Hoofdstuk 6
Een nieuwe les

'Kalm', 'kalm blijven allemaal', zei professor Anderling.
De leerlingen probeerde allemaal zo snel mogelijk weg te komen uit de grote zaal.
'STILTE!' Riep Perkamentus, 'niemand moet in paniek raken', zei hij.
'Als je in paniek raakt dan zijn we alleen maar verder van huis'.
'Nu luister allemaal goed naar mij', zei Perkamentus.
'Iedereen die naar huis wilt vertrekt morgen samen met de eerstejaars weer terug naar Londen met de Zweinstein expres'.
'Ja jullie hebben mij goed gehoord', 'samen met de eerstejaars', 'want hoe zeer het mij ook spijt', 'dit jaar kunnen we helaas geen nieuwe leerlingen meer aannemen op Zweinstein'.
'Nu wil ik dat iedereen naar zijn slaapzaal gaat en daar blijft tot morgen'. 'Voor de gene die op Zweinstein blijven zal er later meer informatie worden verstrekt', zei Perkamentus.

Na een tijdje was Harry tot een beslising gekomen, 'wat ga je doen Harry?' vroeg George.
Harry was opgestaan en liep naar Perkamentus.
'Ga naar je slaapzaal meneer Potter', zei professor Anderling.
Harry negeerde Anderling en liep door naar Perkamentus.
'Professor', 'het was Peter Pippeling', zei Harry tegen Perkamentus.
'Ik weet het Harry', 'ik weet het', zei Perkamentus tegen Harry.
'Maar professor Peter is een faunaat en hij is in een muis veranderd', ging Harry verder.
'Luister nou professor', 'Peter is niet verdwijnselt maar hij is gewoon in een muis veranderd'.
'Harry wat je me nu vertelt weet ik al langer dan jou daarom wil ik dat je nu naar je slaapzaal gaat', 'en daar blijft', drong Perkamentus aan.

Eenmaal in de leerlingenkamer van Griffoendor vroeg George aan Harry waarom hij naar Perkamentus ging?
Nadat Harry het had uitgelegd vroeg hij George hoe het met Ron ging.
'Niet goed', zei George, 'heb jij trouwens al gehoord wat er met Hermelien is gebeurd?'
'Ja', antwoorde Harry.
'Erg he', zei George.
'Ik snap ook niet waarom ze zonodig midden in de nacht even weg moest'.
'Ik weet het wel', zei Harry.
'Wat ging ze dan doen Harry?', vroeg Fred die met Leo Jordaan aan het praten was.
'Ze kwam naar mij toe zei Harry om...',
Verder kwam Harry niet, nu herinnerde hij zich het weer, het Perkament.
Zou het Perkament iets met Hermeliens verdwijning te maken hebben.
Als dat zo was was er nog maar een manier om er achter te komen.
Voordat Harry het wist was hij de leerlingen kamer uitgelopen en stond hij in de hal.

Harry liep de trap af opweg naar het kantoortje van professor Anderling.
Als hij nou het vak "Leer der Oude Runen" ging volgen kon hij aan de Professor Korzel (de moeder van Korzel) vragen of zij wist wat er op het vreemde perkament stond.
Als zij wist wat er op het perkament stond dan was er mischien een kans dat Hermelien weer terug zou kunnen komen op Zweinstein.
Plotseling werd Harry ruw verstoord toen hij zomaar tegen professor Sneep opliep.
'Potter', 'heb je niet gehoord wat Perkamentus heeft gezegt', zei hij, 'tien punten aftrek voor Griffoendor', 'en je gaat mee met mij'.
'Ik ben benieuwd wat Anderling hier over te zeggen heeft', vervolgde Sneep.

Toen ze aankwamen bij het kantoortje van professor Anderling zag Harry Argus Vilder de congerge in een hoekje van de gang staan.
Hij keek nog dommer dan normaal en deed alsof hij zojuist een moord had gepleegd.
'Wat is er Argus', vroeg Sneep aan Vilder.
'Niets professor', 'niets', antwoorde hij.
'Waarom sta je hier dan zo spichtig om je heen te kijken?', vroeg Sneep.
'Ik houd de wacht', zei Vilder, 'ik kijk of er geen nieuwsgierige rot kinderen proberen naar beneden te gaan om te kijken wat er aan de hand is'.
'Wat moet je trouwens met Potter', vroeg Vilder aan Sneep.
'Hij dacht dat hij eens leuk kon gaan wandelen', 'he Potter', zei Sneep. En ze liepen het kantoortje van professor Anderling binnen.

In het kantoor van professor Anderling was het warm en vrolijk verlicht door een knaperend haardvuur.
'Wat is er professor Sneep', vroeg Anderling die over een stapel nakijk werk gebogen zat.
'Meneer Potter', 'zoals gewoonlijk', zei Sneep, 'dacht dat hij weer eens de regels kon gaan overtreden', 'nietwaar', vroeg Sneep aan Harry.
'Ik...', 'ik euh...', zei Harry, 'ik wilde alleen vragen of ik de les Leer der Oude Runen zou kunnen gaan volgen?' begon Harry tegen professor Anderling.
'Ik vind het namelijk verstandig om wat meer te weten over die interesante tekens (wat Harry natuurlijk loog, want hij wou gewoon weten wat er op het Perkament stond)'.
'Nou als jou dat zo intereseert zal ik het natuurlijk toestaan dat je dat vak gaat volgen'.
'Terzaken', zei Sneep ineens, 'ik wil dat meneer Potter morgen avond samen met mij...'.
Verder kwam Sneep niet want opeens stormde professor Korzel het kantoortje binnen.
'Kom vlug Severus', 'er is iets gebeurt in de kerkers dat jou nogal intereseert denk ik', zei ze.
'Brengt u Potter terug naar zijn slaapzaal?' vroeg Sneep aan Anderling.
'Morgen zal hij zijn straf van mij te horen krijgen', vervolgde hij, 'dat zal hem denk ik wel leren niet door de school te zwerven'.

Nadat professor Anderling Harry naar zijn slaapzaal had gebracht begon hij zich af te vragen wat voor straf hem boven het hoofd hing, zou hij een of ander vies werkje moeten doen?
En trouwens wat zou er zo belangrijk zijn geweest voor professor Korzel om Sneep weg te halen bij professor Anderling?
Harry had geen zin meer om na te denken over dat soort dingen dus pakte hij het perkament er maar weer bij, en begon hij weer eens te ontcijferen.
Wacht eens even, dacht Harry, als het perkament nou uit twee delen bestond, dan zou de andere helft dus nog in dat vreemde toverdrankboek zitten?