Het ziekenhuis
---Bakura----
Hij zat daar nu al uren naast het ziekenhuisbed.Hij frunnikte wat aan de witte lakens, keek naar Ryou.
Ryou's haar ging bijna op in het kussen. Zo wit zo puur. Hij zag er zo levenloos uit... zo lief en onschuldig , maar ook zo kwetsbaar. Hoe had hij dit kunnen laten gebeuren.
Ryou heeft nu pijn en het is allemaal mijn schuld, dacht Bakura. Hoe had hij dit kunnen laten gebeuren? Hij moest zijn hikari toch beschermen?
Die plicht had hij mooi volbracht.
Bakura, je bent nergens goed voor, dacht Bakura.
Wacht..is…effe…
Wat zit ik nu sentimenteel te doen. Ik ben slecht ik houd van het duister…ik houd van bloed.. en wat maken die onschuldige slachtoffers mij nou uit…mij kan het niet schelen als er iemand gewond raakt of dood gaat……………….
Als mijn licht maar niet dood gaat…dacht hij bezorgd en zijn ogen vulden zich met tranen. Nee, hij raapte zich bijelkaar, geen tranen. Ik moet sterk zijn. Sterk zijn voor mijn licht. Toch bleven er druppels over zijn wangen stromen.
Hij bekeek Ryou.
Ryou leek vredig te slapen, als je het verband om zijn borst vergat. Als hij maar niet dood ging…
Hij moest nu wakker worden.
Zweetdruppeltjes parelden op Ryou's voorhoofd. Een nachtmerrie?
''Ryou'' fluisterde Bakura.
----Ryou-----
De droom was af gelopen.
De pijn had zijn hele lichaam gevangen. Hij voelde zich zo zwak en onbereikbaar. De duisternis werd steeds donkerder. Helemaal niets…
Ryou ...hoorde hij opeens. Een licht, een puntje van herkenning. Hij kende die stem.
Maar dat was''…Yami…''.kreunde hij, hij had moeite met ademhalen…..toen voelde hij niets meer dan een stekende pijn in zijn arm. Yami dacht hij , nu ben ik niet meer zo alleen…
Hij probeerde zijn ogen te openen, ze waren zo zwaar. Zijn hoofd zat vol met dikke mist.
''Ryou'' zei een bekende stem.
''Yami,'' fluisterde Ryou zwak.
Hij voelde iets nats op zijn arm.
''Wordt wakker, alsjeblieft,''zei Barkura.
Ryou opende zijn ogen. Bakura keek hem met betraande ogen aan.
''Niet huilen Bakura,''zei Ryou zwakjes.
''Ik huil niet,''zei Bakura en haalde zijn neus op.
''Er zat gewoon iets in mijn oog,'' zei hij trillerig.
''Oh..''
De mist in zijn hoofd begon op te trekken.
''Wat is er gebeurd?''vroeg Bakura.
''Ik liep gewoon naar huis zoals gewoonlijk….. Tot ik plotseling vast werd gegrepen.. door een man. Die dacht dat ik iets… gedaan had….. Maar Bakura ik heb niets gedaan… echt niet….''
Bakura keek hem met grote ogen aan.
''Hij sleurde me mee en ik schreeuwde om jou hulp…… Hij vroeg wie ik riep…ik zei dat ik jou riep…. Toen sloeg hij me bewusteloos…... Ik voelde iets in mijn borst steken…Het deed zo´n pijn…. Toen werd ik weer even wakker….zag ik jou….''
''Het is al goed Ryou, hij is er niet meer. Hij kan je geen pijn meer doen.''zei Bakura sussend en legde een hand op Ryou´s hoofd.
''Hoe bedoel je…is er niet meer.'' Ryou keek Bakura beschuldigend aan.
''He, ik heb hem niet vermoord,'' zei Bakuraen fronste, ''niet dat ik het niet graag gedaan had.''
''Hij sprong van 5 verdiepingen.''
''Tjee…''bracht Ryou geschokt uit.
''Bakura, ben moe….''
''Slaap zacht Ryou, ik blijf hier, bij jou ik laat je niet nog eens alleen.Hij legde zijn hoofd op het ziekenhuisbed. Ik blijf hier bij jou…''
