Bernhard was snel genezen van zijn vrolijke impuls en kijkt beschaamd naar de grond. Op dat moment komt Devona binnen stormen.
"Samuel! Wie denk je wel dat je bent. Een paar minuten geleden kwam Hannah bij mij binnen vallen in tranen en tuiten met de mededeling dat je er een tweede vrouw bij had genomen!"
"Ik heb haar nooit verteld dat zij de enige zou zijn Devona. En waar haal je het lef vandaan om mij ter verantwoording te roepen? Ik eis dat je respect toont voor Moriah!" Op dat moment stapte Moriah tussen Samuel en Devona en keek streng naar Devona.
"Ik kan me prima zelf verdedigen Samuel" En met haar ogen liet ze Devona door de lucht vliegen en tegen de muur aankletsen. Met een doffe dreun kwam ze op de grond terecht en bleef liggen waar ze lag. Bijna iedereen was geschokt en stond met open mond naar het tafereel te kijken.
Het volgende moment sprong Devona op en ging naast Moriah staan en James ging naast Samuel staan en ze bogen alle vier tegelijk ten teken dat de voorstelling was beëindigd. Als Moriah overeind komt veranderde ze in Hannah en in koor riepen ze.
"1 APRIL!"
Kreten van frustratie en opluchting kwamen uit de groep. Met een verwilderde blik keek Jerry naar Grace die met tranen in haar ogen van het lachen naast hem stond.
"Wist je dit?" Zijn vraag was zo gevuld met frustratie dat ze nog harder begint te lachen ondertussen ja knikkend. Hij sloeg zijn armen weer over elkaar en snoof.
"En daar moet ik mee trouwen overmorgen."
"Ach kom op Jerr, is het niet geweldig dat hij zo gelukkig is dat hij een uitgebreide 1 april grap met ons uithaalt?" Als hij haar weer aankijkt ziet hij haar vrolijkheid en kan nu ook zijn lachen niet meer tegen houden. Hij nam haar in zijn armen en drukte haar stijf tegen zich aan. Hij bracht zijn lippen naar haar oor.
"Het is allemaal jou schuld." Ze buigt achterover.
"Nee. Het is allemaal zijn schuld." En ze knikt naar Samuel.
"En het is mijn schuld dat het tot nu toe goed gegaan is. Maar hij vertrouwt me nog steeds niet Jerr." Haar teleurstelling was duidelijk te horen. Hij knijpt haar nog een keer stevig tegen zich aan.
"Vergeet niet dat je nog een lange weg te gaan hebt lieverd. Soms wordt ik badend in het zweet midden in de nacht wakker over wat je nog zou kunnen overkomen. Ik moet er niet aan denken je kwijt te raken."
Samuel zag hoe zijn zoon Grace stevig omarmde en hij klapte in zijn handen om de aandacht te krijgen.
"Beste mensen. Devona stipte aan een vrijgezellen party te houden voor Grace en voor Jerry. Ik stel voor om allemaal samen een vrijgezellen party te houden. En Devona mag dan misschien nog een paar leuke party's kennen om te crashen, ik weet nog een aantal véél betere." Hij keek de groep mensen rondt.
"Maar voordat we gaan feesten, gaan we uit eten." James pakte al de handjes van de kinderen.
"Ik zorg wel voor de kleintjes Meester."
"Nee James, de kinderen en jij gaan mee. Om zeven uur hier weer in de bibliotheek dan heb ik voor iedereen de viavia's klaar."
Stipt om zeven uur arriveerde Samuel en de anderen in een geweldig chique restaurant dat eigendom was van een van zijn oudere pupillen. Hakan kwam dan ook met een rood hoofd van spanning en verwachting op zijn Meester aflopen. Hij was zeven jaar oud toen Samuel hem gevonden had en uit het indianen reservaat oppikte. Wonderwel had zijn familie er geen problemen mee en waren zelfs vereerd over het feit dat zo'n machtige magiër hun Hakan wou opleiden. Als Hakan voor zijn Meester staat buigt hij respectvol zijn hoofd.
"Meester het is me een eer u hier eindelijk te mogen begroeten."
"Ik heb niets dan goeds over je restaurant gehoord Hakan. Zoals je ziet heb ik een aantal vrienden meegenomen." Hakan kijkt de wonderlijke groep mensen rondt.
"U bent natuurlijk allen meer dan welkom, ik ben vereerd." Weer boog hij, maar nu naar de groep mensen voor hem.
"Als u zo vriendelijk wilt zijn mij te volgen?" Steels werpt hij een extra blik op Grace. Haar aura was héél bijzonder. Pas ettelijke dagen terug was een dergelijke aura nog maar tegen gekomen en had de jonge vrouw in dienst genomen. Hij was benieuwd of ze verwanten van elkaar waren. Enfin, ze zouden elkaar nu snel genoeg ontmoeten.
Als iedereen een plaatsje heeft gevonden aan de grote lange tafel stelt Hakan de nieuwe serveerster voor.
"Dit is Ganesa. Zij zal u onder andere vandaag bedienen." Ze kijkt vriendelijk de groep mensen rondt en knikt beleeft op de hallo's. Haar blik blijft nog even iets langer hangen op Grace maar niemand behalve Grace merkte het op.
Als Grace de ogen van Ganesa ontmoeten voelt ze een bijzondere gewaarwording. Een gevoel van bekendheid maar ze kende deze jonge vrouw helemaal niet. Ze had duidelijk een Indisch uiterlijk en was erg gracieus. Grace probeerde haar te peilen maar ze bereikte niet zoveel behalve dan dat er een nieuw gevoel op de proppen kwam waar ze niet zo gelukkig mee was. Er dreigde gevaar in de meest verschrikkelijke vorm.
De deur sloeg open en een ober stormde binnen.
"De dreuzels hebben het geflikt! De derde wereldoorlog is uitgebroken! China heeft raketten gelanceerd gericht op ieder belangrijk land van de wereld!" Dale sprong op.
"Dat is absurd, daar bereiken ze helemaal niets mee."
"Het maakt niet uit want de tegenaanval is ook al ingezet."
Grace kan haar oren niet geloven. Deze planeet zou in minder dan een half uur verwoest zijn. Een ding wist ze absoluut zeker. Ze mocht niet ingrijpen. Haar hart kromp samen van verdriet. Er was een reële kans dat ze het zelf zou overleven maar iedereen die haar dierbaar was zou nu sterven. Het idee alleen al gaf haar een enorm eenzaam en beangstigend gevoel. NEE. Angst zou niet haar raadsman zijn. Maar een keuze had ze nog altijd wel. Ze zou niets doen om het zelf te overleven, dat recht had ze tenslotte. Verslagen legde ze haar hoofd op de schouder van Jerry. Hij kijkt naar haar blonde haardos.
"Kan je hier niets aan doen Grace?"
"Jawel Jerr. Maar ik kan toch onmogelijk iedere keer ingrijpen als het mis gaat. Het is slechts uitstel van executie."
"Je laat iedereen doodgaan terwijl je er iets aan kan doen?"
Iedereen in de zaal verstomde en keek verbaast naar Grace. Dale pakte de hand van zijn dochter.
"Grace, dit kan je toch niet laten gebeuren?" Grace kijkt met tranen in haar ogen naar haar vader.
"Ik laat dit toch ook niet gebeuren paps?" Even was hij uit het lood geslagen door haar opmerking.
"Lieverd, ik geef jou toch ook niet de schuld?"
"Nee paps het is ook mijn schuld niet en daarom doe ik er ook niets aan."
"Maar je kan wel de doden herreizen?"
"Vergeet niet dat het mijn schuld was dat ze zijn gestorven." Samuel kwam nu tussen beide.
"John Meisters was anders niet jou schuld."
"Ja dat klopt. Ik had hem nooit terug mogen terughalen van de dood." Verslagen liet ze haar hoofd nu hangen. Ze begreep nu de bezorgdheid van haar mentor, en wist nu ook dat er nog veel meer dingen meespeelden als ze haar krachten gebruikte. Als de mensen besloten hadden om zichzelf of een ander te vernietigen had ze het recht niet om in te grijpen. Daarmee ontnam ze hen het concept van de vrije wil. Ze kijkt en zoekt naar Ganesa maar ze was in geen velden of wegen te bekennen. Blijkbaar was ze vertrokken voordat de grote klap zou komen. Samuel pakte haar hand.
"Het spijt me dat ik je in zo'n lastig parket heb gebracht. En je hebt gelijk het zou zinloos zijn om in te grijpen. Je kan moeilijk de verantwoordelijkheid voor de hele mensheid op je schouders nemen."
Grace kijkt omhoog en hoort het geraas van een raket.
"Gelukkig is het in een fractie van een seconde voorbij voor ons hier." Jerry pakte haar hand en het enige dat ze nog meemaken is een alles verblindend wit licht.
Grace knippert met haar ogen. Ze zag niets dan alleen maar wit. Had ze het dan toch overleeft? Ze draait zich om maar het maakt niet uit. Alleen maar wit. Overal waar ze kijkt. Misschien was ze blind en hadden haar hersenen de laatste witte flits in haar netvlies gebrand. Ze sluit haar ogen en het wordt donkerder. Nee, ze was dus niet blind. Maar het voelde een stuk prettiger aan dus hield ze haar ogen maar gesloten. Ze zou de plek waar ze was kunnen verkennen met haar innerlijk oog. Het enige dat haar tegemoet straalde was weer een hoop wit dus hield ze daar ook maar mee op. Vermoeid zakt ze door haar knieën en gaat in kleermakerszit op de grond zitten. Haar handen glijden over de gladde koude vloer. Het voelde aan als steen. Ze kijkt naar beneden of dit klopt maar weer wordt ze overweldigd door al het licht dus doet ze haar ogen maar weer dicht. Hoe zou het met haar jongens zijn? Ze legt haar hand op haar buik en voelt dat ze slapen. Ze waren er nog, en nog wel heel relaxt. Wat nu? Was ze dood? Nee. Dan was ze niet zwanger geweest. Of misschien verbeelde ze zich alleen maar dat ze zwanger was en was ze toch dood.
"Grace?" Ze kan haar oren niet geloven en haar ogen schieten open.
"Jerr?"
"Zijn we dood?" Jerry liet zich tegenover Grace op de koude vloer zakken.
"Ik weet het niet." Ze wou het zeker weten dat hij geen onderdeel van haar verbeelding was en strekt haar handen naar hem uit. Bereidwillig pakt hij ze en trekt haar in een stevige omarming. Hij was warm en rook naar Jerry. Zijn hart klopte en zijn adem streek over haar gezicht. Nu kwamen haar tranen.
"Ik dacht dat ik je nooit meer zou zien." Mompelt ze gesmoord tegen zijn borst.
"Heb je ons tweeën toch nog gered?"
"Nee, ik had me helemaal voorbereid om samen met jullie te sterven."
"Blijkbaar is dat niet gelukt. Weet je waar we zijn?"
"Geen flauw idee." Ze had haar ogen al weer dicht om het felle licht buiten te sluiten.
"Misschien weet je moeder het?" Haar ogen schieten open en op een paar meter afstand staat Maia. Teleurgesteld kijkt ze naar Grace.
"Waarom heb je de wereld laten vergaan?" Verontwaardigd staat Grace op.
"Ik heb de wereld niet laten vergaan."
"Hoe wil je dit dan noemen, je hebt tenslotte niet ingegrepen!"
"Nee dat klopt. En ik heb ook niet ingegrepen tegen het aids virus dus heb ik dan al die mensen die er aan gestorven zijn dus maar vermoord? O, en dan alle auto ongelukken. Nee erger álle ongelukken. Allemaal mijn schuld dat ze zijn gebeurt?" Jerry pakt haar hand.
"Rustig Grace." Met een zucht ontspant ze. Maar haar moeder was nog niet klaar met haar.
"Waarom heb je niet ingegrepen?" Grace begon wanhopig te worden.
"Vrije wil!"
"Wat?"
"Als ik had ingegrepen schend ik de vrije wil."
"Wie heeft er nog het recht op vrije wil als er alleen maar stommiteiten mee uitgehaald worden."
"Welk recht heb ik om zelfstandig denken en handelen aan iemand te ontzeggen en de wereld te veranderen in een dictatuur?"
"Het recht van de sterkste en de slimste. Zie nu het resultaat. Welke wereld hebben we het nog over?" Grace kijkt de vrouw voor haar in de ogen en snapt opeens waar ze is.
"Jij bent mijn moeder niet." Een serene kalmte overspoelde haar.
"Wat?"
"Je bent mijn moeder niet." Nu kijkt ze naar Jerry.
"Jij ben Jerry niet. Jullie doen je voor als hen maar jullie zijn het niet." Jerry liep naar Maia.
"In mijn ogen hebben we voldoende om er nu een eind aan te maken." Maia kijkt hem bedenkelijk aan.
"Ik had nog wel even door willen gaan maar blijkbaar is ze slimmer dan we dachten."
Grace kijkt van de een naar de ander. Ze hadden voldoende om er een eind aan te maken, wat dat ook mocht beteken. Waarschijnlijk zouden ze nu een eind aan haar maken. Verslagen zakt ze weer door haar knieën en wacht geduldig af wat ze met haar zouden gaan doen. Het felle licht was nog steeds irritant en ze sluit haar ogen.
"Grace?" Weer een andere stem. Deze stem kende ze niet en moest met tegenzin toch haar ogen weer openen. Op de grond voor haar zat Ganesa afwachten met haar hoofd scheef naar haar te kijken. Met een zucht opent Grace haar mond.
"Ja?"
"Je mag weer terug naar aarde. En je kan je krachten behouden. Je hebt wonderbaarlijk goed gescoord. Ik had het niet verwacht."
"Terug naar aarde? Wat moet ik daar nog?"
"De aarde is niet vernietigd Grace. Althans niet meer."
"Wat bedoel je met 'niet meer'?"
"Wij hebben er voor gezorgd dat de derdewereldoorlog uitbrak. Dus hebben we het weer teruggedraaid. Overigens was het maar een demonstratie."
"Jullie hebben de tijd teruggedraaid?"
"Nee, dat zou onverstandig zijn. We hebben het gewoon met een vingerknip ongedaan gemaakt. Nadeel en misschien ook een voordeel is dat een grote groep mensen zich deze bange minuten zullen herinneren."
"Wat?"
"Ja, soms is het goed om de mensheid af en toe met hun neus op de feiten te drukken. De meeste zullen dit overigens af doen als een nare droom of zo."
"Is dat niet nogal hartvochtig om zoveel mensen over de hele wereld de stuipen op het lijf te jagen alleen maar om mij te testen"
"Wat hadden we dan moeten bedenken? Het moest iets zijn wat alleen nog maar een godin op had kunnen lossen?"
"Je bedoelt zeker iemand met zoveel macht als een godin?"
"Ja zo iets. Natuurlijk bedoel ik dat. Wat anders?"
"Ben jij een godin?"
"God, godin, als het beestje maar een naam heeft. Ik ben Ganesa. Kijk je literatuur er maar op na dan vindt je me wel." Ze stond op en ook Grace kwam nu overeind.
"En wat nu?"
"Nu gaan we verder met waar we gebleven zijn. Jij gaat eten en ik breng het je."
Het volgende moment zat Grace weer aan de lange tafel en iedereen kijkt haar geschrokken aan.
Dale neemt zijn dochter in een stevige omarming.
"O lieverd je hebt dus toch ingegrepen!" Met enige moeite worstelt ze zich vrij.
"Nee paps, absoluut niet." Samuel kijkt haar beschuldigend aan.
"Ik geloof je niet Grace. We weten allemaal nog wat er net gebeurt is en we zouden dood moeten zijn."
Grace wist niet zeker of ze wel mocht vertellen wat haar was overkomen dus besluit ze daar haar mond over te houden.
"Ja vader, we zouden allemaal dood moeten zijn. En misschien waren we dat zelfs ook. Ik kan het verder niet uitleggen. Het is jammer dat je me nog steeds niet vertrouwd."
Ganesa stapte achter Hakan tevoorschijn en klopt moederlijk op de arm van Samuel.
"Luister naar ons Samuel daar staat je naam ten slotte voor. Grace heeft ons vertrouwen en dat zou meer dan genoeg moeten zijn voor zo'n simpel tovenaartje als jij." Hij kon zijn oren niet geloven. Nog nooit was er iemand zo brutaal blijkbaar levensmoe geweest om hem zo te kleineren. Grace zag de bui hangen.
"Niet doen vader! Je zou het niet overleven." Ganesa kijkt nu met een brede grijns naar Grace.
"Je houdt echt van hem hè?"
"Ja, en ik zou het waarderen als je hem met respect behandeld."
"Geen probleem als hij er dan maar mee begint ons met respect te behandelen." Ze liep naar Hannah.
"Wacht, onze wandelende encyclopedie." Ze hield haar hand op alsof ze Hannah iets aanbood. En duidelijk articulerend spreekt ze haar naam uit.
"Ganesa?" Als of ze in trance is antwoord Hannah.
"Ganesa de Hindu god van wijsheid en kunst, een vriendelijke god die over het algemeen zijn hulp aanbied als daar om verzocht wordt om moeilijkheden te overwinnen."
"Dankjewel Hannah, keurig opgezegd. Dus als nu alles duidelijk is kunnen we gaan eten. Jullie althans ik ben ten slotte maar de bediening." Ze gaf Samuel nog even brede glimlach waarbij demonstratief al haar tanden tevoorschijn kwamen als was ze hem aan het sarren. Hakan stond met open mond naar Ganesa te kijken. In het voorbijlopen drukt de zijn mond dicht.
"Kom op Hakan, aan het werk. De gasten hebben honger."
"Maar ze hebben nog niet uitgezocht wat ze willen hebben?"
"Dat komt wel goed, dat regel ik wel." Grace trekt een wenkbrauw op.
"Ganesa?"
"Ja?"
"Vrije wil?"
"Maar natuurlijk." Ze wappert met haar handen naar de mensen aan tafel.
"Iedereen krijgt wat ie wil." En daarmee was ze vertrokken met Hakan in haar kielzog.
Iedereen ging enigszins beduusd zitten. Samuel legt een servet op zijn schoot en kijkt bedenkelijk naar Grace. Als hij haar blik vangt begint hij te praten.
"Wat bedoelde Ganesa met 'ons'? Ben je nu een van hen?" Grace haalde haar schouders op en legde ook haar servet in haar schoot.
"Ik weet het niet."
"Als je nu goddelijke kracht bezit is het belangrijk dat we dat weten."
"Waarom?"
"Omdat het je wezen tot in het diepst van je ziel veranderd. Het is een kracht waar niet mee te spotten valt Grace. En als ze je nu zien als een van hen dan ben je dat waarschijnlijk ook."
"Ach zo'n vaart zal dat toch niet lopen. En als ik mijn kinderen in mijn armen houdt is alles achter de rug."
"Je hebt net de derdewereldoorlog teruggedraaid."
"Nogmaals vader, dat heb ik niet. Dat was Ganesa."
"Dus Ganesa heeft deze ramp teruggedraaid zodat ze verder met jou kunnen spelen. Want dat ben je in hun ogen, speelgoed."
"Dat is niet waar, het was allemaal een test om te kijken hoe ik zou reageren."
"Reageren op het terug draaien van een oorlog?"
"Nee. Op de kans een oorlog terug te draaien."
"Dus ze wist dat er een oorlog uit zou breken?"
"Erger nog, ze heeft hem veroorzaakt." Hij sloeg met zijn vuist op tafel.
"Dat is nou precies wat ik bedoel! We zijn niets in hun ogen, iets waar je narigheid mee uit mag halen zonder ter verantwoording geroepen te worden."
"Dat is niet waar!"
"O? En hoe noem je dan een testje dat ze uithalen ondertussen de hele wereld in een oorlog stortend alleen maar om te kijken hoe hun laatste speeltje reageert?"
"De enige test die een godin waardig is! Als ik had ingegrepen had je nu geen schoondochter meer gehad!"
"Nee maar ondertussen noem je jezelf nu een godin."
De deur ging open en een hele rij met rollende tafeltjes kwamen binnen met de heerlijkste gerechten. Ganesa gaf iedereen zijn gerecht en wenste smakelijk eten. Als ze langs Samuel loopt heeft ze hem nog een klopje op zijn schouder.
"Doe je naam nu eens eer aan en luister naar Grace." Voordat hij kan reageren valt de deur achter haar dicht.
"Het bewijs is geleverd. Je bent een van hen."
"Dat ben ik niet." Moppert ze.
"Weet je wat mijn naam betekend?"
"Nee."
"Mijn naam betekend 'luistert naar god'." Grace prikte wat in haar eten en er verscheen een lachje om haar lippen.
"Ze heeft wel humor." Samuel kijkt haar fronsend aan en ziet hoe ze wit weg trekt.
"Wat is er Grace? Voel je, je niet lekker?" Ze schud haar hoofd.
"Niks ernstigs. Het zal zo wel weer over gaan." Ze haalde een paar keer diep adem. Ze verging van de pijn maar ze wou de niemand ongerust maken. Waren de jongens ontevreden dat ze haar zo'n pijn bezorgden? Ze legt haar hand op haar buik om na te gaan wat er aan de hand is en ontdekt dat ook de jongens hevig pijn lijden. Een gevoel van onheil bekroop haar. Als er nog een hevig steek van pijn door haar heen schiet kan ze een zachte kreet van pijn niet meer onderdrukken. Jerry richtte direct al zijn aandacht op zijn geliefde.
"Wat is er Grace?" Bezorgd legt hij zijn arm om haar heen en voelt nu door het lichamelijk contact wat ze doorstaat. Het volgende moment slaat de deur van de eetzaal open en Ganesa komt binnen stormen. Als ook zij Grace aanraakt weet ze wat er aan de hand is. Moederlijk legt ze haar hand over die van Grace.
"Je zal met me mee moeten komen om je te kunnen helpen." Grace slaat nu dubbel van de pijn en ze kijkt in de bruine ogen van Ganesa.
"Wat is er aan de hand?" Ganesa kijkt bedroefd van Grace naar Jerry en vervolgens naar Samuel.
"Demonen en goden zijn allergisch voor elkaar. En ik voel dat je kinderen demonenbloed in zich hebben. Ik weet niet zeker of we je hier doorheen kunnen slepen." Met die laatste woorden blijft haar blik op die van Jerry hangen.
"Kan ik helpen?" Vraagt hij angstig.
"Als je mee zou willen gaan zal dat zeker niet negatief uitvallen voor de situatie. Maar wie we werkelijk nodig hebben is de demon diens bloed zich in de kleine tweeling bevindt. En de kans dat, dat gaat lukken is nihil. Demonen werken nooit met ons samen." Ze werpt een bedenkelijke blik op James en James kijkt schuw terug. Hij had het inderdaad niet op met goden net zo als zijn soortgenoten, maar dit was Grace, wat moest hij doen? Als hij naar zijn geliefde Demona kijkt ziet hij het antwoord, hij zou zijn demonische Meester roepen en dan zouden ze wel zien wat er gebeurde.
Belail voelde hoe Peter hem roept. Het ging om Grace en wat hij vervolgens medegedeeld kreeg stond hem helemaal niet aan. Ze was nu een godin? En die moest hij helpen? Hij dacht het toch niet! Peter bracht echter een sterk argument naar voren. Grace had nog steeds demonenbloed in haar bezit. Of liever gezegd haar kleine kinderen. Er bestond een redelijke kans dat hij dit terug zou krijgen of Grace en haar kinderen nu zouden overleven of niet.
Er was een dodelijke stilte gevallen aan de eettafel. De spanning was te snijden en op dat moment verschijnt Belail. Kreten van verassing en schrik klinken op en alle ogen richten zich op hem.
"Zo Grace, tijd om mij mijn eigendom terug te geven dacht ik zo." Als een roofdier liep hij op Grace en de knielende Ganesa af. Met een snelle blik zag hij dat hij nu tegenover twee godinnen stond. Dit zou wel eens een moeilijke en heftige situatie kunnen worden.
Ganesa kijkt Grace met grote ogen van schrik aan.
"Is dat de eigenaar van het demonenbloed?" Grace kan alleen maar ja knikken.
"En denk je dat hij je zal willen helpen?" Deze laatste woorden sprak ze bijna fluisterend uit.
Grace kijkt in de ogen van Belail en terug naar Ganesa.
"Nee, ik sta al teveel in zijn schuld. Ik denk eerder dat ik nu mijn schuld moet gaan inlossen."
Belail doet nog een stap dichterbij.
"Daar heb je gelijk in kleine Grace. Het is betaaldag." Met een van pijn vertrokken gezicht kijkt ze hem aan.
"Wat wil je van me?"
"Ik wil dat je iets voor me doet met je nieuwe krachten. Ik wil Carte Blance." Grace kijkt hem meewarig aan.
"Je weet dat ik dat niet kan doen Belail." Hij haalde zijn schouders op.
"Dan wacht ik wel tot je dood bent en haal dan mijn eigendom terug." Ganesa stond nu op.
"Dat is niet erg slim van je. Op deze manier zal ze nooit haar schuld bij je in kunnen lossen. Zou het niet verstandiger zijn om iets minder veeleisend te zijn en gewoon je voorwaarden open op tafel te leggen? Misschien zegt ze wel ja?" Belail kneep zijn ogen tot dunne spleetjes en overwoog haar uitspraak.
"Ok. Zo te zien kan ik er alleen maar beter van worden als ik dat doe." Grace krimpt weer in elkaar van de pijn en kan maar net bij bewustzijn blijven.
"Wat wil je Belail?" Zonder dat ze het antwoord had gehoord wist ze wat er zou komen.
"Ik wil jou. Zodra je, je kinderen op de wereld hebt gezet ben je deze bijzondere krachten kwijt die je goddelijk maken, en dat wil ik dat je vrijwillig toevoegt aan mijn schare." Samuel sprong op.
"Dat kan je niet menen?"
"Ik ben bloed serieus Samuel." Grace zag zwarte stippen voor haar ogen verschijnen en als door een waas hoort ze Ganesa akkoord gaan met zijn eis.
"Het is een deal Belail. Al zal ik er hoogst persoonlijk voor moeten zorgen dat ze zich bij je meldt als het zover is."
"Ik wil het van Grace zelf horen!" Met veel moeite en de inzet van haar laatste krachten antwoord ze op Belail zijn eis.
"Zodra ik mijn goddelijke krachten kwijt ben na de geboorte van mijn kinderen zal ik mij vrijwillig aan jou schare toevoegen." En ze zonk in bewusteloosheid.
Als ze haar ogen weer open doet ziet ze dat ze in haar slaapkamer op haar bed ligt met om het bed heen een bezorgde Jerry,Samuel en haar vader. Jerry pakte haar hand.
"Hoe voel je, je nu lieverd?" Mentaal doet ze een check en besluit dat ze zich prima voelt.
"Ik voel me goed. Wat is er gebeurt?"
"Belail en Ganesa hebben het demonenbloed uit onze kinderen gehaald."
"Echt waar?" Ze ziet hoe Samuel en Jerry ja knikken.
"Wauw, ik had niet verwacht dat hij zou helpen." Jerry kijkt haar bedroeft aan.
"Je hebt hem ook alles gegeven wat hij vroeg. Zodra de kinderen geboren zijn ben ik je kwijt."
"Als ik dat niet gedaan had was je me nu kwijt geweest inclusief de jongens."
"Het is geen eerlijke deal."
"Dat is het wel Jerr. Zonder Belail was ik allang dood geweest, nu heb je straks nog twee baby's in je armen. Ik heb het hem beloofd en ik hou me aan mijn belofte. Het spijt me maar ons huwelijk wordt een hele korte." Ze ziet hoe zijn ogen nat worden van ingehouden tranen.
"Niet treuren Jerr. Geniet van de tijd die we nog hebben. Je zou mij er een groot plezier mee doen." Ze pakt zijn handen vast en kijkt hem dringend aan.
"Ok Grace. Je hebt gelijk. Ik zal mijn best doen."
"Dank je Jerr." Met een kwieke zwaai hupte ze uit bed, ze had zich in tijden niet zo goed gevoeld realiseert ze zich opeens. Maar iedereen kijkt bedroefd en ze was niet van plan de komende acht maanden net zo bedroefd rondt te lopen.
"Gaan we nog stappen met z'n allen?" Haar vraag overdonderde de drie mannen wat. Samuel kwam blijkbaar het snelst tot een conclusie. Hij haalde zijn schouders op.
"Waarom niet. Zoals je al zei, het veranderd niets aan de situatie, of we nu toegeven aan onze bedroefdheid of niet."
Als Grace dit voorstel lanceert in de groep haken Bernhard en Sifra af. Zij geven er de voorkeur aan om achter te blijven met de kinderen. Dale stelt voor dat ze naar hun nieuwe woning gaan want hij had inmiddels gezorgd dat deze bewoonbaar was voor ze. Blij met de afleiding accepteren ze zijn aanbod en Samuel maakt voor hen viavia's waarmee ze vertrekken.
Devona ziet het helemaal zitten om nu met een godin op stap te gaan. James kijkt naar haar brede grijns.
"Waarom sta je zo de grijnzen. Ik vind het helemaal geen leuk idee om nu te gaan feesten."
"Wat nou, wil je niet meer mee?" Hij kijkt bedachtzaam naar Grace. Als ze zijn blik vangt ziet ze hoe hij schrikt.
"Je bent nu toch niet bang voor me geworden Peter? Ik beschouw je nog steeds als een goede vriend." Ze loopt op hem af maar hij deinst terug. Een steek van verdriet schiet door haar heen maar al snel hersteld ze zich.
"Bekijk het van deze kant Peter, straks zijn we demonen maatjes." Dit grapje viel niet in goede aarde bij de aanwezigen. Ze kijkt om zich heen en ziet blikken van afschuw en verbazing.
"Kom op mensen ik zal er toch aan moeten wennen dat ik straks moet dienen in het rijk van Belail. Het heeft geen zin om er omheen te draaien. En jij Peter zou in plaats van voor me terug te deinzen me met open armen moeten opvangen en alvast wat wegwijs kunnen maken." Met een gemeen lachje kijkt ze met een scheef hoofd in de ogen met gloeiende lichtpuntjes van Peter. Ze deed weer een stap in zijn richting en ze zag dat hij achteruit wou wijken maar deed het niet. Nog een stap dichterbij en ze strekt haar handen uit.
"Kom op Peter, laat me in ieder geval nog een vriend hebben straks." Aarzelend strekt hij zijn handen uit naar Grace en als ze elkaar aanraken kijkt hij opgelucht en sluit haar in zijn armen.
"Je hebt een grote stommiteit begaan door in te stemmen met Hem." Als ze hem weer aankijkt geeft ze hem een scheef lachje.
"Het is blijkbaar mijn lot om dit te doen voor mijn kinderen." Met een weemoedig lachje drukt hij haar nog een keer stevig tegen zich aan. Wie had ooit gedacht dat hij als demon een godin zou omarmen.
