Hoofdstuk 31 Voldemort?
Als de stoet met mensen in de entertainment ruimte binnen komt zien Adara en Adena alleen maar iemand met de rug naar hun toe op de bank zitten. Een hoofd met zwart haar steekt boven de rugleuning uit.
Als ze de bank voorbij zijn zien ze wie er zit.
Het was maar goed dat Jerry en Grace hun dochters beet hadden anders waren ze zeker gevallen. Ze stonden te beven als een rietje. Tommy en Sammy hielpen de meiden ook om op de been te blijven.
Adara en Adena hadden hun hoofden gebogen en keken Samuel niet aan. Ze hadden geleerd dat het niet verstandig was hun Heer en Meester in de ogen te kijken. In welke nachtmerrie waren ze beland. Was dit een ultiem spelletje dat hij met hun speelde. Wat had hij nu weer voor ze in petto.
Er zat niets anders meer op dan het maar over zich te laten komen. Het had geen zin om onderdanig te zijn, hij deed toch waar hij op dat moment zin in had. En ze hadden al heel wat gemene streken van hem doorstaan, maar dit sloeg alles. De schoft had nog nooit zo'n uitgebreide grap met ze uitgehaald. De haat straalde van de meiden af.
Samuel was tevreden, deze kinderen waren niet trouw aan zijn broer, dat had hij grondig verpest.
Nu moest hij alleen nog hun vertrouwen winnen.
Hij staat op en pakt van elk een hand in zijn zachte grote handen.
Hij voelt hoe ze nog harder beginnen te beven. Met zijn dwingende stem zegt hij.
"Adara en Adena, kijk me aan."
De ogen die hem ontmoeten zijn vervuld van enorme angst.
"Ik ben Voldemort niet!"
Ongeloof.
"Ik ben zijn tweelingbroer Samuel."
Nog steeds ongeloof.
"Het spijt me wat er met jullie gebeurt is. Het is allemaal mijn fout."
Grace denkt na over zijn uitspraak en komt tot de conclusie dat het klopte. Als Samuel haar en Jerry niet gemanipuleerd had om kinderen te verwekken was dit nooit gebeurt. Ze voelde een steek van medelijden naar Samuel, in plaats van boos te worden. Ze is hem nog steeds dankbaar voor Jerry.
Adara en Adena kijken nu voorzichtig in de ogen van Samuel.
Dit was Voldemort en ook weer niet. Ze waren niet overtuigd. Dit kon nog steeds een val zijn.
Samuel ziet wat er in hun om gaat en treurt voor de wreedheden die zijn broer hen had aangedaan. Tot nog toe had hij geen bijzondere emoties gevoeld als het om zijn broer ging. Hij kende hem niet eens. Als baby's waren zij gedumpt in een weeshuis en hij had mazzel gehad dat hij geadopteerd was door een echtpaar dat later was geëmigreerd naar Amerika.
"Hier zijn jullie veilig. Ik zal alles doen om er voor te zorgen dat hij jullie niet meer in handen krijgt."
Zijn stem was anders, menselijk. Ze konden óók bij hun Heer direct voelen wanneer hij loog. En hij loog veel. Maar deze man was oprecht. Was het echt mogelijk dat ze uit de tirannie van Voldemort ontsnapt waren?
Samuel begint te glimlachen. Hij was doorgedrongen tot Adara en Adena. Zijn opluchting was duidelijk zichtbaar. Hun donkere ogen krijgen een glimp van hoop.
"Welkom in mijn huis Adara en Adena."
Het gevoel om in zijn armen te vallen was groot. Maar hun angst hield ze tegen.
Samuel had zijn twijfels gehad bij de beslissing van de meerderheid van de groep. Maar was blij dat hij overstemd was.
Grace was blij met haar beslissing om Adara en Adena naar deze tijd te trekken. Maar ze hadden nog een lange weg te gaan als het om trauma's ging.
Iedereen zocht een plaatsje in de gezellige zithoek. Adara en Adena naast elkaar dan Samuel dan Grace, Jerry, Tommy en Sammy.
Het volgende moment verschijnt James.
"Kan ik nog iets voor jullie en de gasten betekenen?"
Adara en Adena schrikken zich rot. Dit was de demon die de laatste tijdmachine had vernietigd. Ze hadden geluk gehad dat ze nog net konden onsnappen.
Hij richt zich tot Adara en Adena.
"Het spijt me dat ik u zo weinig tijd heb gegeven om te ontsnappen kleine Meesteressen. Het was noodzakelijk. Maar ik wist dat u het zou redden."
Adara en Adena kijken verontwaardigd naar Tommy.
"Hoe heb je ons al die tijd voor kunnen liegen zonder dat we dat gemerkt hebben. Terwijl je net in de bibliotheek ons geen rad voor ogen kon draaien?"
"Toen bezat ik nog bepaalde gaven die ik sinds kort gelukkig kwijt ben."
Sammy vult zijn broer mokkend aan.
"En zoals je ziet is het een nadeel."
Grace kijkt even zijlings naar haar dochters. Ze kon het niet geloven. In een paar dagen tijd had ze een man, was ze zwanger van een tweeling, en had ze twee tweelingen. De meiden waren rustig genoeg naar haar mening en gaf ze hun krachten weer terug. Adena kijkt haar op dat moment aan en glimlacht dankbaar. Adena was blijkbaar de meest gevoelige van de twee.
De klok sloeg 11 keer.
Als iedereen wat te drinken heeft neemt Samuel het woord.
"Sammy, Tommy. Nu nog het verhaal hoe jullie volbloed demonen geworden zijn."
Vol ongeloof kijken Adara en Adena naar hun broers. Waren zij demonen? En als dat zo was wat deden ze dan hier? Tommy begon hun verhaal.
"Toen paps en mams tot de schare van volbloed demonen waren toegevoegd aan Belail rangen was mams er niet meer om ons te beheersen en te corrigeren. Opa Sam kreeg het alleen niet voor elkaar. Toen we een paar jaar ouder waren werden we een echt gevaar voor elkaar en opa Sam was de wanhoop nabij. Omdat wij bloed van Belail in onze aderen hadden kon hij ons beïnvloeden om zelfs nog erger te zijn. Op een dag verscheen Belail bij ons en bood een oplossing aan. Opa Sam zei nee, maar nadat Belail hem herinnerd had aan Joshua, besloot hij te luisteren naar zijn voorstel.
Belail stelde voor om ons volbloed demonen te maken maar ons pas aan zijn schare toe te voegen als we 18 werden. Hij zou ons persoonlijk komen opeisen. Bedenk, opa Sam had tot op dat moment alles verloren waar hij ooit om had gegeven en hij dreigde ons ook kwijt te raken. Na schijnbaar veel aarzeling gaf hij toe aan de wens ons in ieder geval de komende 14 jaar nog bij zich te hebben. Maar ondertussen had hij een plan om ons definitief uit handen te houden van Belail.
Na een zeer pijnlijke procedure waarbij voldoende demonen bloed onze DNA over genomen had waren wij volbloed demonen. Het voordeel was dat wij op dat moment gebonden waren aan de wetten van Belail. De eerste wet is: demonen doden geen demonen. Belail zou dat direct merken en actie ondernemen tegen zijn dienaren. En met die regel stonden wij onder controle van Belail. Opa Sam had nu de kans ons op te voeden.
Wat Belail echter niet wist was dat Opa Sam van plan was Belail te vernietigen vóór dat wij 18 jaar oud zouden worden. En dat is hem gelukt."
Iedereen, behalve Sammy, James en Samuel, zaten Tommy met open mond aan te kijken. Samuel had een opper demon vernietigd?
Tommy verteld verder.
"Nu zijn jullie natuurlijk nieuwsgierig hoe opa Sam dat voor elkaar gekregen heeft?"
Bijna iedereen knikte driftig van ja.
"Opa Sam redeneerde als volgt. Om een demon te kunnen sommeren kan je twee dingen doen. De eerste is door hem netjes te vragen om te verschijnen. De tweede is met geweld. Als je zijn naam weet en zijn DNA hebt kan je een demon dwingen om te verschijnen op die plek die jij wenst. En als je op die plek een val creëert, zoals Voldemort gedaan heeft voor Ikored, kan je een demon proberen te manipuleren, pijnigen of zelf vernietigen. Als je tenminste weet hoe."
Tommy neemt een slokje van zijn drinken.
"Toen wij 16 waren hadden opa Dale en opa Sam de eerste tijdmachine werkend, voor zover je dit werkend kon noemen. Als iemand of iets in het portaal stond op het moment dat deze werd aangeschakeld spatte deze als een bom uit elkaar. De verschillende krachten trokken als het ware het object of het dier naar verschillen momenten in de tijd. Opa Dale wist dat dit zijn grootste te overkomen probleem was toen hij het idee voor een tijdmachine kreeg. Maar ze hebben de machine toch gemaakt."
Sammy neemt het over.
"Opa Sam heeft Belail gesommeerd met zijn eigen bloed en zijn naam in het midden van een veilige cirkel. In die cirkel stond de tijdmachine met al zijn problemen. Op het moment dat Belail onvrijwillig verscheen activeerde opa Dale de machine. Belail had geen schijn van kans."
Adena durfde iets te zeggen.
"Hoe kwam opa Sam aan Belail's bloed?"
Tommy voelde een steek van geluk als hij Adena 'opa Sam' hoort zeggen.
"Opa Sam heeft het van ons genomen, wij waren volbloed demonen geassimileerd door Belail. Wij hadden zijn DNA in onze aderen."
Adena knikt.
"Ik snap het. Goed plan. Zoiets had onze Heer en Meester kunnen bedenken."
Geschrokken kijkt ze vervolgens naar Samuel.
"Klop Adena, we zijn niet voor niets tweelingbroers."
Adena geeft Samuel een lauw lachje. Dit was misschien een mildere vorm van Voldemort maar niet minder gevaarlijk.
Adena raapt al haar moed tezamen.
"Zijn Tommy en Sammy nog steeds demonen?"
Samuel schud zijn hoofd van nee.
De jongens kijken elkaar aan en Sammy verteld wat er nog maar kort geleden was gebeurt met Maia en het gevecht dat Grace had moeten geven tegen haar nog groeiende kinderen.
Adara reageerde nu.
"Dus wij zijn kwart bosnimf, kwart dreuzel en half magisch?"
Samuel bewonderd haar kennis van de geschiedenis. Maar voelde zich geroepen om het negatief uitgesproken dreuzel te verdedigen.
"Zonder dat kwart dreuzel was Belail niet vernietigd Adara."
"Maar op dit moment is Belail niet vernietigd Samuel." Ze daagde hem uit door op een onrespectvolle toon zijn naam te gebruiken. Ze vertrouwde dit evenbeeld van haar volteraar niet.
"En het verleden kan zich herhalen met dat verschil dat WIJ nu ook gesommeerd kunnen worden." De verwijtenden toon ontging niemand. En ze had de spijker op zijn kop geslagen. Dit was een hele slimme meid.
Dale komt tussen beide.
"Samuel kun je dit niet verwijten Adara, we hebben hem overstemd. Het is eigelijk mijn schuld dat Grace heeft toegestemd om jullie te halen. Ik heb een plan geopperd om dit op te lossen en blijkbaar heb ik haar overtuigd samen met Tommy."
Als Dale, haar en Adena, het hele plan heeft uitgelegd kijken Adena en Adara bedenkelijk.
Tommy kijkt ze aan.
"Als ik jullie niet diverse keren had gesaboteerd was het jullie gelukt om een goed werkende machine te maken."
Adena straalt voor het eerst iets uit dat agressief genoemd mocht worden.
"Jij vuile schoft!" Ze staat woedend op. Voor de veiligheid gaat Tommy ook maar staan. Jerry wil ingrijpen maar Grace houdt hem tegen.
"Weet je wat we hebben moeten doorstaan na elk mislukt experiment?"
Tranen van woede en frustratie kwamen tevoorschijn.
"Het is een wonder dat hij ons niet voor zijn dooddoeners gegooid heeft om ons te straffen!"
"Het spijt me Adena. Maar ik weet zeker dat hij jullie niet voor zijn dooddoeners zou hebben gegooid. Dat is ook een van de redenen waarom ik jullie zo snel mogelijk hier wou hebben."
En met die woorden haalt hij een stuk perkament tevoorschijn en geeft het aan haar. Als ze het begint te lezen trekt ze wit weg. Het was geschreven in het haar o zo bekende handschrift van haar Heer en Meester. Als ze het helemaal heeft gelezen geeft ze het aan Adara. Als ook zij het heeft gelezen zit ze er wit en verslagen bij. Sammy pakte het papier voorzichtig tussen de vingers van Adara weg om het te kunnen bekijken.
Ondertussen had Tommy zijn armen om zijn zusje heen geslagen om haar te troosten.
"O, Tommy. Het is maar goed dat we nu hier zijn en niet meer bij hém."
Als het perkament velletje uiteindelijk Samuel bereikt leest hij de aantekeningen van zijn broer hoe hij van plan was om Adara en Adena in te zetten in een gruwelijk ritueel voor tweeling maagden om hun krachten te oogsten. Hij had zelfs een datum gepland, 8 april 2020.
Samuel kijkt Adena aan.
"Welke datum was het voordat we jullie hierheen gehaald hebben."
Adena slikt even voor ze antwoord. En met schorre stem zegt ze.
"7 april 2020. Hij zou ons de komende nacht hebben geofferd. Tommy heeft ons net op tijd gehaald."
Dale had het ook gelezen en geloofde dat er duivels bestonden op dat moment. Zo iets gruwelijks en mensonterends kon dus mogelijk zijn. Hij kijkt voorzichtig naar Sam en kan zich niet voorstellen dat hij een broer had die zo gruwelijk en onmenselijk was. Te bedenken dat Voldemort nu familie was deed de koude rillingen over zijn rug lopen. Opeens schiet hem iets te binnen.
"Sam?"
"Ja Dale."
"Belail kon hier binnen komen en Maia ook omdat ze familie zijn, of in Belail's geval claimde te zijn. Hoe zit dat met je broer?"
Door deze opmerking schieten de twee meiden in de paniek. Samuel steekt geruststellend zijn handen omhoog.
"Rustig maar. Om te beginnen weet hij niet eens dat hij nog een broer heeft laat staan wáár. En ten tweede is dit moment voor jullie maar ook voor hem 15 jaar terug in de tijd."
De meiden kalmeerden wat na deze uitspraak. Ze waren even vergeten dat ze niet meer in hun eigen tijd waren. Ze waren erg moe, met een soort jetlag gevoel. Samuel ziet hoe moe ze zijn en neemt een besluit.
"James, zou jij voor slaapgelegenheid willen zorgen voor Adena en Adara?"
Adara kijkt het groepje mensen rondt en blijft bij Tommy hangen.
"Waar ben jij vannacht?"
"Ik slaap bij Opa Dale, voor zijn veiligheid."
"Dan kunnen Adena en ik je wel helpen?"
Uit haar suggestie klonk duidelijk een intens verlangen om niet in het zelfde huis te zijn vannacht als Samuel. Ook Samuel was het niet ontgaan, en hij kon haar geen ongelijk geven. Haar angst voor hem was begrijpelijk.
Dale pikte het smekende onuitgesproken verzoek ook op.
"Ik vind het prima, ze kunnen wel in Grace haar slaapkamer overnachten. En ik heb er geen moeite mee om nog wat extra bescherming te hebben tegen John Meisters."
Verschrikt kijken Adara en Adena naar Dale.
"John Meisters?"
"Ja, wat is er met hem?"
Adara antwoord.
"Dat is in onze tijd de rechter hand van onze Heer en Meester."
Tommy komt tussen beide.
"Jullie hoeven nu niet bang voor hem te zijn. Hij zal het niet in zijn hoofd halen om bij Opa Dale te verschijnen. Hij is in de veronderstelling dat Dale beschermd wordt door twee demonen. En James gaat mee als bescherming. Ik denk dat jullie veiliger zijn bij opa Dale dan bij Opa Sam."
Die laatste uitspraak trok ze over de streep. Adena kijkt de groep rondt en haar ogen blijven hangen op haar moeder.
"En hoe komen we daar?"
Samuel staat op.
"James kan jullie de eerste keer wel meenemen."
James stond al klaar en strekte zijn handen uit naar Adara en Adena.
Adena doe met een van afschuw vertrokken gezicht een stap achteruit.
"Je denkt toch zeker niet dat ik een demon aanraak, met als doel me te laten ontvoeren?"
Ze kijkt naar Grace.
"Kan jij ons er niet heen sturen?"
Grace kijkt even naar Samuel. In zijn ogen ziet ze het antwoord.
"Nee Adena, beter van niet."
Nu waren de meiden verward. Had Grace toestemming gevraagd aan Samuel om iets te mogen doen? En luisterde ze ook nog? Was Samuel machtiger dan Grace? Als dat zo was kon hij machtiger zijn dan hun eigen Heer en Meester! Nu zat de angst voor Samuel er pas goed in.
Adena krabbelt terug.
"Misschien is het beter dat we naar Opa Sam luisteren en hier blijven."
Grace begreep even niet waarom Adena dit zei. Ze kon duidelijk voelen hoe bang ze voor Samuel was en toch wou ze nu hier blijven?
Ook Samuel zag de angst en snapte waar die vandaan kwam.
"Het laatste dat ik zei is dat James jullie wel mee kon nemen weet je nog? Als ik had gewild dat jullie hier bleven had dat niet aangeboden. Gaan jullie me nu vertellen dat mijn kleinkinderen bang zijn voor een demon?"
Grace begon te glimlachen. Ze snapte waar Samuel mee bezig was. Hij probeerde hun uit hun onderdanigheid te trekken door ze uit te dagen.
Adara en Adena kijken elkaar angstig aan en vervolgens naar Samuel. Uit zijn blik konden ze opmaken dat hij geen tegenspraak duldde. Die blik hadden ze maar al te vaak gezien. Met nog een verlangende blik op Grace liepen ze naar James. Alleen had James nu zijn armen over elkaar.
"Ik neem jullie alleen maar mee als jullie dat zelf ook echt willen, niet omdat Samuel dat zegt."
Verschrikt kijken ze nu naar Samuel, elk moment verwachtend dat de hel los zou barsten omdat James ongehoorzaam was.
Samuel veegt met zijn hand over zij gezicht.
"Nog nooit sprak hij me tegen en juist nu moet ie beginnen. Dit is pure anarchie."
Hij kijkt Adara en Adena aan met lachtwikeltjes in zijn ogen.
"Wel dames, ik ben bang dat jullie je in een lastig parket hebben gemanoeuvreerd. Veel succes verder."
Als hij naar zijn bibliotheek wil lopen houdt Grace hem tegen.
"Ik kan ze toch wel voor deze ene keer vader…?"
Samuel legt zijn wijsvinger op haar mond.
"Laat me je nu een ding leren als toekomstig opvoeder. Nóóit de makkelijke weg kiezen."
Daarmee verliet Samuel de kamer.
Adara en Adena stonden perplex, dit was niet zoals ze het verwacht hadden. Hun Meester zou zijn wil doorgezet hebben. En eigelijk had deze man dat ook maar op een andere manier. Hij had hun voor het blok gezet. Aan de ene kant konden ze blijven, maar dat wouden ze niet. Aan de andere kan konden ze gaan maar dat durfden ze niet.
Dale stond nu ook op.
"Nou ik wil wel graag naar huis en er is er maar een die dat kan voor me, met uitzondering van Grace wel te verstaan."
Hij kijkt James vragend aan en deze strekt zijn hand uit. Vlak voordat hij met Dale verdwijnt kijkt hij nog even in de zwarte ogen van Adara en Adena.
"Als jullie nog willen komen, zal ik terugkeren." En met die woorden waren James en Dale weg.
Adena kijkt verwilderd naar de achterblijvers.
"Hoe kan hij nu weten of we nu wel of niet met hem mee willen?"
Jerry kijkt met een brede grijns terug.
"Zoals mijn vader al zei. Succes verder." En ook Jerry was weg.
Ze hadden nu alleen nog Grace.
Adena kijkt Grace aan.
"Is opa Sam zó machtig dat jij naar hem moet luisteren?"
"Samuel is intellectueel mijn meerdere. In die zin moet ik naar hem luisteren."
"Als hij nee had gezegd, had je ons dan toch uit de toekomst gehaald?"
"Nee, ik had naar hem geluisterd. Het zou héél erg moeilijk voor me zijn geworden. Maar ik had jullie niet gehaald."
"Maar je bent wél machtiger dan hem?"
"Ja."
"Véél machtiger?"
"Ik denk het wel."
"Waarom zou je dan nog naar hem luisteren?" Ze hield haar hoofd scheef en keek met een starende blik de loze ruimte in.
"Als je het zo formuleert, zit daar wel wat in. Waarom zou ik naar wie dan ook luisteren? Waar zou ik me nog druk over maken. Of om wie. Of om jullie?" En met die woorden was ze verdwenen.
Samuel had het gesprek ongemerkt gevolgd. Hij was op zijn minst gezegd verbaast over Grace haar reactie. Hij wist dat ze zich volledig onder controle had en toch liet ze de tweeling in de waan dat ze nu losgeslagen was. Hij moet even inwendig grinniken. Dit was een streek 'Samuel waardig'.
Adara en Adena kijken elkaar in paniek aan. Wat hadden ze gedaan? Wat moesten ze nu doen? Er was maar een persoon nu nog in de buurt waar ze heen konden om het probleem op tafel te leggen. Met knikkende knieën gingen ze op zoek naar Samuel.
Als ze hem uiteindelijk vinden in de bibliotheek zit hij over zijn eigen Grimoir gebogen.
Het perkament van zijn broer lag ernaast.
Als de meiden dichterbij komen zien ze dit liggen. Wat was hij van plan? Wou hij gebruik maken van de aantekeningen van zijn broer? Hij kijkt op.
"Zijn jullie nou nog niet weg?" Demonstratief onopvallend schuift hij het perkament tussen de bladzijden van zijn Grimoir.
"Opa Sam?" Het was Adena.
"Ja Adena?"
Hij zag dat ze verbaast was, dat hij wist wie van de twee ze was, maar zei niets.
"We hebben denk ik een grote fout gemaakt."
"Wat is er aan de hand?"
"We hebben even met Grace staan praten over hoe machtig ze nu is en waarom ze nog naar je luistert."
"Wát hebben jullie gedaan?" Dreigend kwam hij overeind uit zijn stoel.
Angstig doen ze een paar stappen achteruit.
"Het was niet onze bedoeling maar ze is gewoon verdwenen."
"Hoe bedoel je, gewoon verdwenen. Wat was de aanleiding?"
"We hadden gezegd, waarom ze nog naar jou zou luisteren als ze vele malen machtiger is dan jij."
"En waarom zouden jullie dat zeggen?"
Nu waren ze verward. Wat was dat nu op dit moment voor een vraag. Maakte hij zich geen zorgen om Grace en wat er kon gebeuren?
"Dat maakt toch niet uit. Er moet iets gedaan worden. Ze moet tot bezinning komen."
"En hoe denken jullie dat ik dat moet doen? Zeiden jullie net niet dat ze vele malen machtiger is dan ik? Wat zou ik nu nog kunnen doen om méér macht te verkrijgen denken jullie?"
Met zijn vingertoppen aait hij over zijn Grimoir.
Ze worden lijkwit. Wat was hij van plan. Ging hij de ideeën van zijn broer in de praktijk brengen? Adara is de enige die nog wat durft te zeggen.
"Het spijt ons. Als we hadden geweten wat er zou kunnen gebeuren hadden we het nooit gezegd."
"Als jullie eerst nagedacht hadden, waren jullie er misschien op tijd achter gekomen om dit niet eens te doen?"
Ze knikken allebei van ja.
Samuel slaat met en harde klap zijn Grimoir dicht.
"Laat dit een les zijn kinderen. Jullie zijn geen vijf meer maar vijftien! Toe Grace jullie leeftijd had was dit gedrag allang niet meer tolereerbaar. Gelukkig weet ik dat ik Grace volledig kan vertrouwen en dat ze me geholpen heeft jullie een les te leren."
Geruisloos was Grace achter de twee meisjes verschenen en legde voorzichtig op elke schouder een hand.
"Ik ben blij te horen dat je me volledig vertrouwd vader."
Samuel kijkt Grace intens aan.
"Ik bewonder je Grace. Er zijn maar weinig mensen die met zoveel macht om kunnen gaan zonder zich te verliezen. Het is inderdaad nog een wonder dat je naar me luistert."
"Ik wou dat ik eindelijk eens duidelijk kon maken dat het niets met een wonder te maken heeft."
Grace knijpt nog even zachtjes in de schouders van Adara en Adena.
"Is er nog iets dat jullie tegen me willen zeggen?"
Ze schudden allebei van nee.
"Heel verstandig."
Samuel pakt het stuk perkament tussen de bladen van zijn Grimoir vandaan. Hij gooit het voor de neuzen van Adara en Adena in de lucht en het vat vlam. Voordat het de grond raakt is het as.
"Dat is wat ik denk van het plan van mijn broer. Ik weet dat jullie me niet vertrouwen en dat is begrijpelijk. Dat jullie liever niet in mijn nabijheid zijn, ook. Maar deze wetenschap doet mij pijn. En ik hoop dat er ooit een moment komt dat jullie het op kunnen brengen om mij een kans te geven."
De meisje kijken Samuel nu met open mond aan. Was dit mogelijk? Na alles wat er net gebeurt was? En waarom was Grace terug gekomen?
Grace knijpt nog even in de schouders van haar dochters.
"Ik ben bang, dat jullie toch gebruik moeten maken van de diensten van James."
De tweeling knikt.
Dit had het entree van James moeten zijn maar hij verscheen niet.
Grace kijkt om zich heen en verwacht elk moment het verschijnen van James. Maar er gebeurde niets.
Samuel kijkt naar zijn schoondochter. Het was echt een geweldige vrouw. Hij had haar onderschat vanaf de eerste dag. Het werd tijd dat hij haar durfde los te laten. Blijkbaar was James het met hem eens, anders was hij wel verschenen."
"Grace?
"Ja vader?"
"Waarom breng jij de meiden niet naar Dale."
"Weet je het zeker?"
"Wat zei James ook al weer. U bent nu perfect?"
Grace voelde zich ontzettend opgelaten. Liet Samuel haar nu daadwerkelijk de beslissing over om haar dochters te transporteren? Het gevoel om losgelaten te worden overspoelde haar. Hij vertrouwd haar écht. Dit was de reden waarom ze zoveel van hem hield. Ze zou alles doen om zijn vertrouwen niet te beschamen. Een brede en gelukkige glimlach ontmoetten die van Samuel.
Ze kijkt nog even naar haar dochters.
"Zijn jullie er klaar voor, of blijven jullie liever bij opa Sam?"
Samuel zijn wenkbrauwen schieten even een stukje omhoog. En ze zeiden dat hij gemeen kon zijn!
Het enige wat de meiden wouden was 'weg hier en wel zo snel mogelijk'.
Grace willigt dit stilzwijgende verzoek in. En ze zijn verdwenen.
Samuel voelde zich opeens héél erg eenzaam.
