Hoofdstuk 4
Reunie met de Wemels

Droebel liet het blad met de warme chocolade op de grond vallen.
'Hoe durf je mij zo te beledigen', zei hij, 'en ja ik ga acoord met het voorstel', 'maar alleen om mijn trouw aan Albus te bewijzen'.
'En nu snel naar boven ik heb nog andere dingen te regelen'.

Eenmaal boven zeeg Harry neer op zijn zachte bed.
Wat was Droebel boos geweest op hem, bij nader inzien vond Harry wel dat hij daar een zekere reden voor had.
Harry had iemand anders post gelezen, en dan ook nog eens gevraagd of hij acoort ging met het voorstel wat in de brief stond.
Dom dom dom dacht Harry, maar nu wist hij in ieder geval wel dat Cornelis Droebel de nieuwe leraar "Verweer tegen de Zwarte kunsten" werd.

De volgende dag werd Harry wakker en kreeg ineens een vreemd gevoel.
Hij was jarig, hij rende naar beneden en zag Droebel op een van de stoelen in de gang zitten.
'Waar wacht u op', vroeg Harry.
'Ik wacht op de Wemels', zei Cornelis.
'Komen ze niet met brandstof', vroeg Harry.
'Nee', zei Droebel 'ze komen met gewonen Dreuzel autos want mevrouw Wemel had geen brandstof meer'.
'Dat spul is zo duur tegenwoordig', zei Cornelis tegen Harry.

Een uur later waren de Wemels er nogsteeds niet en werd Droebel een beetje ongeduldig.
'Waarom blijven ze zo lang weg', vroeg Harry.
'Als ik dat wist', zei Cornelis.
Op dat moment werd er op de voordeur geklopt, Bonk bonk bonk.
'Ah daar zul je ze hebben'.
Het was de man met de zwarte mantel weer.
'Dave wat doe je hier', vroeg Droebel verbaast.
'Ik heb heel slecht nieuws', zei Dave, 'een van de autos van het ministerie is verongelukt'.
'Wat wie wie wat bedoel je', zei Droebel.
'Ik bedoel', begon Dave weer, 'dat de Wemels een ernstig auto ongeluk hebben gehad'.
Toen Harry dat hoorde leek het of hij werd geraakt door een peinlijke vloek.
'Totvooralsnog hebben ze geluk gehad', zei Dave, 'er is niemand overleden', 'alleen ligt hun jongste zoon in critieke toestand'.
'Hoe bedoel je?'
Vroeg cornelis aan Dave, 'het is toch niet zo moeilijk om een paar bot breuken te genezen'.
'Een paar bot breuken schreeuwde Dave!'
'Het is geen bot breuk meneer', zei Dave, 'hij heeft zeer ernstig hersenletsel aan het ongeluk overgehouden'.
'Hij kan dit jaar niet naar Zweinstein'.
Cornelis zeeg neer op de grond, 'ik kan me zo toch niet meer vertonen', 'en vooral niet meer op Zweinstein', zei hij.
Harry keek nogsteeds verbaast en hij was ook niet meer van zijn plaats te krijgen, totdat hij besefte dat hij het ditjaar alleen moest doorbrengen op Zweinstein.

Die dag was Harrys ergste verjaardag van zijn leven geweest.
Gelukkig werden de wonden een beetje verzacht toen die avond nog de Wemels (zonder Ron) even langskwamen om Harry gedag te zeggen.
Harry had nognooit gehuilt maar toen kon hij wel janken.
Toen Harry mevrouw Wemel met knalrode ogen zag, en meneer Wemel hysterisch kriebelend aan zijn haar, schrok Harry zich dood.
Fred en George liepen er als een dood hoopje bij en Ginny was volgens Harry nog amper in leven.
'Waar is Percy?' vroeg Harry na een tijdje aan meneer Wemel.
'Is hij nogsteeds in Roemenie'.
'Nee maar oh euh ja waar is hij nu eigenlijk George', vroeg meneer Wemel aan George.
'Hij is naar zijn kantoor', zei George boos.
'Hoe kon hij weggaan', zei mevrouw Wemel en barste in tranen uit.
'Stil maar Molly', 'stil maar', begon meneer Wemel.
'Ik snap niet waarvoor die jongen nu nog naar het ministerie moet'.
'Hij weet immers hoe moeilijk wij het ermee hebben', zei hij.
'Ik haat dreuzel autos', zei Ginny 'ik haat ze!'
Er werd op de deur geklopt, het was Percy.
'Waarom ben je niet op het kantoor Percy', zei Fred, 'je vind het daar toch zo leuk'.
'Ik heb die smoes alleen maar gebruikt om naar Ron te kunnen gaan', 'en dat was de ergste beslising die ik ooit heb genomen'.
'Ik heb hem gezien moeder', zei hij tegen mevrouw Wemel.
'Hij is meer dood dan levend'.
'Hoe durf je', zei meneer Wemel.
'Hoe durf je je moeder dat te zeggen'.
'Nee', begon mevrouw Wemel, 'toen ik hem voor het laatst zag was het al zo'.
Droebel begon zich in het gesprek te mengen, en zei, 'ik weet niet of het jullie iets uitmaakt', begon hij blij, 'maar ik word leraar "Verweer Tegen de Zwarte Kunten"'.
'Wat kan ons dat nou schelen minister!' Schreeuwde Percy.
Toen Droebel dat hoorde was de ramp niet meer te overzien, 'je bent ontslagen!' schreeuwde hij.
'Onee wat heb ik gedaan', zei Droebel ineens, 'ik neem het terug', zei hij.
'Nee laat maar', zei Percy. 'Ik wil u nooit meer zien', en hij rende het huis uit.

Toen Harry die avond in zijn bed (nogsteeds bij Cornelis Droebel omdat het te moeilijk was voor de Wemels om Harry in huis te nemen) lag wist Harry niet meer wat hij moest doen.
Het ergste wat Harry kon overkomen is gebeurd, hij zou nu zonder vrienden op Zweinstein zitten en dat maakt het alleen maar makkelijker voor Voldemort om hem te vermoorden.
Wat moest hij nu doen en hij begon te huilen, uiteindelijk viel hij inslaap en begon hij te dromen over een "gelukkig" leven op Zweinstein.
Ookal was dit dan de ergste verjaardag van Harrys leven geweest, zonder hoop zou hij nergens meer komen.