Hoofdstuk 11
Visioenen en tekens

'Wat heeft dit te betekenen Albus?', vroeg professor Anderling aan Perkamentus.
'Dit betekend dat er iets is gebeurd in het kasteel waar wij momenteel nog niet vanaf weten', zei Perkamentus.
Perkamentus zwaaide driemaal met zijn toverstok en riep een ingewikkelde bezwering uit het teken begon te vervagen maar Harry kreeg weer een verschrikkelijk beeld voor zich.
Hij zag het teken, in zijn hoofd zag hij het teken.
Het teken werd groter, groter, groter en nog groter, plotseling stond Harrys liteken in vuur en vlam.
Het deed zon zeer dat Harry zijn evenwicht niet meer kon bewaren, het teken werd groter en hij zag een flits van professor Zwamdrift gevolgd door een harde bonk en een steek in zijn hoofd.

Harry deed zijn ogen open, hij lag op de grond en het teken was weg.
Iedereen stond over hem heen gebogen, professor Anderling hielp Harry overeind.
Hij stond meteen op en liep naar de deur van het lokaal.
'Waar ga je naartoe Potter?', vroeg professor Anderling.
Professor Anderling wou hem stoppen maar Perkamentus hield haar tegen.
'Laat hem maar, we kunnen beter kijken waar hij naartoe gaat', zei hij.

Harry liep het lokaal uit, de hoek om richting het harnas waar professor Anderling samen met Harry de eerste dag naar buiten zijn gegaan, en stopte.
Aan de voet van het opzij geschoven harnas zat Sneep gebogen over een bewusteloze professor Zwamdrift die in een plas donkerrood bloed lag.
Anderling, Perkamentus en de andere leerlingen kwamen haastig aangelopen.
'Verklaar je nader Severus', zei Perkamentus.
'Ik kwam hier helaas telaat professor', zei Sneep.
'Hij is ontsnapt via het harnas'.
'Heeft u gezien hoe hij er uit zag?', vroeg Perkamentus.
'Nee ik heb alleen dit gevonden', antwoorden Sneep en haalde een klein glazen potje uit zijn zak waar Slijm van de Flubberwurm in zat.
'De dader is dit in zijn haast vergeten, hij of zij heeft het waarschijnlijk laten staan nadat hij of zij het Slijm in de nek van professor Zwamdrift heeft gesmeerd om het bloed te stelpen', zei Sneep.
'Ziet u nou', zei professor Anderling tegen Perkamentus.
'Zij is niet helderziend, anders had ze dit wel zien aankomen'.
'Mischien', zei Perkamentus, 'Mischien niet'.

Professor Anderling verzocht alle leerlingen om weg te gaan (wat gelukkig ook bijna iedereen deed) en toverde een brancard tevoorschijn die professor Zwamdrift vervoerde naar de ziekenzaal.
Sneep die altijd al bleek was leek nu nog bleker te zijn door het onfortuinlijke voorval.
Harry liep samen met professor Perkamentus mee naar de ziekenzaal, eigenlijk wou Harry niet mee maar Perkamentus had hem gezegt mee te gaan zodat madame Plijster kon kijken of Harry wat mankeerde.

In de ziekenzaal was het rustig, er was bijna niemand op een paar Ravenklauwers na die rond het bed van Cho stonden.
Madame Plijster legde professor Zwamdrift op een van de bedden die tegen de muur stonden.
'Wat is er gebeurd?', vroeg ze.
Perkamentus vertelde Madame Plijster het hele verhaal en zoals Harry al had vermoed begon madame Plijster hem al helemaal te onderzoeken of hij ook wat had opgelopen toen hij van zijn stoel af viel terwijl hij het visioen had.

Nadat madame Plijster Harry grondig had onderzocht en er bleek dat er niets aan de hand was wou Harry net weg gaan toen plotseling professor Droebel binnen kwam stormen op de hielen gevolgd door professor Korzel en Vilder.
'Het is voorbij Perkamentus, ik moet Zweinstein echt aanklagen' zei hij.
'Dit kan je niet maken Droebel, als Zweinstein word aangeklaagd dan zullen we geheid verliezen!', zei Perkamentus.
'Nee u mag Zweinstein niet aanklagen, dan word het gesloten', begon Cho ineens vanuit haar bed.
'Willen jullie dan dat er nog meer van dit soort dingen gebeuren?', vervolgde Droebel.
'Nee Cornelis absoluut niet maar ik wil ook niet dat Zweinstein word gesloten', andwoorde Perkamentus.
'Ik moet Zweinstein aanklagen Albus ik kan niet...'
Droebel werd onderbroken door een brabelende professor Zwamdrift.
'Nee, nee niet doen', zei ze.
Ze ging rechtovereind zitten en met een glazige blik in haar ogen keek ze Droebel aan.
'Ik voorspel niet veel goeds voor jou', zei Zwamdrift tegen Droebel.
'Als jij Zweinstein aanklaagd zal je ook gelijk falen in jou taak als minister', zei ze.
'Haal dat enge mens weg', zei Droebel boos.
'Alleen als u Zweinstein niet aanklaagd', zei Sneep oppeens.
'Nou goed dan, maar ik waarschuw je Perkamentus, ik wil geen rare dingen meer zien op deze school', zei hij, en liep toen de ziekenzaal uit.

Toen professor Zwamdrift weer was gaan liggen verlieten langzamerhand de andere docenten ook de ziekenzaal.
Perkamentus zei tegen Harry dat hij weg kon gaan maar professor Anderling hield hem tegen.
'Ik wil even van je weten of je nou al eindelijk weet wie het nieuwe lid gaat worden van het Zwerkbal team', zei ze.
Onee Harry was het Zwerkbal team helemaal vergeten en wist niet wat hij moest zeggen.
'Nou, zeg op.
Wie word het nieuwe lid'.
'Euhe... ik euhe, ik weet het nog niet', antwoorden Harry.
'Nogsteeds niet!', zei professor Anderling.
'Nou ik geef je nog de tijd tot Halloween maar als je dan nog geen nieuw lid hebt gevonden dan moet ik zelf iemand kiezen'.

Met de woorden van professor Anderling nog in zijn hoofd spokend liep Harry naar de grote zaal voor het middageten.
Wie kon hij kiezen als nieuw lid? dacht hij.
Simon Filister mischien?
Nee niet sportief genoeg.
Marcel Lubbermans?
Nee die zou Harry nog nieteens kiezen als hij geen keus had.
Ginny Wemel mischien?
Nee die is denk ik te jong, dacht hij.
Harry wist niet wie hij ging kiezen als nieuw lid, Halloween was nog drie weken weg dus hij had genoeg tijd om er over na te denken.
Harry begon te eten, en algouw begon hij weg te dromen bij de gedachte om weer eens op zijn trouwe Vuurflits te mogen vliegen, dat was het enige goede waar Harry op het ogenblik naar uit kon kijken.