Yeah! Weer een nieuw hoodfstuk. Veel leesplezier.
Disclaimer als vorige hoofdstuk.
Eleanor Larathiel - Gelukkig dat je het een goed idee vind, ik had het eigenlijk niet helemaal uitgedacht. Volgens mij heb je wel gelijk dat haar naam Evers is. Ik wist alleen de engelse: Evans. Ik heb het net veranderd. Ik heb net het 1e hs van Ramona in het engels gepost! Yeah! Ik ben nog bezig met het tweede hoofdstuk, maar dat zal niet lang meer duren. :)
Earwen - Ja? Goed idee? Thanks! Wanneer ze haar krachten onder controle krijgt? Wie weet. Ik hou wat jij voorstelde wel in mijn achterhoofd. Wel interessant.
-----------------
HOOFDSTUK 9
Nachtelijk bezoek
-----------------
Sneep kijkt me onderzoekend aan.
Ik knipper even met mijn ogen en wrijf over mijn gezicht. Ik heb verschrikkelijke hoofdpijn.
"Wat was dat?" Vraag ik hem terwijl ik probeer overeind te komen, maar ik word duizelig en val weer hard terug op de grond. Mijn hoofdpijn wordt erger en ik ga liggend ondanks de koude vloer en sluit mijn ogen. Daar val ik in slaap.
-----------------
Ik heb hoofdpijn.
En niet zo'n beetje ook niet.
Voorzichtig open ik mijn ogen.
Het wit in mijn gezichtveld verblind me en verergerd mijn hoofdpijn nog meer snel knijp ik mijn ogen dicht.
Ik breng een hand naar mijn gezicht.
Ik hoor een stem.
De stem vraagt wat.
Volgens mij is het een vrouw.
Ik moet me concentreren om te horen wat de vrouw zegt.
Dan hoor ik het.
"Hoe voel je je?" Vraagt ze.
"Koppijn." Kreun ik.
"Dat hebben we zo verholpen." Zegt ze. Ik hoor haar rondlopen en weer terugkeren aan mijn zijde.
"Dit moet je opdrinken." Zegt ze weer en ze begint me overeind te helpen.
Pijnscheuten schieten door mijn hoofd en ik kreun.
Ik voel hoe er iets aan mijn lippen wordt gezet en ik doe mijn mond open.
Ik drink de vloeistof en ga weer liggen.
Langzaam verdwijnt de hoofdpijn en ik open mijn ogen.
Nu zie ik pas waar ik ben.
Ik lig in de ziekenzaal en langs me staat madam Plijster die me glimlachend aankijkt.
"En hoe is het nu?" Vraagt ze vriendelijk. "Beter?"
Ik ben een beetje overrompeld door de vriendelijkheid en kan haar alleen aanstaren.
"Ik had je graag nog een dagje hier laten liggen, maar professor Perkamentus stond erop om je te spreken zodra je in staat was om weer te lopen. Ben je nog duizelig?"
"Nee, mevrouw." Zeg ik. "Niet echt."
"Noem me maar Poppy, meisje." Zegt ze. "Weet je zeker dat je niet duizelig meer bent?"
Ik denk even na. Ik lig redelijk plat op het bed, dus ik probeer te gaan zitten. Meteen begint de kamer te draaien en snel ga ik weer liggen. Iets té snel en ik sluit mijn ogen even.
"Nog steeds duizelig dus. Nou, dan blijf je hier nog maar een dagje. Perkamentus kan wel wachten." Zegt ze iets te vrolijk naar mijn zin.
Hier een hele dag liggen? Wat moet ik dan in 's hemels naam doen? Een beetje voor me uit liggen staren?
Lezen gaat ook niet. Ik weet zeker dat als ik het ga proberen dat alle lettertjes voor mijn ogen op en neer zullen dansen. Dat heeft dus ook geen zin.
"Van slaap wordt je wel weer beter. Probeer te slapen." Zegt Poppy.
Ik zucht. Er zit niets anders op. Ik sluit mijn ogen en snel val ik in slaap.
------------------------
Langzaam wordt ik wakker. Ik wil niet wakker worden en ik houd mijn ogen gesloten. Het werkt, want ik begin weer te dromen.
------------------------
Ik loop door een lange gang. Aan het einde is een deur, maar zodra ik dichterbij kom, veranderd de deur in grote zwarte vlammen.
De vlammen zullen me geen pijn doen, weet ik, en ik loop er doorheen.
Ik kom in een grote kamer.
Het is de kamer met de grote trappen en de spiegel.
Ik loop weer op de spiegel af en kijk erin.
De grote groene weide nodigt me uit en ik stap weer door de spiegel.
Achter me staat de spiegel nog, dat weet ik.
Ik wil niet omkijken, want ik weet wat ik in de spiegel zal zien, maar iets dwingt me om toch te kijken.
Daar staat Harry Potter.
Niet de griezel met het witte gezicht en de rode ogen, maar Harry.
Harry zegt wat.
"Ramona?" Hoor ik hem zeggen. "Ramona? Ben je wakker?"
Wakker hoezo wakker?
-----------------------
Ik open mijn ogen en kijk recht in het gezicht van Draco.
Ik zit nog met mijn hoofd bij de droom en denk er diep over na.
Harry stond ik de spiegel.
Daarvoor stond er een griezel met een wit gezicht.
Maar ik herinner me iets.
Ik was zo geschrokken van het gezicht, dat ik niet had gezien dat Harry er achter stond.
Het gezicht was doorzichtig geweest, als een spook en daarachter had Harry gestaan.
De tweede droom had het me duidelijk gemaakt.
"Gaat het met je?" Vraagt Draco.
Waar komt die deur dan vandaan? Die deur met zwarte vlammen. Ik zoek mijn geheugen af en herinner me iets. Ik had ik de grote kamer gestaan en aan mijn rechterhand was een deur geweest. Een deur die in zwarte vlammen veranderde. Er stapte nog iemand door, maar dat had ik niet meer gezien, want ik was naar de spiegel toe gelopen.
"Ramona?" Hoor ik Draco weer zeggen en ik kijk hem aan.
"Draco." Zeg ik en langzaam dringt het tot me door.
"Ha Draco." Glimlach ik. "Sorry hoor, ik had een hele vreemde droom."
Hij glimlacht terug.
"Hoe is het met je?" Vraagt hij.
Ik ga een beetje rechtop zitten en de kamer draait voor mijn ogen, maar niet zo heftig als eerst.
"Iets beter." Antwoord ik. "Wat doe je hier?"
"Ik kom jou opzoeken."
Ik kijk uit het raam waar een grote volle maan stond.
"Maar het is midden in de nacht!" Zeg ik.
"Ja, weet ik, maar dat mens liet me vanmiddag er niet in. Zei dat je lag te slapen."
"Dat was ook zo. En nu lag ik ook te slapen." Zeg ik een beetje geïrriteerd.
"Ik dacht dat je het wel fijn zou vinden als iemand je op kwam zoeken." Antwoord hij ook geïrriteerd.
Ik heb geen zin in ruzie en ik zucht diep.
"Ja, dat is ook zo. Ik vind het ook leuk dat je me op komt zoeken." Zeg ik vriendelijk.
"Gelukkig, want je weet dat als ze me vinden dat ik diep in de problemen kom."
Hij klinkt een beetje nerveus.
"Daarom is het het beste als je nu ook weer gaat." Zeg ik. "Ik heb mijn slaap nodig, anders dan mag ik morgen ook weer de hele dag hier liggen. Bovendien komt Poppy regelmatig kijken hoe het met me gaat."
Dat weet ik eigenlijk helemaal niet, maar ik heb zo'n slaap.
"Echt fijn dat je me op bent komen zoeken, maar ik zie je morgen wel weer, oké?" Vraag ik en hij glimlacht.
"Graag gedaan, hoor. Ik zie je morgen wel weer."
Ik hoor hoe hij vertrekt en sluit mijn ogen weer met een zucht.
-----------------------
"En hoe is het met je?" Vraagt hij.
Ik kijk in zijn vriendelijke blauwe ogen die me over zijn bril met halvemaanglazen bekijkt.
Die morgen was ik wakker gemaakt door Poppy. Perkamentus wilde met me praten.
Sneep staat in de schaduw tegen de muur geleund.
"Eh… Ik denk wel goed." Zeg ik naar waarheid. Ik was overeind gekomen en voelde me niet meer duizelig.
"Gelukkig." Zegt Perkamentus. "Kun je me vertellen wat er eergisteren gebeurde?"
Ik kijk hem achterdochtig aan, maar iets in zijn ogen vertelt me dat ik hem kan vertrouwen.
"Ik… eh."
Ik kijk naar mijn handen die in mijn schoot gevouwen liggen.
"Foppe trok mijn haarband af."
Perkamentus knikte begrijpend. "En toen? Wat gebeurde er toen?"
"Nou, er waren veel gedachten. Heel erg veel." Zeg ik en ik vind mezelf klinken als een klein meisje. Stop daarmee! Ik kijk Perkamentus aan en zeg serieus: "Te veel."
Hij knikt, maar zegt niets, daarmee mij dwingend om verder te praten.
"Daardoor verloor ik het bewustzijn, denk ik." Zeg ik en kijk weer naar mijn handen. "Nee, dat is het niet. Het is moeilijk om uit te leggen. Ik verloor mezelf in al die gedachten."
Ik kijk Perkamentus weer aan. Ik hoop dat hij het begrijpt. Het gevoel om jezelf te verliezen in andermans gedachten is onbeschrijfelijk.
"En toen gebeurde er iets anders, is het niet?" Vraagt Perkamentus.
"Eh… Ja." Zeg ik twijfelend. "Ik weet niet precies, maar ineens voelde ik een enorme pijn in mijn hoofd. Het was meteen weer weg, samen met alle gedachten van al die andere kinderen."
"En wat zag je toen?"
Hoe weet hij nou dat ik iets vreemds zag? Volgens mij weet hij meer dan dat hij mij vertelt. Hij heeft me eigenlijk nog niets vertelt. Ik kijk hem onderzoekend aan.
"Dit gebeurde ook met je moeder, Ramona." Zegt Perkamentus plots, alsof hij mijn gedachten kan lezen. "Je moeder had ook van deze visioenen. Ik neem aan dat het een visioen was, je beschrijving is hetzelfde als die van je moeder was. Het enige verschil met je moeder is, is dat jij een Telepaat bent."
"Ik ben wat?" Vraag ik verbaasd.
"Een Telepaat. Je kan gedachtes opvangen en versturen. Het is een zeer zeldzame gave, een gave die je zou moeten ontwikkelen, maar niet onderdrukken. Maar nu terug naar je visioen. Wat zag je, Ramona. Het is heel belangrijk voor ons. Visioenen komen niet zomaar."
Ik ben een Telepaat? Zeer zeldzame gave? Nou, geweldig. Het enige wat ik ervan krijg is hoofdpijn. Ontwikkelen, maar niet onderdrukken? Wat bedoelt hij?
"Mijn visioen?" Vraag ik afgeleid.
Hij knikt.
"Eh… Nou, ik stond in een grote kamer met trappen die naar beneden gingen. Naar een centraal punt, waar een grote spiegel stond. Het enige wat ik verder nog zag was dat er iemand door de deur van vlammen stapte. Maar ik heb hem niet zo goed gezien, want ik liep naar de spiegel."
Perkamentus kijkt bezorgd.
"Je zou degene die door de deur stapte dus niet herkennen." Vroeg hij serieus.
"Eh… Nee. Zoals ik al zei heb ik hem niet goed gezien."
"Dat is niet erg." Zegt hij geruststellend, maar ik zie aan hem dat het wel belangrijk is.
"Je liep dus naar de spiegel." Hij spoort me aan om verder te vertellen.
"Eh… Ja." Zeg ik.
Mijn hersens werken als een razende.
Ik wil niet vertellen wat ik erin zag.
Dat is privé.
Maar de vraag komt toch.
"En," Vraagt hij. "Wat zag je?"
Ik kijk naar mijn handen.
"Ik… ik zag een erg vreemd gezicht." Zeg ik en kijk hem onderzoekend aan. "Ik zag een groot wit gezicht met rode ogen. Hij had geen neus, enkel twee spleten."
Geloofd hij dat dit het hele verhaal is?
"Zag je dat in de spiegel?" Vraagt hij en kijk me ook onderzoekend aan.
Ik wordt er een beetje nerveus van.
"Eh… Ja." Zeg ik. "Harry Potter was er geloof ik ook. Hij stond er achter, maar niet geheel zichtbaar."
"Hmm." Zegt hij en kijkt uit het raam.
Het is even stil.
"Professor?" Vraag ik en hij kijkt me weer aan. "Wie was dat? Degene met dat enge gezicht?"
Perkamentus werpt even een vlugge blik op Sneep die zich opvallend stil houd.
"Dat is Voldemort." Zegt hij terwijl hij me aankijkt.
"En die Voldemort is een slechte tovenaar, niet?" Vraag ik, mijn gesprek met Sneep herinnerend. "Maar had Harry hem niet verslagen?"
"Harry had hem inderdaad verslagen, maar hij is nog niet dood." Antwoord hij en kijkt weer door het raam. "Hij is constant naar iets op zoek wat hem zijn krachten terug kan geven."
Het is weer stil.
"Professor?" Vraag ik weer.
Hij kijkt me weer aan.
"Wat denkt u? Kan hij terugkeren?" Vraag ik nerveus.
"Jazeker." Antwoord hij. "Hij is zeker in staat om terug te keren. Het is alleen een kwestie van tijd."
Hij zucht weer en staat op.
"Dat was alles, Ramona." Zegt hij, maar zodat het ook een vraag kan zijn.
Ik knik.
Hij kijkt me diep in de ogen.
"Weet je zeker dat er niets is wat je me nog wilt vertellen?" Vraagt hij en ik wordt er een onzeker van, maar ik schud mijn hoofd.
Is het wel wijs om iets achter te houden voor hem? Zegt een stemmetje diep in mij.
Jawel, de grote groene wijde is alleen van mij. Wat was eigenlijk dat witte aan de rand van het bos?
"Oké. Als je je nog iets herinnerd waarvan je denkt dat het belangrijk is, kun je het altijd aan mij vertellen." Hij glimlacht. "Maar zorg eerst maar dat je beter wordt. Er is iemand die jou erg mist. Kom je mee, Severus, ik wil je nog even spreken."
Sneep knikt en volgt hem na een lange blik op mij de kamer uit.
Poppy voelt aan mijn voorhoofd.
"En hoe voel je je nu?" Vraagt ze moederlijk.
"Ik heb alleen wat hoofdpijn. De duizelingen zijn bijna weg." Antwoord ik.
Perkamentus had zoveel gevraagd, dat ik graag nog wat na zou willen denken.
"Nou, dan zal ik je weer een drankje geven en dan rust je vandaag nog maar lekker uit, want morgen moet je weer je lessen volgen."
Ik had het hele weekend verpest met in de ziekenzaal liggen!
Ik zucht.
----------------------------
En? Ik weet niet of ik Perkamentus een beetje in karakter hou. Ik vind het erg moeilijk.
Please review!
