Earwen - Heel erg bedankt, daar kan ik denk ik wel wat mee. Sneep gaat in ieder geval een grote rol spelen, daar was ik al over uit. Een vriendin kan ze zeker wel gebruiken, maar die komt eraan. Ze wordt geserveerd op een zilveren plaat. :)
Eleanor Larathiel - Bedankt voor het zeggen dat ik Sneep en Perkamentus in karakter hou, dat gaf me moed om dit hoofdstuk te schrijven. Sneep moet niet al te aardig worden, anders is ie Sneep niet meer. lol
HOOFDSTUK 3
Een klop om mijn deur deed me schrikken en opstaan uit mijn comfortabele stoel.
"Binnen!" Gromde ik en zette mijn whiskyglas weg.
Als het een leerling was, was het beter dathij het whiskeyglas niet zag.
Professor Perkamentus kwam met een zorgelijk gezicht binnen.
Fijn, op hem zat ik nou net te wachten. Laat me raden; hij wil ook nog dat ik ga praten.
Bitter nam ik rustig de tijd om nog een glas whiskey vol te schenken en Perkamentus zo lang mogelijk te negeren.
"Ik begrijp dat dit moeilijk voor je is, Severus." Hoorde ik hem zeggen en toen ik me omdraaide zat hij op mijn plaats.
Met tegenzin ging in de tweede stoel zitten die er stond, maar die ik eigenlijk nooit gebruikte.
"Maar toch moet ik om je hulp vragen."
Hij keek me aan met zijn twinkelende ogen.
"Wat wil je dat ik doe, Albus?" antwoordde hij kwaad. "De reddende engel spelen voor dat arme kind?"
Ik bleef hem lang zwijgend aankijken en zag hoe hij in het vuur ging staren om mijn blik te ontwijken. Ik wist dat hij er niet tegenkon om lang aangestaard te worden, zonder dat er iets werd gezegd.
"Goed, goed. Wat wil je dat ik doe?" vroeg hij ten slotte met tegenzin.
"We gaan samen met juffrouw Linden met haar vader praten," zei ik, rechtdoorzee. Bij Severus kon je het er het beste rustig en duidelijk over hebben, vooral als hij whisky aan het drinken was.
Ik keek hem scherp aan. Hij zei het alsof het zomaal een bezoekje aan een oude bekende was. Ik zag er geen heil in om met haar vader te gaan praten.
Iemand die zijn dochter slaat is geen redelijk mens.
"En wat verwacht je dat hij gaat zeggen?" vroeg ik nors en nam een slok van mijn whisky. Tevreden voeldeik het goedje in mijn keel branden.
"Ik verwacht helemaal niets," antwoordde hij luchtig.
Hij liet weer een stilte vallen om mij er rustig over na te laten denken.
"En wat wil je dan dat ik doe?" vroeg ik terwijl ik in mijn glas keek.
"Ik geloof dat er een toverdrank bestaat die het bloed zuivert van alcohol?"
Ik zag hoe hij nog een slok nam. Ik wist dat hij het geen prettig idee vond om met haar vader te gaan praten. Wat verwachtte híj te zien? Ik liet hem er rustig over nadenken.
"Dat gaat wel een aantal dagen duren," zei hij uiteindelijk, zijn ogen nog steeds op zijn glas gericht.
"Goed. Tot die tijd hoop ik dat je haar een beetje in de gaten blijft houden," zei ik, hem nog steeds aankijkend. Hij nam nog een slok en knikte.
Ik leunde moet achteruit in de stoel en staarde ook in het vuur.
"Ik weet niet of het me is gelukt om haar tot rust te brengen," zei ik met vermoeidheid in mijn stem, maar ik zag in zijn ogen dat dat niet de reden was waarom hij me plots aankeek.
"Je weet niet zeker of ze al bedaard is?" vroeg hij scherp.
Ik keek hem onderzoekend aan. Hij stond op.
Vanwaar deze plotselinge alertheid?
"Waar is ze nu?" vroeg hij, kwaad, maar ik hoorde ook een hint van ongerustheid in zijn stem.
Perkamentus was even weg. Volgens mij naar professor Sneep. Hij had voorgesteld om met mijn vader te gaan praten.
Wat heeft het voor zin?
Bitter staarde ik in het vuur.
Het is al te laat. Perkamentus had gelijk. Hij is mijn vader niet meer. Hij slaat me.
Ik voelde weer tranen opkomen, maar vocht ze terug. Ik stond op van frustratie en liep door de kamer.
Mijn leven is een hel. Waarom ben ik hier in 's hemels naam? Wat heeft het allemaal voor zin?
Ik liet mijn tranen lopen.
Toen kwam het beeld, het gevoel terug van het moment vlak voordat ik ging springen.
Dat ene moment.
Op dat moment, daar, toen voelde ik me het gelukkigst wat ik me in de laatste jaren heb gevoeld. Maar Sneep! Sneep hield me tegen! Hij ontnam me dat geluk. WAAROM?
Ik sloeg kwaad met mijn hand op het bureau van Perkamentus en zakte in elkaar op de stoel ervoor, mijn hand masserend. Ik huilde. Alweer.
Ik ben moe van het huilen. Al die nachten.
Mijn tranen stopten, maar nog steeds voelde ik de pijn in mijn hart.Futloos staarde ik voor me uit, de pijnonderzoekend. Zou ik er ooit vanaf kunnen komen?
Plots zag ik iets glinsteren op het bureau en ik veegde mijn tranen weg. Het lag onder een kleine stapel papier en nieuwsgierig haalde ik het te voorschijn. Het was een brievenopener. Ik draaide hem rond tussen mijn vingers. Hij was best scherp.
Ik kan het doen.
Ik zette het scherpe lemmet tegen mijn pols en sloot mijn ogen.Een vreemde rust overspoelde me, een rust uit de wetenschap dat het straks over zou kunnen zijn.
Ik kan me weer gelukkig voelen. Ik hoef alleen…
Plots vloog de deur open en geschrokken opende ik mijn ogen.
Professor Sneep kwam de kamer binnen rennen en greep de brievenopener uit mijn handen.
Niet alweer…
