Tadaah, nieuw stukje D Ik begin het stilaan irritant en moeilijk te vinden, dat ik nog steeds de naam van het hoofdpersonage niet heb gebruikt... xD Najah, veel plezier !

R&R please.

-

"Wind jezelf niet zo op," zei Aislinn. Ze haakte een lok rood haar achter haar oren. Voor het eerst keek haar meesteres haar aan met een blik die het meest leek op die van onzekerheid en verwarring.

"Denk je dat het iets betekent?" vroeg ze met grote ogen. Aislinn dacht na, maar antwoordde niet. Een profetie kwam altijd uit. Ze keek haar aan. Hoe klein en kwetsbaar leek een van de meest gevreesde vrouwen ter wereld nu… Met een gebaar van medelijden en vriendschap omhelsde Aislinn haar.

"Of het iets betekent weet ik niet, maar als goed is, dan heb je er alleen maar voordeel van," pleitte ze.

Twee paar onzekere ogen keken haar aan, duidelijk niet onder de indruk. "En als het slecht is… ?"

"Dan komen we er samen door!" Een glimlach. Niet zomaar een glimlach, maar een die Aislinn al jaren niet meer gezien had. Een lach van toen ze nog samen lachten. Samen studeerden. Samen Sneep pestten. Samen huilden. En samen steeds maar opnieuw vertelden hoe geweldig hij was… Dat 'hij' elke week een ander iemand besloeg maakte niks uit.

"Dankje…" zei ze zacht. "Je bent… mijn beste vriendin. Ik wil je nooit meer kwijt!" Aislinn glunderde. Misschien kon ze haar beste vriendin terugbrengen naar deze wereld. Misschien kon ze haar weghalen uit het masker van Dark Empress.

-

"En daarvoor roep je me weg ? Ik had verdomme VRIJ!" Harry geloofde zijn oren niet.

"Je moet het begrijpen, Potter…" De blonde man voor hem speelde ongemakkelijk met zijn theelepeltje.

"Wát begrijpen! Ik had vrij! Ik roep jouw toch ook niet uit een diner met je vrouw weg omdat een collega toevallig niet komt opdagen!"

"Kalmeer, Potter! Dit is belangrijk!"

"Ik was nochtans ook met iets belangrijks bezig," zei Harry kregelig, maar zette zich tegenover Lucas Erikson.

"Goed, morgen begint een nieuwe invaller hier. We weten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat het om een spion gaat. Ik wil dat je hem opleidt, maar alleen in de ongevaarlijke dingen."

" 'Alleen in de ongevaarlijke dingen' ?" vroeg Harry, niet-begrijpend. Lucas knikte.

"Je kent het wel. Verdedigingsspreuken. Toegang tot het algemene hoofdkwartier. Neem hem of haar mee naar onbelangrijke vergaderingen."

"En dan…?"

"Je leidt hem drie weken op. Daarna zullen we wel weten of hij iets met Voldemort te maken heeft." Harry snoof. Voldemort. Wie dacht er nu nog aan Voldemort… Alsof alle aanslagen nog door hem gepleegd werden. Er waren echt wel meer heersers dan alleen Voldemort. Alleen wilde niemand dat even inzien. Lucas ging verder: "Intussen vertrouw je hem iets toe. Maakt niet uit wat. Iets onbelangrijks. Zorg dat het lijkt alsof je hem vertrouwt."

"Oke…" Harry zuchtte. Hij had één keer iemand moeten opleiden. Het was een ramp geworden. Hij stond op, stak zijn hand op bij wijze van groet en verdwijnselde buiten de deur.

Yade vond het inderdaad niet grappig. "Dáárom loop je weg in het midden van een etentje?" zei ze ongelovig.

"Het is niet alsof ik het wilde, ja?" bromde Harry, en ging zitten. Onderwijl lichtte hij Yade in over het nieuwe lid. Dat hij hem of haar moest opleiden, zogenaamd vertrouwen en dan zien of die hem naar Voldemort kon leiden.

"Het is dat het moet, anders bond ik je vast aan het bed," zei Yade nukkig. "Je scampi's zijn trouwens koud."

Yade rilde. Samen met Harry liep ze over de dijk van het strand. Verdwijnselen was gevaarlijk (je moest maar eens kans lopen om dán ontvoerd te worden door Dooddoeners… redeneerde de Orde. Ironie alom, vond Harry), dus gedroegen ze zich zo Dreuzel als maar kon, door een halfuur naar het appartement te lopen. Het had wel iets romantisch in zich…

Ze naderden de grote brug, die in het donker verlicht was door duizenden lichtjes, was een perfect beeld van Londen en hoe het in clichématige, romantische films weergegeven werd. Meestal stopte het koppel dan in het midden van de brug, om daarna minstens een halfuur bacteriën uit te wisselen naast een snelweg waar auto's tegen honderddertig kilometer per uur uitlaatgassen in je gezicht, haar en kleding bliezen.

Maar zover raakten ze niet eens. Toen ze op een punt tussen 'halverwege' en 'net begonnen' stonden, klonk er een luide knal, gevolgd door brokstukken, auto's en mensen die door de lucht vlogen. Yade gilde. Harry dook naar de grond en trok haar mee.

"Kom," fluisterde hij en trok haar moeizaam mee naar een plek die min of meer veilig was.

"We moeten iets doen!" riep Yade uit. Harry keek haar triest aan.

"We kunnen niks doen… het is te laat, Yade. Degenen die dood zouden gaan zijn nu al dood, en de rest wordt gered," hij wees op een hoop ambulances, die kris kras door de brokstukken geparkeerd stonden.

"Ze gaan dood…" Tranen liepen over haar wangen, Harry veegde ze weg met zijn hand. Ze legde haar hoofd op zijn schouder.

"Er is niets dat we kunnen doen," zei hij tegen haar zachte haar. Dit waren de regels van de Orde. Als Harry geen Schouwer, of dergelijke was, zou hij naar het midden van de brug toe gerend zijn en gevochten hebben tot hij er zélf aan ten onder ging. Maar als je bij de Orde zat, was je gebonden aan bepaalde redenen. En omdat Harry zo belangrijk was, mocht zeker hij niks doen wat zijn eigen gezondheid in gevaar kon brengen.

In zijn armen lag Yade half in slaap. "Ik weet dat jij hier achter zit, Niamh…" zei hij bijna onhoorbaar. "Ik zal je vinden… Je hebt het recht niet… Ik zal…"