is cute denkt Kim blij.
'Stom ding!' zegt Jukka en hij schopt tegen Gollem aan.
Gollem ontwijkt en sist furieus.
'Cruel man. Smeagol isn't here to do evil thingses, no. Smeagol came to warn you, precious, yes we did!' sist hij.
Jukka kijkt vragend naar Gollem/Smeagol.
'Hoezo waarschuwen?'
Iris gaat bij Tuomas staan.
'Wil je nu wel mijn levens reddende voedsel?' vraagt ze breed glimlachend.
'Nee dank je.' zegt Tuomas zwakjes, maar hij kan nog wel glimlachen.
Bijzonder geïnteresseerd aait Iris Tuomas door zijn haar.
