Hoofdstuk 7
De ruzie

"Aaaaah!" Harry schrok wakker hij zat recht overeind in zijn bed, die nachtmerie was wel heel dicht aan de realietijd, dacht hij.
En die gil die ijzige gil die kwam hem zo bekend voor, het was niet zijn moeder maar wie zou het dan wel zijn geweest.
Harry stond op van zijn bed en liep de wenteltrap af naar beneden.
Ging de leerlingenkamer uit en nam toen de trap naar de grote zaal maar stond toen oog in oog met Cho Chang.

'O euh... hoi Harry', begon ze, 'Sorry ik heb geen tijd om te praten Ravenklauw begint dit jaar heel vroeg met de Zwerkbal trainingen, weet je dat Ravenklauw de Zwerkbal cup 15 jaar geleden voor het laatst won, heb ik van Banning gehoord, ik schaam me er zo voor'.
Op dat moment kwam professor Anderling aangelopen en zei tegen Harry dat hij even mee moest komen naar haar kantoortje .
'Potter' zei ze, 'ik weet hoe schokend de ingang van het nieuwe jaar voor je moet zijn geweest maar we moeten verder, ik wil je vragen of jij al enig idee had voor een nieuw lid voor in het Zwerkbal team'.
'Nee', zei Harry 'hoezo vraagt u dat aan mij'.
'Oo dom van mij', zei Anderling, 'ik wou je vragen of je de nieuwe aanvoerder van Griffoendor wilde worden'.
Harry was overdonderd, hij als aanvoerder van Griffoendor.
'Nou neem je de baan aan of niet?' begon professor Anderling weer, 'het is wel zwaar werk hoor, je moet allemaal trainings schemas opstellen en je moet nieuwe tactieken verzinnen'.
'Natuurlijk doe ik het', zei Harry.
'Ik geef je nog twee weken de tijd om een nieuw lid te kiezen en dan moeten jullie gaan trainen', ging Anderling verder.

Even later liep Harry samen met professor Anderling naar de grote zaal, toen Harry opeens een stem hoorde.
Het was die gil weer, die vreselijke gil uit zijn droom, het kwam van buiten. Professor Anderling had het ook gehoord en inplaats van dat ze naar de grote zaal ging, liep ze als een speer richting een groot harnas dat uitzonderlijk veel deuken had, ze deed het visier van het harnas open stak haar toverstok er in en zei 'Henixius', het harnas ging glooiend opzij en maakte plaats voor een opening in de muur.
Harry volgde professor Anderling en stapte samen met haar de frisse ochtendlucht in.
Het schoolterein was verlaten en leeg, op een ding na.
Aan de zijkant van het terein, op het stuk dat grensde aan het verboden bos en het Zwerkbalterein, lag een meisje met een blauw Zwerkbal gewaad in een grote plas bloed.
Nu wist Harry wie zo vreselijk had gegild in zijn droom, het was Cho Chang.

'Ga professor Perkamentus halen en snel', zei professor Anderling.
Nog voordat Harry zich maar ook een centimeter had bewogen zag hij professor Zwamdrift aan komen hollen samen met Perkamentus.
Mijn aura was gevoellig vanmorgen', begon professor Zwamdrift met een dromerig stemmentje.
'Ik zag dat er gevaar dreigde en toen ik die verschrikkelijke visioenen kreeg toen wist ik dat er wat aan de hand was, ik ben Perkamentus gaan halen en toen ben ik hier heen gegaan'.
'Ach hou je mond toch', begon professor Anderling weer.
'Jij hebt gewoon net als iedereen die afschuwelijke gil gehoord'.
'Kom kom Minerva' zei professor Perkamentus.
'Maar dit arme kind dan, ze is meer dood dan levend en dan komt zij eraan en zegt dat ze een gevoellige aura heeft', vervolgde professor Anderling met een boze blik op professor Zwamdrift.
'Er is niets aan de hand Minerva, ze is gewoon flauw gevallen maar waarom weet ik niet', zei professor Perkamentus.
'Ik wel', op dat moment kwam professor Sneep aangelopen.
'Ze is flauw gevallen door tekort aan bloed, zien jullie dat spul daar', Sneep wees op een oranje goedje dat aan de nek van Cho kleefde.
'Dat is Slijm van de Flubberwurm, ik gebruik het meestal voor mijn toverdranken maar in dit geval is het ergens anders voor gebruikt.
Zien jullie de wond in haar nek, de plek waar al het bloed uit stroomd, dat heeft het gene dat haar heeft aangevallen afgedekt met het Slijm, die gene moet geweten hebben dat Slijm van de Flubberwurm het bloeden stelpt.
Het gene dat dit meisje heeft aangevallen deed dit uit pure wanhoop en het was niet zijn bedoeling, dit is namelijk duidelijk het werk van een vampier.
Maarja dat is geen wonder, dit is namelijk ook gebeurd aan de rand van het verboden bos, en iedereen weet dat het daar wemeld van de vampiers...', maar verder kwam Sneep niet.

'Wat heeft dit te betekenen Albus!', Cornelis Droebel (of eerlijk gezegd professor Droebel) en professor Korzel kwamen aangelopen vanaf het Zwerkbalveld.
'Albus zie je de ernst van deze situatie niet in', zei Droebel.
'Ik zie weldegelijk de ernst van deze situatie in Droebel', begon Perkamentus.
'Ik ben gisterenavond ook bijna vermoord door een dooddoener en...'.
Perkamentus werd ruw onderbroken door Droebel, 'Dat bedoel ik niet Albus' zei Droebel.
'Dat bedoeld u wel', zei professor Korzel.
'Nee nietwaar', vervolgde Droebel.
'Ik bedoel te zeggen dat er een rechtzaak zal worden aangespannen tegen de school, en zijn schoolhoofd'.
'Helaas voor u' begon Perkamentus weer.
'Heeft u acht jaar geleden zelf een wet opgesteld waar in staat dat het verboden bos eigendom is van het ministerie en dus niet bij het terein van Zweinstein hoort'.
'Wat bedoel je', begon Droebel weer, 'het is duidelijk dat dit meisje niet in het verboden bos ligt, zelfs een bergtrol zou dat nog kunnen zien'.
'Maar het is ook duidelijk dat zij wel ongeveer op de grens ligt en aangezien de grens niet tot Zweinstein behoord en ook niet tot het ministerie is niemand schuldig aan dit ongeval, tenslote is het meisje alleen bewusteloos', zei Sneep.
'En wilt u uw baan als leraar "Verweer tegen de Zwarte Kunsten" houden of niet', vervolgde hij met een duidelijke blik van haat in zijn ogen.
'Severus!', begon Perkamentus boos.
'Hoe durf je zoiets te zeggen, ik heb ook veel ernstige dingen met jou meegemaakt en toch heb ik je nooit ontslagen, dit zal ik dan ook zeker niet doen bij Droebel'.

Na een lange stilte zei professor Anderling uiteindelijk dat het tijd was voor Harrys eerste les "Leer der Oude Runen" en daarom verliet hij samen met professor Korzel de meute en liepen richting de school.
Wat heeft dit te betekenen, dacht Harry, had dit iets met de vreemde droom te maken, had hij de zelfde visioenen als Zwamdrift gehad of raaskalde ze maar wat.
Toen Harry de vertrouwde hal in stapte en samen met professor Korzel de grote marmere traf op liep schoot opeens Vilder hen toe.
'Ik heb alles gezien', begon hij, 'u kunt het nu niet langer meer verbergen Professor', zei Vilder met een kwaadaardige grijns op zijn scheve mond.