Weer een hoofdstuk. Veel leesplezier.
Eleanor Larathiel en SaraS ~Heel erg bedankt voor jullie reviews, you two keep me going !
Dit is een kort hoofdstuk met een cliff-hanger, sorry, maar ik vond dat ik iets moest posten. Volgende hoofdstuk komt snel.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
HOOFDSTUK 7
Draco
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Verontwaardigd loop ik naar de leerlingenkamer van Zwadderich.
Daarvoor had ik me de hele week dus voor uitgesloofd. Om er zomaar een beledigende opmerking uit te floepen.
Terwijl ik daar zo kwaad door de gangen loop zie ik plots iets wits een kruising van rechts naar links oversteken, gevolgd door een andere die ik herken als mevrouw Norks, de kat van Vilder, de conciërge.
Ik ren snel de hoek om, want de witte vlek zou Misty geweest kunnen zijn en ja hoor, daar rent ze.
"Misty!" Roep ik haar na en ze kijkt om. Mevrouw Norks is ook blijven staan en kijkt me met haar beschuldigende ogen aan. Ik ren op Misty af en ze begint kopjes te geven tegen mijn voeten.
"Ik miste je meid, waar was je toch?" Vraag ik haar terwijl ik ga zitten haar aai. Ze kijkt me even aan en toen naar mevrouw Norks, die op een afstandje blijft toekijken.
"Vrienden gemaakt?" Vraag ik haar weer en wenk mevrouw Norks. "Kom maar hoor."
Misty miauwt even en mevrouw Norks komt langzaam dichterbij. Ik hou mijn hand uit en ze besnuffelt mijn vingers. Ik aai haar even over haar hoofd en dat schijnt ze fijn te vinden, want ze komt langs Misty op mijn schoot zitten. Dat probeert ze in ieder geval. Ik lach.
"Nou, je kan wel goed met dieren om gaan, zie ik." Hoor ik iemand zeggen en verschrikt kijk ik op. Het is Draco.
"Mevrouw Norks laat zich anders nooit aaien."
Hij komt dichterbij en hurkt langs me.
"Waar zijn je bodyguards, Draco?" Vraag ik plagend.
"Je kan dus toch praten?" Vraag hij en keek me aan. Ik knik en glimlach.
Hij zucht. "Ach, met die twee kun je geen goed gesprek beginnen. Ze zijn allebei zo dom als het achtereind van een varken. Maar ja, het zijn de zonen van vrienden van vader, dus ik moet er wel mee omgaan."
Hij steekt zijn hand uit naar mevrouw Norks, die legt haar oren plat op haar kop en begint te grommen. Snel trekt hij zijn hand weer terug.
"Wat zei ik je?" Zei hij en lachte.
Ik lach met hem mee.
"Dat was best knap van je, net bij Toverdranken." Zegt hij toen het even stil was. Hij begint Misty te aaien, die het blijkbaar niet zo erg vind. Mevrouw Norks kijkt alsof het een schande is.
"Dank je, al vond Sneep dat niet zo geweldig, geloof ik." Zeg ik. "Ik moet vanavond nakomen."
"Bij Sneep?" Vraagt hij verbaasd. "Ik dacht dat hij Zwadderaars altijd voortrok."
"Dat heb ik ook gehoord. Blijkbaar niet." Zeg ik met een zucht en ik ga staan. "Gelukkig is het weekend en hebben we geen huiswerk voor morgen. Wat vind jij van het huiswerk?"
"Ach, het gaat wel."
"Ik vind er niets aan. De antwoorden staan altijd letterlijk in de boeken. Je moet het gewoon iets anders opschrijven." Zeg ik en pak Misty op. Mevrouw Norks verdween.
"O ja? Ik kan de antwoorden nooit vinden, dus verzin ik maar wat."
Daar heb ik niets op te zeggen. Vaak weet ik als ik een stukje had gelezen precies waar iets staat. Ik weet het ook nog letterlijk op te zeggen ook. We lopen in stilte naar de leerlingenkamer.
"Euh… Kan je schaken?" Vraagt Draco plots.
"Schaken? Eigenlijk niet." Zeg ik. "Maar ik wil het wel leren."
Draco kijkt me vrolijk aan.
"Wacht, dan ga ik even mijn schaakbord pakken."
Het is rustig in de leerlingenkamer en ik ga zitten in een van de leren stoelen voor het knapperend haardvuur.
Draco gaat met glinsterende ogen voor me zitten en ik maak de tafel vrij voor het grote schaakbord dat hij heeft meegenomen.
"Wow, mooi schaakbord." Zeg ik terwijl hij de stukken opstelt. De zwarte stukken waren van donker hout gemaakt en afgewerkt met goud, de witte stukken van een soort wit marmer met zilver en de rand van het bord was met krullen van zilver en goud versierd.
"Ja, van mijn vader gekregen. Kijk, dit is de koning en dit de koningin."
Draco begint met uitleggen van het spel. Ik merk dat ik het snel oppik en ik geniet zo van het spel dat de tijd vliegt. Gelukkig denk ik net op tijd dat ik na moet blijven en met tegenzin neem ik afscheid van Draco.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Zonder avondeten gehad te hebben ren ik naar het kantoor van Sneep. Maakt niet uit, ik heb wel vaker geen avondeten gehad.
"Whee! Een eersteklassertje met haast?"
O nee, Foppe! Die irritante klopgeest.
"Vlieg op!" Roep ik en ren dwars door hem heen. Het voelde alsof ik een plens koud water over me heen had gekregen. Ik ril even, bah, nooit leuk om door spoken te rennen, maar ja, hij zweefde in de weg en ik heb haast.
"Het is erg onbeleefd om zomaar door iemand heen te lopen!" Klinkt het kwaad achter me. Ik kijk even om.
Hij is echt kwaad! Ik begin harder te rennen, want hij volgt me nu op mijn hielen en begint met van alles te gooien.
"Ik zal je leren!" Krijst hij en een helm mist me nog net.
"Ga weg Foppe, of ik roep de Bloedige Baron!" Roep ik over mijn schouder.
"Ik zal je leren! Ik zal je leren dat het onbeleefd is om zomaar door iemand heen te lopen!" Krijst hij nog harder.
"Riep iemand mij?" Hoor ik plots een andere stem en een rilling loopt over mijn rug. Het was de Bloedige Baron. Buiten adem leun ik met mijn handen op mijn knieën.
"O, meneer de Baron. Het is niets hoor, we waren alleen maar een spelletje aan het doen. Het is niets…" Begint Foppe slijmerig.
"Hij… hij bekogelde… mij met… dingen. Terwijl ik… op… op tijd moet zijn… bij professor Sn… Sneep." Hijg ik.
"Is dat waar?" Zegt de Baron ijzig en richt zich op Foppe. Ik heb geen tijd om hier nog langer naar te kijken en loop door richting het kantoor van Sneep.
"Zij rende zomaar dwars door me heen!" Hoorde ik Foppe nog krijsen.
Ik klop op de deur en haal even een paar keer diep adem. Ik hoop dat ik nog op tijd ben. Ik stap naar binnen.
"Ah, juffrouw Maanlicht." Klinkt de stem van Sneep vanachter zijn bureau.
"Goedenavond professor." Begroet ik hem beleefd.
"Volg mij." Zegt hij na een lange blik op mij en loopt door een deur naar een andere kamer. In de kamer staan rekken vol flessen en potten met dieren op sterk water. Allemaal netjes gelabeld en gerangschikt. In het midden van de ronde kamer staat een grote ketel op het vuur. Sneep loopt naar een bureau met nog potjes erop – lege, zie ik - en pakt een takje.
"Vertel me eens wat dit is." Zegt hij en geeft het takje aan mij. Ik bekijk het aan alle kanten. Het ziet er vrij normaal uit. Een dun takje met heel veel kleine grijsgroene blaadjes. Ik wrijf een blaadje tussen mijn vingers en ruik eraan.
"O, maar dit is Tijm!" Roep ik uit.
"En waarvoor wordt het gebruikt?"
"Tijm wordt door dreuzels gebruikt voor allerlei dingen. Tegen hoesten, slapeloosheid, depressie en migraine. Wij gebruiken het als een van de belangrijkste ingrediënten van een krachtdrank." Antwoord ik zonder erbij na te hoeven denken.
"Dat is correct. Weet je ook hoe het in een drank word gebruikt?"
"Het moet eerst gedroogd zijn en dan tot poeder gestampt worden."
"Juist. En dat is jou taak." Zegt hij en zet een grote pot voor me neer. "Vul deze pot met gepoederde Tijm."
En hij verlaat de kamer. Ik zucht en kijk van de grote zak met takjes Tijm naar de grote pot die ik moet vullen. Ik zucht nog eens en ga aan het werk.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik heb allemaal sneetjes in mijn vingers van de scherpe Tijmblaadjes wanneer Sneep binnenkomt om verder te gaan met zijn drank. Hij kijkt even in de pot waar ik mee bezig ben. Hij is nog niet eens halfvol, maar ik heb alles wel heel fijn gestampt, precies zoals het moet. Dat denkt hij blijkbaar ook, want hij heeft er niets op aan te merken. Terwijl hij bezig is met de drank, raak ik mijn moed bijeen.
"Professor?" Vraag ik terwijl ik gewoon doorga met stampen. "Kende u mijn moeder?"
Het blijft stil achter me, maar ik dat hij naar me staat te kijken. Ik blijf aan het stampen, maar mijn hoofd is er niet bij en mijn handen trillen. Mijn hart klopt als een bezetene in mijn borst.
"Ja." Hoor ik hem plots zeggen. "Ja, ik kende je moeder."
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Please keep reviewing!
Eleanor Larathiel en SaraS ~Heel erg bedankt voor jullie reviews, you two keep me going !
Dit is een kort hoofdstuk met een cliff-hanger, sorry, maar ik vond dat ik iets moest posten. Volgende hoofdstuk komt snel.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
HOOFDSTUK 7
Draco
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Verontwaardigd loop ik naar de leerlingenkamer van Zwadderich.
Daarvoor had ik me de hele week dus voor uitgesloofd. Om er zomaar een beledigende opmerking uit te floepen.
Terwijl ik daar zo kwaad door de gangen loop zie ik plots iets wits een kruising van rechts naar links oversteken, gevolgd door een andere die ik herken als mevrouw Norks, de kat van Vilder, de conciërge.
Ik ren snel de hoek om, want de witte vlek zou Misty geweest kunnen zijn en ja hoor, daar rent ze.
"Misty!" Roep ik haar na en ze kijkt om. Mevrouw Norks is ook blijven staan en kijkt me met haar beschuldigende ogen aan. Ik ren op Misty af en ze begint kopjes te geven tegen mijn voeten.
"Ik miste je meid, waar was je toch?" Vraag ik haar terwijl ik ga zitten haar aai. Ze kijkt me even aan en toen naar mevrouw Norks, die op een afstandje blijft toekijken.
"Vrienden gemaakt?" Vraag ik haar weer en wenk mevrouw Norks. "Kom maar hoor."
Misty miauwt even en mevrouw Norks komt langzaam dichterbij. Ik hou mijn hand uit en ze besnuffelt mijn vingers. Ik aai haar even over haar hoofd en dat schijnt ze fijn te vinden, want ze komt langs Misty op mijn schoot zitten. Dat probeert ze in ieder geval. Ik lach.
"Nou, je kan wel goed met dieren om gaan, zie ik." Hoor ik iemand zeggen en verschrikt kijk ik op. Het is Draco.
"Mevrouw Norks laat zich anders nooit aaien."
Hij komt dichterbij en hurkt langs me.
"Waar zijn je bodyguards, Draco?" Vraag ik plagend.
"Je kan dus toch praten?" Vraag hij en keek me aan. Ik knik en glimlach.
Hij zucht. "Ach, met die twee kun je geen goed gesprek beginnen. Ze zijn allebei zo dom als het achtereind van een varken. Maar ja, het zijn de zonen van vrienden van vader, dus ik moet er wel mee omgaan."
Hij steekt zijn hand uit naar mevrouw Norks, die legt haar oren plat op haar kop en begint te grommen. Snel trekt hij zijn hand weer terug.
"Wat zei ik je?" Zei hij en lachte.
Ik lach met hem mee.
"Dat was best knap van je, net bij Toverdranken." Zegt hij toen het even stil was. Hij begint Misty te aaien, die het blijkbaar niet zo erg vind. Mevrouw Norks kijkt alsof het een schande is.
"Dank je, al vond Sneep dat niet zo geweldig, geloof ik." Zeg ik. "Ik moet vanavond nakomen."
"Bij Sneep?" Vraagt hij verbaasd. "Ik dacht dat hij Zwadderaars altijd voortrok."
"Dat heb ik ook gehoord. Blijkbaar niet." Zeg ik met een zucht en ik ga staan. "Gelukkig is het weekend en hebben we geen huiswerk voor morgen. Wat vind jij van het huiswerk?"
"Ach, het gaat wel."
"Ik vind er niets aan. De antwoorden staan altijd letterlijk in de boeken. Je moet het gewoon iets anders opschrijven." Zeg ik en pak Misty op. Mevrouw Norks verdween.
"O ja? Ik kan de antwoorden nooit vinden, dus verzin ik maar wat."
Daar heb ik niets op te zeggen. Vaak weet ik als ik een stukje had gelezen precies waar iets staat. Ik weet het ook nog letterlijk op te zeggen ook. We lopen in stilte naar de leerlingenkamer.
"Euh… Kan je schaken?" Vraagt Draco plots.
"Schaken? Eigenlijk niet." Zeg ik. "Maar ik wil het wel leren."
Draco kijkt me vrolijk aan.
"Wacht, dan ga ik even mijn schaakbord pakken."
Het is rustig in de leerlingenkamer en ik ga zitten in een van de leren stoelen voor het knapperend haardvuur.
Draco gaat met glinsterende ogen voor me zitten en ik maak de tafel vrij voor het grote schaakbord dat hij heeft meegenomen.
"Wow, mooi schaakbord." Zeg ik terwijl hij de stukken opstelt. De zwarte stukken waren van donker hout gemaakt en afgewerkt met goud, de witte stukken van een soort wit marmer met zilver en de rand van het bord was met krullen van zilver en goud versierd.
"Ja, van mijn vader gekregen. Kijk, dit is de koning en dit de koningin."
Draco begint met uitleggen van het spel. Ik merk dat ik het snel oppik en ik geniet zo van het spel dat de tijd vliegt. Gelukkig denk ik net op tijd dat ik na moet blijven en met tegenzin neem ik afscheid van Draco.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Zonder avondeten gehad te hebben ren ik naar het kantoor van Sneep. Maakt niet uit, ik heb wel vaker geen avondeten gehad.
"Whee! Een eersteklassertje met haast?"
O nee, Foppe! Die irritante klopgeest.
"Vlieg op!" Roep ik en ren dwars door hem heen. Het voelde alsof ik een plens koud water over me heen had gekregen. Ik ril even, bah, nooit leuk om door spoken te rennen, maar ja, hij zweefde in de weg en ik heb haast.
"Het is erg onbeleefd om zomaar door iemand heen te lopen!" Klinkt het kwaad achter me. Ik kijk even om.
Hij is echt kwaad! Ik begin harder te rennen, want hij volgt me nu op mijn hielen en begint met van alles te gooien.
"Ik zal je leren!" Krijst hij en een helm mist me nog net.
"Ga weg Foppe, of ik roep de Bloedige Baron!" Roep ik over mijn schouder.
"Ik zal je leren! Ik zal je leren dat het onbeleefd is om zomaar door iemand heen te lopen!" Krijst hij nog harder.
"Riep iemand mij?" Hoor ik plots een andere stem en een rilling loopt over mijn rug. Het was de Bloedige Baron. Buiten adem leun ik met mijn handen op mijn knieën.
"O, meneer de Baron. Het is niets hoor, we waren alleen maar een spelletje aan het doen. Het is niets…" Begint Foppe slijmerig.
"Hij… hij bekogelde… mij met… dingen. Terwijl ik… op… op tijd moet zijn… bij professor Sn… Sneep." Hijg ik.
"Is dat waar?" Zegt de Baron ijzig en richt zich op Foppe. Ik heb geen tijd om hier nog langer naar te kijken en loop door richting het kantoor van Sneep.
"Zij rende zomaar dwars door me heen!" Hoorde ik Foppe nog krijsen.
Ik klop op de deur en haal even een paar keer diep adem. Ik hoop dat ik nog op tijd ben. Ik stap naar binnen.
"Ah, juffrouw Maanlicht." Klinkt de stem van Sneep vanachter zijn bureau.
"Goedenavond professor." Begroet ik hem beleefd.
"Volg mij." Zegt hij na een lange blik op mij en loopt door een deur naar een andere kamer. In de kamer staan rekken vol flessen en potten met dieren op sterk water. Allemaal netjes gelabeld en gerangschikt. In het midden van de ronde kamer staat een grote ketel op het vuur. Sneep loopt naar een bureau met nog potjes erop – lege, zie ik - en pakt een takje.
"Vertel me eens wat dit is." Zegt hij en geeft het takje aan mij. Ik bekijk het aan alle kanten. Het ziet er vrij normaal uit. Een dun takje met heel veel kleine grijsgroene blaadjes. Ik wrijf een blaadje tussen mijn vingers en ruik eraan.
"O, maar dit is Tijm!" Roep ik uit.
"En waarvoor wordt het gebruikt?"
"Tijm wordt door dreuzels gebruikt voor allerlei dingen. Tegen hoesten, slapeloosheid, depressie en migraine. Wij gebruiken het als een van de belangrijkste ingrediënten van een krachtdrank." Antwoord ik zonder erbij na te hoeven denken.
"Dat is correct. Weet je ook hoe het in een drank word gebruikt?"
"Het moet eerst gedroogd zijn en dan tot poeder gestampt worden."
"Juist. En dat is jou taak." Zegt hij en zet een grote pot voor me neer. "Vul deze pot met gepoederde Tijm."
En hij verlaat de kamer. Ik zucht en kijk van de grote zak met takjes Tijm naar de grote pot die ik moet vullen. Ik zucht nog eens en ga aan het werk.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Ik heb allemaal sneetjes in mijn vingers van de scherpe Tijmblaadjes wanneer Sneep binnenkomt om verder te gaan met zijn drank. Hij kijkt even in de pot waar ik mee bezig ben. Hij is nog niet eens halfvol, maar ik heb alles wel heel fijn gestampt, precies zoals het moet. Dat denkt hij blijkbaar ook, want hij heeft er niets op aan te merken. Terwijl hij bezig is met de drank, raak ik mijn moed bijeen.
"Professor?" Vraag ik terwijl ik gewoon doorga met stampen. "Kende u mijn moeder?"
Het blijft stil achter me, maar ik dat hij naar me staat te kijken. Ik blijf aan het stampen, maar mijn hoofd is er niet bij en mijn handen trillen. Mijn hart klopt als een bezetene in mijn borst.
"Ja." Hoor ik hem plots zeggen. "Ja, ik kende je moeder."
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Please keep reviewing!
