Hoofdstuk 3:
Ginny wist meteen dat de eerste dag een rotdag zou worden, toen ze met haar hoofd tegen de rand van haar bed knotste. Kreunend viel ze achteruit, terug op haar matras. Haar ogen traanden van de pijn, maar ze beet op haar tanden en stond recht. Ze had weinig geslapen en die paar uurtjes in dromenland waren gevuld geweest met nachtmerries over Harry die haar vermoordde.
"Horatis" mompelde ze
'Het is 27 minuten voor 9' kirde een vrolijke stem, die uit haar toverstok kwam. Iets te vrolijk naar Ginny's zin, dat het ontbijt al bijna afgelopen was, maakte haar humeur er niet beter op.
Ze hees zich in haar lerarengewaad, op de borstzak stond de trotse leeuw van Griffoendor, bracht snel wat make-up aan, liep de trappen af en viel langs de achteringang de grote zaal binnen. Ze zag nog een lege stoel naast Augusta en begon te eten.
"hoi Gin" sprak een stem die ze al eeuwen niet meer gehoord had. Ze keek op, bruin haakte in smaragdgroen, ze liet haar vork vallen en toen werd alles zwart.
"Waarschijnlijk slaaptekort" de stem van Madame Plijsterkwam van ver, maar Ginny wist meteen weer waarom ze flauw was gevallen, en ze was woedend!
"Wat doet hij hier Poppy?", schreeuwde ze uit, "Wàt doet HIJ godverdomme hier?"
"Rustig meisje, ik weet niet waarover je het hebt.." probeerde de verpleegster haar te sussen met een karamelzoete stem, een stem die Ginny alleen nog maar kwader maakte. Ze balde haar vuisten en ging rechtzitten.
"Over Harry Potter natuurlijk! Wat doet hij hier? Ik wil nu onmiddellijk het schoolhoofd spreken!"
"Toch zal je eerst deze drankjes moeten opdrinken, professor Wemel, en daarna nog een halfuur platte rust, begrepen?"
"Geen sprake van! Ik ga nu naar Minerva, uit de weg."
"Jij blijft liggen!" zei Madame Plijster onverbiddelijk en om haar woorden nog wat kracht bij te zetten voerde ze de vloek van de totale verstijving uit...
Een half uur later later lag Ginny nog altijd in bed te wachten tot ze haar armen terug kon bewegen. Kokend van woede op Anderling, Plijster en Harry Potter. Ze had besloten dat ze best Harry als laatste kon vermoorden, aangezien dat hij zich het meest zou verweren. Haar ledematen werden eindelijk terug wat soepeler, en ze sprong het bed uit. Blij dat ze haar Zweinsteingewaad nog aanhad, en niet zo'n ziekenhuisding zonder achterste, liep ze door de gangen.
"Schotse Hooglanders" riep ze al van 10 meter afstand naar de waterspuwer. Die sprong opzij en ze stond ongeduldig trappelen op de wenteltrap, geërgerd dat het ding niet sneller ging.
Ze nam de moeite niet om te kloppen en stormde de kamer van het schoolhoofd in.
"Waarom heb je me niets gezegd Minerva?"
Professor Anderling schrok zich een hoedje
"Excuseer Professor Wemel?"
"Over Harry natuurlijk!" zei Ginny voor de tweede maal die dag, ze begon te ijsberen voor het grote bureau waarachter het schoolhoofd zat. "U weet toch hoe het is gegaan tussen ons, U was toch ook op de bruiloft. U had iets kunnen zeggen, dan had ik kunnen..., dan had ik me kunnen..." Ze plofte neer in één van de zetels die voor het bureau stonden. Haar absolute woede werd nu vervangen door een intens verdriet en ze kon haar tranen niet langer voor zich houden.
"Kom kom Ginny, het is nu toch al een tijdje geleden sinds jullie uit elkaar zijn, niet waar? Tel daarbij het feit nog eens op dat ik kan kiezen wie ik al docent wil en u zult, objectief gezien, het wel met me eens zijn dat er niemand op deze planeet zoveel kent van Verweer Tegen de Zwarte Kunsten als Harry, niet waar?"
"Ja, natuurlijk, ik wou gewoon dat u het ons vroeger had gezegd, dan was het misschien minder..." Ze stopte met spreken, omdat ze besefte dat Harry's terugkeer, vandaag, morgen of gisteren, altijd hard was aangekomen.
Minerva Anderling gaf haar een schotsgeruite zakdoek aan, en Ginny snoot haar neus.
"Ik ga me opfrissen Professor, ik kan het tweede lesuur terug beginnen." Zonder zich nog om te draaien liep ze de kamer uit.
Op de tweede verdieping sloeg ze met een toverstok tegen een stuk muur, ietsje harder dan nodig, de muur verdween en gaf toegang tot de gang waar Ginny's appartement gelegen was. De deur links was de hare, en ze stak haar toverstok in een putje in de deur om ze van slot te doen. Blij dat ze weer in haar kamertje was om even tot rust te komen, kleedde Ginny zich uit en nam een warm bad.
Even later stapte ze de deur uit, klaar om de eerstejaars Griffoendor te leren bezweren. Ze bleef staan in haar deurgat omdat rechttegenover dat deurgat nog een deur was. Eén die er daarvoor niet geweest was, met een gouden naamplaatje, net als haar deur. Alleen stond er op dit naamplaatje 'Harry Potter,
Verweer tegen de zwarte kunsten'
"Prachtig, gewoonweg prachtig!" riep ze uit, tegen niemand in het bijzonder.
De eerstejaars zaten al braaf te wachten, Ginny telde er twaalf. Het rumoer stierf weg toen ze met haar toverstok op het bord tikte. Haar naam verscheen op het bord, en ze stelde zich voor.
"Hallo, mijn naam is Professor Wemel en ik geef jullie hopelijk de volgende zeven jaar, bezweringen!" Ze gaf een zwiepje met haar toverstok en de banken en stoelen die niet gebruikt werden, verbande ze naar de hoek van het lokaal. Eén van de stoelen stond op de banken en begon te tapdansen. Alle eerstejaars moesten lachen en Ginny keek trots rond. Ze liet de stoel stoppen en ging verder met haar speech.
"Dingen zoals dat zullen jullie hier leren in dit lokaal. Los daarvan ben ik ook jullie afdelingshoofd." Ze zette haar strenge-mevrouwen-gezicht op "Ik zal het niet dulden dat jullie Griffoendor in diskrediet brengen, mijn temperament is bekend in Griffoendortoren, vraag het maar aan de oudere leerlingen. Langs de andere kant, sta ik altijd klaar voor jullie, voor jullie vragen of voor een babbel. Heeft er misschien iemand al een vraag?"
Een meisje met felzwart haar stak haar hand op. Ginny herkende haar van de sorteerceremonie.
"Dat is Liza, niet waar?"
"Ja professor," zei ze gretig "Liza Turpentijn"
"Zeg het maar, juffrouw Turpentijn"
"Ik vroeg me af waarom u vanmorgen flauwviel bij het zien van professor Potter, de dikke dame zei juist dat jullie.."
"... ZO is het wel genoeg Liza," Ginny ademde zwaar door haar neus en merkte dat haar vuisten gebald waren. "Je bent wat te nieuwsgierig voor je eigen bestwil, en de dikke dame ook."
Ze draaide zich om en tikte weer met haar toverstok op het bord. De letters van 'Professor Wemel' veranderden in de woorden 'Wingardium Leviosa'.
"Okee, de zweefspreuk..."
Een tijdje later zaten al haar leerlingen te oefenen, terwijl ze luid aan het praten waren. Liza turpentijn voerde natuurlijk het hoogste woord. Er was echter één jongen die met niemand praatte; hij staarde naar zijn veer alsof hij ze enkel met zijn gedachten probeerde te laten zweven. Ginny herkende het jongetje van op de sorteerceremonie.
"Alex, is het niet?" zei ze. De jongen richtte zijn hoofd op naar zijn lerares. Die schrok bij het zien van zijn grote, felblauwe ogen met wimpers waarvoor elk meisje een moord zou begaan. Zijn huid was echter heel bleek, zodat zijn ogen erg afstaken.
"Waar is je toverstok Alex?" de jongen bleef Ginny aanstaren, maar gaf geen antwoord.
"ligt hij nog in je slaapzaal?" Alex schudde van nee.
"Ben je hem kwijt dan?" Ginny voelde zich ondertussen een beetje boos worden, zo moeilijk was het toch niet om gewoon te antwoorden, dan mocht je nog zo verlegen zijn.
"Euh, Professor?" zei Otto Zemelzak "Ik denk dat hij er nog geen heeft, hij had ook geen bagage. Ik heb hem gisteren en vandaag een schoolgewaad van mij geleend."
Vreemd, dacht Ginny. "Alex, wil je na de les even blijven zitten alsjeblieft?" hij knikte en ze glimlachte hem toe. Ze liep terug naar het bord en de leerlingen keerden zich terug naar hun veer. Niemand zag dat Alex zijn veer 2 centimeter boven zijn bank liet zweven. Zonder toverstok en zonder een woord te zeggen.
Niet veel later ging de bel en Alex bleef zitten in plaats van naar buiten te stormen zoals de andere leerlingen.
"Zo, hoe bevalt Zweinstein je?" Ginny hoopte dat hij op die vraag wel zou antwoorden maar tevergeefs, Alex bleef gewoon voor zich uit staren.
"Zijn jullie niet naar de wegisweg of naar Zweinsveld geweest voor je schoolspullen?"
Hij schudde zijn hoofd en bloosde een beetje. Ginny vrieg zich af hoe ze deze situatie moest aanpakken.
"Ik zal een briefje schrijven naar je vader of je moeder, of ze morgen naar Zweinsveld kunnen komen, okee?"
Na een tijdje knikte Alex van ja.
"Okee, dat dan in orde! Ga nu maar lunchen, smakelijk eten, jongen." Ze wreef even over zijn hoofd en hij staarde Ginny aan alsof er drie armen uit haar hoofd groeiden. Toen draaide hij zich om en liep het lokaal uit.
Ze nam de achteringang van de grote zaal, en haar ogen vielen op een jongeman met warrig zwart haar die aan het linkse einde van de oppertafel zat. Ook al was er naast hem nog een stoel vrij, en was dat veel dichterbij, toch ging Ginny ostentatief helemaal rechts zitten.Aan griffoendortafel zag ze Alex Alkenaer helemaal alleen zitten. Hij staarde wat naar zijn bord en nam af en toe een hapje.Dat is toch zonder twijfel het vreemdste jongetje dat ik ooit heb gezien, dacht Ginny bij zichzelf. Ze had net met Minerva overlegd en ze hadden een uil gestuurd naar zijn huis, hopelijk konden ze morgen gaan winkelen met Alex want eigenlijk zat hij nu gewoon zijn tijd te verdoen op Zweinstein.
Gelukkig stond Alex' nicht de volgende dag aan de poorten van Zweinstein om haar neefje mee uit winkelen te nemen.
