Earwen – afwachten hè? ;)
Bedankt voor reviewen!
HOOFDSTUK 5
Ik was blij dat ze tot de conclusie was gekomen dat het het beste is als we met haar vader gaan praten.
We liepen door de donkere gangen van de kerkers op weg naar het kantoor van professor Sneep.
Ik bekeek Evelien vanuit mijn ooghoeken.
Ze leek nu iets minder zeker van haar zaak.
Ze liep te trillen op haar benen.
Ik legde mijn hand op haar schouder.
"Rustig maar, Evelien. Alles komt wel weer goed," zei ik geruststellend en ze keek naar me op.
Ik keek professor Perkamentus aan.
Na de uitbarsting in zijn kantoor een paar dagen geleden was mijn woede op professor Sneep gezakt en bleef er alleen nog twijfel over.
Ben ik sterk genoeg om mijn vader onder ogen te zien?
"Echt? Want ik weet het nu niet meer zo zeker," zei ik zachtjes.
"Natuurlijk. En professor Sneep gaat je helpen.
"Professor Sneep?" vroeg ik bedenkelijk. "Wat kan hij nou doen?"
"Wacht maar, we zijn er," zei professor Perkamentus en hij klopte op de deur. "Severus? Mogen we binnen komen?"
Professor Sneep opende de deur en keek ons donker aan.
"Is het klaar, Severus?" vroeg Perkamentus.
"Wat denk je," gromde ik en liet een flesje met het Nuchteringsdrankje zien.
Ik zag Evelien er bedenkelijk naar kijken.
"Je hebt het haar uitgelegd?" vroeg ik terwijl ik de deur achter me sloot.
Perkamentus zei niets en ik keek naar Evelien die knikte.
"Goed," zei ik.
"De Viavia ligt in mijn kantoor," zei professor Perkamentus en we volgden hem.
Evelien bleef naar de grond kijken.
Ze ging nu toch niet terugkrabbelen?
Niet nadat ik al die moeite had gedaan om dit drankje te brouwen.
Straks zie ik mijn vader weer.
De gedachte vulde me met angst.
Wat als het niet lukt om hem het drankje te geven?
Allerlei nare situaties gingen door mijn hoofd.
Ik voelde plots de ogen van Sneep op me en ik keek hem aan.
Zijn blik van verachting bracht weer woede naar boven.
Hij had me lafaard genoemd.
Ik ga hem laten zien dat ik geen lafaard ben.
Ik zal hem de Zwadderaar in me laten zien.
Plots keek ze me aan en haar blik van twijfel veranderde plots in een blik van trots en standvastigheid.
Die meid bleef me verbazen.
Professor Perkamentus had me verteld over haar uitbarsting op zijn kantoor een paar dagen geleden.
Misschien was ze al deze moeite toch wel waard.
Professor Perkamentus leidde ons zijn kantoor in.
Op zijn bureau lag een grote laars.
Ik zag de uitdrukking van minachting verschijnen op het gezicht van Severus toen hij de laars zag.
Evelien keek echter onverschillig.
Haar houding was veranderd toen ze Severus zag.
Ik glimlachte.
Het was inderdaad een goed idee om hem mee te nemen.
Ik keek even naar Feliks die rustig op zijn stok zat en glimlachte even naar hem. Niemand wist het, maar het was zijn idee geweest.
Ik ging achter mijn bureau staan en keek Evelien en Severus aan.
"Ben je er klaar voor?" vroeg ik aan Evelien.
Toen hij dat vroeg ging er weer een angstgevoel door me heen, maar ik onderdrukte het en knikte naar de professor.
"Oké," zei hij en keek op zijn klokje. "Drie… Twee… Een…"
Tegelijk pakten we de laars vast.
Het was alsof iemand met een grote haak me ergens achter me navel vastpakte en me in een groot zwart gat trok.
Onstabiel kwam ik weer neer en greep me vast aan professor Sneep om niet om te vallen.
Toen ik mijn evenwicht weer had hervonden liet ik hem snel weer los. Het was immers professor Sneep.
"Sorry." bompelde ik en keek om me heen.
Vader… Ik ben thuis…
Het spijt me voor de cliffhanger. Het vervolg komt snel, want anders kan ik niet verder gaan met 'Wie ben ik?'
Wat vonden jullie ervan?
