Hoofdstuk 44 Een waardevolle les.

Devona was aan het mediteren als de deur weer open gaat. Ze slaakt een zucht van ergernis. Als echter het gezicht van James ziet maakt ze zich zorgen.

"Wat is er?" De deur schoof achter hem dicht.

"Hij weet het." Het leek of haar hart even stil stond. Ze wist precies waar hij op doelde maar ze moest het horen.

"Wat weet hij?"

"Hij weet wat ik gedaan heb."

"Je bedoeld wat wij gedaan hebben."

"Het maakt niet uit hoe je het noemt. Je moet zo snel mogelijk verdwijnen. De hel breekt hier zo meteen los." Ze kijkt hem ongelovig aan. Was hij van plan alle verantwoordelijkheid op zich te nemen. Met alle gevolgen van dien?

"Je denkt toch zeker niet dat ik je hiervoor alleen laat opdraaien? Erger nog. Als er iemand verdwijnt ben jij het. Ik sta in je schuld weet je nog wel?" Ze bracht een heel sterk argument. Het afhandelen van schulden werd door een demon héél hoog opgenomen. Maar hij wou liever vernietigd worden door Samuel dan voor hem op de loop te gaan.

"Dan bevinden we ons in een impasse." Ze kijkt hem aan en wenste dat ze hem niet verleid had. Dit had hij niet verdient. Ze horen de zware deur schuiven. Ze draaien zich om en Devona stapt nog wat dichter bij James. Als ze Samuel in de deuropening ziet verschijnen wordt ze koud van binnen. Zijn uitstraling was dodelijk. Ze geloofde direct dat dit de broer van haar vader was. Angstig pakt ze de hand van James.


Samuel was woest en teleur gesteld. Hij had Peter vertrouwd om nooit zijn handen uit te steken naar een van zijn pupillen. Devona was dan niet echt een van zijn pupillen maar ze viel wel in de categorie van mensen waarbij hij zijn handen thuis had moeten houden. Hij twijfelde aan zijn beslissing om een demon om zich heen te tolereren. Wat als hij zich aan meer meisjes vergrepen had in het verleden? Hij strekt zijn gedachten uit en zoekt zijn huis af. Ze waren allebei in de sommeerruimte. In een oogwenk stond hij voor de deur. De deur schoof open en daar stonden ze. Hij ziet hoe Devona zijn hand pakt. Wat dacht ze daarmee te bereiken?

"Devona, je kan wel gaan." Ze schud van nee.

"Het is mijn schuld Samuel. Ik heb Peter gesmeekt om me deze gunst te bewijzen. Hij had eigenlijk geen keuze. Ik heb me opgedrongen."

"Hij had nee kunnen zeggen."

"Dat heeft hij ook diverse keren gedaan. Maar een demon die verleidt wordt door een maagd. Wat waren zijn kansen?" Ze kijkt hem nu met een scheef lachje aan. Haar hart klopte in haar keel. Zou ze zijn gemoedstoestand kunnen veranderen? Ze ging nu gedeeltelijk voor Peter staan als een soort van schild.

"Je hebt daarmee bewezen dat ik hem niet kan vertrouwen." Ze was oprecht verontwaardigd. Als een vis op het droge stond ze naar lucht te happen.

"Nou moet je toch ophouden! Als je iemand kan vertrouwen is het Peter!" Peter legde een hand op haar schouder.

"Het heeft geen zin Devona, Samuel heeft gelijk. Als een van zijn pupillen op het idee was gekomen om dit te doen weet ik nog zo net niet wat er was gebeurt." Ze kijkt hem nu boos aan.

"Een pupil zonder hersens zeker? Ja dat geloof ik direct. Samuel leidt alleen maar stommelingen op. Hoe kan je jezelf zo neerhalen!" Ze was woedend. Haar blauw ogen schoten vuur.

"Wat ik gedaan heb was doordacht, doortrapt en berekenend. Jij verteld dat ik in gevaar ben en jij was mijn oplossing. En dat ik toevallig verliefd op je ben vanaf het eerste moment dat ik je zag twaalf jaar geleden was mooi meegenomen." Ze draaide zich om en liep langs Samuel de ruimte uit. In het voorbijgaan gooit ze haar hand de lucht in.

"Maak hem maar af. Dat is toch het enige wat jullie mannen kunnen. Mij zal het verder een biet zijn." Als ze nog wat verder weg is horen ze haar nog mopperen.

"Geen haar beter dan me vader. Kan net zo goed weer naar hem terug gaan."

Peter keek haar na. Hij voelde een steek van verlangen. Nee, het was beter zo.

Samuel kijkt naar zijn blik en is verbaasd. Hij durfde in zijn bijzijn zo naar haar te kijken?

Als hun blikken elkaar kruisen slaat Peter zijn ogen neer. Samuel denkt terug aan het moment dat hij zijn eerste vermoeden kreeg.

"Waarom heb je haar pols verbrand?" Peter schrikt. Alles wat hij had verwacht maar niet die vraag. Wat maakte het ook uit. Een leugen zou hem toch niet redden.

"Ze probeerde me voor een tweede keer te verleiden. Ik vreesde voor haar leven."

"Waarom heb je dat de eerste keer niet gedaan Peter. Verdomme dat moet toch een kleinigheidje voor je zijn geweest?"

"Ik wou haar niet zien sterven Meester. Ze was niet van plan om een ander te gebruiken. Ik heb gewacht tot het laatste moment voor haar vertrek maar de visioenen van haar dood bleven."

"Dus ze heeft je ook nog gechanteerd." Het was meer een bevestiging dan een vraag.

Samuel wist hoe zwaar chantage mee kon wegen in het nemen van een beslissing.

En dat was het geweest wat Peter had gedaan. Hij had een beslissing genomen. Niet meer en niet minder. Geen ongecontroleerd vergrijpen aan een jonge vrouw maar weloverwogen en gemotiveerd. Hij wou haar leven redden en dit was zijn enig optie geweest. Als hij niet te vertrouwen was geweest had hij haar voor de tweede keer genomen. Maar hij had haar tegen gehouden. Weer om haar leven te redden. Hij zou zich nooit vergrijpen aan een andere pupil die het in haar hoofd zou halen zich aan hem te willen geven, zomaar…

"Devona heeft gelijk Peter. Je haalt jezelf neer. Je kan haar dankbaar zijn. Ze heeft me voor een onherroepelijke daad behoedt. Ik mag me gelukkig prijzen met een vriend als jij. Devona is me zeer dierbaar." Peter kijkt op en ziet zijn Meester spijt betuigen. Haar laatste woorden schieten door zijn hoofd.

"Ze mag niet terug gaan naar Voldemort Meester. Houdt haar tegen."

"Er is er maar een persoon die haar kan overtuigen te blijven Peter. En dat ben ik niet."


Devona zat met een lege blik met opgetrokken knieën op haar bed. Ze hield zichzelf stevig beet. De ene golf van verdriet overspoelde haar na de andere maar ze gaf niet toe aan haar tranen. Ze zou nooit meer huilen. En ook nooit meer lachen.

Opeens werd haar gestaar gestoord door het lichaam van Peter. Ze knippert even met haar ogen en kijkt omhoog. Haar blik was leeg. Peter gaat naast haar op het bed zitten. Ze laat geen moment haar blik los van zijn gezicht maar ze reageerde verder niet. Hij steekt zijn hand uit en legt die op haar arm. Met een schok kwam ze in beweging. Haar ogen focussen op die van hem. Er kwam weer leven in tevoorschijn. Ze steekt haar hand uit en voelt dat hij echt naast haar zit. Ze wist hoe Samuel in elkaar zat. Hij had Peter de gelegenheid gegeven om afscheid te nemen.

"Hoelang hebben we?" Hij kijkt haar niet begrijpend aan. Hij haatte het dat hij haar niet meer kon voorspellen.

"Wat bedoel je?"

"Hoeveel tijd heeft hij ons gegeven?" Zijn ogen lichten op.

"De rest van ons leven Devona. Hij heeft me vergeven dankzij jou."

De tranen die ze al die tijd tegen had gehouden kwam met een snik tevoorschijn. Ze kruipt dicht tegen hem aan en klampt zich aan hem vast. Even aarzelt hij nog maar beantwoord dan haar behoefte aan nabijheid.

"Ga niet terug naar je vader Devona. Blijf alsjeblieft hier." Ze begint te lachen door haar tranen heen.

"Alleen als je nog een keer met me vrijt." Ze kijkt lachend naar hem op en ziet dat ze met hem dolt.

"Dat zal nooit meer gebeuren."

"Jammer, ik ben je altijd trouw gebleven. En zal dat altijd zijn Peter." Hij voelde een steek van verlangen. De lichtjes in zijn ogen begonnen feller te gloeien. Ze had hem net verteld dat ze hem wou en dat het nog veilig was ook. Maar hij brak het lichaamscontact en stond op. Ze zou vanzelf verliefd worden op een jonge man en daar mee verder gaan.

"Blijf Devona."

"Ik was niet terug gegaan Peter. Het was een loos dreigement"

"Je hebt hem gemanipuleerd."

"Dat schijnt in de familie te zitten." Ze glimlacht gelukkig naar hem op.

Zijn verlangen laait nog even hevig op en bekoeld dan.


Ze ziet even het vuur in zijn ogen oplaaien en dan helemaal doven. Hij draaide zich om en verliet haar kamer. Ze schud met haar hoofd. Hoe kon Samuel denken dat Peter niet te vertrouwen was.

Acht uur.

Ze had nog een uur voordat ze Grace moest confronteren. Vermoeid maar gelukkig ging ze weer in de sommeerruimte zitten en mediteerde. Het ging haar nu ook opeens heel makkelijk af.


Negen uur.

De zware deur schoof open en Grace kwam binnen. Als de deur weer achter haar dicht is heeft ze het gevoel dat er druk op haar oren staat. De stilte was letterlijk oorverdovend. Ze slikt om van het rare gevoel af te komen maar de druk verdwijnt maar even en komt in alle hevigheid terug.

Devona zat sereen en onbewegelijk in het midden op de grond. De vloer was bekleed met een dik pluche kleed maar net zo als de wanden en het plafond zwart. Het was niet koud en niet warm. Als Grace binnen is staat ze op. Het ruisen van haar kleding klonk als een storm. Als ze begint te spreken schrikt Grace merkbaar.

"Ik ben blij dat je bent gekomen. Negeer het effect die deze ruimte op je heeft. Het verdwijnt toch wel in een minuut of tien." Grace kijkt om zich heen en ziet nu dat het spaarzame licht kwam van zwarte kaarsen in de zwarte houders aan de muur.

"Waarom heet dit de sommeerruimte?"

"Deze ruimte kan gebuikt worden om demonen op te roepen. Het voldoet aan de basisvoorwaarden." Grace kijkt naar de vloer. Helemaal zwart. Geen cirkel geen pentagram niets.

Devona raad wat ze denkt.

"Het is niet verstandig om demonen op te roepen. En als je het toch doet is het niet verstandig om je met magische symbolen te beschermen of aan te vallen. Bescherming is zinloos want dat blokkeert gegarandeerd de reden van de sommering. Je wilt immers iets van de demon maar je toont geen respect door je te beschermen. En als je een demon sommeert en in een magische cirkel plaatst moet je van goeden huize komen om het te overleven. Dergelijke magie is niet waterdicht. Een verkeerd woord in de sommering een verkeerde handeling en de cirkel is nutteloos. Menig magiër heeft dergelijke domheid niet overleeft."

"Je weet veel van zwarte magie?"

"Genoeg om te weten waar je grenzen liggen." Ze wijst naar de grond als uitnodiging om te gaan zitten. Als ze tegenover elkaar zitten in kleermakerszit begint Devona met haar les.

"Als eerste wil ik je waarschuwen. Je bent erg machtig Grace en zodra je beseft wat je er mee kan ben ik een open boek voor je. Wat je daar zult zien zal je niet aanstaan. Waarschijnlijk zul je een hekel aan me hebben als we klaar zijn. Maar je zult ook mijn geheimen kennen en ik vraag je op voorhand om ze geheim te houden." Grace was nu verward. Waarom zou Devona zich zo blootgeven?

"Waarom doe je dit? Je bent me niets verplicht."

"Geloof me het is ook eigenbelang. Als ik deze sessie overleef kan ik rustig naar bed gaan zonder dat jij me in een impuls terug transporteert naar me vader bijvoorbeeld. Of in een hoopje stof veranderd omdat je een slecht humeur hebt." Grace maakte zich nu zorgen.

"Wat bedoel je met als je deze sessie overleefd?" Er verscheen een scheef lachje op Devona's gezicht.

"Samuel heeft tot op zekere hoogte gelijk als hij wil dat je, je nieuwe krachten niet inzet. De tijd dat je aan je eerste verkenning begint tot het moment dat je, je kan beheersen is het gevaarlijkst. Zullen we beginnen?" Grace geloofde niet dat dit de enige reden was waarom Devona dit deed. Ze kijkt in haar ogen en knikt van ja.

"Het eerste dat je los moet laten is angst. Dat is je grootste vijand. Zodra je, je laat beïnvloeden door angst ben je verloren. Weet je wat je grootste angst is Grace?" Die vraag overdonderde haar. Had ze een grootste angst? Natuurlijk was ze bang om mensen waar ze van hield te verliezen. Maar dat was toch normaal? Bang voor de dood? Ook normaal toch? Ze kon zo niets ergers bedenken. Ze kijkt Devona aan en schud van 'nee'. Er verscheen een gemeen lachje om Devona's lippen.

"Ik weet het wél Grace."


Opeens stond Grace weer tussen de stellingen met haar rok om hoog. Ze kijkt in de ogen van John Meisters maar ze is dit keer alleen. Zijn lichaam drukt tegen haar aan en ze kan geen kant op. Niemand kwam haar te hulp. Waar bleven ze toch? Haar geduld raakte op en ze verdoofd hem. Maar er gebeurde niets. Ze probeert hem nu te verstenen maar het had geen effect. John richtte zijn toverstok op haar en zei 'impero'. Haar hoofd werd licht en ze voelde zich machteloos. Hij vertelde haar dat ze zich uit moest kleden en ze deed het. Haar hersenen protesteerden maar het had geen effect. Plotseling drong het tot haar door. Ze bezat geen magie meer. De angst sloeg haar om het hart. Hoe was dat mogelijk? Wat moest ze doen? Haar handen gingen gewoon verder met het uittrekken van haar kleding. John stond vuil te lachen en zijn begeerte was duidelijk te zien in zijn ogen. Hij zou haar nemen en ze kon er niets tegen doen.

Erger nog ze zou meewerken. Ze wou schreeuwen maar er kwam geen geluid. Ze wou huilen maar er kwamen geen tranen. Haar verstand zag nog maar een oplossing en schakelde los van de realiteit. Het werd zwart.


Als ze haar ogen opent kijkt ze die van Devona. Ze was uitgeput, leeg. Ze was in haar leven nog nooit zo moe geweest. Ze realiseert zich dat het allemaal een illusie was geweest. Gecreëerd door Devona.

"Zoals je ziet zijn de grootste angsten die van egoïstische aard. De angsten die ons 'ik' bedreigen zijn het gevaarlijkst." Grace had dorst. Met een droge mond antwoord ze.

"Dat was ontzettend gemeen wat je net gedaan hebt. Vindt je het erg als ik even wat water drink."

"Geen probleem ga je gang." Grace haalde haar toverstok tevoorschijn en toverde een glas water tevoorschijn. Althans dat dacht ze want er verscheen niets. Haar dorst was nu ondragelijk. Ze probeert het nog een keer maar weer geen resultaat.

"Hulp nodig Grace?" Devona's lachje was ronduit sardonisch.

"Wat heb je met me gedaan?"

"Ik heb gebruik gemaakt van je grootste angst. Je schijnt nog steeds niet te beseffen hoe gevaarlijk het is om iemand in je hoofd toe te laten. Dankjewel Grace ik heb mijn doel bereikt. Het grootste gevaar voor mijn vader is geweken."

Devona stond op. De deur schoof open en ze liep de sommeerruimte uit. Grace keek sprakeloos naar de weglopende Devona. Was het haar echt gelukt om haar magie op de een of andere manier te verwijderen? Moesten ze daarom in de sommeer ruimte zijn? Had ze zwarte magie toegepast?

Ze stond op en sloeg dubbel van de pijn in haar buik. Haar kinderen! Ze kon ze niet meer beheersen! Ze zakte door haar knieën en verloor het bewustzijn.


Als ze haar ogen opent kijkt ze weer in die van Devona.

Grace voelde zich miserabel. Dit was regelrechte voltering. Ze werd woedend om wat ze net had doorstaan. Er verschijnt een energiebal in haar hand en kijkt Devona dodelijk aan. Devona's ogen worden groot. Ze was helaas te ver gegaan. Voordat ze kon schreeuwen had Grace haar vernietigd.

Hijgend van woede en frustratie staat Grace in de lege sommeerruimte. Als ze wat tot rust komt realiseert ze zich wat ze net gedaan had. Ze had Devona's leven genomen. Ze had nog nooit iemand vermoord. Ze had geen controle meer. Ze was een gevaar voor de mensen om zich heen geworden. Haar tranen stroomden over haar wangen. Ze zag maar een uitweg.


Als ze voor de derde keer in de ogen van Devona kijkt bonst haar hart in haar keel. Devona kijkt haar vermanend aan.

"Ik dacht dat je dat alleen maar zou doen als er genoeg mensen waren die dat voor je konden beslissen?" Het bloed suisde Grace door haar oren. Ze kon bijna niet verstaan wat Devona verder zei.

"Zoals je ziet sta je er helemaal alleen voor als je die beslissing neemt. Alleen jij kan die beslissing nemen, niet een ander." Devona buigt zich naar haar toe.

"Waarom nam je die beslissing Grace?" Grace kijkt om zich heen. Was ze werkelijk weer in de sommeerruimte? Had ze haar magie nog? Ze kijkt naar haar hand en er verschijnt een energiebal. Ze kijkt Devona aan.

Maar Devona gaf geen krimp.

"Waarom nam je die beslissing Grace?" De energiebal verdween.

"Ik had je vermoord."

"Dat is geen reden om je leven te beëindigen. Denk na!"

"Ik was een gevaar voor de mensen waar ik van hou."

"Waarom? Waren zij jou ook aan het folteren net als ik? Onzin Grace! Waarom nam je die beslissing!" Grace haar brein maakte overuren. Wat wou Devona van haar?

Drie keer had ze haar in een fictieve situatie geplaatst. Drie keer was het haar fataal geworden. Opeens ging er een lichtje bij haar branden. De eerste twee keer hadden niets te betekenen. Die waren voorspel geweest voor de derde keer. De keer dat ze besloten had haar eigen existentie uit te wissen.

"Ik heb die beslissing genomen uit angst."

"Precies." Devona glimlacht tevreden. Ze had haar eerste doel bereikt.

"Angst is je grootste vijand Grace. En angst schakel je niet zomaar uit. Zolang je maar beseft dat als je het voelt, je een vijand binnen laat." Devona kijkt nu naar haar buik.

"Hoe is het met de tweeling?" Grace schrok. De jongens waren echter rustig ondanks wat ze net had meegemaakt. Hoe was dat mogelijk? De laatste keer dat ze besloten er een eind aan te maken hadden ze dodelijk gereageerd?

"Goed, ze zijn rustig. Ik begrijp niet hoe dat kan."

"Ik heb het laatste uur met ze gecommuniceerd en uitgelegd wat ik met je van plan was. Dat had je eigenlijk moeten merken. Wat me bij het volgende punt brengt. Je bent te goed van vertrouwen. Je zult een gezonde doses wantrouwen moeten ontwikkelen. Alles aan de kaak stellen. Dingen als 'toeval', 'per ongeluk', maar ook 'liefde','vriendschap', 'beleefdheid', 'vriendelijkheid' zijn allemaal dingen die je in een fractie van een seconde kan onderzoeken naar hun echte waarde. Je hebt de macht Grace. Bescherm jezelf!" Devona stond op.

"Dan gaan we nu naar Tokio."

"Wat?"

"Sta op Grace." Devona hield haar hand op ten teken dat Grace die moest pakken.

"Ik weet dat dit niet nieuw voor je is. Jerry heeft het een aantal keren met je gedaan."

Ze legt haar hand in die van Devona en weg waren ze.

De geur was overweldigend. Ze stonden op de markt van Tsukiji een achterwijk van Tokio. Er werd druk gehandeld over diverse vissoorten. Devona laat haar hand los.

"Dit is de markt van Tsukiji. Er zijn hier diverse dingen te koop. Vis, vlees, groente, bloemen, augurken, thee, messen, manden en ga zo maar door." Ze begon te lopen en Grace liep met haar mee. Het was warm en luidruchtig. De japanners die hun passeerden negeerden hen of groetten lachend en buigend. Devona wijst naar de buigende lachende man die hen passeerde.

"Dit is nu zo'n voorbeeld van de eeuwige glimlach. Negen van de tien keer is het niet gemeend. Maar het is onbeleefd om sacherijnig te zijn. Peil ze of het klopt of niet." Grace graast de mensenmassa af en elk lachend gezicht peilt ze. Devona had gelijk. Het was zeldzaam als de persoon in kwestie echt vriendelijk was. Vaak was er sprake van verachting over haar lange blanke uiterlijk. Niemand viel echter over hun kleding.

"Je hebt gelijk Devona. Dat werpt een heel ander licht op deze mensen."

"Vergis je niet Grace, deze mensen weten niet anders dan dat het zo is. Kwade bedoelingen hebben ze meestal niet, het is hun cultuur. Luister naar de taal." Grace ving flarden van gesprekken op maar kon er helemaal niets mee.

"Wat wil je dat ik doe?"

"Ik wil dat je luistert met méér dan je oren. Als je er moeite voor doet kan je ze verstaan."

Grace deed haar best maar ze snapte er geen woord van. Opeens stond er een klein mannetje voor haar die een prachtig gevlochten mand voor zich hield. Hij zei iets tegen haar. Delen van zijn woorden drongen door. Ze concentreert zich en ze snapt wat hij vraagt. Hij bood haar de prachtige mand aan. Ze vroeg wat hij moest kosten en hij schud met zijn hoofd. Ze moest mee komen scheen het. Ze kijkt even naar Devona en die lacht. Ze laten zich zijn kleine winkeltje in loodsen en daar hingen en stonden nog veel meer gevlochten producten. Als ze het winkeltje een half uur later verlaten, heeft Grace een klein mandje gekocht en sprak vloeiend Japans. Gelukkig had Devona er voor gezorgd om geld mee te nemen.

Als ze weer doorlopen ziet Grace twee lange mensen voor zich lopen. Ze strekt haar gevoel uit, en kijkt verbaasd naar Devona.

"Dat zijn ook magiërs." Devona knikt goedkeurend.

"Heel goed Grace. Je krijgt de smaak te pakken. Er lopen hier inderdaad meer magische mensen rondt. Veel ingrediënten voor het maken van een toverdrank zijn hier te krijgen."

Opeens wordt Grace van opzij aangeschreeuwd door een Japans oud vrouwtje. Grace kijkt haar aan en haar ogen lichten even wit op en worden weer normaal. Het vrouwtje verstomde en maakte dat ze weg kwam. Devona glimlacht.

"Keurig Grace. Beheerst maar meedogenloos. De volgende halte is Moskou."

Na haar avontuur in Tokio pikte ze de taal steeds makkelijker op. In Parijs werd ze zelfs even benaderd door een groepje vampiers die in haar aura zagen dat ze zeer machtig was. Na de ontmoeting trokken ze zich nederig terug.

Grace voelde zich helemaal opgelaten. In Berlijn werd ze meegetrokken door een groepje Gothic dreuzels. Het feestje was bizar. Menig dreuzel had zich gekleed als magiër of vampier. Tussen de dreuzels bewogen zich ook echte vampiers. Toe ze haar zagen kwamen ze op de been en bogen voor haar. Ze boog gracieus terug en liep door. Devona was tevreden. Grace begon zich steeds meer te gedragen als iemand met véél macht.

In Sydney had ze even een benauwd moment. Het was een groot feest. Devona stelde haar voor aan een groep vampiers, magiërs en weerwolven. Als leider van de groep zat een lager level demon genaamd Trahtos. Toe deze haar zag voelde hij haar kracht. Binnen een mum van tijd had hij haar bij zich gehaald me de bedoeling haar een van zijn maîtresses te maken. Maar hij kwam bedrogen uit. Grace liet even haar nimf kant zien en de demon bond in. Hij herkende haar als zijn meerdere maar waarschuwde zijn Meester.

Even later stond Belail voor haar neus. De lager level demons grijnsde. Hij dacht gewonnen te hebben.

"Hallo Grace. Wonderlijk je hier te zien." De demon die zijn meester had geroepen kreeg nog net geen hersenbloeding.

"Hallo Belail. Ik was alleen maar even op stap. Ken je Devona al?"

"Hallo Devona. Ja Grace, Devona is geen vreemde voor me. Het verbaast me dat je met haar optrekt. Is ze niet van de tegenpartij?"

"Niet meer Belail. Ik heb haar overtuigd dat ze beter af is bij ons."

"Respect. Voldemort zal woedend zijn."

"Dat denk ik ook."

Grace pakte zijn handen en bracht haar mond bij zijn oor.

"Nog bedankt voor je hulp Belail." Als ze hem weer in de ogen kijkt zegt hij.

"Grace, ik heb je gedwongen je echtgenoot en je kinderen te doden."

Trahtos spitste zijn oren.

"Dat klopt. Heb je gekregen wat je wou hebben?"

"Ikored is vrij. Hun dood heeft daar voor gezorgd." Hij hield zijn hoofd scheef.

"Ben je niet boos Grace?" Hij hield haar handen nog steeds vast. Ze was kwetsbaar.

Trahtos kijkt geboeid toe. Hij was er van overtuigd dat het blonde vrouwtje elk moment eigendom zou worden van zijn meester. Ze had tenslotte vrijwillig zijn handen vast.

"Nee Belail. Want jij hebt gekregen wat jij wou. En ik heb gekregen wat ik wou."

Trahtos krimp inelkaar als zij de naam van zijn Meester noemt. Hoe durfde ze?

"Ik begrijp je niet. Wat heb jij gewonnen bij de dood van je man en kinderen?"

"De kans om ze terug te halen van de dood." Meerdere mensen/vampieren/weerwolven hadden stiekem meegeluisterd. Het werd nu heel stil om hun heen. In de verte klonk de wat onaardse muziek die werd gespeeld. Belail grijnst.

"Je steekt de draak met me Grace." Ze kijkt hem ondoorgrondelijk aan. Die blik had ze van Devona geleerd.

"Ik ga zondag nog steeds trouwen. En ik verzeker je dat doe ik niet met een lijk."

Belail kijkt nu vragend naar Devona. Ze haalt haar schouders op.

"Ik wist niet eens dat ze dood zijn geweest." Ze kijkt even naar Grace. Dat was ook zo, ze de doden doen herreizen. Was dat geen goddelijke kracht? Belail kijkt weer naar Grace.

"Je hebt me erin geluisd Grace." Ze glimlacht.

"Ik geef toe dat het niet makkelijk was om je om de tuin te leiden. Maar ik heb je niet benadeeld. Je hebt gekregen wat je wou. Je zei het zelf nét nog?"

"Nee, dat klopt Grace. Maar je schuld aan mij is net een paar tandjes gestegen. Waarom ben je zo eerlijk tegen me?" Ze had nog steeds haar handen in die van hem.

"Ik heb je liever als vriend dan als vijand."

"Wie zegt dat we vrienden zijn?" Ze buigt naar hem toe.

"Heb je me liever als vijand dan? Denk na voordat je wat zegt!"

Haar toon was uitermate dreigend. Niemand ontging het.

Trahtos verstarde. Ze daagde hem uit. Dit zou haar dood betekenen.

Belail hoort haar dreiging. Hij kijkt in haar ogen en ziet dat ze serieus is. Als hij nu een oorlog met haar begon zou hij een zware dobber aan haar krijgen. En hij had geen reden om met haar krachten te meten. De energie die hij voelde via zijn handen vertelden hem genoeg. Ze was vele malen machtiger dan de laatste keer. Ze was gefocust. In controle.

Nee. Hij had haar liever als vriend dan als vijand.

Hij bracht haar handen naar zijn mond en kuste ze voordat hij ze los liet. Hij glimlacht.

"Vrienden Grace." Ze glimlacht terug.

Ze veranderde haar houding en bracht haar mond naar de andere kant van zijn hoofd en gaf in het zicht van de lager level demon Belail een kus op zijn wang."

Als ze weer in zijn ogen kijkt ziet ze iets dat op genegenheid leek.

"Ik had je graag aan mijn schare toegevoegd Grace. Maar dit is ook goed. Zolang je maar beseft dat je in mijn schuld staat."

Ze glimlacht.

"Ik geloof dat ik dat eerder besefte dan jij." Hij lachte en verdween. De lager level demon in een staat van absolute paniek achterlatend. Als ze zich naar hem toekeert krimpt hij in elkaar. Maar ze besluit de ongenaakbare te spelen. Ze vertrok zonder een woord.

Eenmaal in de sommeerruimte aangekomen stonden Devona en Grace nog na te lachen over de situatie. Grace pakte in een camaraderie even de bovenarm van Devona.

"Ik begrijp nog steeds niet waarom je dit doet Devona." Devona's blik ging van haar arm naar Grace.

"Ik doe het voor Samuel. Nu je, je plaats in de wereld kan inschatten gaan we proberen je mentale krachten te focussen. Ik verzeker je dat je dan alles zult begrijpen."

Vrijdag 00:00 uur.

Grace en Devona zaten tegenover elkaar in de sommeerruimte. Devona begint met haar derde les.

"Zie hoe makkelijk je de taal van de mensen uit hun hersenen oppikte en je eigen maakte. Mijn hersenen zijn niet anders dan dat. Alleen heb ik geleerd een soort van ontvangstruimte te maken in mijn gedachten. Iedereen die probeert mijn gedachten te lezen komt hier terecht. Als je verder wilt komen moet je daar nog meer bewust geweld voor gebruiken. Nogmaals Grace. Je moet leren meedogenloos te zijn. Maak je niet druk om je slagtoffer, alleen het doel telt.

Grace concentreert zich. Het volgende moment stond ze weer in de zwarte ruimte. Devona stond tegenover haar. Ze bewoog niet en zei niets. Grace kijkt om zich heen. Voelt de ruimte af en stelt zich voor dat er een deur is. Achter Devona ziet ze nu een deur. Devona weet nog niet wat haar te wachten staat. Als Grace langs haar loopt ziet ze de deur. Voordat ze actie kan ondernemen is Grace erdoor. Wat ze nu ziet is een wirwar van gangen en herinneringen. Zagen zó herinnering eruit? Als ze doorloopt komt ze in een ruimte waar Devona wordt geofferd. Maar de ceremonie mislukt. Nu stond ze tegenover James. James passeerde haar en liep op Devona af. Ze zag hoe hij de liefde bedreef met Devona. Even later ziet ze hoe Voldemort Devona een dooddoener maakt.

De pijn koppelt Grace even los.

Er was een vrouw met groene ogen. Was dat Hannah? Nee, het was een andere vrouw. Ze was aan het bevallen. Het kindje was een meisje met blauwe ogen. Devona's ogen. Grace voelt hoe ze achtervolgd wordt. Het was Devona. Ze probeerde haar tegen te houden maar Grace was sneller.

Hannah staat tegenover Devona. Ze zouden het tegen elkaar opnemen. Devona houdt zich in. Ze wil haar grootmoeder geen pijn doen. Ze verliest het bewustzijn.

Samuel omarmd Devona. Ze was zijn kleinkind. Grace schrikt op. Het contact was verbroken.

Met ongelovige ogen kijkt Grace naar Devona. Was dat waar? Was Devona het kleinkind van Hannah en Samuel? Devona knikt van 'ja'.

Grace had het gevoel dat er nog meer was maar voelde dat het niet verstandig was om verder te gaan. Dit had al genoeg van Devona geëist.

Devona kijkt haar aan.

"Je bent té zacht Grace. Je moet leren meedogenloos te zijn. De truck met de deur was overigens geweldig."

Het volgende moment stond Grace weer in de zwarte ruimte. Ze tast het af. Ze wist hoe kwetsbaar deze plek kon zijn. Maar Devona liet haar geen keuze. Wat kon ze doen zonder Devona dodelijk te beschadigen? Ze sluit haar ogen en verdwijnselt naar een van de gangen die ze eerder had bezocht. Ze concentreert zich en splitst in 100 verschillende zelfs. In een mum van tijd had ze alle herinneringen van Devona gevonden. Ze snapte nu waarom Devona wou dat ze haar mond hield. Als ze Devona aankijkt ziet ze hoe zij het bewustzijn verliest. Grace kruipt naar haar toe en neemt haar in haar armen. Nee, er mocht haar niets overkomen. Devona kom terug!


Samuel voelt de emotionele stress van Grace. In gedachten gaat hij naar haar opzoek. Het volgende moment staat hij in een zwarte ruimte. Als hij om zich heen kijkt ziet hij Grace.

"Wat is er aan de hand Grace?"

"Niets waar jij je druk over hoeft te maken. We redden het ook wel zonder je." Met dezelfde mentale schop die Devona eerder bij haar gebruikt had gooide ze Samuel uit haar hoofd. Ze moest Devona helpen. Ze probeert weer binnen te komen bij Devona. Maar haar bewusteloze staat maakte het extra moeilijk. Ze moest meedogenloos zijn. Met geweld kwam ze binnen. Ze voelt hoe Devona zweeft. Dit mocht niet gebeuren. Ze had haar nodig. Met de hardste stem die ze zich kon voorstellen roept ze Devona.

Een vage reactie kwam. Ze roept nog een keer. De reactie was duidelijker. Nog een harde roep en Devona stond voor haar.

"Ik heb je nodig Devona. Wat was je van plan. Onsnappen op de laffe manier?"

Ze voelde Devona steigeren. Ze was niet gewend om laf genoemd te worden.

"Je bent een laffe hond Devona. Heb het lef dat je tot je positieven komt!" Grace lokte haar uit haar tent.


Devona hoorde Grace roepen. Wie dacht ze wel dat ze was! Zij was ten slotte háár aan het opleiden. Ze zou haar een koekje van eigen deeg geven. Ze probeerde binnen te komen bij Grace en ze stond in een zwarte ruimte. Grace was het gelukt! Wat had ze ook alweer gedaan om verder te komen. Ze stelde zich een deur voor maar dat was moeilijker dan ze dacht.

Nu keek ze op naar Grace. Ze lag op de vloer en Grace hield haar vast.

"Wat is er gebeurt?"

"Je hebt het bewustzijn verloren."

"Dat is niet goed. Hoe ben je binnen gekomen?"

"Maakt niet uit. Wordt alsjeblieft weer wakker Devona. Ik heb je nodig!"

Devona realiseert zich dat ze buiten bewustzijn is. Waarom?

"Waar ben ik"

"Je bent bij mij. Wordt wakker Devona!"


"Zo, zo, zo. Dus jij bent de gene die mijn dochter vasthoudt?"

Grace kijkt op. Was Samuel wéér binnen gekomen? Maar dit was Samuel niet! Devona knijpt haar in haar arm.

"Laat me gaan." Grace wist nu precies waarom ze dit zei. Dit was Voldemort. Hij had van de gelegenheid gebruik gemaakt om contact te leggen.

"Het is me maar zeldzaam eerder gelukt om binnen te komen bij Devona. Je moet haar wel ernstig hebben gefolterd en verzwakt." De koude rillingen liepen bij Grace over haar rug. Voldemort realiseerde zich niet dat hij bij Grace was binnen gekomen en niet bij Devona. Dit was uiterst gevaarlijk. Ze voelde hoe de angst haar bekroop. Wat had Devona ook al weer gezegd? Angst was haar grootste vijand. Ze haalde diep adem en smoorde het angstige gevoel in een heel klein hoekje. Ze stond op.

"Devona is nu van mij. Verdwijn!" Hij lachte maar het leek meer gekakel.

"Wat denk je tegen mij te kunnen beginnen klein meisje. Weet je niet wie ik ben?"

"Ik weet precies wie je bent en je zet je leven op het spel. Verdwijn!" De ruimte waar ze in stonden veranderde in een vlammenzee. Ze zorgde ervoor dat Devona veilig was maar Voldemort kreeg zichtbaar zweetpareltjes op zijn voorhoofd.

"Is dat alles wat je kan vrouwtje?" Grace haar ogen werden wit. Ze volgde de lijn die zijn aanwezigheid hier verbond met zijn werkelijke zijn. Het volgende moment stak ze hem in brand. Dit was voldoende, hij was verdwenen.


Voldemort liep door de grote zaal van zijn kasteel. Opeens voelde hij zijn dochter. Was dat mogelijk? Nog nooit had hij haar zo duidelijk gevoeld. Hij gaat op zoek en vindt haar in de armen van een jonge vrouw. Hij kent haar niet en hij beseft dat hij in het voorportaal van Devona's hersenen was beland. Dit was hem maar een paar keer gelukt in het verleden. En verder dan dat ook niet. Maar nu was ze zwak. Blijkbaar de schuld van het blondje voor hem. Ze stond op en eist dat hij verdwijnt. Wie dacht ze wel dat ze was? Ze claimde Devona als haar eigendom. De illusie van vuur deed hem bijna niets. Haar ogen werden wit, en de fysieke pijn scheurde hem terug naar de grote zaal. Hij stond daadwerkelijk in brand. Hij schreeuwde, vloekte en bluste de vlammen. Gehavend met brandwonden en gaten in zijn kleding stond hij ziedend na te roken.

Hij beseft hoe gevaarlijk deze ontmoeting voor hem was geweest. Ze had hem makkelijk kunnen vernietigen.


Grace knielt weer neer bij Devona maar ze was niet meer aanspreekbaar. Ze probeerde van alles maar het leven sijpelt langzaam weg. Grace begon te huilen. Dit mocht niet gebeuren. Wat kon ze nog doen? Ze neemt haar in haar armen en besluit haar de levenskracht te geven die ze zo hardt nodig had. Ze zette al haar liefde en kracht in en liet een deel van haar eigen kracht stromen naar Devona. Na een tijdje voelde ze hoe Devona terug kwam van het randje van de dood. Maar Grace ging door. Ze kon letterlijk voelen hoe haar eigen kracht afnam. Maar het kon haar niet schelen. Devona mocht niet sterven.

De kleine tweeling voelden hoe hun moeder in de problemen terecht kwam. Als ze voelen hoe Grace haar kracht laat stromen naar Devona en ze helpen mee. Ook zij waren van mening dat ze niet mocht sterven.


Samuel maakte zich ongerust. Wat was er aan de hand? Waarom had Grace zo resoluut het contact verbroken? Hij stond op en verdwijnselde naar de sommeerruimte. Wat hij daar zag beviel hem niet. Grace had Devona in haar armen en had haar ogen stijf dicht. Ondanks dat liepen er tranen over haar wangen. Devona lag er levenloos bij. Had Grace haar vermoord? Nee, ze ademde nog. Niet veel maar af en toe zag hij dat haar borst omhoog kwam.

Grace had hulp nodig. Hij stond op en commandeerde Peter bij hem. In een mum van tijd stonden de twee tweelingen, Jerry en Sifra in de sommeerruimte. Iedereen maakte lichaamscontact met Devona en zette zich in om haar te helpen.

Devona voelde hoe nu nog meer mensen aan haar trokken. De liefde die er mee gepaard ging was overweldigend. Ze wou graag terug naar deze mensen. Haar ogen gingen open en ziet hoe ze omringd en vastgehouden werd. Zuchten van opluchting klonken. Ze voelde zich nu sterk. Sterker dan ooit. Ze kijkt naar Grace en die kijkt lachend terug.

"Zoals ik al zei, je ben mijn eigendom." Devona lacht terug.

"Wat heb je gedaan om het contact met Voldemort te verbreken?" Grace grinnikt.

"Ik heb hem écht in de brand gestoken." Devona's ogen worden groot.

"Je bedoeld, je heb hem fysiek in brand gezet?" Grace knikt. Devona grinnikt nu ook.

"Dat had ik wel willen zien. Waarom heb je hem niet gewoon vermoord?" Grace kijkt geschokt.

"Devona, we hebben het wel over je vader!" Ze stonden op.

Adara schrikt.

"Je hebt Voldemort in de brand gezet?"

"Ja hij wou niet luisteren."

"Wauw dat had ik ook wel willen zien."

"Zal ik hem hierheen halen en het nog een keer doen dan?"

Jerry legt een hand op haar arm.

"Grace?"

"Geintje Jerr."

Menig een haalde opgelucht adem. De enige die er om kon lachen was Devona.

Samuel bukte en pakte het gevlochten mandje van de grond.

"Wat doet dit hier?" Grace pakte het van hem over.

"Dit is een souvenir uit Tokio Samuel San."

"Wat? Je bent naar Tokio geweest?"

"Tokio, Moskou, Berlijn, Parijs en Sydney." Devona begint te lachen.

"Sydney was het leukst. Heb je die blik van Trahtos gezien toen je Belail een kus gaf? Onbetaalbaar!"

Jerry kijkt boos naar Grace.

"Je hebt Belail gekust?" Grace lacht nu ook.

"Op zijn wang Jerry. Maak je niet ongerust." Devona veegt nog wat lach tranen weg.

"En volgens mij hebbende vampiers hun oog op je laten vallen als nieuwe leider. Ik heb ze nog nooit zo onder de indruk gezien." Ze kijkt Grace nog even uitdagend aan.

"Morgen weer Grace? Ik weet nog wel een aantal party's die we kunnen crashen."

Samuel werd nu boos.

"Komt niets van in! En dan weer in de problemen komen zoals net?" Grace wuift met haar hand.

"Dat had niets met ons uitstapje te maken vader. De problemen zijn pas ontstaan toen in met mentaal geweld probeerde bij Devona binnen te komen." Devona knikt.

"Ik geloof dat ik voortaan maar geen weerstand meer biedt als je dat nog eens probeert. Niet dat je dat zult doen, want je weet nu toch alles van me." Ze kijkt de groep mensen rondt. Peter stond op een afstandje. Haar blik kruist de zijne en ze geeft hem een weemoedig lachje.

"Ik wil jullie nog even bedanken voor wat jullie net voor me gedaan hebben." Als antwoord krijgt ze wat rode gezichten en wat gemompel dat het allemaal wel goed was. Als haar blik die van Samuel kruist, kruipt ze in zijn armen. Hij drukt haar stevig tegen zich aan en fluistert.

"Hier zouden we geen gewoonte van maken weet je nog?" Maar zijn daden spraken zijn woorden tegen.

Als ze elkaar los laten slaat Devona dubbel van de pijn. Voldemort probeerde haar met alle geweld naar zich toe te halen. Grace pakt haar arm.

"Zal ik het weg halen?" Devona stond op het punt om te zeggen dat, dat niet mogelijk was maar bedacht zich. Ze knikt van ja.

Grace stroopte Devona's mouw op en legde haar hand op het teken. Vlak voordat ze het laat verdwijnen komt ze in contact met Voldemort. Ze geeft hem een laatste dreigende mededeling voordat ze het contact tussen Devona en haar vader definitief verbreekt.

'Ze is nu mijn dienaar Tom! Als je nog een keer probeert haar terug te halen vernietig ik je!'

Als ze haar hand optilt is de pijn en het teken verdwenen.

Devona kijkt ongelovig naar haar arm. Ze wist welke magie haar vader gebruikt had om haar te merken en een gewone sterfelijke hoe machtig ook, zou het niet hebben kunnen verwijderen. Ze kijkt Grace aan en beseft hoe machtig ze nu is.


Voldemort ontvangt de dreiging van Grace terwijl hij alles op alles zet om zijn dochter terug te krijgen. Als ze vastgehouden werd zou ze niet kunnen komen. Maar ze zou op zijn minst sterven. Ze zouden niets aan haar hebben had hij zich voorgenomen. Als de link is verbroken beseft hij wat er was gebeurt. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek.

"Neeeeeeeee!" Zijn schreeuw galmde door het hele kasteel. Zijn woede was ontoombaar. Al zijn dooddoeners moesten het ontgelden. De pijn die hij uitdeelde was gruwelijk, maar het kon hem niets schelen. Duizenden jaren hadden de goden zich niet met de mensheid bemoeid en nu claimden ze zijn dochter!


Adara gilde het uit. Ze klampt zich vast aan haar arm. De pijn was ondragelijk. Zo erg had ze het nog nooit ervaren. Hij moest wel héél erg boos zijn. Grace pakt snel haar arm en in een oogwenk was ook haar teken verdwenen. Opgelucht zakt Adara op de grond.

"Dankjewel mam."

"Graag gedaan dochter."

Tom legde zij arm over de schouder van Adena.

"Je hebt een geweldige moeder." Ze kijkt hem aan.

"Je bedoeld wé hebben een geweldige moeder."

"Zeg ik toch?"

Grace hielp Adara op de been en keek naar haar kinderen.

"Het is laat genoeg, tijd om naar bed te gaan." Sammy leunt met zijn elleboog op de schouder van zijn broer.

"Ah, mam. Het is jou schuld dat we nog niet naar bed zijn." De rest knikt.

"Moet ik jullie hoogst persoonlijk instoppen of gaan jullie vrijwillig?"

De tweelingen lachen. Als er nog de nodige knuffels en 'weltrustens' zijn uitgewisseld vertrekken ze naar boven.

Grace, Jerry en een verbijsterde Sifra gingen ook naar boven. Niemand had er blijkbaar bij stil gestaan dat er nog iemand bij was die van niets wist.


Samuel legt zijn hand op Devona's schouder.

"Waarom neem je niet je intrek in een van de kamers boven. Het staat me helemaal niet aan dat je zo ver weg bent in die ongezellige kamer zonder ramen."

"Ik ben liever hier beneden Samuel."

"Ik vind het niet prettig dat je, je zo isoleert. Zeker niet na wat er vanavond is gebeurt."

"Ach daar zal ik toch voor de rest van me leven aan moeten wennen." Samuel kijkt haar ondeugend aan.

"Denk je dat je, je hele leven alleen blijft dan?" De blik die hij terug krijgt laat zijn glimlach verdwijnen.

"Ik weet het wel zeker Samuel. Wie wil er nou zo'n freak als ik?" Hij trekt zijn wenkbrauwen op.

"Besef je wel tegen wie je staat te praten?" Haar ogen worden groot.

"O, sorry. Ik wou je niet beledigen Samuel."

"Is dat de reden waarom je, je heil bij Peter hebt gezocht?"

"Nee, niet alleen daarom."

"Waarom dán?"

"Je kan het je misschien niet voorstellen maar vanaf het eerste moment dat ik in zijn ogen keek twaalf jaar geleden was ik verkocht. Dat is al die jaren niet verandert en alleen maar erger geworden. Een jaar geleden zag ik mijn kans schoon om in ieder geval één keer aan mijn verlangen toe te geven, wetende dat hij niet zou weigeren."

"En nu heb je besloten om de rest van je leven alleen te blijven?"

"Alleen, of samen met Peter."

"Dat kan niet Devona. Je zou het niet overleven."

"Dat zou ik wel. Ik ben hem altijd trouw gebleven. En zal dat altijd zijn." Samuel ziet haar verslagen blik.

"Weet hij dat?"

"Ja."

"Maar hij heeft je toch tegen gehouden?" Hij wijst naar haar nog steeds rode pols.

"Toen wist hij het nog niet. Ik heb het hem pas verteld toen je hem vergeven had. Waar ik overigens nog enorm dankbaar voor ben."

"Dus jullie hebben inmiddels….?"

"Nee Samuel. Peter weet dat je dat niet goed zou vinden. Dus maak ik geen schijn van kans. Je kan hem echt vertrouwen geloof me." Samuel kijkt nog een keer naar haar pols.

"Had dat niet allang genezen moeten zijn met jou helende eigenschappen?"

"Brandwonden van een demon genezen heel slecht. Dat weet je ook wel. Vooral als je er geen moeite voor doet." Liefkozend strijkt ze met haar vingers over de schrale huid. Er viel een traan op haar hand. Samuel pakt haar kin en dwingt haar hem aan te kijken.

"Ik wist niet dat je zoveel gevoelens voor hem had?"

"Ik ook niet. Het wordt steeds erger. Misschien kan ik maar beter vertrekken."

"Ik heb zo het gevoel dat, dat voor jou niet veel beter zal worden."

"Nee. Maar het is voor Peter ook geen pretje om mij steeds als een verliefde puber om zich heen te hebben." Samuel zucht.

"Je stelt me voor een moeilijke beslissing Devona." Ze kijkt hem niet begrijpend aan.

"Wat voor een beslissing?"

"De beslissing om jullie relatie toe te staan."

"Als je het toe zou staan, zoals je dat zo mooi zegt, zou het geen verschil maken. Peter weet toch dat je het er diep in je hart niet mee eens bent."

"Peter weet dat als ik een beslissing neem, ik er altijd voor de volle honderd procent achter sta, en dat niet doe om een ander te plezieren. Ken je alle facetten die een relatie met een demon met zich mee brengen?" Ze glimlacht.

"Ik heb twaalf jaar de tijd gehad om alle boeken van mijn vader en die van jou daarover door te spitten. Ik denk dat ik het zelfs beter weet als jij."

"Dan wens ik jullie heel veel sterkte." Ze kijkt in zijn ogen. Meende hij het echt? Had hij zijn toestemming verleend om het toch met Peter te proberen? Ze ziet geen twijfel.

"Dankjewel Samuel. Ik weet niet hoe ik het moet aanpakken om hem te overtuigen dat je het goed vindt. Maar ik ben je enorm dankbaar voor je vertrouwen."

"Hij kan dan jou niet meer voorspellen Devona. Maar ik weet zeker dat hij dat mij nog wel kan. Het is nu verder een zaak tussen jullie twee."

Als Samuel weg is gaat ze naar haar kamer. Ze moest nodig naar het zwembad. In het onderste gedeelte van het huis lag een prachtig ondergronds zwembad. Ze trok een badpak aan en schoof een paar slippers aan voeten. Bewapend met een grote handdoek ging ze op pad.

Eenmaal aangekomen liet ze zich dankbaar in het water glijden. Ze ging helemaal kopje onder en kwam niet meer boven.


Peter wist wat Samuel had besloten. Hij begreep niet hoe het mogelijk was. Zijn gevoel zei dat Devona op hem wachtte. Maar haar kamer was leeg. Hij kon er nog steeds niet aan wennen dat ze buiten zijn paranormale bereik was gekomen. Waar kon ze zijn? Hij ziet haar kleding verspreid op het bed en de grond liggen. Er ging een lichtje branden. Hij had haar wel vaker gesnapt op een nachtelijke zwempartij.

Als hij in het ondergrondse zwembad komt is het water spiegelglad. Hier was ze dus niet. Als hij zich omdraait ziet hij een handdoek op een van de stoelen langs de kant van het bad liggen met een paar slippers ernaast. Dus ze was wél hier. Maar waar? Hij zoekt de hele ruimte af maar ziet niets. Als zijn blik op de bodem van het bad valt staat zijn hart even stil. Daar lag ze op haar rug met haar mond nog een beetje open.

Devona lag gelukzalig op de bodem van het bad en was bijna in slaap gevallen. Als ze haar ogen nog even opent ziet ze iemand aan het rand van het bad staan. Ze schrikt. Dit mocht niemand weten. In een flitsende beweging schoot ze door het water en kwam vlak bij de persoon in kwestie boven. Het was Peter. Hoe lang had hij daar al gestaan? De kieuwen op haar rug sloten zich bijna onzichtbaar. Zolang ze nat waren kon ze, ze nog niet goed sluiten.

Hij steekt een hand uit om haar uit het water te trekken. Na enig aarzeling laat ze zich helpen. Als ze maar niet haar rug naar hem toe draaide dan kwam het allemaal goed.