Er klonk een gelach achter Bakura.

Hij draaide zich met een ruk om. En zag… een bekend gezicht…

Dat kon niet dat kon gewoon niet, dacht Bakura. Nainu leefde in het oude Egypte niet in deze tijd. Niet de grootgrondbezitter, dacht Bakura. Hij had het toen ook al een keer met hem te doen gehad. Hij had Nainu beroofd en het geld aan Nainu's slaafjes gegeven, die bijna verhongerden.

'Verbaast?'spotte Nainu,"dacht je dat je de enige was met een reïncarnatie?'

'Waarom doe je dit!"schreeuwde Bakura, 'Laat mij en mijn Ryou met rust."

Iets in hem maakte zich los. Hoe kon Nainu Ryou dit aandoen…Hoe kon hij… Bakura voelde zijn kracht groeien met zijn woede. Hij raasde op Nainu af en gooide hem 10 meter naar achter, tegen de muur. Een grote scheur op verscheen toen nainu de muur raakte.

'Ik zwoor je terug te betalen, vuile dief. Ik heb je je verdiende loon gegeven.'zei Nainu ijzig. Terwijl hij zich omhoog hees.

'Alleen maar omdat ik je voor schut heb gezet bij je slaven, zo'n 5.000 jaar geleden?'vroeg Bakura ongelovig.

'Mijn slaven waren van mij niet van jou, Koning der Dieven.'

'Je liet je slaven verhongeren. Dat kon ik toch niet toelaten?"

"Het was hun lot, Bakura."

'Anderen laten sterven, al is het hun lot, is ziek.'

'Net zo erg als het beëindigen van je eigen leven, Bakura?' Bakura keek hem ongelovig aan.

Nainu liep naar het open staande raam en staarde naar beneden. Toen naar Ryou die nu levenloos op de grond lag. Ryou ´s borst ging niet meer op en neer. hij lag daar.. zo stil.

Nee…schreeuwde Bakura terwijl hij zich naar Ryou keek met een bezorgde blik. Tranen kropen over zijn wangen...Ryou lag zo …nee snikte hij.

'Ik heb mijn lot volbracht, Bakura. Ik heb jou doen lijden. Ryou is de enige persoon om wie je iets gaf, al was het nog zo weinig. En nu heb ik jou doen lijden door hem van zijn leven te beroven. Net als jij mij beroofd hebt 5000jaar geleden. Ik heb mijn wraak.'zwoor Nainu.

Zonder te aarzelen sprong hij 5 verdiepingen naar beneden.

Bakura stond daar ontgoocheld. De tijd leek stil te staan op dat moment.

Ryou kermde van de pijn.

Bakura knielde bij hem neer. Dit mocht niet gebeuren, zijn hikari mocht niet sterven. Niet nu.

Hij probeerde Ryou wakker te krijgen. De tranen schitterden in zijn ogen. Zijn licht mocht niet dood zijn. "Wakker worden."fluisterde hij en schudde hem zachtjes door elkaar.

Ryou opende zijn ogen heel eventjes.

' Yami…'fluisterde Ryou en sloot ze toen weer. Ryou's stem klonk van heel ver.

Bakura zuchtte van opluchting. Ryou was gelukkig nog niet dood. De vraag was, voor hoelang zou Ryou nog leven.

Bakura pakte Ryou voorzichtig op en droeg hem naar een steegje. Vlak bij de fabriek.

Toen pakte hij zijn mobiel en belde het alarmnummer. Gelukkig had hij zijn mobiel bij. Ryou had hem een paar maanden geleden geleerd hoe het apparaat werkte. Zo kwamen die nieuwe technische snufjes toch nog eens van pas.

De ambulance arriveerde snel. Bakura mocht mee met de ambulance. Hoewel ze geen familie waren, dachten de verplegers dat ze een tweeling waren.

Hij mocht naast de chauffeur zitten en keek iedere keer achterom.

Ryou was nog steeds bewusteloos.

'Hij komt weer wel bij hoor." zei de chauffeur.'Die overleeft het wel."

Als chauffeur probeer je de slachtoffers gerust te stellen. De jongen die naast hem zat, zag er bezorgd uit. Wie zou dat niet zijn als familie er zo erg aan toe was?

'Ik ben zijn tweelingbroer. Ik ging hem zoeken toe hij niet thuis kwam ….en vond hem zo.'zuchtte Bakura. Hij haalde het moment weer voor zich.

'Bewaar je verhaal maar voor de dokters dadelijk. Die vragen je dadelijk de oren van je hoofd." zei de chauffeur.

Bezorgd keek Bakura naar Ryou. Hij opende hun gedachten link weer.

Hij hoorde Ryou kermen, naar adem snakken. Hij was ernstig gewond.

'Ryou?' dacht Bakura zacht.

'Bakuraaahh…'

Hij kon Ryou's pijn voelen. Greep naar zijn borst. Snakkend naar adem. Snel sloot Bakura de link weer.

'Alles goed jongen?"vroeg de chauffeur bezorgd.

'Met mij wel, het komt omdat we een tweeling zijn', hijgde Bakura. De pijn in zijn borst nog steeds voelbaar.

'O'antwoordde de chauffeur.

Zou onze band nu zo sterk zijn, dat we elkanders pijn konden voelen, dacht Bakura.

Band, hij had dus een band met Ryou een band van yami en hikari, een band van licht en duisternis. Als Ryou zou sterven zou hij ook niet lang meer leven. Dacht hij. Zijn vorig leven was anders geweest. Hij had niemand om te beschermen of mensen die om hem gaven. Niemand, na het verwoeste dorp had hij zich voorgenomen zich aan niemand te binden. Maar vandaag had hij toch iets van die oude liefde terug gevoeld, bij Ryou, Zijn licht. Hij zou zijn band moeten beschermen, Ryou moeten beschermen. Hij nam het zichzelf kwalijk, hij had Ryou in gevaar gebracht. Hij had gefaald…als beschermer. Een belofte om het voortaan anders te doen, beter te doen.