Hallo allemaal!

Jaja, ook weer een nieuw hoofdstuk over Ramona.

Toch best moeilijk twee verhalen tegelijk te schrijven, maar het lukt wel.

SaraS en Eleanor Larathiel, heeeeeeeel erg bedankt voor jullie opbeurende woorden en tips, ik ga ze denk ik wel gebruiken.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

HOOFDSTUK 6

Professor Sneep

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ik open mijn ogen. ~

Bella en Pansy lagen nog te slapen.

Mooi.

Ik sta op en zachtjes open ik mijn hutkoffer om een boek te pakken.

De vorige avond heb ik geen gelegenheid gehad om mijn spraak te oefenen.

Zacht sluip ik naar de leerlingenkamer waar een grote staande klok staat die aangeeft dat het half zeven is.

Het haardvuur is al aan en ik maak het mezelf gemakkelijk in een van de grote leren stoelen voor het vuur.

Zachtjes begin ik te lezen, heel zachtjes, bang dat iemand mij misschien kan horen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Om zeven uur besluit ik dat ik me het beste wel aan zou kunnen gaan kleden.

Dan heb ik de badkamer tenminste voor mezelf.

Ik neem lekker de tijd om mezelf te wassen en mijn haren te kammen.

Zonder dat ik erbij stil sta doe ik mijn haarband af.

Allerlei stemmen gaan weer door mijn hoofd, maar niet zo veel als de vorige keer.

Dat komt zeker omdat het nog zo vroeg is.

Dat brengt me op een idee.

Ik zou vanaf vandaag elke keer zo vroeg opstaan om mijn spraak en mijn krachten te oefenen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Volledig aangekleed ga ik weer in de leerlingenkamer zitten.

Half acht.

Nu zal iedereen toch onderhand wel opstaan.

Het stond geloof ik klaar vanaf half acht en ik besluit mijn weg naar de Grote Zaal te zoeken.

Onwennig stap ik de leerlingenkamer uit en kijk de gang door.

Naar links of rechts?

Ik besluit om naar rechts te gaan.

Die gang komt me het bekendst voor.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Tot mijn grote verbazing vind ik mijn weg naar de Grote Zaal zonder een keer verkeerd te lopen.

De Zaal is nog helemaal leeg.

Ik ga content op de hoek van de tafel van Zwadderich zitten en plots verschijnt er mijn ontbijt op tafel.

Met smaak eet ik de met honing gezoete broodjes op terwijl er langzaam mensen de Grote Zaal in komen druppelen.

Tegen acht uur zit het tot mijn grote ergernis alweer helemaal vol en ik probeer onopgemerkt de zaal te verlaten.

"Waar ga je heen?"

Mislukt.

Met tegenzin draai ik me naar degene die tegen me had gesproken.

Het was Draco.

Ik kijk hem even vreemd aan, met een blik die moest zeggen: 'Wat gaat jou dat aan?'

"Ik vroeg waar je heen gaat. We krijgen onze roosters zo." Zegt hij en ik zie het nut om te blijven zitten.

Zonder een woord te zeggen ga ik weer zitten en wacht geduldig af.

Na een paar minuten zie ik dat verschillende mensen een papiertje in hun handen houden en een beetje verbaasd kijk ik rond.

'Waar komen die vandaan? Krijg ik er geen?' Denk ik verward, maar ik zie net dat Draco het blaadje van zijn bord pakt en ik kijk ook naar mijn bord.

Daar ligt inderdaad mijn rooster.

Met naam en al.

Ik lees hem vlug even door en sta op om mijn boeken te gaan halen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ik merk tijdens dat ik niet achterlig bij de rest van de leerlingen.

Integendeel.

Ik weet veel vergeleken met de rest van de leerlingen.

Bij Astrologie kregen we de opdracht om zo veel mogelijk namen van sterren op te schrijven die we kennen en aan kunnen wijzen, mijn lijst was in ieder geval al twee keer zo lang als die van Pansy, al denk ik dat dat niet veel zegt, Pansy is volgens mij een beetje achterlijk.

Kruidenkunde krijgen we van een irritant vrolijke lerares, maar ik vind het heel interessant om alle namen en eigenschappen van allerlei planten te leren.

Bezweringen sprak mij niet zo aan. Je moet er bij praten kwam ik achter en ik wil nog niet praten, ik wil eerst nog wat oefenen.

Mijn staf vind ik nog steeds een beetje vreemd.

Vergeleken met die van de anderen leek die van mij inderdaad te gloeien en het trok zelfs de aandacht van professor Banning, die hem bewonderend even van alle kanten bekeek en me zelfs vragen begon te stellen. Toen ik niets zei gaf hij mijn staf haastig terug en vervolgde de les.

Ik zag Draco me even vreemd aankijken en iets zeggen tegen een van zijn vrienden. Korzel, of Kwast. Ik kan die twee niet uit elkaar houden. Ze hebben beiden geloof ik meer spieren als hersens. Ze bakten ook niets van de spreuk die we moesten oefenen, terwijl dat maar een simpele spreuk was die de punt van je staf moest laten oplichten.

Transfiguratie is echter weer heel iets anders.

Ik kwam wat later in die les en ik moest langs de weet-al Hermelien Griffel gaan zitten. Ze ergert me niet omdat ze alles weet, maar eerder omdat ze er ook zo mee te koop loopt, zeker niet goed voor haar. Ze heeft er in ieder geval nog geen vrienden mee gemaakt.

De lerares, professor Anderling, had gezegd dat het meer ging om de concentratie en de inbeelding dan het uitspreken van de spreuk en dus probeerde ik de lucifer in een naald te veranderen zonder een spreuk uit te spreken.

Ik keek dus goed naar de lucifer en probeerde in mijn hoofd te zien hoe die verandert in een naald. Ik sloot mijn ogen en richtte mijn staf op de lucifer. Even bleef ik zo zitten. Er was niets gebeurd. Gefrustreerd had ik het nog een keer geprobeerd en natuurlijk was het niet gelukt.

Anderling was naast me komen staan en had gezegd: "Ontspannen meid, ik weet dat je het kunt."

Ik haalde dus een keek diep adem en probeerde het nog een keer.

Deze keer voelde ik plots mijn staf warm worden en er liep een tinteling door mijn arm.

"Kijk allemaal! Juffrouw Maanlicht is het gelukt. Het bewijs dat ieder van jullie het zou moeten kunnen doen." Had ze gezegd.

De lucifer was inderdaad helemaal veranderd in een naald en Hermelien had me jaloers aangekeken. Het was haar enkel gelukt om de lucifer zilverkleurig te maken ietwat puntiger. Ze kreeg wel een van Anderling's zeldzame glimlachen.

Toen kwam Verweer tegen de Zwarte Kunsten.

Het werd gegeven door een stuntelige jonge man met een idiote tulband op die stonk naar knoflook. Hij ergerde me zo dat ik geheel mijn interesse in het vak verloor.

Nee, ik verheugde me op de laatste dag van de week. Vrijdagmorgen, blokuur Toverdranken met professor Sneep.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Opgewonden zit ik aan het ontbijt, bladerend in Magische Brouwsels en Drankjes door Arsenius Grein. Ik heb het hele boek al uit en dankzij mijn goede geheugen kende ik het nu al uit mijn hoofd.

Als Sneep mij een vraag stelt, dan…

Maar dat zal wel niet en ik ga ook geen algemene vraag beantwoorden.

Nee, het moet een speciaal moment zijn wanneer ik ga praten.

Plots zie ik dat iedereen al aan het vertrekken was.

Ik was zo in gedachten verzonken geweest.

Snel sta ik op om mijn weg naar de kerkers.

Het is er altijd stil en donker.

Daar hou ik van.

Ik snel het klaslokaal in en ik zie dat er helaas alleen nog maar plaats is langs de weetal Hermelien.

Ik zucht en ga zitten.

Hermelien glimlacht me even toe.

Hé, ze is vriendelijk. Misschien kan ik toch een kans geven. Ze was slim, kan misschien nuttig zijn in de toekomst.

Ik glimlach vriendelijk terug.

Iedereen kletste tegen elkaar, want Sneep was er nog niet en ik had even de tijd om het lokaal goed te bekijken. Overal waren schappen vol glazen potten met ingrediënten en dieren op sterk water. Het enige plekje waar een beetje zon komt is waar de lessenaar van Sneep staat. Achterin het lokaal staan onze ketels opgesteld en ik zoek de mijne.

Plots komt Sneep binnen stormen en wordt het muisstil.

Ik richt mijn aandacht op hem, maar hij begint met het oplezen van namen en al snel verlies ik belangstelling, tot ik hem hoor zeggen: "Ah, Harry Potter. Onze nieuwe – beroemdheid."

Ik bekijk de jongen die Harry Potter genoemd wordt.

'Wat is er toch met hem? Iedereen heeft het over hem.' Vraag ik mezelf af. 'Sneep doet niet echt vriendelijk. Waarom?'

Ik hoor Draco en zijn handlangers gniffelen.

Sneep leest de lijst af en kijkt ons met zijn intens zwarte ogen aan.

"Jullie zijn hier om de subtiele wetenschap en exacte kunst van het toverdrankbrouwen te leren," begint hij en kijkt ons een voor een gevaarlijk aan. Hij fluisterde bijna, maar was toch goed verstaanbaar. "Omdat daar weinig hersenloos stokgezwaai bij komt kijken, zullen velen van jullie nauwelijks geloven dat dit ook toverkunst is. Ik verwacht niet dat jullie de schoonheid van een zacht pruttelende ketel zullen waarderen, van de kringelende damp, de delicate kracht van vloeistoffen die door de menselijke aderen kruipen en de geest bedwelmen, de zintuigen begoochelen… ik kan jullie leren hoe jullie roem kunnen brouwen glorie kunnen destilleren en zelfs de dood kunnen bottelen – als jullie ten minste niet zulke grote reuzelkoppen zijn als de meeste leerlingen."

'Ik verheug me al op het maken van drankjes om de geest te bedwelmen, de zintuigen begoochelen!' Denk ik in de stilte die volgt.

"Potter!" Roept Sneep plotseling en ik schrik zo dat ik bijna van mijn stoel val. Hopelijk heeft niemand het gezien.

"Wat krijg ik als ik gemalen affodilwortel toevoeg aan een aftreksel van alsem?"

Drank van de Levende Dood! Ik zeg het bijna hardop, maar ik hou me in. Hermelien daarentegen gooit haar arm de lucht in alsof het een kwestie van leven of dood is. Daar erger ik me aan.

"Geen idee, meneer." Antwoord Harry.

Ik zie hoe Sneep geniet van het antwoord wat Harry gaf en ik zie zijn mondhoeken een beetje krullen.

"Wel, wel - roem is blijkbaar niet alles. Laten we het nog eens proberen, Potter."

Waarom negeert hij Hermelien? Zij weet het.

Ik zie hoe ze een beetje teleurgesteld haar arm weer laat zakken.

"Waar zou je zoeken als ik om een bezoar vroeg?"

'In de maag van een geit.' Weet ik.

Hup, daar gaat de arm van Hermelien weer.

'Jeetje. Uitslover.'

Ik kijk vernietigend naar Draco die Harry uit zit te lachen, maar hij ziet me niet.

"Ik zou het niet weten, meneer." Klinkt de stem van Harry een beetje wanhopig en ik richt mijn aandacht weer op hem.

"Je dacht zeker dat jij het niet nodig had om voor het begin van het schooljaar je boeken eens in te kijken, Potter?"

Arme jongen, ik snap niet waarom Sneep zo lullig doet. En waarom vraagt hij het gewoon niet aan Hermelien?"

"Wat is het verschil tussen Monnikskap en Akoniet?"

'Geen verschil.' Denk ik weer en ik zie hoe Hermelien zo ongeveer op haar stoel gaat staan en een geïrriteerd stoot ik haar aan.

Ze kijkt me een beetje afgeleid aan, maar ik hoef al niet meer te gebaren dat ze rustig moet doen, want Sneep snauwt plots: "Ga zitten!"

Blijkbaar had Harry iets gezegd wat hem niet aanstond, want hij zag er echt kwaad uit.

"Voor je informatie Potter: uit affodil en Alsem brouwen we een slaapdrank die krachtig is dat hij ook bekend staat als de Drank van de Levende Dood. Een bezoar is een steen uit de maag van een geit, die beschermt tegen de meeste soorten vergif. Monnikskap en akoniet zijn één en dezelfde plant. Nou? Waarom schrijven jullie dat niet op?"

Ik zie iedereen haastig naar zijn veer grijpen en om ook maar wat te doen te hebben begin ik het ook op te schrijven.

"Griffoendor krijgt vijf punten aftrek omdat je zo brutaal was, Potter."

Dat is oneerlijk! Ookal weet ik niet precies wat Harry had gezegd.

Sneep schrijft ondertussen de ingrediënten op van de drank die we moeten gaan bereiden en ik word samen met Hermelien ingedeeld.

Ik begin maar met het fijnstampen van slangetanden en het afwegen van gedroogde brandnetels. Daar hoef je niet bij te praten.

Sneep loopt ondertussen keurend tussen de rijen leerlingen door en heeft bij iedereen iets op te merken, behalve bij Draco. Wanneer hij hem prijst om het koken van zijn gehoornde slakken hoor ik plots een gesis en zie ik hoe er wolken gifgroene rook door het lokaal kolkten.

Marcel had blijkbaar de ketel in een verwrongen klomp metaal weten te veranderen en nu gutste de drank om zweren te genezen over de vloer. Helaas is de drank niet helemaal gelukt bij Marcel en nu zit hij vol grote, kloppende rode zweren.

"Idioot!" Hoor ik Sneep snauwen. "Je hebt de stekelvarkensstekels er zeker bij gedaan zonder de ketel van het vuur te nemen? Breng hem naar de ziekenboeg."

'Die drank moet worden tegen gehouden.' Denk ik terwijl de drank door stoelen en tafels zich een weg baant naar de rest van de leerlingen en snel pak ik mijn toverstaf. Een blauwig licht komt uit het puntje van mijn staf en bouwt een soort muur om de vieze, gelige drab. Sneep ziet het, maar richt zijn aandacht op Harry en Ron, die naast Marcel bezig waren geweest.

"Jij daar – Potter. Waarom heb je niet gezegd dat hij die stekels en nog niet bij moest doen? Je dacht zeker dat jij extra goed voor de dag zou komen als hij er een rotzooitje van makte, hè? Dat kost Griffoendor nog eens vijf punten."

Hij loopt naar zijn lessenaar en schrijft het op.

"Ieder paar moet een monster van zijn toverdrank in een flesje doen en inleveren met hun naam erop, opruimen en daarna kan iedereen gaan zodat ik deze troep hier op kan ruimen."

Iedereen gaat opeens haastig aan het werk en een beetje verloren kijk ik rond.

'En ik? Wat moet ik doen? Hier wortel schieten? Ik kan moeilijk mijn staf weghalen, want dan gaat het zich weer verspreiden.'

Ik kijk naar Sneep. Bijna iedereen was het lokaal al uit.

"Jij blijft daar nog maar even staan. Wie had gezegd dat ik hulp nodig heb met het opruimen van de drank?" Zegt hij gevaarlijk en ik kijk hem geschokt aan.

"Ik wilde alleen helpen, hoor." Zeg ik plots.

Ik was zo kwaad geworden dat het er gewoon uit floepte.

Gelukkig is iedereen al weg.

Sneep kijkt me geschokt aan.

"Dus je praat." Constateert hij.

"Jep." Zeg ik trots. "Eh, zou je me een beetje willen helpen hier, ik krijg een lamme arm."

"Dat je kan praten wil nog niet zeggen dat je zo'n grote mond tegen me op mag zetten. Je spreekt me aan met professor, of je spreekt helemaal niet. Het tweede bevalt me meestal het best." Zegt hij maar haalt de drank toch weg met een zwiep van zijn staf. "Dat word nablijven. Ik zie je vanavond hier om acht uur precies. Een minuut later en je verdient weer een keer nablijven. Tot vanavond, juffrouw Maanlicht."

En zo wordt ik de deur uit gewerkt.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~``

Gemeen is hij he? Maar hij heeft een reden!!

Please keep reviewing!!!