Disclaimer als vorige hoofdstuk
Earwen - Je weet wel, schrijven zoals Rowling hem geschreven zou hebben in die situatie. Dank je dat je het een goed idee vind dat het erfelijk is. Bedankt voor reviewen en veel leesplezier verder.
Eleanor Larathiel - Jaa, goed he? Ben er ook trots op, want ik heb eindelijk een goed plot gevonden. :) Ramona doet best gemeen in dit hoofdstuk tegen Draco, maar hij is
----------------- ---------------------- -------------------
HOOFDSTUK 10
Vliegles
----------------- --------------------- --------------------
Dat ik kon praten had heel wat vreugde gebracht bij alle leraren. In elke les was ik degene die in ieder geval één vraag gesteld kreeg de afgelopen week.
Spreuken en Bezweringen ging wel een stuk beter nu ik kon praten en ik liet zien dat ik met gemak een veer kon laten zweven. Sneep had gelijk gehad, want toen ik de veer liet zweven, kreeg mijn staf weer een blauwe aura. Heel erg vreemd. Volgens professor Banning was dat door de zeldzaamheid van mijn staf. Hoe mijn staf in hemelsnaam zeldzaam kon zijn blijft voor mij een raadsel.
In ieder geval ging de week snel voorbij, vaak schakend met Draco en het snoep etend dat zijn vader hem regelmatig stuurt. Buiten de leerlingenkamer gingen we echter niet veel met elkaar om. Hij liep dat met zijn twee 'kameraden' Korzel en Kwast op te scheppen over hoe rijk en machtig zijn vader al dan niet is. Ik heb wel een idee waarom hij dat doet. Hij doet het namelijk vooral wanneer Harry Potter bij hem in de buurt is. Daaraan merkte ik zijn afgunst van Harry Potter op. Waarom hij zo'n hekel aan hem heeft heb ik wel een idee van. Harry Potter is beroemd, en hij niet. Dat kan hij niet hebben. Wat zal hij zeggen als hij er achter komt dat we familie zijn? Harry heb ik van een afstandje bekeken. Het lijkt me een gewone jongen, maar niet zo knap als Draco in ieder geval. Hij trekt ook vaak op met een slungelige roodharige jongen met verschrikkelijk veel sproeten. Van Draco had ik gehoord, met veel vooroordelen eruit filterend, dat hij uit een gezin kwam met teveel kinderen (hoeveel dat er dan waren is mij niet duidelijk) en dat zijn vader op het ministerie werkt. Zijn broers zijn de twee irritante grappenmakers uit de derde en een andere broer is Klassenoudste.
Wat ik ook had gemerkt is dat Draco heel erg irritant kan zijn. Hij probeert altijd op te vallen en de baas te spelen. Deze week loopt hij op te scheppen over hoe goed hij al kon vliegen en dat hij het onzin vind dat eerstejaars geen eigen bezem mogen bezitten. Donderdag is namelijk de eerste vliegles.
----------------- ------------------ ---------------
Terwijl we wachten op de rest van de klas en de professor bekeek ik de bezemstelen op de grond. Moeten we daarop vliegen? De bezemstelen waren oud en de takjes staken alle kanten op.
"Waar wachten jullie op?" Klonk er toen een harde stem en ik zag dat de Griffoendors en madam Hooch gearriveerd waren. Met haar korte grijze haar en haar gele haviksogen heeft ze precies het goede uiterlijk voor een vlieginstructrice.
"Iedereen naast een bezemsteel. Vooruit, schiet op!"
Ik zoek een bezemsteel tegenover Harry en glimlachte even naar hem, maar ik geloof niet dat hij me heeft gezien. Hij kijkt zenuwachtig naar de oude bezemsteel langs hem.
"Hou je rechterhand boven je bezem en zeg 'Omhoog!'" Roept madam Hooch aan het hoofd van de rij.
Ik doe zoals gezegd en tot mijn verbazing springt de bezem in mijn hand, net als die van Harry, die Ron uitlacht omdat zijn bezem tegen zijn neus was gesprongen. Draco, Harry en ik zijn de enige die het in een keer was gelukt.
Nu laat Madam Hooch zien hoe je op je bezem moet gaan zitten zonder eraf te glijden en gaat de rij langs om de greep te corrigeren.
"Dat ziet er goed uit." Zegt ze terwijl ze langs me loopt en ik ben trots op mezelf.
Ik kijk of Harry het ook gezien heeft, maar die is alweer aan het lachen. Waarom nu weer? En ik kijk waar hij naar kijkt.
Madam Hooch staat bij Draco en corrigeert zijn greep.
Ik glimlach. Dat zal hem leren.
Madam Hooch was eindelijk klaar met het corrigeren van iedereen.
"Als ik op mijn fluitje blaas, zetten jullie je hard af tegen de grond." Zegt ze. "Hou je bezem recht, stijg ongeveer een meter en daal dan weer door je iets naar voren te buigen. Wacht op mijn fluitje. Drie –"
Zenuwachtig versterk ik mijn greep op de bezem.
"Twee –"
Oké, nog één.
Maar die komt niet en ik kijk op, een kleine dikke jongen had zich te vroeg en te hard afgezet van de zenuwen.
"Kom terug jongen!" Roept madam Hooch, maar de jongen gaat steeds hoger en ik zie hoe hij van zijn bezem begint te glijden. Als in reflex grijp ik naar mijn stok en richt hem op de jongen terwijl die naar beneden valt.
'Ik moet hem afremmen.' Denk ik resoluut en mijn staf begint te gloeien. Vlak voordat hij met zijn gehele lichaam op de grond beland ben ik in staat hem af te remmen. Ik hoorde wel zijn arm breken die voordat mijn spreuk hem afremde de grond raakte, maar het is enkel zijn arm. Hij moet blij zijn, want hij kon al zijn botten breken met zo'n val. Snel voordat iemand het ziet stop ik mijn staf weg.
Madam Hooch ontfermt zich over de bleek uitziende jongen.
"Gebroken pols." Mompelt ze. "Vooruit jongen, het valt wel mee. Sta op."
Terwijl ze Marcel ondersteund roept ze naar ons: "Niemand verroert een vin terwijl ik deze jongen naar de ziekenboeg breng! Jullie blijven van die bezems af, of jullie vliegen nog sneller van Zweinstein dan je "Zwerkbal" kun zeggen. Kom maar, jong."
Draco begint te lachen wanneer ze buiten gehoorsafstand zijn.
"Zag je zijn smoel? Wat een ongelooflijke kluns!"
De rest van mijn afdeling begint ook te lachen. Ik vind er anders niets grappigs aan. Kan toch gebeuren? Maar ik zeg niets, ik zie iets in het gras liggen en buk me om het te bekijken.
"Hou je kop, Malfidus." Snauwt een meisje van Griffoendor.
"Ooo, nemen we het op voor Lubbermans?" Zegt Patty Park. "Ik had nooit gedacht dat jij van dikke kleine huilebalken hield, Parvati."
Ik hield een glazen bal in mijn hand, zo groot als een stuiter en gevuld met witte rook.
"Kijk!" Roept Draco die me blijkbaar had gezien. "Dat stomme ding dat zijn grootmoeder heeft gestuurd."
Ik had hem vanmorgen al ruzie zien zoeken met Harry en die jongen. Gelukkig kon Anderling ertussen komen.
"Geef eens hier, Maanlicht." Zegt Draco tegen mij.
Ik keek van Harry naar Draco.
"Wat wilde je ermee?" Zeg ik tegen hem. "Ik denk niet dat je hem uit liefde zal bewaren."
En ik reik Harry de bal aan, die me verbaasd aankijkt. Draco grist de bal echter uit mijn handen en glimlacht venijnig.
"Ik denk dat ik hem ergens opberg, zodat Lubbermans hem later kan ophalen – wat dacht je van boven in een boom?" Zegt hij en springt op zijn bezem.
"Geef hier!" Schreeuwt Harry, maar Draco zweefde al bij de hoogste takken van een eik.
"Kom maar halen, Potter!" Roept hij en Harry grijpt zijn bezem.
"Nee!" Roept Hermelien Griffel. "Madam Hooch zei dat we ons niet mochten verroeren – je werkt ons nog allemaal in de nesten."
"Ja Harry, laat mij maar." Zeg ik ook en grijp mijn staf, klaar om Draco te vervloeken. Ik weet nog niet hoe of wat, maar ik ben er klaar voor.
Harry negeert me echter en stijgt soepeltjes op.
Ik zie dat hij best goed kan vliegen voor iemand die voor het eerst op een bezemsteel zit.
"Is dit echt zijn eerste keer?" Vraag ik bewonderend aan de jongen met rood haar.
"Zeker weten!" Roept die enthousiast en begint te joelen terwijl Harry een scherpe bocht maakt en recht tegenover Draco stilhoud.
"Geef hier." Hoor ik Harry roepen. "Of ik trap je van je bezem."
"O ja?" Zegt Draco die er geloof ik nogal ongerust kijkt nu hij ook ziet dat Harry vrij goed kan vliegen en het van dichtbij meemaakt wanneer Harry voorover leunt en als een speer op hem af vliegt. Hij kan hem nog net ontwijken.
"Nu heb je geen Korzel en Kwast om je hachje te redden, Malfidus." Roept Harry triomfantelijk.
"Pak hem dan, als je kan!" Roept Draco en gooit de glazen bal in de lucht en schiet naar de grond.
"O nee, mooi niet. Hier kom je niet zomaar mee weg." Zeg ik en richt mijn staf die blauw begint te gloeien op Draco.
"Hé! Wat is dit?" Roept hij kwaad, maar ik hoor ook angst in zijn stem. "Maanlicht! Wat doe je?"
Iedereen kijkt naar Harry terwijl ik Draco vasthoud in de lucht, terwijl zijn bezem gewoon blijft dalen en met de punt in de grond blijft steken.
"Je hebt me gewoon de hele week genegeerd, terwijl we het altijd zo gezellig hebben in de leerlingenkamer. Maar alleen dan als niemand het ziet, hè? Schaam je je soms om een meisje als vriend te hebben?" Roep ik kwaad.
"Maar... Maar zo heb ik het nooit... Nee, ik eh..." Draco komt niet uit zijn woorden.
"Niet goed genoeg." Zeg ik kwaad en zwiep mijn staf snel naar links. Draco volgt en gilt als een bezetene.
Harry was alweer veilig op de grond en zag tot mijn vreugde dat hij de bal had gevangen.
"HARRY POTTER, RAMONA MAANLICHT EN DRACO MALFIDUS!" Klinkt er plots een harde stem en ik van schrik kijk ik om.
"KIJK WAT JE DOET!" Roept Anderling angstig en ik kijk weer naar Draco die aan het vallen was, want ik had mijn staf laten zakken toen ik omkeek. Haastig richt ik hem weer op Draco, want ik wens hem natuurlijk niet dood, en laat hem rustig op de grond zakken terwijl ik Anderling woedend achter me hoor spreken.
"Nog nooit – in al de tijd dat ik lesgeef op Zweinstein – Hoe durf je – je had je nek wel kunnen breken – en jij die van hem – "
"Het was zijn schuld niet, professor – " Probeer ik, maar haar brilleglazen flitsen woedend.
"Hou je mond, jij hebt evenveel schuld."
"Maar Malfidus – "
"Genoeg, Wemel. Kom mee, Potter, Maanlicht, Malfidus."
"Maar professor. Ik heb niets gedaan. Ik ben enkel slachtoffer hier." Begint Draco te slijmen terwijl hij zijn stappen versnelde en langs Anderling gaat lopen.
Ik kijk hem met grote ogen aan. Hoe durft hij!
"Zij viel mij aan!" Roept Draco en wijst beschuldigend op mij.
"Jij – Jij achterbakse, onbeschofte –"
"Maanlicht, zo is het genoeg," Zegt Anderling en blijft stilstaan. "Ik heb inderdaad geen bewijs dat hij iets heeft misdaan, juffrouw Maanlicht."
"Maar –"
"Ik wil er niets over horen. Je kunt gaan, meneer Malfidus." Zegt ze en we lopen weer verder.
Ik zie in mijn ooghoeken Harry naar me kijken.
"Bedankt." Hoor ik hem zeggen.
Ik ben zo kwaad. Stomme Malfidus. Waarom doet hij altijd zo? Waarom kan hij niet gewoon zo zijn als bij mij in de leerlingenkamer?
"Heb ik niet zo veel aan, hè? Nu we van school worden getrapt?" Mompel ik kwaad en het dringt pas later door wat ik had gezegd. "Nu moet ik weer terug naar dat stomme weeshuis."
"Jij woont in een weeshuis?" Vraagt Harry verwonderd.
"Ja. Jij niet dan?" Vraag ik en kijk hem aan. "Jou ouders zijn er toch ook niet meer?"
"Ja, dat is waar, maar ik heb nog een oom en een tante."
"Een oom en een tante?" Vraag ik.
Als hij nog een oom en een tante heeft, misschien zijn die dan ook wel familie van mij.
"Van eh… welke kant van de familie, als ik vragen mag?"
"Nou, mijn tante was een zus van mijn moeder." Antwoord hij. "Hoezo?"
"Zomaar." Zeg ik en kijk weer voor me terwijl we arriveren bij een lokaal waar professor Anderling vraagt naar Plank.
"Zeker om me te slaan." Mompelt Harry, maar er stapt een jongen het lokaal uit.
"Potter, dit is Olivier Plank. Plank – ik heb een Zoeker voor je." Zegt Anderling.
Planks uitdrukking verandert van verwarring in verrukking.
"Meent u dat, professor?"
"Absoluut." Zegt professor Anderling. "Die jongen is een natuurtalent. Ik heb nog nooit zoeits gezien. Was dat de eerste keer dat je op een bezemsteel zat, Potter?"
Harry knikt zwijgend.
"Hij ving dat ding na een duikvlucht van meer dan vijftien meter." Zegt professor Anderling. "En hij had geen schrammetje. Dat zou zelfs Charlie Wemel hem niet hebben nagedaan."
Plank kijkt alsof al zijn dromen zijn uitgekomen.
Harry heeft geluk, hij mag een of ander Zoeker zijn. Ik word echter wel van school getrapt. Harry keek me ook een beetje met medelijden aan.
"Heb je ooit een Zwerkbalwedstrijd gezien, Potter?" Vraagt Plank opgewonden.
"Plank is aanvoerder van het team van Griffoendor." Legt professor Anderling uit.
"En hij heeft ook precies de goede bouw voor een Zoeker." Zegt Plank die Harry nou van elke kant aan het bekijken was. "Licht – behandig – we moeten wel een fatsoenlijke bezem voor hem zien te versieren, professor – een Nimbus 2000 of een Helleveeg 7, lijkt me."
"Ik zal het er met professor Perkamentus over hebben en kijken of er niet te sjoemelen valt met die eerstejaarsregel. We hebben dringend behoefte aan een beter team dan vorig jaar. In die laatste wedstrijd zijn we werkelijk afgemaakt door Zwadderich. Ik durfde Severus Sneep wekenlang niet recht in het gezicht te kijken."
Professor Anderling staart Harry streng aan over de rand van haar bril. "Ik wil wel horen dat je hard traint, Potter. Anders kom ik misschien terug op mijn besluit om je niet te straffen."
Plotseling glimlacht ze. "Je vader zou trots op je zijn geweest." Zegt ze. "Hij was zelf ook een uitstekende Zwerkballer. Je kunt gaan."
Harry glimlachte professor Anderling breed toe en keek me even aan toen hij zich omdraaide en wegliep.
"En nu jij." Zegt professor Anderling ernstig.
"Is zij ook voor het team? Jager misschien?"
Professor Anderling richtte zich tot Plank.
"Nee, Plank. Deze heeft een andere regel overtreden. Ze weet zelf heel goed welke. Je kunt weer naar je les, Plank." Zegt ze en kijkt me weer aan. "Wij gaan naar professor Perkamentus."
---------- ----------------- ---------------
Oké. En? Review please!
Earwen - Je weet wel, schrijven zoals Rowling hem geschreven zou hebben in die situatie. Dank je dat je het een goed idee vind dat het erfelijk is. Bedankt voor reviewen en veel leesplezier verder.
Eleanor Larathiel - Jaa, goed he? Ben er ook trots op, want ik heb eindelijk een goed plot gevonden. :) Ramona doet best gemeen in dit hoofdstuk tegen Draco, maar hij is
----------------- ---------------------- -------------------
HOOFDSTUK 10
Vliegles
----------------- --------------------- --------------------
Dat ik kon praten had heel wat vreugde gebracht bij alle leraren. In elke les was ik degene die in ieder geval één vraag gesteld kreeg de afgelopen week.
Spreuken en Bezweringen ging wel een stuk beter nu ik kon praten en ik liet zien dat ik met gemak een veer kon laten zweven. Sneep had gelijk gehad, want toen ik de veer liet zweven, kreeg mijn staf weer een blauwe aura. Heel erg vreemd. Volgens professor Banning was dat door de zeldzaamheid van mijn staf. Hoe mijn staf in hemelsnaam zeldzaam kon zijn blijft voor mij een raadsel.
In ieder geval ging de week snel voorbij, vaak schakend met Draco en het snoep etend dat zijn vader hem regelmatig stuurt. Buiten de leerlingenkamer gingen we echter niet veel met elkaar om. Hij liep dat met zijn twee 'kameraden' Korzel en Kwast op te scheppen over hoe rijk en machtig zijn vader al dan niet is. Ik heb wel een idee waarom hij dat doet. Hij doet het namelijk vooral wanneer Harry Potter bij hem in de buurt is. Daaraan merkte ik zijn afgunst van Harry Potter op. Waarom hij zo'n hekel aan hem heeft heb ik wel een idee van. Harry Potter is beroemd, en hij niet. Dat kan hij niet hebben. Wat zal hij zeggen als hij er achter komt dat we familie zijn? Harry heb ik van een afstandje bekeken. Het lijkt me een gewone jongen, maar niet zo knap als Draco in ieder geval. Hij trekt ook vaak op met een slungelige roodharige jongen met verschrikkelijk veel sproeten. Van Draco had ik gehoord, met veel vooroordelen eruit filterend, dat hij uit een gezin kwam met teveel kinderen (hoeveel dat er dan waren is mij niet duidelijk) en dat zijn vader op het ministerie werkt. Zijn broers zijn de twee irritante grappenmakers uit de derde en een andere broer is Klassenoudste.
Wat ik ook had gemerkt is dat Draco heel erg irritant kan zijn. Hij probeert altijd op te vallen en de baas te spelen. Deze week loopt hij op te scheppen over hoe goed hij al kon vliegen en dat hij het onzin vind dat eerstejaars geen eigen bezem mogen bezitten. Donderdag is namelijk de eerste vliegles.
----------------- ------------------ ---------------
Terwijl we wachten op de rest van de klas en de professor bekeek ik de bezemstelen op de grond. Moeten we daarop vliegen? De bezemstelen waren oud en de takjes staken alle kanten op.
"Waar wachten jullie op?" Klonk er toen een harde stem en ik zag dat de Griffoendors en madam Hooch gearriveerd waren. Met haar korte grijze haar en haar gele haviksogen heeft ze precies het goede uiterlijk voor een vlieginstructrice.
"Iedereen naast een bezemsteel. Vooruit, schiet op!"
Ik zoek een bezemsteel tegenover Harry en glimlachte even naar hem, maar ik geloof niet dat hij me heeft gezien. Hij kijkt zenuwachtig naar de oude bezemsteel langs hem.
"Hou je rechterhand boven je bezem en zeg 'Omhoog!'" Roept madam Hooch aan het hoofd van de rij.
Ik doe zoals gezegd en tot mijn verbazing springt de bezem in mijn hand, net als die van Harry, die Ron uitlacht omdat zijn bezem tegen zijn neus was gesprongen. Draco, Harry en ik zijn de enige die het in een keer was gelukt.
Nu laat Madam Hooch zien hoe je op je bezem moet gaan zitten zonder eraf te glijden en gaat de rij langs om de greep te corrigeren.
"Dat ziet er goed uit." Zegt ze terwijl ze langs me loopt en ik ben trots op mezelf.
Ik kijk of Harry het ook gezien heeft, maar die is alweer aan het lachen. Waarom nu weer? En ik kijk waar hij naar kijkt.
Madam Hooch staat bij Draco en corrigeert zijn greep.
Ik glimlach. Dat zal hem leren.
Madam Hooch was eindelijk klaar met het corrigeren van iedereen.
"Als ik op mijn fluitje blaas, zetten jullie je hard af tegen de grond." Zegt ze. "Hou je bezem recht, stijg ongeveer een meter en daal dan weer door je iets naar voren te buigen. Wacht op mijn fluitje. Drie –"
Zenuwachtig versterk ik mijn greep op de bezem.
"Twee –"
Oké, nog één.
Maar die komt niet en ik kijk op, een kleine dikke jongen had zich te vroeg en te hard afgezet van de zenuwen.
"Kom terug jongen!" Roept madam Hooch, maar de jongen gaat steeds hoger en ik zie hoe hij van zijn bezem begint te glijden. Als in reflex grijp ik naar mijn stok en richt hem op de jongen terwijl die naar beneden valt.
'Ik moet hem afremmen.' Denk ik resoluut en mijn staf begint te gloeien. Vlak voordat hij met zijn gehele lichaam op de grond beland ben ik in staat hem af te remmen. Ik hoorde wel zijn arm breken die voordat mijn spreuk hem afremde de grond raakte, maar het is enkel zijn arm. Hij moet blij zijn, want hij kon al zijn botten breken met zo'n val. Snel voordat iemand het ziet stop ik mijn staf weg.
Madam Hooch ontfermt zich over de bleek uitziende jongen.
"Gebroken pols." Mompelt ze. "Vooruit jongen, het valt wel mee. Sta op."
Terwijl ze Marcel ondersteund roept ze naar ons: "Niemand verroert een vin terwijl ik deze jongen naar de ziekenboeg breng! Jullie blijven van die bezems af, of jullie vliegen nog sneller van Zweinstein dan je "Zwerkbal" kun zeggen. Kom maar, jong."
Draco begint te lachen wanneer ze buiten gehoorsafstand zijn.
"Zag je zijn smoel? Wat een ongelooflijke kluns!"
De rest van mijn afdeling begint ook te lachen. Ik vind er anders niets grappigs aan. Kan toch gebeuren? Maar ik zeg niets, ik zie iets in het gras liggen en buk me om het te bekijken.
"Hou je kop, Malfidus." Snauwt een meisje van Griffoendor.
"Ooo, nemen we het op voor Lubbermans?" Zegt Patty Park. "Ik had nooit gedacht dat jij van dikke kleine huilebalken hield, Parvati."
Ik hield een glazen bal in mijn hand, zo groot als een stuiter en gevuld met witte rook.
"Kijk!" Roept Draco die me blijkbaar had gezien. "Dat stomme ding dat zijn grootmoeder heeft gestuurd."
Ik had hem vanmorgen al ruzie zien zoeken met Harry en die jongen. Gelukkig kon Anderling ertussen komen.
"Geef eens hier, Maanlicht." Zegt Draco tegen mij.
Ik keek van Harry naar Draco.
"Wat wilde je ermee?" Zeg ik tegen hem. "Ik denk niet dat je hem uit liefde zal bewaren."
En ik reik Harry de bal aan, die me verbaasd aankijkt. Draco grist de bal echter uit mijn handen en glimlacht venijnig.
"Ik denk dat ik hem ergens opberg, zodat Lubbermans hem later kan ophalen – wat dacht je van boven in een boom?" Zegt hij en springt op zijn bezem.
"Geef hier!" Schreeuwt Harry, maar Draco zweefde al bij de hoogste takken van een eik.
"Kom maar halen, Potter!" Roept hij en Harry grijpt zijn bezem.
"Nee!" Roept Hermelien Griffel. "Madam Hooch zei dat we ons niet mochten verroeren – je werkt ons nog allemaal in de nesten."
"Ja Harry, laat mij maar." Zeg ik ook en grijp mijn staf, klaar om Draco te vervloeken. Ik weet nog niet hoe of wat, maar ik ben er klaar voor.
Harry negeert me echter en stijgt soepeltjes op.
Ik zie dat hij best goed kan vliegen voor iemand die voor het eerst op een bezemsteel zit.
"Is dit echt zijn eerste keer?" Vraag ik bewonderend aan de jongen met rood haar.
"Zeker weten!" Roept die enthousiast en begint te joelen terwijl Harry een scherpe bocht maakt en recht tegenover Draco stilhoud.
"Geef hier." Hoor ik Harry roepen. "Of ik trap je van je bezem."
"O ja?" Zegt Draco die er geloof ik nogal ongerust kijkt nu hij ook ziet dat Harry vrij goed kan vliegen en het van dichtbij meemaakt wanneer Harry voorover leunt en als een speer op hem af vliegt. Hij kan hem nog net ontwijken.
"Nu heb je geen Korzel en Kwast om je hachje te redden, Malfidus." Roept Harry triomfantelijk.
"Pak hem dan, als je kan!" Roept Draco en gooit de glazen bal in de lucht en schiet naar de grond.
"O nee, mooi niet. Hier kom je niet zomaar mee weg." Zeg ik en richt mijn staf die blauw begint te gloeien op Draco.
"Hé! Wat is dit?" Roept hij kwaad, maar ik hoor ook angst in zijn stem. "Maanlicht! Wat doe je?"
Iedereen kijkt naar Harry terwijl ik Draco vasthoud in de lucht, terwijl zijn bezem gewoon blijft dalen en met de punt in de grond blijft steken.
"Je hebt me gewoon de hele week genegeerd, terwijl we het altijd zo gezellig hebben in de leerlingenkamer. Maar alleen dan als niemand het ziet, hè? Schaam je je soms om een meisje als vriend te hebben?" Roep ik kwaad.
"Maar... Maar zo heb ik het nooit... Nee, ik eh..." Draco komt niet uit zijn woorden.
"Niet goed genoeg." Zeg ik kwaad en zwiep mijn staf snel naar links. Draco volgt en gilt als een bezetene.
Harry was alweer veilig op de grond en zag tot mijn vreugde dat hij de bal had gevangen.
"HARRY POTTER, RAMONA MAANLICHT EN DRACO MALFIDUS!" Klinkt er plots een harde stem en ik van schrik kijk ik om.
"KIJK WAT JE DOET!" Roept Anderling angstig en ik kijk weer naar Draco die aan het vallen was, want ik had mijn staf laten zakken toen ik omkeek. Haastig richt ik hem weer op Draco, want ik wens hem natuurlijk niet dood, en laat hem rustig op de grond zakken terwijl ik Anderling woedend achter me hoor spreken.
"Nog nooit – in al de tijd dat ik lesgeef op Zweinstein – Hoe durf je – je had je nek wel kunnen breken – en jij die van hem – "
"Het was zijn schuld niet, professor – " Probeer ik, maar haar brilleglazen flitsen woedend.
"Hou je mond, jij hebt evenveel schuld."
"Maar Malfidus – "
"Genoeg, Wemel. Kom mee, Potter, Maanlicht, Malfidus."
"Maar professor. Ik heb niets gedaan. Ik ben enkel slachtoffer hier." Begint Draco te slijmen terwijl hij zijn stappen versnelde en langs Anderling gaat lopen.
Ik kijk hem met grote ogen aan. Hoe durft hij!
"Zij viel mij aan!" Roept Draco en wijst beschuldigend op mij.
"Jij – Jij achterbakse, onbeschofte –"
"Maanlicht, zo is het genoeg," Zegt Anderling en blijft stilstaan. "Ik heb inderdaad geen bewijs dat hij iets heeft misdaan, juffrouw Maanlicht."
"Maar –"
"Ik wil er niets over horen. Je kunt gaan, meneer Malfidus." Zegt ze en we lopen weer verder.
Ik zie in mijn ooghoeken Harry naar me kijken.
"Bedankt." Hoor ik hem zeggen.
Ik ben zo kwaad. Stomme Malfidus. Waarom doet hij altijd zo? Waarom kan hij niet gewoon zo zijn als bij mij in de leerlingenkamer?
"Heb ik niet zo veel aan, hè? Nu we van school worden getrapt?" Mompel ik kwaad en het dringt pas later door wat ik had gezegd. "Nu moet ik weer terug naar dat stomme weeshuis."
"Jij woont in een weeshuis?" Vraagt Harry verwonderd.
"Ja. Jij niet dan?" Vraag ik en kijk hem aan. "Jou ouders zijn er toch ook niet meer?"
"Ja, dat is waar, maar ik heb nog een oom en een tante."
"Een oom en een tante?" Vraag ik.
Als hij nog een oom en een tante heeft, misschien zijn die dan ook wel familie van mij.
"Van eh… welke kant van de familie, als ik vragen mag?"
"Nou, mijn tante was een zus van mijn moeder." Antwoord hij. "Hoezo?"
"Zomaar." Zeg ik en kijk weer voor me terwijl we arriveren bij een lokaal waar professor Anderling vraagt naar Plank.
"Zeker om me te slaan." Mompelt Harry, maar er stapt een jongen het lokaal uit.
"Potter, dit is Olivier Plank. Plank – ik heb een Zoeker voor je." Zegt Anderling.
Planks uitdrukking verandert van verwarring in verrukking.
"Meent u dat, professor?"
"Absoluut." Zegt professor Anderling. "Die jongen is een natuurtalent. Ik heb nog nooit zoeits gezien. Was dat de eerste keer dat je op een bezemsteel zat, Potter?"
Harry knikt zwijgend.
"Hij ving dat ding na een duikvlucht van meer dan vijftien meter." Zegt professor Anderling. "En hij had geen schrammetje. Dat zou zelfs Charlie Wemel hem niet hebben nagedaan."
Plank kijkt alsof al zijn dromen zijn uitgekomen.
Harry heeft geluk, hij mag een of ander Zoeker zijn. Ik word echter wel van school getrapt. Harry keek me ook een beetje met medelijden aan.
"Heb je ooit een Zwerkbalwedstrijd gezien, Potter?" Vraagt Plank opgewonden.
"Plank is aanvoerder van het team van Griffoendor." Legt professor Anderling uit.
"En hij heeft ook precies de goede bouw voor een Zoeker." Zegt Plank die Harry nou van elke kant aan het bekijken was. "Licht – behandig – we moeten wel een fatsoenlijke bezem voor hem zien te versieren, professor – een Nimbus 2000 of een Helleveeg 7, lijkt me."
"Ik zal het er met professor Perkamentus over hebben en kijken of er niet te sjoemelen valt met die eerstejaarsregel. We hebben dringend behoefte aan een beter team dan vorig jaar. In die laatste wedstrijd zijn we werkelijk afgemaakt door Zwadderich. Ik durfde Severus Sneep wekenlang niet recht in het gezicht te kijken."
Professor Anderling staart Harry streng aan over de rand van haar bril. "Ik wil wel horen dat je hard traint, Potter. Anders kom ik misschien terug op mijn besluit om je niet te straffen."
Plotseling glimlacht ze. "Je vader zou trots op je zijn geweest." Zegt ze. "Hij was zelf ook een uitstekende Zwerkballer. Je kunt gaan."
Harry glimlachte professor Anderling breed toe en keek me even aan toen hij zich omdraaide en wegliep.
"En nu jij." Zegt professor Anderling ernstig.
"Is zij ook voor het team? Jager misschien?"
Professor Anderling richtte zich tot Plank.
"Nee, Plank. Deze heeft een andere regel overtreden. Ze weet zelf heel goed welke. Je kunt weer naar je les, Plank." Zegt ze en kijkt me weer aan. "Wij gaan naar professor Perkamentus."
---------- ----------------- ---------------
Oké. En? Review please!
