Week 46 1AB, zondag

We kwamen aan in Oversplit en spraken met de poortwachters over de ondode aanval. De ondoden vielen vanaf het noorden aan, over de brug die naar het dorp leid. Deze zijde van het dorp is duidelijk minder goed versterkt geworden voor verdediging, de hoop ligt er duidelijk op de natuurlijke bariere die door de rivier wordt gevormd. Tijdens dit gesprek zag ik iemand verdacht snel wegrennen en in een huis verdwijnen. Dit huis wil ik later eens gaan bezoeken met het team, om te kunnen achterhalen waarom. Wat zijn wij avonturiers toch nieuwsgierig, altijd op zoek naar problemen en naar antwoorden op vragen die ons misschien helemaal niet aangaan.

Ik sprak een spreuk uit over Kar'thal waardoor hij weer fitter zou zijn en niet een week rust zou hoeven nemen. De kracht van Helm stroomde sterk door hem, en hij kon zich meteen weer zelf staande houden! Arvan nam Bruce mee naar de ziekenboeg, terwijl Kar'thal, Griffin en ik onze wapenvoorraad gingen bijvullen, Griffin was snel door zijn darts heen gegaan afgelopen dagen en had dringend vervanging hiervoor nodig. De prijzen voor wapens waren twee keer zo hoog als normaal, wat me doet vermoeden dat ze in grote vraag zijn in deze omgeving.

We vertrokken weer van de wapenhandelaar en kwamen een jongeman genaamd Bol tegen die ons verzoekte hem te volgen naar de Burgemeester. Het huis van de burgemeester was vrij groot en lag nabij een groot plein. De bouw van het huis doet vermoeden dat deze goed te verdedigen is en eventueel gebruikt zou kunnen worden als bastion, mochten de poorten van de stad vallen. Ik ga me de komende tijd meer concentreren op de wijze hoe gebouwen in elkaar zitten, gezien deze kennis goed van pas kan komen indien we zelf eens een gebouw verdedigbaar moeten maken of als we zelf een gebouw moeten binnendringen.

Met de burgemeester, zijn naam is Dion, spraken we over de afgelopen aanval en wat wijzelf hadden meegemaakt de afgelopen aantal dagen. De ondoden kwamen schijnbaar vanuit de richting van Crato, waarbij ze de rivier volgden totdat ze bij dit dorp aankwamen en deze aanvielen. De burgemeester was ook bezorgd over de niet terugkerende patrouilles die hij de verschillende richtingen had opgestuurd tegen aanvallen van bandieten. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze patrouilles het zelfde lot bevallen als de patrouille waar Kar'thal deel van uit maakte. De burgemeester gaf ons verder informatie over het lot van het dorp Gruissan, dat aan de voet van de vulkaan lag en door de uitbarsting van het voorgaande jaar volledig verwoest werd. Deze uitbarsting werd volgens geruchtten gecreeerd door een groep avonturiers die een machtig artifact wilden vernietigen in het hart van de vulkaan. Ik vrees dat dit de Heren van Bak'nors Rock zijn geweest, nu ik het vergelijk met de logboeken van hen die ik heb mogen lezen. Of ze bekend zijn met deze informatie weet ik niet, maar ik zal deze tragedie zeker bij ze bekendmaken.

Volgens de burgemeester is de relatie met Crato de laatste tijd niet zo goed geweest, vanwege een meningsverschil over de graankosten. Crato verwijt Oversplit ervan kunstmatig de prijzen hoog te houden door claims te maken van slechte oogsten. In Oversplit zelf wordt gezegd dat zij hier niets aan kunnen doen, gezien het een aantal slechte jaren heeft gekend. Uit deze informatie werd ook duidelijk dat Crato voor een groot deel afhankelijk is van de kleine dorpen in de omgeving voor de voedselvoorziening. Indien deze voorziening niet kan worden doorgevoerd, door bijvoorbeeld de wegen te blokkeren, zou iemand Crato langzaam kunnen uithongeren, wat een belegering veel makkelijker zou maken. Het handelsconflict gaat ons niets aan, maar de mogelijkheid op een belegering van Crato des te meer!

Ik vroeg hem of hij iets wist van de vernietiging van de tempel van Helm die ten oosten van Oversplit lag, zoals beweerd werd dor Durial. Hij wist niet of deze daadwerkelijk vernietigd was, maar kon ons wel vertellen dat patrouilles die die richting op gingen niet meer waren teruggekeerd. Ik vrees het ergste voor de inwoners van deze tempel. De burgemeester vertelde ons nog dat de tempel zo'n 7 jaar geleden werd gebouwd als verdediging tegen monsters die vanuit het oosten binnen waren komen vallen.

Volgens de burgemeester ligt in het midden van de driehoek tussen Hallets, Oversplit en Fortalacy een zogenaamde 'portal'. Deze portalen zijn poorten naar een andere wereld die in vroeger tijden gebruikt werden als transportatiemiddel om een groot rijk bij elkaar te kunnen houden. Echter door experimenten van een krachtig magier werden deze poorten zo veranderd dat iemand eerst door een andere wereld moet reizen en daar moet sterven om verder te kunnen reizen. De poorten zijn tegenwoordig niet meer ingebruik, behalve door zeer krachtige magiers, zoals Lord High Wizard Gramber, die de kennis hebben om deze poorten weer te activeren. De burgemeester was bang dat iets of iemand deze poort zou hebben gebruikt om de ondoden op de omliggende dorpen los te laten, een mogelijkheid die we zeker niet zomaar mogen afschrijven.

We vertrokken van de burgemeester nadat we hem toegezegd hebben om alles in onze macht te doen om ervoor te zorgen dat de omgeving weer veilig wordt. Hij stelde een grote beloning in het vooruitzicht, maar deze had ik beleefd geweigerd gezien het onze plicht is om voor de zwakkeren te zorgen die dit niet zelf kunnen. Ik gaf Kar'thal te kennen dat indien hij het wenste om one groep te vergezellen op deze quest we hem welkom zouden heten, maar het zouden begrijpen indien hij zou blijven om zijn dorp te verdedigen. Hij bedankte ons en zei dat hij er even over na wilde denken, waarna hij vertrok. We liepen nog even naar de tempel van het dorp, geweid aan Chauntea, Godin van de natuur en oogst. Hier kocht ik een aantal geneeskrachtige balsems die we ook hadden gevonden in de kapel in Hidar. Verder sprak ik over het dode meisje en of zij iets wisten waardoor ik haar zou kunnen helpen. Ze gaven aan zelf niet de kracht te hebben om haar te helpen, maar dat de tempel van Helm in Crato dit waarschijnlijk wel zou kunnen. Haast was wel geboden, gezien de kracht om iemand uit de dood te doen opstaan afhankelijk is van de staat van het lichaam! Ze raadde me aan om niet langer dan een week erover te doen om deze poging te wagen.

We rustten die avond in de herberg de boerendeerne, voor het eerst sinds lange tijd in een warm bed. De volgende ochtend werd Bruce wakker en eistte losgemaakt te worden. Arvan deed dit niet en wachtte zoals aangegeven op mij. Ik nam me de tijd, gezien Bruce best wat mocht zweten na zijn stomme actie de dag van tevoren. Ik kwam de kamer in en zag dat Arvan zich weer niet heeft kunnen inhouden. Het hele gezicht van Bruce was beschilderd geworden en hij zag eruit als een belachelijke clown. Ik las met de hulp van de kracht van Helm de intenties van Bruce en ontdekte dat de slechte aanwezigheid verdwenen was. We maakten hem los en vertrokken met z'n allen naar de tempel om genezing te vinden. Tot onze vreugde besloot Kar'thal ons te vergezellen op onze questte de omgeving te zuiveren van gevaar. Ik deelde een aantal balsems uit over de groep, zodat ieder genezing beschikbaar had, mocht de nood daar om vragen. Later op de dag besloot ik een spreuk, gegeven door Helm zelf, uit te spreken om kort met het dode meisje te kunnen praten. Ik vroeg haar naam, waarop ze antwoordde Mila te heten. Een mooie naam voor dit jonge meisje. Ik bood mijn excuses aan voor haar dood en vroeg of ze weer tot leven gewekt wilde worden, waarop ze positief antwoordde. Het viel me ongelofelijk zwaar om met haar te kunnen praten, al was het nog zo kort. Dit jonge leven werd mede door mij weggenomen, voor het de kans had te bloeien. Het gaf mij echter wel de volharding dat ik er goed aan deed om haar mee te nemen en te zoeken naar een manier haar weer tot leven te wekken.

Nadat we genezen waren bij de tempel gingen we langs bij de verdachte man. Gezien er een achteringang was gaf ik Arvan, Kar'thal en Bruce aan de achterkant te bewaken, mocht hij via die kant weg te willen vluchten. Griffin en ik zouden bij de voordeur aankloppen om hem vragen te kunnen stellen. Er was echter niemand thuis, maar plotseling hoorden we het blaffen van een grote hond, gevolgd door de gil van Arvan! De dwaas had het slot geforceerd en was naar binnen geslopen! Hoe Bruce en vooral Kar'thal dit hebben kunnen laten gebeuren is mij een raadsel. Arvan raaktte door de aanval van de hond flink gewond, maar Bruce en Kar'thal hebben hem kunnen redden, zonder de hond te verwonden. Het was duidelijk dat niemand thuis was en we vertrokken weer, Kar'thal had schijnbaar Arvan weggevoerd onder het mom dat hij een wachter was die de dief had gevangen! Ik sprak Arvan later zeer strikt toe en gaf duidelijk aan dat ik ordinaire diefstal niet zal tollereren!

Kar'thal had later meer informatie ingewonnen over de bewoner van het huis, en deze is een bekende van hem. Een kleine kruimeldief, die van zowat alle diefstallen en vermiste spullen in het dorp de schuld krijgt. Er gaan geruchten dat deze persoon voor iemand anders werkt, maar wie deze persoon is, is een raadsel. Deze persoon kwam later terug met een aantal wachters en gaf aangifte van diefstal. Hierop besloot ik samen met Griffin en Bruce naar deze persoon te gaan, terwijl Arvan zich verschuild houdt en Kar'thal zijn wachtervrienden bezighoudt. In het gesprek beschuldigde Burog de dief, Arvan, ervan 100 goudstukken te hebben gestolen voordat de hond de dief het huis uit had gejaagd. Ik weerlegde zijn beschuldiging direct waarna hij wat suf rondkeek, terwijl hij richting de kooi met de grote waakhond schuifelde. We besloten dat we genoeg hadden gehoord en Griffin sprak een collor spray uit, waarna hij het bewustzijn verloor. Snel doorzoctten wij de woning op zoek naar eventuele bewijzen voor crimineel gedrag, waarna ik een memory wrack uitsprak zodat hij zijn laatste herinneringen aan ons zou vergeten. Bruce vond onder zijn bed een afgesloten kist, die we later eens door Arvan zullen laten doorzoeken. De kist hebben we laten staan, en Griffin sprak een charm spreuk uit op de man, zodat we deze later nog eens zouden kunnen spreken, alsof hij een goede vriend is. We vertrokken de volgende dag uit de stad, richting Crato zodat we het meisje tot leven konden laten wekken en de ondode plaag zouden kunnen proberen te stoppen.

We warn echter net een aantal uren aan het rijden, toen we op de weg een aantal skeletten zagen staan. We maakten ons plan op om ze aan te vallen, toen ze plots uiteenweken. Tussen hen door, gezeten op een groot, krachtig paard zat een skeletachtige krijger, volledig geharnast. Als we de verhalen mogen geloven van de Heren van Bak'nors Rock was dit een zelfde soort ondode die de dood op zijn geweten had van de legendarische Bak'nor zelf! Het wezen trok, rijdend op zijn paard zijn tweehandige zwaard, waarna we besloten om rechtsomkeer te maken, zodat we een beter plan konden formuleren. Toen we vol angst terug waren gekeerd in Oversplit overlegden we met elkaar en konden we meer feiten bij elkaar leggen. Zo zou het haast onmogelijk zijn om met een tweehandig zwaard op een pard te rijden, laat staan er mee vechten. Verder zou zo'n machtige ondode, nooit het bevel voeren over slechts een handjevol skeletten. En de observatie die de doorslag gaf dat we waren beetgenomen: het maakte totaal geen geluid! We waren beetgenomen, en ik, trouwe volgeling van Helm, zag het helemaal niet!