Kiezen of delen

Nadat hij papier had gevonden legde hij het terug op zijn plaats, het had tenslotte geen zin om een brief te schrijven want de kans was groot dat die onderschept zou worden. Hij liep de gang weer op en de trap af naar beneden waar Chico hem alweer opstond te wachten en zijn grote staart heen en weer bewoog. Met een boog liep hij om de hond heen die hem volgde, hij ging zitten op de bank en merkte dat Chico naast hem ging zitten op de grond. Hij keek hem met grote ogen aan en zijn oren waren naar voren gericht, het leek zelfs wel of de hond diep geconcentreerd was. Draco slikte even en keek naar de grote hond die best wel wat schade aan zou kunnen richten als het nodig was, de starende blik van de hond begon hem dan ook gauw te irriteren. Voorzichtig ging hij iets verzitten en Chico hield zijn kop een beetje schuin alsof hij zich af vroeg wat Draco deed.

Faith liep de trap af naar beneden en Chico begroette haar vrolijk en ze aaide hem even, braaf ging hij in de mand liggen en sloot zijn ogen. Ze had nog zoveel vragen over wat er gebeurd was maar besloot dat dit misschien niet het beste moment was om dat te doen, ze pakte een tijdschrift en ging in een fauteuil zitten. Het leek erop alsof ze las maar in feite keek ze naar de bladzijdes en bewoog haar ogen soms over het tijdschrift. Draco voelde zich wat ongemakkelijk in het huis van een dreuzel en de verveling sloeg toe, hij keek de kamer wel honderd keer rond en wist niet hoe hij moest gaan zitten. Ze keek over het tijdschrift heen naar hem en merkte zijn onrustige gedrag op.
"Is er iets?" vroeg ze.
"Nee niks, nou eigenlijk ben ik dit niet zo gewend" antwoordde hij voorzichtig.
Er brandde een vraag op haar lippen en ze keek hem even in doodse stilte aan, ze had namelijk altijd al eens op een bezem willen vliegen.
"Kun je vliegen?" Floepte ze eruit.
Dit was voor hem een wat ongewone vraag, natuurlijk kon hij vliegen maar waarom vroeg ze dat?
"Ja, hoezo?" vroeg hij.
"Nou je verveeld je vast en ik ook een beetje, ik heb altijd wel eens willen vliegen namelijk" antwoordde ze en ze schrok van haar eigen eerlijkheid.
Wat moest hij hier nou op antwoorden, het kon misschien wel maar het liefst vermeed hij elk contact met een dreuzel.
"Ga je anders mee even de hond uit laten?" zei ze en bedacht zich dat hij gezocht werd "Of kun je niet naar buiten?"
"Nou ze zullen me hier niet zo gauw zoeken en kunnen me niet echt op klaar lichte dag aanvallen midden in een park denk ik" antwoordde hij en keek uit het raam "Tenslotte zullen ze me hier ook niet zo gauw verwachtte"
"Gezellig" zei ze een een glimlach verscheen op haar mond, ze stond op legde het tijdschrift aan de kant en liep naar de gang. Even later liepen de drie door de dreuzelstraten richting het park en Draco keek zijn ogen uit, alles was zo normaal en saai en toch was het ook fascinerend. In het park aangekomen maakte ze de riem los van Chico en gooide een bal, de hond rende achter de bal aan en kwam vrolijk terug gerend.
"Hij vindt het park leuk, we gaan niet zo vaak omdat het een behoorlijk stukje lopen is" zei ze, maar de reden was ook dat ze het niet gezellig vond in haar eentje.
"Ja, ik zie het" antwoordde hij en met opgetrokken wenkbrauw keek hij naar Chico die geobsedeerd leek door de bal.
Ze gingen op een bankje zitten en soms gooide ze de bal weer weg, de zon scheen en er was nauwelijks een wolkje aan de lucht.

Zijn aandacht werd getrokken door het zonlicht dat in haar bruine haar viel en nu wel van goud leek. Hij schrok al gauw van zijn eigen gedachte en schudde zijn hoofd.
"Is er iets?" vroeg Faith die hem zijn hoofd had zien schudden.
"Nee, ik bedacht me iets" antwoordde hij en realiseerde zich dat het wel heel stom klonk.
"Ik heb een bezem" zei ze aarzelend en keek hem aan.
"We gebruiken speciale bezems, niet die waarmee je schoonmaakt"
"Maar ik heb een echte, hij was van m'n neef" antwoordde ze trots.
Hij twijfelde erg terwijl hij haar donkerbruine haast smekende ogen zag.
"Oke, een keertje dan" ze hij en hij kon haar blijdschap duidelijk zien.
Toen ze weer bij haar huis aankwamen liep ze direct naar een kast en verschoof wat dozen, vol trots liet ze een oude bezem zien. Hij keek met afschuw naar de bezem die heel oud was en zover hij kon zien was het een oude Komeet.
"Kun je hier op vliegen denk je" vroeg ze en drukte de bezem bijna in zijn handen.
Dit was het perfecte moment om eronder uit te komen voor hem, hij kon er best op vliegen ook al was het niks in vergelijking met zijn bezem maar besloot net te doen alsof hij het niet kon.
"Nee, die gaat echt niet" antwoordde hij en keek iets te opgelucht.
"Je bent toch niet bang?" ze haalde een wenkbrauw op en keek hem uitdagend aan "Of kun je gewoon niet goed vliegen?"
"Natuurlijk wel!" antwoordde hij meteen omdat zijn trots was gekrenkt.
"Mooi zo, waar wil je vliegen want 'gewone' mensen mogen dit niet zien toch?"
"Ja, dat is waar" antwoordde hij en hij baalde tegelijkertijd ontzettend, er zat niks anders op "Het is beter als het donker is en is hier een weiland of andere afgelegen plek in de buurt?"
"Ja, we kunnen er vanavond na het eten gelijk heen rijden" en ze leek te trappelen van ongeduld. Ze straalde helemaal en kon niet wachten totdat het eindelijk zover was.