Hoofdstuk 4:

De weken op Zweinstein vlogen voorbij, voor iemand er erg in had was het al einde oktober. Ginny had al de moeite van de wereld gedaan om Harry te ontwijken, maar toen hij die zaterdagochtend op haar deur klopte en zij de deur opentrok en ze oog in oog stonden en het enige wat ze kon zeggen "oh" was, moest het wel tot een gesprek komen
Ze haalde diep adem, schraapte al haar moed en zelfvertrouwen bij elkaar en zei: "kom binnen".
"Dank je" fluisterde hij, blijkbaar ook niet echt op zijn gemak.
"Nou ehm, mooi appartementje.." hij wreef door zijn haar en Ginny merkte op dat zijn litteken weg was. Hij was ook een pak groter, breder en mannelijker geworden, maar ze vond hem nogaltijd ongelooflijk knap.

"Ik denk niet dat je daarvoor gekomen bent, Harry" zei ze, zo koel mogelijk.
"Nee, inderdaad niet, mag ik gaan zitten?"
"Natuurlijk"
"Dank je, waar ik eigenlijk voor kom is om te praten over Alex Alkenaer, die in griffoendor zit, en aangezien jij afdelingshoofd bent..."
"Ik snap het Harry, vertel nu maar eens wat er mis is met hem. In mijn klas presteert hij als één van de besten!"
"bij mij ook, alleen is het probleem dat hij weigert te praten.."
"hoezo?"
"zoals ik het zeg Ginny, hij praat niet, zelfs als ik een vraag stel antwoordt hij niet.."
"Waar heb je het over? Bij mij praat hij.." eigenlijk, als ze nadacht, ze had nog nooit zijn stem gehoord.
"... Ook niet?" maakt Harry haar zin af.

"Nee..ja...nee... Ik weet het niet! Ik stel niet zoveel vragen aan de klas, Bezweringen is vooral een praktisch vak en als ik iets vraag barstten Turpentijn, Zemelzak en Havelaer bijna van enthousiasme om die te beantwoordden."
"Die Turpentijn doet mij ook griezelig veel aan Hermelien denken."
"Inderdaad" gniffelde Ginny, tot ze besefte met wie ze aan het praten was. Ze schraapte snel haar keel. "Ja, ik zal dus euh.. best een brief schrijven naar zijn ouders, bedankt voor het melden van..."
"... Hij heeft geen ouders meer Gin, ze waren bij de laatste slachtoffers van Voldemort, eerst gefolterd, daarna vermoord."

Ginny's mond viel open. Ten eerste had Harry zijn koosnaampje van weleer uit de kast gehaald. Ten tweede had ze niet eens geweten dat Alex Alkenaer een wees was en ten derde had ze niet eens gemerkt dat hij niet praatte! Wat voor een afdelingshoofd was zij eigenlijk?

"Ik..ik..euhm" stamelde ze "dat wist ik helemaal niet..."
"Niet veel mensen weten zulke dingen Ginny, Hermelien heeft me gisteren een uil gestuurd vanuit het ministerie met zijn info, ik dacht dat je dat misschien wel zou willen weten."
"Ja, zeker, Dankjewel Harry" Ginny was nogaltijd erg aangedaan door het nieuws.
"Nou, dan ga ik maar..?"
Ze knikte, Harry liep naar de deur maar stopte halverwege, hij draaide zich om.
"Gin, ik vroeg me af of je misschien eens naast me wil zitten tijdens het eten, om bij te praten of zo..?"

"Ik denk niet dat dat een goed idee is, Harry." De teleurgestelde blik in zijn ogen brak haar hart, maar ze ging niet nog eens vallen voor de jongen die haar zo had laten vallen.
Hij knikte en liep de deur uit.
Tijdens het diner die avond hield Ginny Alex nog eens goed in het oog. Hij zat toch al tussen de rest van de eerstejaars maar sprak geen woord, af en toe glimlachtte hij wel eens als één van de jongens iets grappigs vertelde, of tegen hem sprak. Gek was ook wel dat hij zijn vlees in hele kleine stukjes sneed maar er bijna niets van at. Hij liet zijn vork vallen, staarde ernaar en de vork vloog terug in zijn hand. Waw, dacht Ginny, ze had nergens zijn toverstok gezien, of zijn lippen zien bewegen. Echt wel snel die jongen, erg snel... Ze at verder, maar haar ogen en gedachten bleven bij Alex Alkeraen.

Die avond klopte ze op de deur van Harry's appartement.
"Hallo Ginny." hij opende de deur in jeans en een zwarte sweater en onmiddellijk herkende ze de schooljongen die zo vaak bij haar thuis geslapen had en met wie ze zo'n zalige momenten had geleefd.
"Hoi"
"Kom je binnen?"
"Nee, dank je. Ik wil je gewoon laten weten dat ik de voogd van Alex op Zweinstein heb uitgenodigd voor een gesprek."
"Perfect, komt hij of zij?"
"Weet ik niet, ik heb de uil nog maar net verstuurd."
"oh"

Ginny keek hem aan, hij stond een beetje te wiebelen op zijn benen en staarde aandachtig naar zijn tenen. Om te voorkomen dat de ongemakkelijke stilte zich nog langer uitstrekte zei ze snel:

"ik hou je op de hoogte"
"Okee, bedankt"
Zonder hem nog een blik te gunnen draaide ze zich om en stapte haar kamer binnen.

Ginny werd wakker in Griffoendortoren. Haar handen zaten onder het bloed en er prikte iets in haar zij. Ze draaide zich naar links en zag dat het lange, bruine veren waren. Ze draaide zich terug naar rechts. Ze staarde recht in de ogen van een van zijn lichaam gerukte hanenkop. Ze gilde. Alles werd zwart.
Ze kwam terug bij bewustzijn. Een donkere, vochtige kerker omsingelde haar. Ze zag veel slangen. Ze was zo moe. Ze kon niet bewegen. Ze hoorde voetstappen. Flarden van een gesprek tussen 2 jongens,mannen. Oorverdovend veel lawaai. Een Fenikslied gaf haar weer hoop. Ze zou weer gered worden. Iemand schreeuwde. Ze voelde zich sterker worden. Ze opende haar ogen. Harry Potter liep naar haar toe.
"Harry... neem me mee..."
"Waarom zou ik? Je gaat alleen maar een blok aan mijn been worden in de rest van mijn leven."
"Ik wil hier niet blijven... Neem me mee..."
"Waarom zou ik Ginny? Je bent klein. Je bent lelijk. Je bent lastig"
"stop Harry, neem me mee.. alsjeblieft..."
"Lelijk Ginny. Lastig Ginny. Klein Ginny, lelijk...lastig...klein..." Harry's hoofd maakte zich los van zijn lichaam. Lelijk..lastig..klein..lelijk..lastig..klein..lelijk..lastig..klein.. Het hoofd begon rond Ginny te cirkelen. lelijk.lastig.klein.lelijk.lastig.klein.lelijk.lastig.klein. lelijk.lastig.klein.lelijk.lastig.klein. lelijk.lastig.klein. lelijk.lastig.klein. lelijk.lastig.klein. lelijk.lastig.klein. Steeds sneller en sneller Lelijk! Lastig! Klein!
"Stop harry, stop alsjeblieft, neem me mee, alsjeblieft.."
"Waarom lelijke Ginny? Waarom lastige Ginny?" Nog sneller, nog sneller, "Waarom kleine Ginny?"

OMDAT IK VAN JE HOU!

Badend in het zweet schoot Ginny recht, haar ademhaling was jachtig en ze duizelde. Het was de ergste nachtmerrie die ze in een tijd gehad had en ze barstte in tranen uit. Ze voelde zich als rot vuil, de Harry in haar droom had gelijk gehad. Ze was te lelijk, ze was te klein, ze was lastig, hoe had ze ooit kunnen denken dat Harry misschien wel terug verliefd op haar zou worden. Want dat had ze gedacht, wel vaker was een klein stemmetje haar hoofd komen gekmaken, stukmaken. Het fluisterde haar toe dat als ze Harry nu zou weten te strikken, dat het misschien wel voor altijd zou zijn. Niet was minder waar, dat had ze net wel gezien.

Geklop op haar deur. "Oh nee.." kreunde ze.
Ze was er zich echt wel van bewust dat ze die laatste zin in haar droom had uitgeroepen, en je moest ook geen genie zijn om uit te dokteren wie er in haar kamer stond.
"Ga weg, harry, alsjeblieft!"
"Ben je okee, Gin?" bij het horen van zijn koosnaampje barstte Ginny terug in tranen uit. Ze hoorde Harry naar haar bed snellen.
"Niet huilen Ginny, alsjeblieft niet huilen." hij stond op een afstandje, niet goed wetend wat te doen.
"Dat probeer ik, Potter!" snauwde ze door haar tranen door.
Hij was even stil en kwam op de rand van haar bed zitten.
"Waarom ben je zo kwaad op mij? Ik weet ook wel dat we niet zo leuk uit elkaar zijn gegaan, maar ik..."
"Niet zo leuk! NIET ZO LEUK!" schreeuwde Ginny het uit. "Je brak mijn hart Harry! Zelfs op de bruiloft kon er geen woordje af, en toen ben je vertrokken. Dat snap ik, het lot enzo, maar je nam niet eens afscheid! Wat als je gestorven was Harry? Wat dan?"

Harry was bij elke zin van Ginny's uitval bleker geworden en nu ze hem een vraag stelde kon hij niets meer uitbrengen. Ze staarde hem woedend aan, en hij kon alleen maar naar de grond kijken.

"Ik... begrijp het" fluisterde hij met een onstabiele stem. "Ik ga nu wel.." Hij draaide zich om en liep de kamer uit en toen de deur in het slot viel liet hij zijn voorhoofd ertegen rusten en hij fluisterde ze toe:

"Ik ook van jou..."