Oké mensen. De laatste twee hoofdstukken van dit verhaal... Bedankt voor alle goeie en behulpzame reviews die ik heb gekregen!
HOOFDSTUK 6
Nerveus keek ik de keuken rond.
Vuile borden en lege bierflessen ontsierden het aanrecht.
Ik kreeg er een angstig gevoel van.
Voorzichtig liep iknaar de deur die naar de woonkamer leidde, waar geluiden van de televisie klonken en ik gluurde door een kier. De grote fauteuil van mijn vader stond recht voor de televisie. De grond er omheen lag vol met nog meer lege flesjes en lege zakken chips en zoutjes. Op het tafeltje lagen de afstandsbediening en de telefoon. Waarschijnlijk bestelde hij zijn boodschappen via de telefoon en liet hij het bezorgen. De man zelf kon ik niet zien.
Achter me hoorde ik mijn professors bewegen en ik draaide me om.
"Wees alstublieft stil en laat u niet zien. Ik weet niet hoe mijn vader zal reageren op nog meer bezoekers. Ik ga hem zeggen dat ik weer thuis ben," zei ze en ik zag een hint van angst in haar ogen.
Ze opende de deur en liep naar binnen met hangende schouders en voorzichtige tred en ik ging bij de deuropening staan om het in de gaten te houden.
Achter me hoorde ik Severus snuiven van ongenoegen, terwijlEvelien langs de grote stoel ging staan.
"Vader?" Hoorde ik haar voorzichtig zeggen.
Severus kwam bij me staan.
"Vader?" Herhaalde ze. "Ik ben weer thuis."
De man in de fauteuil maakte een onherkenbaar geluid en de stoel schommelde.
"Ben je er nu alweer?" Hoorde ik een diepe stem ondankbaar zeggen.
Evelien hield zich stil.
"Nu je er toch bent kun je net zo goed een biertje voor me pakken," zei hij en mijn lip krulde van afgunst. "En maak het hier een beetje schoon."
Ik wilde de man zeggen dat hij zijn dochter fatsoenlijk moest begroeten, maar een hand op mijn schouder hield me tegen.
Perkamentus keek me aan en schudde zijn hoofd zachtjes.
Evelien stond ineens voor me met een verschrikt gezicht.
Mijn hart klopte in mijn keel van angst voor de dikke man in de stoel. Hij had gereageerd zoals ik had gedacht dat hij zou doen in het gunstigste geval. Zijn woorden maakten me woedend, maar angstig tegelijk. Van mijn gevoelens snapte ik al een tijdje niets meer.
Ik wilde zo snel de keuken weer in dat ik bijna tegen Sneep aanliep die in de deuropening stond en me met een kwaad gezicht aankeek. Ik glipte langs hem heen en verborg mijn trillende handen achter mijn rug. Professor Perkamentus kwam langs me staan en legde een geruststellende hand op mijn schouder.
Ik wachtte tot Sneep het flesje had gevonden en snel nam ik het aan. Met trillende handen probeerde ik de inhoud in een bierflesje te doen.
Alles was gehuld in een drukkende stilte die alleen werd verstoord door de voetbalwedstrijd op televisie, dat het allemaal erg onwerkelijk maakte.
Ik zag hoe haar handen verschrikkelijk trilden en neigde mijn hoofd even naar Severus.
Hij stapte naar voren en nam het over van haar.
Ik keek haar aan met een vriendelijk gezicht.
"Je doet het geweldig," fluisterde ik en ze keek me aan.
Haar blik was verdwaasd.
Blijkbaar was ze helemaal van de kaart, maar wilde het niet laten merken.
Ze nam het flesje weer aan van Severus en liep de kamer in zonder enige emotie op haar gezicht.
"Alstublieft, vader," zei ik zachtjes.
Ik gaf hem het bierflesje met de toverdrank hopend dat hij niet merkte dat het flesje maar halfvol was.
"Daar nam je nogal de tijd voor, lui ding," zei hij en haalde zijn ogen niet van de televisie af.
Hij wilde een slok nemen en ik hield mijn adem in.
"JA!" Schreeuwde hij plots en schudde heftig met het flesje.
Blijkbaar had zijn team op televisie een goal gemaakt en ik schrok van de manier hoe hij met het flesje omging.
Ik haalde opgelucht adem toen ik zag dat er nog genoeg in het flesje zat.
Mijn vader ging weer rustig achterover in zijn leunstoel zitten en keek me vanuit zijn ooghoeken aan.
"Wat sta je daar nou?" Gromde hij. "Of ben je vergeten waar de stofzuiger staat?"
Ik nam geschrokken een stap achteruit, maar mijn schrik sloeg om naar woede. Ik was woedend op mezelf en op de man voor me.
Waarom ben ik bang voor deze man? Hij kan me niets doen, Perkamentus en professor Sneep zijn in de buurt en zullen hem tegenhouden. Ik hoef niet bang voor hem te zijn.
De vreemde soort vastberadenheid had ik nooit gevoeld, maar het voelde geweldig. Een beetje verdwaast liep ik naar de kast waar de stofzuiger staat.
"Natuurlijk weet ik waar hij staat, híj is degene die het níet weet," mompelde ik kwaad.
"Wat zei je?" Hoorde ik hem echter langzaam zeggen en ik stond geschrokken stil.
Zei ik dat hardop?
Waarom zei ik dat hardop?
Je weet toch dat je je emoties hier nooit hardop uit mag spreken?
De stoel kraakte vervaarlijk achter me terwijl hij opstond en dat maakte me weer een beetje angstig.
Ik blikte naar de deuropening naar de keuken.
Hoewel ik de professors niet kon zien, wist ik dat ze daar waren.
"Denk je soms dat ik je niet kan horen?" vroeg mijn vader.
Ik dacht aan de keren dat mijn woorden mijn vader ook zo woedend hadden gemaakt.
Mijn moeder was er toen nog om de 'schade' te repareren.
"Dacht je dat je beter bent? Met je nutteloze magie en onzinnige spreuken?" vroeg hij en hij stond nu vlak achter me.
Ik stond bewegingloos en sloot mijn ogen.
Toen hoorde ikhoe hij een slok nam uit zijn bierfles en mijn hart sprong op uit hoop dat het drankje zou werken.
Langzaam draaide ik me om en keek naar mijn vader.
Hij keek me aan met een verschrikkelijke grijns op zijn gezicht.
Die grijns verdween echter van zijn gezicht en maakte plaats voor een blik van ongeloof en angst toen hij begon te wankelen op zijn benen.
"Wat heb je gedaan?" vroeg hij schril en keek naar het flesje.
Ik deed een stap achteruit.
"Je hebt me vergiftigd!" riep hij uit en smeet het flesje weg.
Hij viel op de grond en greep naar zijn hoofd.
pfwew. Echt moeilijk om te schrijven, maar ik doe mijn best... Het volgende hoofdstuk is nog moeilijker...
please review.
