VIII
Het gezelschap kwam aan bij een klein kronkelend riviertje, waar verschillende insecten op dreven die een makkelijk prooi waren voor de kikkers die op de oever zaten te wachten. De instabiele Garion stapte van zijn paard en zakte in elkaar op de grond. Daar zat hij met zijn hoofd tussen zijn knieen, de gedachten en herrinneringen uit zijn hoofd te bannen. Aire en Avarion stapte van de grote knol en fluisterde tegen elkaar. Het maakte Garion niet uit wat ze zeiden, hij wilde niet meer.
Een grote zwarte Schaduw liep op de jongen af met in zijn hand een grote gekrormde dolk.
'Hehe, ik zei toch dat je geen zwaard meer nodig had.' klonk een schrale stem. Een pikzwarte, met schubben bedekte, arm daalde neer met een overweldigende kracht die de vogels deed opvliegen. De dolk bevestigd aan de arm streek diep in het lichaam van de man.
'NEEEEEEEEEEE!' schreeuwde de jongen.
De lucht was helder blauw, de zon scheen fel en het luchtruim was bezet door tientallen draken. De draken vormden een formatie en daalde neer. Zwarte schubben bedekte de huid van de draken en een persoon gehuld in zwart harnas daalde neer van de voorste draak Een jongen rende over de open vlakte. Gevolgd door de persoon in het zwarte harnas. De jongen struikelde en smakte op de grond. De persoon naderde met zware voetstappen die duidelijk hoorbaar waren.
'Geef me de diamant' zei de persoon.
'Nee nooit!'
De jongen kroop moeizaam weg en probeerde op te staan om nog harder weg te rennen. Maar op het moment dat de jongen opstond schoten er felle witte lichtflitsen vanuit de hemel naar beneden. De jongen werd gehuld in fel wit licht, alleen zijn silhouet was nog vaagjes te zien. Grote vleugels ontvouwde zich achter de jongen en bij deze actie onwortelde het gras en vloog omhoog, naar de hemel.
'Garion... Garion!'
'Garion!' Klonk Aire's stem hard. Garion vond zichzelf terug, kronkelend en stuiptrekkend in het gras.
'Wat is er gebeurt?' vroeg hij.
'O, niets hoor,' zei Avarion, 'het is alleen dat één van de grootste steden van dit continent zojuist volledig is vernietigd door honderden Schaduw die naar ons op zoek zijn!' Garion keek boos naar Avarion en hij probeerde op te staan.
Er schoof een schaduw over het gezelschap en alle vijf keken ze omhoog. Hoog in de lucht zweefde een groot log gedaante met gigantische vleugels. Garion sprong zonder na te denken op de rug van Lesia, deze wist wat Garion wilde en galopeerde in de richting van de schaduw. Aire en Avarion keken elkaar verbaasd aan. Zij wisten dat de schaduw van een draak was en dat dit waarschijnlijk één van de laastste geweest moest zijn.
'Die jongen zit vol verassingen.' zei Avarion.
'Ik denk dat we hier nog niet mee klaar zijn.' Zuchte Aire en hij stapte op de knol. Avarion volgde hem en samen volgde ze Garion die verbazingwekkend snel reed op Lesia.
