IV
De rest van de dag verliep rustig. Garion en Aire hadden na hun vecht partij van korte duur niets meer tegen elkaar gezegd. Garion was in de war. Hij wist wat er gebeurt was, maar hij wist niet wat er komen ging en waarom dit alles gebeurt was. Hij wilde meer weten over zijn rol in dit verhaal en de rol van Aire, maar Aire had tot nu toe niet veel losgelaten, behalve een vaag verhaal over goed en kwaad.
De avond begon te vallen en de zon zakte weg achter de bomen. Schaduw overviel het bos en de sterren verschenen aan de hemel. Aire stopte bij een snelstromend beekje en legde zijn spullen op de grond.
'We komen in de buurt van de Laleire.' zei hij. Garion stopte ook en nam even de tijd om op adem te komen, want hij had de hele weg moeite gehad met de grote stappen van Aire bij te houden.
'We overnachten hier.' vervolgde hij, 'maar eerst doen we nog een partijtje.' Garion keek hem verbaasd aan en hij vroeg waarom het zo nodig was.
'Stel dat er op dit moment een Schaduw uit de bosjes zou springen.' veronderstelde Aire, 'wat zou je dan doen? Hard wegrennen? Garion wist het niet en zei ook niets.
'Dat kun je wel vergeten, het zal maar enkele seconden duren voordat de Schaduw je heeft ingehaald en je in stukken heeft gescheurd.' Bij de gedachte aan het feit aan stukken gescheurd te worden draaide Garion's maag om. Aire zag dat Garion het moeilijk had met deze gedachte en speelde hierop in door Garion een stok in zijn handen te duwen. Met tegenzin pakt Garion de stok vast en haalde meteen uit naar Aire, die de stok met het grootste gemak vast pakte. Aire legde hem een paar regels en tips uit, voordat ze begonnen met vechten.
Aire raakte Garion zoals gewoonlijk vaker dan dat Garion Aire raakte. Sterker nog Garion was de enige die geraakt werd. Druk bezig met het proberen te ontwijken van Aire's slagen zag Garion iets tussen de bomen wegschieten. Vast een vos dacht hij. Seconden later sprong een groot zwart iets uit de bosjes. Aire reageerde razend snel en duwde Garion tegen de grond. De Schaduw landde maar net naast hem. Kwijlend keek de Schaduw Garion's kant op en hij zag zijn felle ogen schitteren in het maanlicht. De Schaduw hief zijn gekromde dolk met doel deze zo hard mogelijk door Garion keel te boren. Op het moment dat de Schaduw wilde overgaan tot handelen vloog de dolk met een luid slurpend geluid door de lucht. Aire had met één snelle, doeltreffende klap de arm van Schaduw van zijn romp gescheiden. De Schaduw vloog op, krijsend van de pijn. In paniek zocht het een uitweg, maar Aire was hem voor en hij stak zijn zwaard tot diep in het hart van de Schaduw. Op het moment dat het zwaard de Schaduw raakte vervloog de Schaduw in een wolk zwarte as.
'Zie je nu waarom je moet leren vechten?' zei hij. Garion knikte geschrokken ja. Hij had de hele tijd in een gedoken op de grond gelegen, bang voor wat komen zou.
'Morgen gaan we verder, we volgen deze beek en steken dan de Laleire over. Nu gaan we slapen.' Aire hielp Garion van de grond en legde zijn slaap spullen klaar. Garion dook letterlijk in zijn slaapzak en hij hoopte snel in slaap te vallen.
'hehe, alsof je straks nog een zwaard nodig hebt.' Klonk in stem in Garion's hoofd. Verschrikt keek hij op, maar hij zag niets. Was de Schaduw nog in de buurt of was het iets anders. Bang viel Garion in slaap die nacht. Wachtend op de droom die hij elke nacht had.
